Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Zwarte schaduw » Hoofdstuk 5 Schok
Zwarte schaduw
Hoofdstuk 5 Schok
Met grote ogen kijkt ze me aan. Dit was dus de reactie waar ik bang voor was. ‘Sophie,’ zeg ik rustig. Het is nu niet bepaald handig als ik ook gespannen over kom.
Ze schud haar hoofd en kijkt me geschokt aan. ‘Jullie ook!?’ brengt ze stotend uit.
Nu is het onze beurt om verbaasd te kijken. ‘Pardon?’ Lucas’ stem klinkt gespannen maar hij houd zijn gezicht redelijk in de plooi.
Ze snuift verontwaardigd. ‘Ik ken toevallig wel meer vampiers dan jullie.’ Ik schud mijn hoofd van verbazing. ‘Onmogelijk.’
Ze lacht schamper. ‘Echt niet. Jason Smith is een heuse vampier.’ Mijn mond valt open van verbazing. ‘Jij… weet,’ stoot ik uit. Ze knikt grijnzend.
‘Yep. Hij heeft me zelfs meegenomen terwijl hij aan het jagen was. Erg fascinerend om te zien hoe goed zijn tanden hun werk doen.’ Naast me hoor ik ook Lucas’ mond openvallen.
‘Heeft hij je meegenomen!’ vraagt hij ongelovig. Ze knikt.
‘Onmogelijk.’ Dit keer komen de woorden fluisterend uit Lucas’ mond. Een vampier is op zijn gevaarlijkst zolang hij aan het jagen is. Eén seconde de controle verliezen en Sophie had hier nu niet meer gestaan.
‘Trouwens, over jagen gesproken,’ gaat ze onverstoorbaar verder. Blijkbaar heeft ze onze verbazing niet in de gaten óf het word gewoon genegeerd. ‘Wij kunnen zo ook wel even gaan jagen. Mijn menselijke herinneringen zijn redelijk vaag maar ik kan me nog wel herinneren dat richting het oosten een basisschool zit. Kleintjes lijken me erg zoetig.’
‘Wij - jagen - niet - op - mensen,’ grauwt Lucas. Ze rolt met haar ogen. ‘Prima. Wat jullie willen.’
Opgelucht haal ik adem. ‘Maar dat wil niet zeggen dat ík ook op dat dieet ga.’
Meteen blaas ik mijn adem weer uit. Te vroeg gejuicht.
‘Je gaat toch niet,’ vraag ik voorzichtig. Ze haalt nonchalant haar schouders op. ‘Ach, het maakt mij niet zoveel uit.’
‘Sophie! Het zijn mensen!’ gil ik hysterisch. ‘Net zoals jij en ik waren, Sophie. Hetzelfde!’
Nogmaals haalt ze nonchalant haar schouders op. ‘Mensen veranderen, Victoria. Dat zou jij moeten weten.’ Met die woorden draait ze zich om en verdwijnt tussen de bomen.
Verslagen laat ik me op de grond zakken. ‘Ik kan nog niet eens één uurtje op haar passen. Ze heeft twee onschuldige mensen vermoord én is hem onmiddellijk gevlogen.’ Ik zucht nogmaals. ‘Ik doe nooit iets goed.’
Hij grinnikt - waarschijnlijk om mijn wanhoop - en komt naast me zitten. Ik draai me hoofd om en kijk recht in zijn serieuze gezicht. ‘Lucas,’ vraag ik voorzichtig en onzeker. ‘Alles goed?’ Hij knikt. ‘Ik wil even met je praten.’ Ik trek verbaasd mijn wenkbrauwen op. ‘Hoezo?’
Hij schuifelt zenuwachtig met zijn voet heen en weer. Plotseling krijg ik het gevoel dat ik deze jongen al veel langer ken dan hoogstens paar uur. Ik slik.
‘Victoria, ik kwam hier naar toe met een reden.’
‘En die is?’
Hij haalt diep adem. ‘Ik kwam de vampier opzoeken die ik paar jaar geleden gecreëerd heb.’
Mijn adem stokte terwijl mijn ogen groot worden. ‘Jij - hebt - mij,’ stoot ik uit. Hij knikt terwijl hij me behoedzaam aankijkt.
‘Toen ik zag dat je de boulevard afreed heb ik geen seconden getwijfeld en je onmiddellijk uit het water gehaald. Voor je ouders was het te laat.’ Zijn gezicht betrekt terwijl hij waarschijnlijk oude herinneringen ophaalt. ‘Je verwondingen waren te zwaar. Ik kon niet anders.’
Terwijl hij zijn verhaal doet moet ik moeite doen om hem niet aan te vallen. Ik haal diep adem en probeer mezelf te beheersen. ‘Lucas. Je hebt geen enkel idee hoe moeilijk het voor mij was. Wakker worden, in een ander lichaam en totaal hulpeloos achtergelaten. Geen idee wat je bent, waar je bent.’
De laatste woorden komen met een hoog gilletje uit mijn mond. Hij kijkt beschamend naar de grond. ‘Ik wist niet wat ik moest doen,’ fluistert hij uiteindelijk.
In de tijd dat de stilte heerste had ik mijn innerlijke rust herwonnen en ik keek hem veelbetekenend aan,
‘Lucas. Jij hebt mijn leven gered. Ik ben je daar erg dankbaar voor.’ Verbaasd kijkt hij op. Ik buig naar hem toe en sla mijn armen kort om zijn nek.
Mijn hand pen zweeft boven het papier terwijl ik nadenk over een onderwerp voor mijn opstel. Ik zucht. Het heeft toch geen zin. Ik kan me niet concentreren.
Ik kijk naar buiten door het raam. Lucas zou opzoek gaan naar Sophie, kijken of hij haar wat verstand bij zou kunnen praten.
Ik smijt de pen op tafel, sta op en loop richting de televisie. Een tijdje staar ik doods naar de flitsende beelden op mijn luxe plasma tv maar uiteindelijk houd ik het toch niet meer uit.
Ik duw de televisie uit en stap de kille ochtend in. Ik schakel over op mijn instincten en snuif de vochtige lucht diep mijn longen in.
Ik sprint de straat over en vlieg langs de bomen zonder ook maar één blaadje te bewegen. Ik geniet van het gevoel van vrijheid. Het gevoel dat niemand je bij kan houden, niemand je de les kan lezen.
Genietend schakel ik nog een tandje bij een spring omhoog. Net op tijd grijp ik een stevige tak vast en zwaai van tak naar tak.
Plotseling verstijf ik midden in de lucht en laat me langzaam op de grond vallen. Op mijn tenen sluip ik dichterbij.
Terwijl ik me concentreer op de stemmen kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik had gewoon beter moeten opletten. Niet helemaal overgaan op het gevoel van vrijheid maar wel op de ongewone geuren letten.
Ik zet mijn tenen één voor één neer en langzaam maar zeker nader ik de bekende en onbekende stem. Stel je voor dat het Jason is, of misschien Sophie, of beiden! Twijfelachtig vertraag ik mijn pas. Wat nou als het wel op een gevecht afloopt? Wat als Sophie de kant van Jason kiest. Pech. Dan vlieg ik gewoon naar huis en zoek ik Lucas op.
Ik krom mijn rug en zweef bijna over de grond. Zelfs voor een vampier ben ik onhoorbaar. Ik ben nu zo dichtbij dat ik de stemmen duidelijk kan onderscheiden en zelfs het gesprek kan volgen. Ik spring omhoog en verstop me op een dikke tak, verscholen achter een deken van groene bladeren. Ik sis zodra ik Jason’s stem duidelijk hoor. ‘Iris.’ Jason’s stem klinkt gebieden. Bevelend. ‘Zorg dat je Victoria geen moment uit het oog verliest.’ Ik zie de vrouw met het kastanjebruine haar knikken. ‘Prima. Wat ga jij doen?’ Hij snuift verontwaardigd.
‘Ik hou met wel bezig met Sophie.’ Ik grom zacht maar houd meteen mijn mond dicht zodra ik zie dat de zogenaamde Iris haar hoofd draait. ‘Wat?’ snauwt Jason geïrriteerd. ‘Ik dacht dat ik wat opving,’ mompelde ze.
Jason rolde met zijn ogen. ‘Concentreer je nou maar op je missie.’
‘Wat moet ik doen als ik de kans heb?’ Een akelige hoge lach. ‘Dan grijp je de kans Iris en dan is het voorbij.’
Een rilling bekruipt me terwijl ik een ingeving krijg over wel kans ze het hebben. Iris’ felrode ogen schieten nogmaals langs de bomen. ‘Iris!’ gromt Jason.
‘Sorry. Ik krijg alleen het gevoel dat een onaangenaam persoon ons vanaf een afstand bekijkt.’ Dat is genoeg voor mij. Ik draai me muisstil om en spring naar de volgende tak. Zodra ik buiten gehoorafstand ben laat ik me als een veertje op de grond vallen en sprint naar huis.
Eindelijk zie ik de o zo bekende lichtjes die toebehoren aan de lantaarnpalen bij mij in de vertrouwde straat. Plotseling glijden mijn ogen langs mijn eigen huis. Ik had toch alle lichten uit gedaan?
Ik krom mijn rug opnieuw maar deze keer uit pure zelfverdediging. Langzaam opende ik mijn voordeur. Ik slaak een geschrokken gilletje zodra ik het figuur in de gaten krijg dat doodsstil in de hoek van mijn woonkamer staat. ‘Wie is daar?’ Ik probeer tevergeefs mijn bibberende stem onder controle te houden.
‘Ik ben het. Rustig.’
‘Lucas!’ Ik ren naar hem toe en vlieg hem op de hals. Weer spoelt het gevoel van herkenning door mijn marmeren lichaam.
‘Rustig maar. Rustig,’ sust hij terwijl hij door mijn haren woelt. ‘Wat is er gebeurd?’ Hortend en stortend vertel ik het complete verhaal. Het hele gesprek van Iris en Jason komt weer boven, inclusief hun undercover plannen om ons in de gaten te houden. Soms ontglipt Lucas een grom of sist hij tussen zijn tanden door maar hij laat me wel helemaal uitpraten.
Zodra ik klaar ben knikt hij. ‘Ik heb het begrepen. Heb je een telefoonboek en een telefoon?’ Verbaasd sta ik op en breng hem de genoemde voorwerpen. Zijn ogen glijden zo snel over de telefoonnummers dat zijn ogen een waas worden.
Uiteindelijk tikt hij een nummer in op de telefoon. ‘Goedendag. U spreekt met Lucas ter Berg.’ Ik luister met aanbidding naar zijn fluwelen en zakelijke stem. ‘Ja. Juist, dat klopt. Prima. Graag morgen, als dat uitkomt. Geweldig, hartstikke bedankt,mevrouw. Oké, ik zie u morgen.’
Met een zelfvoldane grijns op zijn prachtige lippen legt hij de telefoon neer. ‘Wie was dat?’ vraag ik verbaasd.
‘Hij grinnikt - waarschijnlijk om mijn reactie. ‘Dat was mevrouw Boelens.’
‘Je gaat toch niet- ‘ Hij knikt grijnzend. ‘Ja. Lucas ter Berg gaat voor het eerst in zijn hele leven naar school.’
‘School is nou niet echt leuk. Waarom?’
‘Ach. Zolang die Iris achter jouw aanzit moet iemand je toch beschermen?’ Ik schud lachend mij hoofd. ‘Prima. Het word morgen de eerste schooldag voor meneer ter Berg.’
Leuk
Omg, die Lucas is écht een schatje
Ga je weer snel verder? en mag ik dan misschien ook weer een melding?
xx Leona