Hoofdcategorieën
Home » Overige » sweet Zoë Jane » Hoofdstuk3: De stad
sweet Zoë Jane
Hoofdstuk3: De stad
Na een halve dag rijden waren we eindelijk in een heel andere dimensie. Een dimensie die wel van de cowboys kon zijn, maar erg vond ik het niet. Zolang ik maar niet thuis was, was alles goed. Zelfs in de auto zitten met een player. We reden door smalle zijstraatjes en winkelstraten. De mensen liepen rustig, op hun dooie gemak, van de ene winkel naar de andere. En hoopten dat morgen hun man wel geld zou schijten.
Ik keek vol minachting naar een vrouw die zo gekleed was dat ze wel uit een boekje van Vogue kon komen. Haar Gucci hondje liep niet, maar zat in een tas. Het blafte tegen elke voorbijganger. Wat een gemene rat. Zo hond, zo baasje.
Ik hoopte dat ik hier mijn thuis kon vinden. Die ik bij mijn vader niet had gevonden.
Alles wat ik deed was hopen. Plots stopt Marthen voor een hip appartement. Deed de ondergrondse garage open en reed binnen. Hij parkeerde zonder problemen zijn auto. Hij keek een tijdje naar mij, maar ik vermeed zijn blik. Ik kon niet in andere hun ogen kijken, het gaf me teveel van hun ziel weer.
‘Wel, stap je nog uit of blijf je in de auto slapen?’
‘Oh.’ Ik deed de deur open en stapte uit. Hij deed me na. ‘Sorry, het was niet bot bedoelt. Ik ben het niet gewend dat iemand meelift.’
Ik knikte begrijpend. ‘Wat brengt je naar hier?’
‘Ach, ik wilde het eens op mezelf gaan uit proberen.’
‘Was je het thuis moe?’ Vroeg hij plots, ik schrok van die vraag. Zou hij iets weten van mijn thuissituatie? Zou hij zelfs het geschreeuw en gegil van mij horen telkens als hij me sloeg? ‘Nee, hoe kom je daar bij?’
‘Zomaar, vraagje.’ Ik haalde opgelucht adem, maar ik zag hem nog steeds onderzoekend naar me kijken. Ik kon hem toch niet vertrouwen. Hoe kon ik nou ooit weer een man vertrouwen? Na alles wat mijn vader bij me had gedaan. Zo erg had hij m’n zusje nog niet mishandelt. Ik wachtte af wat Marthen ging doen. We stonden geparkeerd op een openbare parking. Het zonnetje scheen fel. Ik pakte m’n tas van de achterbank. ‘Waar ga je nu heen?’ Vroeg hij. Ik haalde m’n schouders op. Paniek overspoelde me. Ik had verder nog niet nagedacht dan ‘aankomen in een nieuwe stad.’
Hij keek me bedenkelijk aan, alsof hij opties aan het zoeken was. ‘Je kan ook een tijdje bij mij logeren. Ik heb toch plaats teveel.’ Ik keek hem, wist niet wat ik ervan moest verwachten. Waarom bood hij dit nu ineens aan. Ik wist niet voor hoelang ik bij hem kon blijven, dus dat was ook weer een onzekerheid. ‘Hoelang?’
‘Geen idee, als je weg moet zul je het wel merken.’ Hij probeerde het grappig te maken, maar ik was te gespannen om te lachen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.