Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Orphan. [IC] » Hoofdstuk 2.
Orphan. [IC]
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
18 mei 2010 - 18:57
Aantal woorden:
867
Aantal reacties:
3
Aantal keer gelezen:
279
Hoofdstuk 2.
Pff, vandaag 1e 2 exames achter de rug! Nederlands viel gelukkig mee, maar Biologie was wel moeilijk. Iemand anders hier ook exames gehad?
Have fun reading. (:
Ik zat in de les. Vandaag stond er Engels op het programma, wat betekende dat ik niet hoefde op te letten. Ik was altijd al goed in talen geweest.
Verveeld staarde ik naar buiten, zoals altijd. Mijn hoofd draaide gewoon automatisch opzij, zodat ik weer naar de prachtige natuur kon kijken. Het fascineerde me keer op keer.
Maar dit keer kon ik niet rustig genieten van de, nu met sneeuw bedekte bladeren en de nog altijd tjilpende vogels. Want Gretchens woorden hadden me aan het denken gezet. Ik had altijd gedacht dat hij niet om me gaf, dat hij me niet opzocht omdat hij me niet moest, of gewoon omdat hij zijn leven goed genoeg vond zoals het was.
Maar ik had nooit gedacht dat hij niet wist dat ik bestond. Want het maakte toch degelijk deel uit van je leven? Waar was hij dan, in een ander weeshuis?
Ik voelde dat Gretchen meer wist, maar ik durfde het haar niet te vragen, bang om nog een uitbarsting, of misschien wel een teleurstelling. Misschien woonde hij wel zo ver van me vandaan dat ik hem pas over twintig jaar kon opzoeken, of misschien wel nooit.
Hoe oud was hij nu? Ik kon me helemaal niks meer van hem herinneren en dat vond ik juist zo erg. Het was al zo lang geleden, ik was nog zo klein.
‘Samantha Krone, pay attention please!’ riep de schelle stem van de lerares. Verward keek ik op.
‘Sorry mevrouw, ik zat enkel even uit het raam te kijken. De natuur is zo mooi, vind u niet? Vooral rond deze winterdagen,’ zei ik vlot, maar beleefd. Gewoonlijk zette ik bij die woorden mijn zoetste glimlach op. ‘We weten allemaal dat je van de winter houdt, Samantha, maar ik acht niet dat u onder mijn belangrijke lessen andere dingen zit te doen!’ Opnieuw verhief ze haar stem, alsof me dat zou afschrikken. ‘Ik ben goed in Engels mevrouw, opletten is voor mij niet nodig,’ antwoordde ik.
De mond van mevrouw Heusink, zo heette ze, verstrakte. ‘Niet zo brutaal jongedame! Dat wordt twintig strafregels schrijven, voor het einde van de les,’ riep ze en hield een blanco vel omhoog.
‘Sorry dat ik het zeg, maar dan ben ik alsnog andere dingen aan het doen onder uw les,’ antwoordde ik.
‘Het lef! Hoe durf je zo’n toon tegen me aan te slaan! Ik dien een klacht in, dit komt in uw rapport te staan Samantha Krone! vijftig strafregels, na het laatste lesuur, aan mijn bureau!’
‘Ik acht geen andere dingen te doen onder schoolse activiteiten. Voortaan richt ik mijn volledige aandacht op de lerares, werk of overige dingen, na eventuele toestemming van de daarvoor bestemde docent - mevrouw dit is meer dan één zin,’ riep ik verontwaardigd. ‘Samantha, ik waarschuw je, aan het werk of ik verdubbel het.’
Met een nors gezicht pakte ik een pen en begon het blanco vel te beschrijven.
Na twintig keer kreeg ik een zere pols en na dertig keer had ik echt geen zin meer. Daarbij zat Mevrouw Heusink er nog met haar langwerpige neus bovenop. Alsof ik met één of ander trucje de regels tevoorschijn kon toveren. ‘Mevrouw, mag ik even pauze houden?’
‘Nee,’ antwoordde ze resoluut en tikte met haar lange nagel op het nu volle papier. ‘Hup schrijven.’
‘Mevrouw, ik moet héél nodig naar het toilet,’ smeekte ik. Mevrouw Heusink, ook wel Ellen genoemd - niet voor de leerlingen uiteraard - zuchtte overdreven diep, maar knikte uiteindelijk toch maar. Misschien was ze wel bang dat ik terplekke in mijn broek zou plassen.
Ik grinnikte bij die gedachte, maar hield snel op toen haar scherpe ogen zich in de mijne boorden.
‘O, voordat ik het vergeet,’ riep ze me na. Ik draaide me om, de deurklink nog in mijn hand. ‘Of je de terugweg even langs Meneer Jones wilt gaan, hij moet nog het een of ander met je bespreken.’
Ik knikte en verliet daarna het lokaal.
Meneer Jones was de ‘conrector’ oftewel, de oprichter van het weeshuis. Hij was de vader van de kinderen, zoals veel mensen het omschreven. Zijn bijnaam was dan ook ‘vader Abraham’, maar die naam had hij ook deels gekregen door zijn abnormaal lange baard.
Ik vroeg me af waarom hij me zo dringend wilde spreken. Zelden was er een leerling in zijn kamer te vinden. Laatst was Kelly ook naar hem toegeroepen; ze was huilend teruggekomen. Maar ze had dan ook stinkbommen in het lokaal verstopt, zodat niemand wist waar de geur vandaan kwam. Gretchen was nog over haar nek gegaan, de arme schat. Ze had altijd al een zwakke maag gehad.
Hoe dan ook, met tegenzin gaf ik toe dat ik toch wel iets zenuwachtig was. Waarom wist ik niet, normaal liet ik me niet kennen, ook al was de straf nog zo hoog en de omstanders nog zo kwaad.
Ik voelde dat het dit keer iets anders was, iets wat niets te maken had met de grove opmerkingen die vaak uit mijn mond rolden. Ik was nieuwsgierig, maar toch twijfelde ik een paar seconden voor ik de deurklink daadwerkelijk naar onderen duwde, en daardoor deur opende.
Bedankt voor het reageren! ;D
whiiiiiiiiiiiiiiiiii verder schrijven svp!