Hoofdcategorieën
Home » Overige » Stand Alones Schrijfwedstrijden » Schizophrenia
Stand Alones Schrijfwedstrijden
Schizophrenia
Het was een gewone zaterdagmorgen, midden november. Koude wind sloop op zachte voetjes het huis op de hoek van de stationsstraat in en speelde zoete kinderliedjes op de dakpannen. In de grootste slaapkamer van het tweeslaapkamerhuis ontwaakte Annelies met een schok, tastte naar de plek naast haar. Onbeslapen. Ze besefte dat hij nu meer dan een jaar weg was, hij zou niet meer terugkomen. Haar laatste hoop verdween samen met een diepe zucht haar lichaam.
Ze schoof de dekens van zich af. Haar voeten trippelden over het koude parket, aan de deur schoot ze haar pantoffels en kamerjas aan.
Op de gang hoorde ze het zachte gemompel van haar zoontje, Niels.
Annelies opende de deur op een kiertje. Achter het bed zat hij op de grond. Het witte, wollen tapijt aan de kant geschopt. Hij aaide met zijn ranke kindervingertjes de rug van een dier dat nergens te zien was.
‘Niels?’ vroeg ze en duwde de deur verder open. Het was een oorlogsveld op kleuterformaat. Knuffelberen waren in de muren gespijkerd, kromme nagels en de hamer lagen op de lichtpaarse sprei. De gordijnen waren losgetrokken en lagen in de berg verscheurde kleren in de hoek. Alles schreeuwde woede en verachting.
‘Waar is papa?’ vroeg zijn schriele jongensstem.
Annelies slikte moeizaam. Ze had dit verwacht, maar niet nu. ‘Weg.’ zei ze haast onhoorbaar.
Hij fluisterde iets, ze hoorde het maar verstaan was nog iets anders, hij wisselde woorden van plek en van andere woorden had ze nog nooit gehoord. Ze vroeg zich af wat ze moest doen. Was dit normaal? Niels was nog maar zes en dit was toch echt de eerste keer dat hij zich anders gedroeg sinds het vertrek van zijn vader.
‘Manish zegt dat hij weg is door jou!’ Hij draaide zich om, met een roestige nagel kerfde hij in het hout. Zijn amandelkleurige ogen waren troebel, tranen weerspiegelden de immense haat die vanbinnen in hem woekerde.
Ze wilde naar hem toelopen, hem knuffelen, hem zeggen dat papa naar de oorlog was, maar iets weerhield haar.
Op dat moment schoot hij over het bed heen, de hamer klemde hij stevig in zijn vingertjes. Annelies deinsde achteruit, krampachtig sloot ze haar ogen en ze maakte zich klaar om een klap te krijgen. Er gebeurde echter niets.
Schokkerig keek ze weer. Niels hield halt enkele stappen voor haar, de hamer gleed uit zijn hand en viel met een bons op de grond.
‘Laat het ophouden, mama.’ snikte hij en liep weer op haar af, deze keer niet van plan om te slaan maar om de warme bescherming in zijn moeders armen op te zoeken. Annelies hield haar zoontje stevig tegen haar borst gedrukt, leunde met haar kin in de donkere krullenbos. Ze schoof langs de muur naar beneden en voelde zich nog trillerig door de angst, die even in overvloed in haar maag had geborreld.
‘Rustig maar, er is helemaal niets.’ suste ze hem en streelde voorzichtig zijn broze rug. Dikke tranen liepen over zijn wangetjes, druppelden op de aangenaam zachte kamerjas.
‘Mama, alsjeblieft, hou ze tegen. Ze komen me halen.’ piepte hij en klemde zijn armen steviger om haar middel. Om hem heen dansten honden, kleine meisjes en jongens. Eén grote jongen stond in de hoek bij de verscheurde kleren, met een opengeklapt zakmes in zijn handen. Allen spraken ze tegen hem, zijn hoofd zat propvol. Maar het kwam allemaal op hetzelfde neer: Doe mama pijn.
En dus werkte hij zich overeind en haalde uit. De rode hand op haar wang bewees dat hij weer toegegeven had aan de duistere kant van zijn geest.
‘Niels, zoiets doen we niet!’ Haar stem trilde even erg als haar lichaam, ze schoot als een pijl omhoog en wilde net Niels een oorveeg geven, toen ze zag dat hij niet meer voor haar stond. Ze keek om zich heen, maar hij was nergens meer te zien.
Ze spitte heel de kamer deur, zachtjes blazend en kreunend om de ravage die bezit had genomen van de kamer. Dit was niet normaal meer.
Ze liep de gang weer in, onderaan de trap hoorde ze vuistslagen en gekrijs. De brandende woede maakte op slag plaats voor moederlijke bezorgdheid en struikelend holde ze de trap op. Op de onderste trede zat hij, met zijn handen tegen de leuning slaand. Tranen rolden nog steeds over zijn wangen, maar hij glimlachte ook. Af en toe fluisterde hij iets voor zich uit.
‘Stop!’ gilde ze, en liep de laatste treden zo snel af dat ze haast over hem heen donderde. Ze tilde hem van de trap en hield hem tegen zich aan.
‘Waarom doe je dit?’ vroeg ze angstig, hij drukte zijn hoofd in haar hals en liet zoute druppels over haar huid glijden.
‘Ze dwingen me, mama. Anders blijft papa voor eeuwig weg.’ Annelies wilde hem kalmeren, maar haar geest bleef hangen op het eerste deel van wat hij zei. Ze dwingen me. Wie dwong hem? Waarom? Wanneer? Hoe? Zoveel vragen prikten in haar hoofd, ze voelde zich duizelig, alsof ze helium opzoog in plaats van zuurstof.
‘Ze zijn terug. Help me, mama!’ gilde hij in haar oor. Zijn nagels krasten over de blote huid van haar nek, daarna boorde hij ze erin.
‘Auw! Niels, laat - Auw! Niels, laat me - AUW!’ Geschrokken duwde ze hem van zich af, bloed wrong zich uit de nagelbrede wondjes. ‘Naar je kamer, nu!’
Ze draaide zich om, terwijl ze met haar vingers over de wonden wreef. Ze liep de keuken in, om in het kastje naast de ijskast de EHBO-doos te pakken. Een plakker hier, een plakker daar, daarmee zou het wel opgelost zijn.
Niels hield haar echter weer maar eens tegen. De deuren sloegen dicht boven haar hoofd, ze hoorde hem stampvoetend door zijn kamer walsen. Het bed kraakte en piepte, ten teken dat hij het verschoof.
Rinkelend glas liet haar als aan de grond genageld door het keukenraam kijken. Daar viel hij, met zijn armen stevig om zich heen gewikkeld.
Ze moest niet naar buiten om te zien wat er gebeurde, om te beseffen dat ze te laat was. Maar ze deed het wel.
Bloed vormde een ovaal om zijn fragiele lichaam, hij huilde en snikte en gilde en krijste. Hij smeekte om het te doen stoppen.
In de ambulance overleed Niels. Hij was de vijftiende van 2009 die stierf aan childhood schizophrenia.
Het stopte.
Reacties:
Waauw. Mooi.
en de eerste die ut af heeft.
het is een magische wonder ! ^__^
ik vind Schizophrenia eng ....
maar het was mooi.
bravo
wuh. o.o
is. ishij. eh.
-stilte-
nou. damnit. ikkanniet. reageren. opdit. wanthet. ik. want. nou. hetis.
zoalshetmoetzijn. maar. maar. uh. o.o
;O
serieus... echt weer kippenvel hé?
hij is aan de ene kant echt heel zielig aan de andere kant vind ik hem een beetje eng .. heel mooi geschreven alweer