Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen n schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Humanoid » Automatic

Humanoid

13 juni 2010 - 11:01

3459

1

386



Automatic

Pfieuw... Nog n hoofdstuk en dan...

Hoe bedoel je we gaan niet naar het ziekenhuis? vroeg Ven, die rechtop was gaan zitten om beter naar Bill te kijken. Ze wilde zeker weten of hij geen grapje aan het maken was. Bill had zijn rug nog altijd naar haar toegekeerd.
Weet je wel wat je zegt, Bill? We hebben het over mijn beste vriend, mijn zielsverwant, die op het randje van de dood zit! Ven kon haar geschreeuw niet bedwingen, en het kon haar niets schelen als Gustav wakker werd. Bill liet zijn schouders nog meer zakken, en draaide zich om. Ven las het verdriet in zijn ogen.
Is het soms omdat je slechte herinneringen hebt in het ziekenhuis? Is dat het? vroeg Ven. Is het omdat Thereza daar gestorven is?
Weer zei Bill niets. Hij kromp even ineen toen Ven de naam van zijn vrouw gebruikte, maar voor de rest was er niets veranderd. Ven zag een blauwe gloed naast zijn oog. Ze herinnerde zich dat zijn huid daar verdwenen was geweest. Het blauw kwam duidelijk vanachter zijn oog.
Je moet je er ooit eens overheen zetten, Bill, fluisterde Ven opeens. Ze haalde diep adem, en sloot haar ogen om de tranen weg te sturen. Toen ze haar ogen terug opende, stond Bill tegenover haar. Nog altijd zei hij niets.
Waarom, Bill? vroeg ze, en hop, daar stroomde de eerste traan toch nog. Ze wilde vloeken, maar was teveel afgeleid door Bill. Waarom mocht ze niet naar het ziekenhuis?
Het is te gevaarlijk, fluisterde hij. Zijn warme adem blies in Vens gezicht, en weer sloot haar ogen om die verdomde kriebels in haar buik te doen verdwijnen. Ze bleef tegen zichzelf zeggen dat ze boos op hem moest zijn. Ze mocht niet verliefd op hem worden.
En opeens schrok ze van haar eigen woorden. Verliefd. Hoe kwam ze daar opeens op?
De kriebels in haar buik, het brandend gevoel wanneer hij haar aanraakte, het kwam allemaal op hetzelfde neer. Ze had dit gevoel echter al eerder gehad, met Thomas, maar nu was ze zoveel afgeleid geweest dat ze er niet aan dacht. Ook nu had ze moeite om de woorden te denken.
Ze was verliefd op Bill Kaulitz. Het kon niet meer ontkend of veranderd worden. Telkens als ze hem zag ging ze het verlangen hebben om hem vast te pakken, haar armen om hem heen te slaan. Maar telkens zou ze deze moeten onderdrukken. Steeds opnieuw, tot het haar teveel ging worden. Ze kon zich niet inbeelden dat zij en Bill samen iets gingen hebben.
Bill staarde haar nog steeds aan terwijl ze vocht met haar gedachten. Besefte hij hoeveel pijn hij haar deed? Was het duidelijk?
Waarom is het gevaarlijk Bill? vroeg Ven snikkend door alle tranen heen. Bill sloeg zijn armen om haar heen en drukte haar tegen zich aan. Ven negeerde haar bloed dat sneller begon te stromen. Of nee, ze negeerde het niet, ze schaamde zich ervoor. Haar beste vriend was stervende, en zij kon maar enkel opgewonden raken van een omhelzing.
Hij. Is. Mijn. Vriend, mompelde Ven, en door het gesnik klonk elk woord als een aparte zin. Ze haalde diep adem, en ademde schokkend terug uit. Bill drukte haar enkel dichter tegen zich aan.
Ik weet het wel, Ven, maar hij is nog meer in gevaar als je nu naar het ziekenhuis gaat, fluistede hij. Vens oor kriebelde door zijn adem, en ze wilde zuchten van verliefdheid. Net op tijd kon ze zich bedwingen. Ze trok zich uit Bill zijn armen, en staarde hem woedend aan.
Jij hebt het recht niet om te zeggen of ik ga of niet, fluisterde ze. Bill zijn ogen werden groter van verbazing. Ven stond op, en duwde hem paniekerig uit de kamer.
Ga weg! riep ze luid, door alle tranen heen toen hij niet bewoog. Bill liet zich doen, hij liet zich uit de kamer duwen en protesteerde niet toen de deur werd dichtgeslagen voor zijn neus. Ven drukte haar rug tegen de deur, en zakte langzaam neer. Ze sloeg haar handen voor haar ogen, en huilde het uit. Ze wilde naar Georg, Willie, Jennifer, Goody, zelfs Thomas. Ze wilde dat ze Bill nooit had leren kennen, dat ze geen code had gekraakt, dat ze gewoon nooit voor de Fürrcompany was gaan werken, dan had ze Philips nooit gekend, misschien zelfs Georg, Jennifer en Goody niet. Dan waren ze nooit in gevaar geweest door haar doen. Ze wilde dat Willie vlak na de scheiding met Thomas was meegegaan, zodat haar verdwijning minder erg was geweest voor hem. Ze wilde gewoon dat ze nooit geboren was.
Maar ondanks alle haat viel het haar nu zwaar om Bill te verlaten. Ze wist dat ze weg moest lopen, naar het ziekenhuis toe moest gaan. Ze kon niet bij die harteloze zak blijven.
Maar tegelijk kon ze ook niet bij hem weggaan. Als ze naar het ziekenhuis ging, moest hij wel mee, zodat ze zeker was dat hij niet stiekem werd aangevallen door Dell.
Parker was dood, daar hadden ze geen probleem meer mee, gelukkig. Ven probeerde haar liefde voor Bill aan de kant te zetten, en werd gestroost door het feit dat Dell er alleen voor stond. Ze konden zich niet splitsen, als ze achter Ven aangingen, waren Bill en Gustav veilig.
En als Georg dan echt moest sterven, deden ze het tenminste samen. Dat gevoel vrolijkte Ven een beetje op. Ze stond weer op, veegde haar gezicht droog, en keek in het rond. Op het horloge stond er geschreven dat het al tien uur was. Hoe lang had ze tegen de deur gezeten? Langer dan ze dacht, dat wist ze wel.
Ze pakte de sleutels uit haar broekzak, en drukte de knop weer eens in. Toen de brommer niet kwam, besefte ze dat Bill had gezegd dat de brommer enkel terug naar huis ging.
Maar ze was thuis. Ze drukte er twee keer achter elkaar op, beet op haar lip, en haalde diep adem.
De brommer stond naast het raam, op vliegstand. Het wasde hare, dat wist ze omdat die kleiner was dan die van Bill. Ze sprong uit het raam, en landde zonder enig probleem op het zadel. Zonder achterom te kijken reed ze weer weg van het huis.

Na een uur rijden had ze wel door dat ze verdwaald was. Ze wist het ziekenhuis niet zijn, en de weg naar huis was ze ook nog vergeten. Ze zuchtte en zette de brommer aan de kant. Ze was in een stad terechtgekomen, maar iedereen sliep. De straten waren vreemd genoeg leeg, er was geen enkele voetganger in de buurt. Ven haalde diep adem, zoog de stadslucht binnen, en moest ervan hoesten. De stad stonk, dat wist ze op voorhand wel. Maar nu dat Georg stervende lag, en Bill haar waarschijnlijk wel aan het zoeken was, maakte hetgene dat Ven inademde niets uit. Ze was doodmoe, en wilde slapen. Met haar rug tegen de muur hield ze haar brommer in de gaten. Straks moest ze er weer op springen, en dan verder op zoek gaan naar Georg. Ze had geen zin om te voet verder te gaan. En Bill werd waarschijnlijk wel boos als ze zijn brommer had laten stelen.
Ven zakte langzaam neer toen ze een lichte pijn voelde in haar hart. Waarom kon niets goed gaan in haar leven? Ze had een slechte relatie gehad met haar zus, haar ouders stierven veel te vroeg, haar huwelijk liep stuk, haar leven liep gevaar, en uiteindelijk werden de mensen vanwie ze hield ook één voor één vermoord. Misschien was het niet zon slim idee geweest om Jenn en Goody naar Thomas te sturen. Als ze gevonden werden, werden ze allemaal tegelijk vermoord. Ven sloot haar ogen om aan andere dingen te denken. Haar hart klopte als een gek toen het beeld van een zoekende Bill voor haar oogleden gleed. Ze beet op haar lip tot ze bloed proefde. De pijn ging ze later wel voelen, nu wilde ze enkel rust.
Toen ze haar ogen terug opende, was het licht buiten. Er was geen zon, maar gewoon daglicht. Haar ogen prikten ervan. Ze wreef erin, en voelde hoe verkrampt haar lichaam aanvoelde. Ze kon niet geloven dat ze toch in slaap was gevallen. Ze probeerde recht te komen, maar toen ze zag dat haar vervoer effectief verdwenen was, viel ze terug neer.
Pff, zeurde ze, terwijl ze nog een poging deed. Er klonk een zacht gekucht naast haar, waardoor ze weer neerzakte.
Ah verdomme toch! vloekte Ven. Ze liet haar hoofd naar achteren zakken, en leidde haar ogen naar de bron van het geluid.
Goed geslapen? vroeg Bill met een geïrriteerde toon op zijn stem. Ven kreunde van ergernis, en negeerde hem. Ze keek in het rond, in de hoop iemand te zien die haar kon helpen. Zolang het Bill maar niet kon zijn.
Kom op, zei Bill. Hij reikte haar zijn hand, maar in de plaats van te wachten tot ze de hare in de zijne legde, greep hij haar vast, en trok hij haar zonder enige moeite weg. Ven merkte dat al zijn zachtaardigheid van gisterenavond alweer weg was. Hoewel die harteloze zak niet zo zachtaardig was als hij liet blijken. Ven snoof en keek de andere richting uit. Ze negeerde de brandende huid waar zijn hand haar vastpakte.
En toen merkte Ven dat zijn hand terug een huid had. Had Gustav dat gemaakt? Dat moest wel, hij was de enige met het verstand om zoiets te maken. O, wat had ze dat graag hardop willen zeggen. Helaas had ze er geen reden toe.
Ven werd door Bill meegetrokken, maar ze weigerde te kijken naar waar. Ze zou haar ogen dichtknijpen mocht het nodig zijn.
Stap op, beval Bill met een harde stem. Ven maakte een protesterend geluid. Toen Bill haar arm losliet, sloeg ze ze over elkaar.
Waar wil je me dan gevangen houden, Bí­ll, spotte Ven. Ze herkende haar eigen hese stem niet eens. Misschien was ze ziek van de koude. Het had gisteren hard geregend.
Ven, ik breng je naar het ziekenhuis, zei Bill rustig. Vens hoofd draaide zich in een ruk zodat haar ogen hem in zich konden opnemen. Zijn dreadlocks hingen los over zijn gezicht, hij had donkere paarse kringen rond zijn ogen, en duidelijk een nieuwe huidlaag over zijn lidteken. Hij keek Ven met een bezorgde blik aan. Toen schoot zijn hand naar haar voorhoofd.
Ben je ziek? vroeg hij, terwijl hij haar temperatuur probeerde op te meten. Ven deinsde naar achteren, ontweek zijn koude hand.
Waarom zou ik ziek zijn? vroeg ze fluisterend zodat haar hese stem niet zou opvallen. Bill zuchtte terwijl hij de sleutel van zijn brommer in het contact stopte.
Je hebt de hele nacht buiten gezeten, het is ijskoud, zei hij. Pas toen hij dat zei, voelde Ven dat ze het inderdaad koud had. Ze zag haar ademwolken langs haar mond voorbij gaan, en rilde. Bill deed zijn zwarte leren vest uit, en reikte het naar Ven.
Doe aan, en stap op, beval hij weer. Ven deed wat hij zei. Als hij haar naar het ziekenhuis zou brengen, zou ze alles voor hem doen.
Weet je, misschien ben je niet zon grote harteloze zak als ik had gedacht, zei ze terwijl ze de vest aandeed. Bill trok een wenkbrauw op terwijl hij haar aankeek. Zijn ogen volgden haar toen ze op de brommer stapte, achter hem.
Ehm, trouwens, over jouw brommer gesproken, mompelde Ven. Bill viel haar al in de rede voor ze verder kon.
Is veilig thuis, zei Bill. Ik had gehoopt dat ik je erop zou aantreffen, maar toen hij zonder bestuurder aankwam, moest ik je beginnen zoeken.
Hing het van Ven af, of klonk zijn stem gepijnigd?
Sorry, fluisterde Ven. Haar hart klopte dubbel zo snel toen ze haar armen rond zijn buik sloeg en zichzelf tegen zijn rug aandrukte. Bill zuchtte alleen maar.
Doe dat nooit meer, Ven, zei hij. Het is al moeilijk genoeg om je in leven te houden, maak het dan niet nog harder om je bij me te houden.
Ven besefte dat ze een traan over haar wang voelde rollen. Ze was geraakt door de pijn in Bill zijn stem dat ze ervan moest huilen. Ze schaamde zich diep.
Ik was boos, Bill, fluisterde Ven. Dat begrijp je toch ook?
Het is onvergeeflijk van mij dat ik je hiernaartoe breng. Ik breng zowel ons als Georg in gevaar.
En toen reden ze weg. De hele rit zeiden ze geen woord. Ven keek over zijn schouder heen naar de weg, en kon het niet laten af en toe naar zijn gezicht op te kijken. Buiten zijn gave huid kon ze niets zien eigenlijk. Of allesinds, ze kon enkel dí¡t zien als ze het subtiel deed.
Er kwamen steeds meer gebouwen rondom hun, waardoor Ven een vreemd gevoel van claustrofobie kreeg. Ze kon het niet laten om steeds in het rond te kijken, bang voor Dell. Steeds weer had ze zin om Bill te vragen waarom ze hen nooit konden vinden, maar ze was bang dat hij niet ging willen antwoorden. In de plaats daarvan zweeg ze maar.
Het ziekenhuis was verder dan Ven had gedacht. Ze voelde zich stom dat ze zo snel had opgegeven, aangezien ze in de juiste richting reed. Het was duidelijk dat Bill het ziekenhuis zijn bestemming had gemaakt, waardoor hij haar had gevonden.
Het ziekenhuis zag eruit zoals alle ziekenhuizen. Grote witte muren, vol ramen, en een enorme parking erom heen. Ven zag dat de naam in het groot tegen de muur stond geschreven, maar ze had geen zin om het te lezen. Bill parkeerde de brommer bij de fietsen, deed hem op slot, en stapte zonder iets te zeggen naar de ingang van het ziekenhuis. Ven sprong van de brommer om hem achterna te gaan. Ze greep zijn arm vast, bang hem weer kwijt te raken, en Bill liet het toe. Meer zelfs, hij pakte de hand die hem vasthield, en hield hem in de zijne, zodat ze hand in hand naar de ingang stapten. Vens hart klopte als een gek, maar ze wist niet of het was door Bills interactie, of het feit dat ze Georg ging zien. Zijn hand kneep zachtjes in de hare, en Ven draaide haar hoofd naar hem. Ze wilde gewoon nog één keer in zijn gezicht kijken.
Zijn gezicht stond duidelijk gepijnigd. Zijn lippen waren tot een smalle streep geperst, en zijn wenkbrauwen stonden in een positie die enkel bezorgde mannen kenden. Ven probeerde te ontdekken wat hij dacht, maar besloot even later dat dat hopeloos was. Ze zou nooit begrijpen waarom hij zo verdrietig leek.
Ze waren eindelijk binnen. Het was er zo warm dat Ven de leren vest van Bill niet meer langer nodig had. Ze wilde hem toch niet uittrekken, gewoon iets van Bill aanhebben was al veel voor haar. Dan zweette ze zich maar ter pletter, ze zou zijn zalige geur steeds kunnen blijven inademen tot het zich uiteindelijk helemaal met de hare had vermengd.
In plaats van te vragen waar Georg lag, trok Bill Ven mee naar de lift. Ze waren alleen, en Bill drukte veel te snel voor Vens ogen op een van de knoppen. Ze stegen naar de derde verdieping.
Het achtergrondmuziekje in de lift was toepasselijk. Typische lifmuziek dat niemand echt mooi vond. Ven zuchtte en leunde tegen de bar in de lift. Bill liet haar hand los, en kruisde zijn armen. Nu zag Ven dat hij zijn kaken op elkaar spande. Ze wilde haar handen op zijn gezicht leggen, en hem zeggen dat alles goed kwam, maar ze kon het zelf niet garanderen. En dan nog, wat zou Bill ervan denken als zij hem wilde kalmeren? Zij had tegen hem zitten schreeuwen gisterenavond, en hij was buitengesmeten geweest uit haar kamer. Hí­j had haar moeten gaan zoeken in de stad omdat zí­j zo nodig moest weglopen. Ven wist wel dat ze de laatste persoon was die hem moest troosten. Zij moest eerder haar excuses aanbieden.
De lift stopte aan de derde verdieping, en samen stapten ze uit. Ven bleef voor de zekerheid een meter achter Bill vandaan. Ze had haar armen achter haar rug gedaan, en stapte als een braaf schoolmeisje achter hem aan. Bill leidde haar door de gangen, liep alle deuren voorbij, en dacht er niet eens aan om te vragen waar de patiënt lag. Hóe wist hij waar Georg lag?
En ze waren aan de laatste deur van de gang gekomen. Kamer 399. Hoe toepasselijk, dacht Ven. Bill hield de deur voor haar open, en Ven stapte naar binnen.
De geur in in de kamer was vreemd. Medicijnen, ziekenhuiseten, verbrand huid. Ven stapte op het bed af, en zag haar beste vriend daar liggen. Hij had een wit verband rond zijn borstkas en ook zijn gezicht was gewikkeld in verband op zon manier dat de hele rechterkant nog vrij was. Ook zijn beiden ogen waren open, wat Ven verbaasde. Ze wist dat als ze iets vast had gehouden, ze het meteen had laten vallen.
Ven, fluisterde Georg. Hij sloot zijn ogen even - Vens hart werd daar alleen maar hypeactiever van - en haalde diep adem. Toen zijn mondhoeken een pijnlijke grijns toonden, wist Ven dat die actie pijn deed.
Wat is er gebeurd? vroeg Georg. Hij hield zijn ogen gesloten, maar zolang hij ademhaalde, wist Ven dat hij nog leefde. Ze stapte nog dichter naar hem toe, en pakte zijn hand vast.
Parker wilde je vermoorden, fluisterde ze, en Georg leek ineen te krimpen bij die naam. Hij zei echter niets, wat duidelijk maakte dat hij wilde dat ze verder ging. Ven zuchtte even, en vertelde vlak daarna het hele verhaal. Af en toe kuchtte Georg, knikte hij heel zachtjes, en stelde hij vragen.
Op het einde van het verhaal leek Georg nog vermoeider dan voordien. Ven liet zijn hand los, wat haar hart deed scheuren, en draaide zich om, verwachted Bill te zien.
Maar Bill was er niet. Hij was nooit in deze kamer gestapt. Hij had de deur open gehouden voor Ven, maar had haar niet gevolgd.
Liet hij haar alleen om zijn eigen hachje te redden? Bang dat hij op zon openbare plek alleen maar vermoord kon worden? Ven voelde hoe haar hart helemaal brak. Bill was meer dan een harteloze zak. Hij was duizend keer erger. Egoïstisch, zelfzuchtig, onvriendelijk, Ven kon nog andere dingen opnoemen waarvan ze niet eens wist dat ze ze kende. Ze stapte naar de deur, trok hem open, en trof Bill daar aan. Hij stond daar in de gang, en leek te wachten.
Wachten tot het zover was.
Wat is eigenlijk jouw probleem? vroeg Ven boos. Ze balde haar vuisten en keek hem woedend aan. Bills ogen werden groter.
Ik wilde jullie even alleen laten om...
Omdat jij er niet bij wilt zijn als we allebei vermoord worden? Is dat het? Ven deed een stap naar links toen hij dat ook deed. Ze leken in cirkel rond te draaien.
Dat heb ik niet gezegd, protesteerde Bill. De blauwe glans in zijn rechteroog leek harder te worden van het moment dat hij zijn stem verhief. Ven stapte naar hem toe, en Bill keek haar enkel geschrokken aan.
Ik wil dat je nu weggaat, zei ze fluiserend. Ze had nog steeds respect voor alle patiënten in deze gang. Vooral met Georg.
Ven, ik, begon Bill. Hij wilde haar handen pakken, maar Ven deed ze op tijd weg.
Jij hebt helemaal geen respect voor deze man hier, Bill, ging Ven verder. En mensen die dat niet hebben, wil ik hier niet hebben.
Bills mond viel open van verbazing, en Ven snapte niet waarom hij nog probeerde onschuldig over te komen. Ze drukte haar handen tegen zijn borst, en duwde hem naar achteren.
Wég, beet ze hem toe. Bill bewoog niets, alsof Ven hem nooit geduwd had. Ven drukte haar schouders tegen zijn borst, en duwde op volle kracht.
Hij bewoog één centimeter.
Ven, stop alsje...
Ga weg! schreeuwde ze toen uit, en de tranen stroomden weer over haar gezicht. Hoe kon ze daarjuist nog medelijden met hem hebben gehad? Hoe kon ze verliefd zijn op zon grote zak? Waarom was ze niet eerder gevlucht?
Bill stapte uiteindelijk weg, en hij keek steeds achterom om te kijken of Ven niet van gedachten veranderd was. Terwijl de tranen over haar wang stroomden, wachtte ze af tot Bill helemaal verdwenen was voordat ze terug in de kamer zou stappen.
Maar toen dat moment er was, besefte ze dat ze het helemaal verkeerd had ingezien. Hij wilde niet ontsnappen voor de dood, hij wilde enkel haar alleen laten met haar beste vriend, zodat ze niet steeds zijn wakend oog zou hebben.
Op een of andere manier... hield hij ook van haar.
Ven stapte terug richting de weg die Bill had genomen. Bij elke stap ging ze steeds sneller, tot ze uiteindelijk rende. Ze wilde niet met de lift gaan want die was te traag. Ze rende naar de trappen, in de hoop dat Bill nog beneden was, op weg naar zijn brommer. Ven liep drie verdiepingen naar beneden, en ze was eindelijk op het gelijksvloer beland. Zo snel ze kon rende ze naar buiten, richting de fietsenstalling.
Maar de brommer was al weg.


Reacties:


Kayley
Kayley zei op 14 juni 2010 - 8:46:
Aw, die laatste zin deed echt pijn.
(Ja, deze en vorige reactie zijn snel na elkaar, ik heb het gelezen op de psp maar daar is reacties geven echt irritant.)
En Bill is niet echt een harteloze zak. Hij is best wel lief. Eigenlijk. Hij doet echt alles om Ven in leven te houden.
Maar ik snap dat als je beste vriend op sterven ligt, dat je dan niet meer rationeel denkt.