Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Klatschrosen [3-Shot] » 1.
Klatschrosen [3-Shot]
1.
Een vaalblauw eendje reed over het gebroken afvalt. De zon had haar warmte al goed over het Duitse landschap geworpen en deed de zijspiegels van het autootje fel schijnen. Verhitte gezichten zaten in die stomende cabine. Ramen waren al helemaal omlaag gedraaid, zelfs het dak was met een klein kiertje opengezet -verder was niet meer mogelijk door de leeftijd die het kleine eendje droeg. Maar de wind die in hun gezichten blies en hun haren deed opwaaien, was veel te warm om van af te koelen.
Hard gezoem kwam er vanuit de velden die aan de zijdes van de weg lagen. De krekels waren de enige druktemakers hier - buiten het geronk van de auto om. Enkele vogels hadden zich nog in de zon durven te begeven, de rest zochten verkoeling.
De jongen in de bijrijderstoel was er ook hevig naar opzoek. In de grote strandtas tussen zijn benen liet hij zijn handen tasten naar koud metaal. Zijn opgeluchte glimlach verried dat hij het gevonden had en haalde een lichtgroene thermosfles te voorschijn om de dop gelijk eraf te draaien. Het gewilde water stroomde in de deksel, maar verdween resoluut tussen de droge lippen, die na afloop met de tong nat werden gemaakt.
“Ook?”¯ Vragend hield hij fles op zodat het rijdende meisje opkeek. Hij was verrast bij het zien van haar negatieve antwoord, maar door haar reden begreep hij het meteen en stopte de fles terug in de tas; ze maakte zo een stop, dan wilde ze wel wat drinken.
Zijn arm stak hij weer uit het raam en vouwde zijn vingers over de dakrand; die was aardig warm, maar dat deerde hem niet meer. Hij keek uit naar de stop en hoopte op iets van schaduw, al was het maar een beetje. In geen tijden was het zó warm in Duitsland. Als hij niet wist dat Spanje een totaal ander landschap had, dan had hij zo geloofd dat ze daar waren.
Met zijn ogen gesloten nam hij alle geluiden in zich op. Hij hoorde de wind, de krekels, de auto en de steentjes die er tegenaan werden geschoten. Maar binnen was er ook geluid. Het bedelarmbandje met één groot kruisje hing aan de achteruitkijkspiegel, de kralen ketsten tegen elkaar. Post-its die op het dashboard waren geplakt - er stonden plaatsnamen, straatnamen en de nummers van de weg op. Die moesten hen helpen de juiste kant op te rijden - wapperden door de wind wild op- en neer. En het mooiste geluid van al was het zachte geneurie van het meisje achter het stuur. Hij glimlachte hier breed op en liet zijn vingers een donkerbruine lok uit haar oog halen. Hierdoor stopte ze even met het liedje die in haar hoofd zat en keek hem lief aan.
Haar ogen kregen een plotse glinstering en wees toen met haar slanke vinger langs hem heen en zei: “Daar wil ik een stop houden!”¯
Een veld was helemaal roodgekleurd door de vele kopjes van de klaprozen. Verderop stond nog een alleenstaande boom. Door het zien van schaduw knikte hij goedkeurend op haar keuze en zuchtte dan; eindelijk even de benenstrekken.
Puffend kwam de auto stil in de berm. Aan beide kanten vlogen de deuren open. De jongen was gehuld in een rafelende driekwart broek en had daarop een wit shirt. Geen sierraden, geen make-up en geen liters haarlak. Hij was eindelijk zichzelf.
Het meisje stapte uit met blote voeten - wat de jongen eveneens had - en had een wit, met wat kant, jurkje aan die tot de knieën kwam. Haar huid had al een bruine laag, verbranden was dus vrijwel uitgesloten.
Met een hand door haar haren greep ze de vrije hand van de jongen, in zijn andere hand had hij de strandtas gepakt die tijdens de reis tussen zijn benen zat. Zijzelf had van de achterbank nog een koeltas gepakt waar het eten inzat en nog meer drinken.
Hand in hand stapten ze door de rode bloemen die kriebelde tegen de schenen. Het gras was verbazingwekkend koel en aangenaam voor de voeten -vooral voor die van het meisje, zij had continu haar voet op het gaspedaal en moest zo nu en dan schakelen en remmen. Het profiel van de pedalen zat zeker in de onderkant van haar voeten gedrukt.
Haar afgebladderde rode nagel verdween tussen al het rood wanneer ze naar haar mening een goed plekje had gevonden. De zwartharige jongen vond het prima, maar nam haar tas wel even over om het tegen de oude bast van de boom te zetten. Diezelfde thermosfles werd uit een tas getrokken, hij wilde nu wel dat ze ging drinken. Armen omsloten vanachter zijn middel - wat hem even liet schrikken en morste zo water - en er werd dan een kin in het holletje van zijn linkerschouder geplaatst.
“Ontspan, dat heb je verdiend en nu kan het,”¯ sprak ze zoet en drukte haar uigedroogde lippen op de naakte huid van zijn hals. Hij merkte dit op en gaf haar het dekseltje met water, de armen verdwenen van zijn middel om die aan te nemen. In drie slokken was het verfrissende water verdwenen. Hij bood nog wat aan, maar dit wimpelde zij af, ze wilde eindelijk eens liggen.
Licht dwingend trok ze hem mee naar de plek die ze eerder al had aangewezen. Waarom ze per se dat plekje wilde was een raadsel, het had net zoveel groen en rood als andere plekjes. Maar dit liet hij niet lang aan de binnenkant van zijn hoofd knagen en liet zich meesleuren zodat hij naast haar zat. Automatisch hadden haar vingers een klaproos gegrepen en liet de stengel tussen haar handpalmen rollen. Gefascineerd bekeek hij hoe de rode blaadjes dansten.
“Lieverd, wil je niet je shirt uit in deze hitte? Ik pak anders wel zonnebrandcrème.”¯ Wijselijk schudde hij hierop zijn hoofd en keek onbewust om hem heen. “Hier is echt niemand die je hier zal zien, Bill, dat beloof ik je.”¯ Betrapt keek hij naar het gras die hij met zijn tenen probeerde te grijpen.
“Je hebt gelijk,”¯ verzuchtte hij en pakte de zoom van zijn witte shirt om die over zijn hoofd te trekken. Zijn lichtgebruinde huid was versierd met inkt. Half verstopt onder zijn boxer zat een ster en op een zijde liepen sierlijke letters die over zijn uitgestoken ribben klauterden en zo bij zijn oksel eindigden. Even liet hij zijn vingers over zijn buik en ribben glijden. Een hand - haar hand - stopte dit en liet hem opkijken. Haar donkerblauwe ogen keken hem vredelievend aan, het liet zijn moeilijke frons verdwijnen.
“Niet doen.”¯ In kleermakerszit boog ze naar hem toe - hij zat namelijk tegenover haar - “Je bent prachtig zoals je bent.”¯ De kriebelende fluistering op zijn lippen veranderde in een klein kusje. “Ik zal die zonnebrand wel pakken en je eens goed insmeren. Een rood vriendje is niet de bedoeling.”¯ Een plezierige glimlach speelde op haar gezicht en stapte dan op. De jongen zuchtte verliefd.
Reacties:
Laure zuchtte verliefd na het lezen van dit stukje <3
En en, zucht.
zomerkriebels krijg ik hiervan <3
aaah DIT IS ZO LIEFFIG ;'3 MIAUW MIAUW.
i want more :'3 ik vind dit echt zo cuwte.
en zo ik voel de zomer gewoon ! ik zag het gewoon voorme.
de lekkere wind mooie rode rozen. miep miep<'3
ik wil meer.