Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Unexpected Friendship » 7. Maybe I like him a little
Unexpected Friendship
7. Maybe I like him a little
Leona's P.O.V.
"Leona! Opschieten! We gaan zo naar het station!" Ik schrokte snel het laatste beetje van mijn ontbijt naar binnen en greep mijn rugzak. Vandaag zou ik vertrekken naar Zweinstein, samen met Fred, George, Percy, een vriend van Fred en George en zijn kleine zusje. Ik was ondertussen goede vrienden geworden met de meeste Wemels, al vond ik Percy stiekem toch wel heel erg saai. Ron begon al net zo bang voor mij te worden als hij voor Fred en George was, na die briljante grap met die nep-spin. Ik rende snel de deur uit en sprong de auto in, klaar voor het nieuwe avontuur wat Zweinstein zou brengen. Mijn broertjes waren nergens te bekennen. Niet dat ik dat verwacht had, maar toch, het zou leuk zijn geweest als ze me even hadden uitgezwaaid.
Ik stond op King's Cross om me heen te kijken. Waar waren perron 9 en 10? Ineens zag ik een maar al te bekende familie staan en even later hoorde ik de tweeling roepen.
"Leona!" Ik liep naar de Wemels toe en werd meteen omhelsd door mevrouw Wemel.
"Ik ben zo blij dat je er bent, liefje." Zei ze.
"Ja, Ronnieponnie hier kon niet wachten tot je er was." Hoorde ik George zeggen. Ik wist instinctief dat het George was. Hoewel niemand het snapte, kon ik de tweeling makkelijk uit elkaar houden. Het waren de kleine verschillen waar je op moest letten, zoals het feit dat George iets meer sproeten had dan Fred en dat Fred een klein litteken vlak bij zijn rechteroog had.
"Hou je kop!" Ik zag dat Ron verwoed zijn best deed om George te slaan, terwijl deze hem zonder enige moeite op afstand wist te houden. Nu pas viel het me op dat er nog twee mensen bij het groepje stonden die ik niet kende. Ze stelden zich voor als Monika en Mateusz. Ik kon het meteen goed met hen vinden, maar net toen ik hen het verhaal over Ron en de nep-spin wilde vertellen, stormde Monika ineens weg.
"Waar gaat die heen?" Iedereen keek Monika verbaasd na. Ineens kwam Fred naast me staan en hij sloeg een arm om mijn middel.
"En zenuwachtig?" Vroeg hij. Ik twijfelde. Moest ik een arm om zijn middel slaan of moest ik hem wegduwen? Ik besloot tot het eerste. Ik genoot er van dat Fred zo dicht bij me stond, want eerlijk gezegd vond ik hem best wel heel erg leuk.
"Ben je gek, joh? Ik wil nu onderhand die Vilder wel eens zien, waar jullie het steeds over hebben." Fred wilde wat terugzeggen, maar Mateusz onderbrak hem. Ik ga Monika zoeken. We zien elkaar straks wel." Even later kwamen ze samen weer terug lopen en George stormde meteen op Monika af.
"Waarom liep je nou weer weg?"
"Oh, ik dacht dat ik een bekende zag." Ik dacht te zien dat ze zich ongemakkelijk voelde, dus ik besloot haar maar uit de handen van George te redden en haar het verhaal van de goeie grap die we hadden uitgehaald met Ron te vertellen. Na een tijdje begon Monika te lachen, terwijl ik nog helemaal niet bij het grappige stukje was aangekomen.
"Wat?" Ze schudde haar hoofd en zei dat het haar opviel dat ik het wel erg vaak over Fred had. Ik werd rood.
"Misschien vind ik hem wel een beetje leuk." Zei ik lachend. Ik zag haar richting George kijken.
"Hoe hou je ze uit elkaar?" Vroeg Monika. Voor ik de kans had om antwoord te geven werden we gedwongen het perron op te lopen. Ik realiseerde me dat ik eigenlijk nog even naar de wc moest.
"Ik ben zo terug." Zei ik tegen Fred en George, die net door de muur waren gekomen.
"Waar ga je heen?" Ik antwoordde kort dat ik even naar de wc ging. Toen ik even later de coupé in stapte waar mijn vrienden zaten, zag ik dat er een donkerharig meisje bij zat op de plek waar ík zou moeten zitten. Boos draaide ik me om en liep weg. Ik liep door de trein, op zoek naar een lege coupé. Ik hoorde Monika mijn naam roepen, maar ik liep stug door, tot ik bijna tegen een meisje opbotste.
"Hé! Kijk uit waar je loopt ja!" Ik mompelde een excuus en bleef naar de grond staan staren, terwijl het meisje weg liep. Fijn. Ik ben nog niet eens op school en het gaat al slecht.
"Leona! Leona!" Hoorde ik ineens achter me. Ik probeerde de brandende tranen weg te duwen. Monika had me eindelijk ingehaald en we begonnen een kort gesprekje. Ze zei dat we wel iets zouden regelen bij de coupé en maakte lachend de opmerking dat ik misschien wel bij Fred op schoot zou kunnen gaan zitten. Ik liep lachend met haar mee, maar ik was nog steeds niet blij met Yvonne.
"Weet je wat, Leona? Ga maar op mijn plek zitten-" Ik hoorde de rest van haar zin niet, want ik zag naast wie ik dan zou zitten. Nog steeds zat die Yvonne me dwars, maar hé ik zat tenminste bij Fred en George in de coupé. George keek niet bepaald blij, maar het kostte Fred maar een paar seconden om hem weer op te vrolijken, door hem en Mateusz aan hun briljante plannetjes te herinneren. Na twee uur boos naar Yvonne te staren begon ik langzaamaan in slaap te vallen. Ik zat niet lekker en ik wilde het niet riskeren dat ik voorover op de grond zou vallen, dus ik bleef maar van houding veranderen, net zo lang tot Fred ineens zei:
"Mens! Blijf toch eens zitten!" Ik gaf hem een speelse stomp op zijn schouder en keek hem gespeeld boos aan, maar de slaap in mijn ogen was onmiskenbaar. Fred grinnikte en sloeg een arm om me heen. Tevreden legde ik mijn hoofd op zijn schouder en zuchtte. Het duurde niet lang meer voordat ik in slaap viel, om uren later net op tijd wakker te worden om de opmerking van Yvonne te horen:
"God! Het is toch overduidelijk dat jullie elkaar leuk vinden?! Sukkels."
Leuk...Het klopt alleen niet helemaal met mijn stukje