Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Orphan. [IC] » Hoofdstuk 1.
Orphan. [IC]
Hoofdstuk 1.
‘Gretchen?’ vroeg ik die ochtend, tijdens het ontbijt. Ik zei het zo zacht dat hopelijk niemand anders het gehoord had. Ik wilde geen bemoeials. ‘Ja, Sam?’ zei ze en keek daarbij op van haar net besmeerde beschuit.
Gretchen was de enige die me écht Sam noemde. De meeste mensen spraken me aan met ‘Samantha’ een naam wat totaal niet bij me paste, naar mijn zeggen.
‘Ik heb eens nagedacht,’ begon ik.
‘Zo, zo. Dat hoor ik voor het eerst,’ antwoordde ze, lachend. Ik glimlachte en hield mijn hoofd schuin. ‘Kan ik straks even met je praten? Onder vier ogen?’ vroeg ik, doelend op een ander paar andere ogen die telkens mijn kant op schoten. ‘Heb je geen les dan?’ vroeg Gretchen streng. Of ja, streng? Zo moest het klinken, maar haar lieve gezicht verzachte deze toonkeuze.
‘Eventjes maar,’ smeekte ik.
Gretchen zuchtte en zei toen: ‘Goed dan.’
‘Dank je Gretch,’ bedankte ik. Snel richtte ik mijn aandacht weer op het ontbijt, wat bestond uit een glas melk en een boterham met hagelslag.
‘Wat zit je dwars?’ was het eerste wat ze vroeg, zodra de deur achter ons in het slot viel. Ik zuchtte even, nam plaats in een willekeurige stoel en keek moeilijk voor me uit. ‘Ik vind het hier niet fijn meer,’ begon ik. ‘Wat bedoel je? Pesten de andere meisjes je?’ vroeg Gretchen, toch ietwat geschokt. Ze reageerde altijd alsof ik nog een klein meisje was, dat kleine meisje wat ik al jaren niet meer ben. ‘Nee, nee. Dat is het niet, totaal niet zelfs. Kijk, ik ben hier opgevoed, ik ben gelukkig. Mí¡í¡r, er mist iets. Snap je waar ik op doel?’ legde ik uit. ‘Wat mis je Sammie?’ vroeg ze. Ze vouwde haar handen rondom de mijne en bleef me strak aankijken, alsof ze zo alles uit me kon trekken. Wat ze ook kon.
‘Ik mis iets van mezelf, ik mis herinneringen. Ik weet niet wie ik ben, wie ik was.’
‘Maar je bent Samantha... Sam, je bent iemand die houdt van fantaseren, van dromen. Je houdt van de winter en je houdt van muziek, piano spelen,’ antwoordde ze verward.
‘Dat is hoe ik me uit, hoe ik ben opgevoed! Maar van wíe heb ik dat geërfd? Op wie lijk ik? En hoe waren mijn ouders vroeger? Gretch, ik wil mijn broer opzoeken,’ antwoordde ik resoluut.
Verschrikt keek ze me aan. ‘Nee,’ zei ze en schudde wild haar hoofd. ‘Dat gaat niet gebeuren, hoor je me!’ riep ze. Voor het eerst sinds tijden verhief ze haar stem tegen me. ‘Waarom niet! Ik wil hem ontmoeten, ik heb er het recht toe!’ riep ik kwaad. ‘Nee!’ riep ze opnieuw en stond daarna op. ‘Ga maar snel naar de les, we praten hier niet meer over.’
‘Nee, wacht! Waarom mag het niet? Geef me één goede reden!’ riep ik haar na. Ze draaide zich om en schudde haar grijzige haren door de war. ‘Hij weet niet dat je bestaat.’
verdeeer we willen meer!
wil je me mailen??