Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Zwarte schaduw » Hoofdstuk 4 Het weiland
Zwarte schaduw
Hoofdstuk 4 Het weiland
Angstig wacht ik daar in de stilte. Ook al ken ik die Lucas pas paar uur, het voelt alsof ik met hem verbonden ben….
In de verte krast een kraai en plotseling vliegt een hele groep vogels uit het bos omhoog. Verschrikt sta ik op en Sophie’s hand glipt uit de mijne. Net voordat hij op de grond valt word hij tot een vuist gevormd en knalt met een noodgang op de harde bosbodem. Met grote ogen kijk ik naar het gat dat haar hand veroorzaakt heeft.
‘Sophie,’ fluister ik zodra ik zie dat haar oogleden gaan trillen. ‘Soof, kan je me horen?’ Langzaam opent ze haar ogen en er gaat een lichte schok door me heen als ik in haar duistere ogen kijk.
In het midden van haar oog zit haar grote, zwarte pupil die omrand word door een klein, smal rondje rood.
Gedesoriënteerd staat ze op. Verbaasd kijkt ze om zich heen. ‘Wat is er gebeurd…’ fluistert ze. ‘Alles is zo scherp en ik heb.’ Ze krimpt in elkaar. ‘Pijn.’
Ik knik. ‘Ik leg later alles uit. Eerst moet je jagen.’ Ik zie haar ogen zwart worden waarna ze weer in hun “normale”ť stand terugkeren.
Plotseling snuift ze diep en vervolgens gromt ze. Ik grinnik. ‘Ja, ik ruik het ook. Ga je gang.’
Gehypnotiseerd begint ze te lopen. Eerst op menselijke snelheid maar een tiende seconde later vliegen we samen door het bos.
Na een paar grote bomen ontwijkt te hebben komen we op een splitsing. Ik buig al een beetje naar de linkerkant waar de geur van de kudde vandaan komt maar tot mijn grote verbazing sprint Sophie stug door.
‘O nee, hé,’ mompel ik terwijl ik de andere geur ook op pik. Ik schakel nog een tandje bij in een poging om haar in te halen. ‘Sophie,’ sis ik terwijl ik mezelf wel voor mijn kop kan staan. Ik kan haar nog niet eens één minuutje in de hand houden. Hóé onverantwoordelijk kan ik zijn dat ik niet eens de omgeving afgezocht heb.
‘Kom terug, Sophie. Níº!’ Geen reactie. Woedend grijp ik haar arm vast - foute reactie. Ze draait zich geïrriteerd om en kijkt me met vuurschietende ogen aan. ‘Pijn - in - mijn - keel - moet - weg,’ gromt ze terwijl ze haar arm losrukt.
Verslagen ren ik achter haar aan terwijl ik in stilte bid voor het leven van Sophie’s prooi én Lucas.
Plotseling trapt Sophie op de rem en door mijn snelle reflexen kan ik haar nog net ontwijken. Met grote ogen kijkt ze naar het midden van het weiland waar we staan.
‘Sophie,’ fluister ik dringend. ‘Doe het niet.’ Ze schud haar hoofd en begint langzaam richting het stel in het midden van het weiland te lopen.
Een seconde later vliegt ze met al haar snelheid op het koppel af en negeert mijn pogingen om haar op de grond te leggen.
Ik zie de schok op het gezicht van het meisje en de verbazing op het gezicht van de jongen. Hij heeft gelijk. Ook al ziet ze er nu uit als een dorstig monster, haar schoonheid blijft bedwelmend. Haar zwarte haar glanst en danst op haar hoofd terwijl haar spierwitte tanden blikkeren. Sophie grijnst even lief naar de jongen voordat ze zich op zijn keel stort. Het meisje geeft een hulpeloos gil terwijl ze ziet hoe Sophie haar vriendje aan stukken scheurt. Binnen een halve seconden ben ik bij het meisje en pak haar op. Haar ogen zijn groot van schrik en ze beweegt niet meer. Shock.
Ik ren met haar naar de bosrand en plant haar achter een dikke boom. Voorzichtig -zodat ik niet meteen haar hele kaak breek- geef ik haar een klap op haar wang.
Ze schud haar hoofd en kijkt me angstig aan terwijl de tranen uit haar ogen stromen. ‘Blijven zitten,’ commandeer ik terwijl ik alweer het weiland op ren.
Sophie duwt ondertussen de jongen van zich af en haar ogen speuren het weiland af opzoek naar het meisje.
‘Sophie,’ grom ik. ‘Luister. Beheers je zelf… alsjeblieft.’
Ze negeert mijn woorden en krijgt plotseling het meisje in het oog als die om de boom heen gluurt. Een stormwind sprint langs mij heen terwijl ze op haar tweede prooi afvliegt. De angst staat op haar gezicht te lezen terwijl Sophie haar nek aanvliegt. Ik zak door mijn knieën en begraaf mijn gezicht in mijn handen terwijl ik de slurpende geluiden probeer te negeren.
Plotseling voel ik een hand op mijn schouder. ‘Kom mee,’ mompelt Lucas zacht.
Hij pakt me bij mijn hand en helpt me omhoog. Langzaam lopen we richting Sophie die ondertussen klaar is met haar maal.
‘Sophie,’ Lucas’ stem is kalm en rustgevend. ‘Kun je even komen?’ Ze staat op en loopt langzaam in onze richting.
‘Hoe voel je je nu?’
Ze lacht. ‘Prima.’
‘Mooi zo. We moeten even met je praten.’ Verbaasd trekt ze haar perfecte wenkbrauwen op,
Ik haal diep adem. ‘Sophie. Wij zijn niet menselijk. We zijn vampiers.’
Reacties:
Hihi,
super dat je zo enthousiast bent =)
Schrijf snel verder
OME!!! (o my edward)
wattt?? Soof vermoord gwn in 1 minuut 2 mensen :0
ik wil meer!!!!!!
xx.
snel verder hea^^
Ik ben begonnen met lezen.
Dus nu mag je mij ook weer laten weten als je verder bent,
is trouwens wel een goed verhaal.
x