Hoofdcategorieën
Home » Overige » Mijn naam is... » Vrijdag 2 oktober 2009
Mijn naam is...
Vrijdag 2 oktober 2009
Ik kon de slaap weer niet vatten. Alles hield me wakker. Het geronk van de voorbij rijdende auto’s, de buren die weer eens ruzie maakte over hun maandelijkse inkomen. En de verwarming die weer eens te hoog stond, maakte het er ook niet makkelijk op.
11u, 12u,1u. De uren kropen voorbij en ik lag nog steeds half zwetend en klaarwakker op mijn bed.
Ik zuchtte. Het enige wat nog zou helpen is mijn gedachten ergens anders te brengen, maar wat?
Weer over Nate denken en zijn mysterieuze gedoe? Het is altijd maar Nate die door mijn hoofd spookt.
Het lijkt wel of een denkbeeldige lijm ons voor altijd aan elkaar heeft geplakt. Volgens mij was het seconde lijm.
Ik zuchtte weer.
Voor de zoveelste keer was Nate weer mijn hoofd binnengekropen. Het wordt echt vervelend.
Je zou denken dat ik verliefd ben, maar dat is het niet.
Het is gewoon zijn vreemde gedrag.
Zeg nou zelf. Een jongen die op zo’n vreemde manier de aandacht trekt, daar kun je toch enkel alleen maar aan denken? Of heb ik het zo verkeerd?
Vandaag deed hij dan wel eens normaal, maar dat zelfs vind ik al vreemd. Ik vertrouwde hem vandaag niet helemaal. Wat er sinds gisteren gebeurd is, kan je toch niet zomaar verwachten dat alles pico bello hoort te zijn.
Voor de zoveelste keer deze week, sloeg mijn hart een slag over.
Ik had het gevoel dat ik niet alleen was in deze kamer en het gehijg dat plotseling de stilte verbrak, bevestigde dit alleen maar.
Ik ging wat rechter zitten en spitste mijn oren. Weer hoorde ik het enge gehijg. Het kwam van de rechterhoek in mijn kamer, waar een mysterieuze donkere gedaante gehurkt zat.
Het kloppen van mijn hart ging steeds sneller en sneller en begon nog meer te zweten dan daar net.
Met mijn trillende hand ging ik naar de lichtschakelaar. Ik twijfelde of ik het licht wel zou aandoen. Wil ik wel weten wat er in de hoek van mijn kamer zit?
Misschien is het zo traumatisch, dat ik de rest van mijn leven moet doorbrengen ik een gesticht.
Maar zou het wel zo erg zijn? Ik kreeg steeds het beeld van een moordenaar voor mijn ogen.
Ik zou kunnen weglopen, maar zou de persoon dan niet sneller zijn? Hij moet naar rechtspringen en naar me toe springen met een mes en ik ben er geweest.
Kom nu Analies. Sprak ik me tot de orde, ik maak me alleen maar banger.
Zelfverzekerd deed ik het licht aan, ik moest weten wie er zat te hijgen.
Mijn adem stokte.
Wat ik in de hoek van mijn kamer zag, was niet te geloven.
Het leek wel of ik in een nachtmerrie was terecht gekomen, dit slaat toch werkelijk alles.
Vol afgrijnzen bekeek ik de persoon die gehurkt zat in de hoek van mijn kamer.
Een spoor bloed van mijn slaapkamerdeur leidde naar Nate die bibberend in de hoek van mijn kamer zat. Hij had zich weer verkleed, maar dit keer herkende ik niet wie hij moest voorstellen.
Aan zijn bebloede kleding leek hij een moordenaar.
‘Nate? Wat heb je nu gedaan?’ vroeg ik.
De doordrenkte jongen reageerde niet, hij bleef stil voor zich uitstaren en ademde zwaar en vermoeid alsof hij net de marathon had gelopen.
Voorzichtig ging ik uit mijn bed, nog steeds deed Nate niets.
Ik besloot om naar hem toe te gaan om hem nader te bestuderen.
Stil en voorzichtig ging ik naar hem toe.
‘Nate? Wat is er gebeurd?’ vroeg ik. Mijn stem trilde een beetje. Onbewust voelde ik me ongemakkelijk. Wat zou er nu weer gebeurd zijn?
Nog steeds zei of deed Nate niets. Hij leek wel in een schok of in een soort van coma waar hij nu doelloos loopt rond te zwerven in 1 of andere ruimte en zou hij me dan wel horen?
Een schok lijkt me waarschijnlijker.
Ik bestudeerde zijn lichaam op zoek naar wonden die het bloed veroorzaakten, maar nergens vond ik sneeën of schrammen.
Het leek wel of het niet zijn bloed was dat over zijn lichaam was verspreid.
Het was toch zijn bloed?
‘Nate, ik maak me zorgen. Vanwaar komt dat bloed? En geef alsjeblieft antwoord.’ Zei ik smekend.
Langzaam maar zeker draaide Nate zijn hoofd naar me toe, om me dan doordringend aan te staren zonder 1 woord te zeggen.
Ik bleef geduldig wachten op antwoord op mijn prangende vraag, die maar niet beantwoord werd.
‘Ik heb hem!’
Ik viel bijna om door zijn plotselinge uitbarsting. De stille bewegingloze jongen die net in de hoek zat, stond nu recht voor mijn neus en had een hysterische uitfrukking.
Voor mijn eigen veiligheid ging ik wat naar achter.
‘Wie heb je? En wat heb je met hem gedaan? Nate, antwoord!’ riep ik gefrustreerd.
Nate begon opeens krankzinnig te lachen als een patiënt dat net uit het gesticht was ontsnapt.
‘Ik ben niet Nate, Nate zit hier binnen In me. Mijn naam is Tibo, weet je wel.’ Zei hij al lachend.
‘Tibo? Ben jij dat kleine jongetje dat altijd bijna het hele jaar ziek was?’
‘Ja, niet verwacht blijkbaar?’
‘Niet echt nee, maar zeg eens. Wie heb je en wat heb je gedaan? Hoe kom je in hemelsnaam aan al dat bloed?’
‘Dacht jij dat die explosie van onze school een ongeluk was?’ vroeg Tibo.
‘Een ongeluk denk ik. Wie zou nu onze school willen van de kaar vegen?’
‘Wel diegene ligt nu te slapen bij de visjes.’ Opnieuw begon Tibo alias Nate krankzinnig te lachen.
‘Wat bedoel je?’ Weer begon mijn hart sneller te kloppen, nog even en het klopt nog mijn lichaam uit.
‘Dit bloed is een teken van overwinning, ik heb de dader die mij en alle leerlingen vermoorde, terug gepakt in zijn eigen spel.’
‘Bedoel je dat je iemand vermoord hebt?”ť vroeg ik ongelovig.
‘Ja inderdaad en ik ben er trots op!’ lachte tibo.
‘Oh mijn god.’ Ik ging tegen het bed leunen om te bekomen van wat ik net te weten was gekomen.
‘Is dat niet geweldig Analies? Ik heb de dader zijn verdiende loon gegeven voor wat hij gedaan heeft.’
‘Zo ben je geen haar beter Tibo! Ik bedoel Nate, nee Tibo.’ Oh het is ook veel te verwarrend de laatste tijd en ik zoek ook weer de perfecte vriend uit.
‘Is dat zo Analies? Ben jij beter dan? Geef maar toe dat jij de dader ook zijn verdiende loon wilde geven om wille wat er met Stefany is gebeurd?’
‘Dat is niet het zelfde!’ Riep ik. ‘Ik weest niet eens dat het met opzet allemaal gebeurd was en al zou ik het geweten hebben, ik zou dan nooit iemand eventjes gaan vermoorden. Ben je helemaal gek?’
Als dit zo doorgaat dan zit ik op het einde van dit jaar in het plaatselijke gesticht. Dacht ik wanhopig.
‘Ik heb gehandeld uit gerechtigheid. Hij heeft mij gewoon gedood voor niets. Wel ik zorgde er voor dat hij geen hoofd meer heeft om nog te denken aan zijn laffe daad.
‘Heb je zijn hoofd…’ Ik ging met mijn wijsvinger langs mijn keel van links naar rechts.
Tibo knikte duivels, terwijl hij zijn lippen aflikte waar nog resten donkerrood vers bloed op zat.
Ik keek vol walging toe. Dit is niet zomaar een probleem. Ik praat hier echt met een overleden klasgenootje en dan nog wel in het lichaam van een jongen die ik nog maar net ken.
‘En wie heeft de school dan doen ontploffen?’ Net toen ik de vraag stelde, puilde de ogen van Nate bijna uit zijn ogen en sperde hij zijn mond wijd open.
‘Wat…’ stamelde ik.
Ik keek vol afgrijnzen toe, hoe Nate nu onophoudelijk begon te trillen.
‘Nate! Wat gebeurd er?’
Even snel als het gekomen was, was het ook al weer weg.
Nate viel meteen plat op grond.
Snel zette ik hem terug recht.
‘Wat moet ik nu doen?’ bibberde ik.
Ik keek de kamer rond, opzoek naar iets om Nate weer bij zijn positieven te brengen.
Water, ik heb water nodig.
Ik liep mijn kamer uit naar de badkamer en greep een doek, die ik snel nat maakte.
Eenmaal terug in mijn kamer was Nate al weer verdwenen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.