Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Coincidence doesn't exist » 17.
Coincidence doesn't exist
17.
Bill
Nee. Niet weer. Alsjeblieft niet weer. Ik wil niet meer zoeken. Ik wil geen koude stoepranden, geen huilende Jamie, geen vreemde woorden, en zeker geen afscheid. Niet weer. Niet zoals het eerst ging. Alles behalve dat. Ik moet haar zoeken. Ik moet haar vinden. Ik moet haar terug hebben, en haar vasthouden, en haar nooit meer weg laten gaan. Al het andere mag van mij part nu meteen dood neervallen. Voor ik nog langer na kan denken sta ik op en trek in mijn schoenen aan. Met één veter nog los, met mijn jas in mijn mond, zonder huissleutel, strompel ik de deur uit. De zon schijnt, de drie wolkjes die aan de hemel staan zijn allemaal helder wit. Het is geen weer om weg te lopen. Het is geen weer om huilend op een stoeprand te zitten. En het is er eigenlijk nog veel te vroeg voor, ook. Net drie uur geweest, volgens het kerkklokje dat boven het huizenblok uitsteekt. Ik loop de hoek om, bedenk me dat het handig was geweest op de fiets te gaan. Maar ik ben mijn sleutel vergeten. Geen sleutel, geen fiets. En er één stelen durf ik niet, als ik eerlijk ben. Dan loop ik maar. Of ik ren.
Alsof mijn lichaam me verstaan heeft trekt het een sprintje, maar verder dan een meter of tien kom ik niet. Steken in mijn zij. Niet gegeten vandaag. Geeft niet. Doorlopen. Ik moet Jay vinden. Voordat ze iets heel erg stoms doet. Voordat ik haar nooit meer zie. De gedachte alleen al maakt me duizelig. Donkere vlekken dansen langs de straatlantaarns, langs de fietsenrekken, langs de kersenbloesemgeur en de zachte muziek van een stel jongens op de hoek. Gesmolten karamel dringt mijn hoofd binnen, verbrandt alles vanbinnen uit. Ik kan niet meer lopen. Ik heb geen benen meer. Ze zijn gewoon weg. Opeens. Misschien zijn ze weggevlogen. Misschien hebben ze vleugels gekregen. Misschien hebben ze RedBull gedronken. En ik lach om mijn eigen onzinnige grap. Ik lach tot mijn hoofd de grond raakt en ik niet meer lachen kan.
Ik ben er weer. Mijn ogen zijn weer open. Mijn hersenen werken weer. Maar ik lig nog steeds op de grond. Ik staar naar de wolken. Ik zie niets, ik staar alleen. Ik denk zelfs niets. Ik hoef niet op te staan. Liggen blijven en wakker zijn is goed genoeg. Want als ik opsta - dan moet ik weer na gaan denken. Dan moet ik mezelf weer gaan haten. Dan moet ik Jamie terug willen, en dan moet ik zoeken, en dan moet ik moeite doen. En ik wil geen moeite doen. Ik wil hier gewoon blijven liggen. Nog even. Nog heel lang. Zolang ik maar niets hoef te doen. Ik haat het. Altijd iets moeten doen. Alleen als ik niet dood ben hoef ik niets te doen, maar ik kan niet dood gaan, want dan zie ik Jay niet meer. Hoe laat zou het zijn? Er vliegt een vliegtuig. Die mensen komen vast van heel ver. Of ze gaan juist terug naar heel ver, terug naar huis. Ik wil ook terug naar huis. Nee. Wacht. Ik wil met Jamie, met Tom, met mama en met papa en met Scotty en met mijn dekentje naar huis. En dan wil ik daar blijven en nooit ouder worden of doodgaan. Ik wil gewoon - gewoon - nee. Ik wil niets. Ik wil niets, en het enige wat ik wil, wat ik echt heel graag wil, is bijna onmogelijk. Ik snap haar niet.
Laat ik opstaan, gewoon voor het idee, voor het gevoel. Laat ik gaan lopen. Ja. Laat ik dat doen. Ik doe het ook.
Ik snap haar niet. Wat er allemaal in haar kleine hoofdje zit is nog steeds een raadsel. Ik kan er niet bij. En ze wil het me niet vertellen ook. Alsof ik niet eens echt besta. Het maakt me bang. Misschien houdt ze wel niet van me. Of van anderen meer. Ze houdt niet van me. Niet genoeg. Lang niet genoeg. En wat ben ik toch een egoïst. Ik denk alleen maar aan mezelf. Maar ik wil het zo graag. Ik wil Jay, en Jay alleen. Ik kan het niet. Niet zonder haar. Ik kan niet eten, niet ademen, niet lopen, niet slapen. Ik wil haar armen om me heen, haar hand door mijn haren. Ik wil haar lippen op de mijne, haar tong tegen mijn gehemelte. En ik wil niets, niets anders. De wereld kan net zo goed vergaan, als het aan mij lag. Zolang er maar niets met Jay gebeurt. Waar is ze nu? Waar zou ze zijn? Ze is vast alleen. Ze huilt. Als ze maar niet weg gaat - niet voorgoed, niet helemaal. Dat mag niet. Dat mag ze niet. Dan ga ik ook. Mij best. Zonder haar is zonder mezelf. Zonder haar is het onmogelijk. Maar met haar ook. Ik weet het best. Het was allemaal maar een droom. Een stom plan. En nu - nu kan ik niets anders denken. Ik had het nooit moeten doen. Ik had het nooit moeten willen. Wat ben ik toch dom. Wat ben ik toch een dom, waardeloos kind. Een kind, ja. Want dat ben ik nog, diep vanbinnen. Dat ben ik, en dat zal ik altijd blijven. Ik haat mezelf. Ik haat mezelf, en alles wat ik wil is dat zij dat niet doet. Ik zou dood gaan om haar nog eens te mogen kussen. Nog één keer. Dan laat ik het wel voor wat het is. Dan vergeet ik het wel. Dan vergeet ik mezelf. Dan vergeet ik mijn leven. Ik doe alles voor haar.
Reacties:
Bill, vergeet haar :'d eigenlijk vind ik Tom veel beter voor haar ik weet niet
ze was zo happy toen hij erwas en bij bill moet ze serieus alleen janken en krijgt
ze alleen maar klappen. >: laat tom het goed maken voor my. <'3
houvanje
Oh jezus...
Bill, dude!
Krijg even grip op jezelf D:
Nouja, eigenlijk is dat niet alleen Bill trouwens!
De hele wereld is doorgedraaid!
*Rent hysterisch rondjes rond de tafel*
We gaan allemaal dood! D:
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH
*Dood*
Het is nog steeds prachtig
Bill toch. *haalt neus op*
Je bent ook best wel een sufferd, eigenlijk. Een líeve sufferd, maar trotzdem een sufferd. Jamie probeert je nu al ikweetniethoelang duidelijk te maken dat het voor haar niet gaat, en liefde kan je nu eenmaal niet dwingen! Hoe graag je het ook wilt. Tut mir Leid, Schätzchen. Kan gewoon niet. *aait over hoofdje*
Mrr. Ik ben stiekem eigenlijk veel te moe om überhaupt een goede reactie te kunnen zetten, verzeih mir. :x
ild
[en als je niet weet wat 'ild' betekent - het staat voor ich liebe dich (; ]
Buh. o.o'
Dit is.
Vreemd.
Want.
Nou.
Gewoon.
Je gaat geen zinnige reactie krijgen, sorry.
Maar het is wel... Mooi. Op een bepaalde manier.