Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » | Wasser, Feuer und Benzin. | » .Eins.

| Wasser, Feuer und Benzin. |

23 juni 2010 - 20:49

1537

10

661



.Eins.

Tevreden grommend trok de DAF op, en ze reed de geasfalteerde parking af. Hier zou ze een week niet komen. De lading kiezelstenen in de oplegger werd overmorgen in Nice verwacht, en met die rusttijden zouden er best niet teveel files op de weg liggen om daar niet te laat aan te komen. Een nieuwe lading wachtte haar ook op, maar ze zouden daar pas vertellen wat die was. Waarschijnlijk fruit, of wijn.
Haar haren sloegen in haar gezicht door de wind die door het volledig opengedraaide raam naar binnen kwam. Het was, zoals elke augustus in München, alweer schroeiend heet. De enige wind die er was, was degene die zij produceerde door snelheid te halen.
Ze stond alleen aan het rode verkeerslicht. Nog een laatste trekje van haar sigaret, toen schoot ze de peuk uit het raam en zocht met haar andere hand de knop van de radio. Eens kijken naar welke zender Patrick had geluisterd op de terugweg van Nederland.
Ze had het kunnen denken. Charivari. Héérlijk.
Het rode licht wilde niet veranderen. Maar ze had tijd. In het handschoenenkastje zocht ze op de tast naar de kauwgum die er al eeuwen hoorde te liggen, als resultaat van een massa-aankoop in een tankstation over de grens, toen ze ontdekte dat ze te weinig geld had voor deftig eten, geen zin in prefab-wortels maar wel in goedkope kauwgum van een nog goedkoper merk. En toen werd ze een tankstation verder getrakteerd op een sigaret en een vlugge, onbevredigende wip in het slaapcompartiment van zijn schandelijk propere Volvo FH Globetrotter XL (de 520pk was, nu ze erover nadacht, eigenlijk het enige dat haar aan hem had geïnteresseerd), met ontbijtkoeken rechtstreeks uit de vriesbak toe. Met het laatste beetje geveinsde vriendelijkheid had ze geweigerd, was uitgestapt en vertrokken, drie kauwgummen tegelijk in haar mond rondmalend.
De smaak was er nog steeds niet uit, merkte ze en meteen daarna vloekte ze omdat het licht tijdens haar gepeins van rood naar groen was veranderd en haar nu weer rood toescheen.
Opeens was het wachten haar beu, de gedachte aan de man joeg ondanks de zinderende hitte ijzige rillingen van afschuw over haar ruggengraat.
Met een imposant ge-psssjjt haalde ze de handrem naar beneden, haar voet van de koppeling en terwijl de machtige machine onder haar ongeduldig gromde, bond ze haar rode haren in een dot in haar hals en reed dwars het verlaten kruispunt over.

Nog steeds kauwend reed ze het tankstation weer af. Net voor de grens met Frankrijk had ze een kleine stop maar, van een kwartiertje, net genoeg om een sigaret te roken en een handenstand tegen de oplegger te zetten om de benen even los te gooien. Ook had ze even de sluiters aan het doek over haar oplegger gecheckt. Het zou niet de eerste flauwe plezante zijn die in een vlaag van irritante humor de boel zou losmaken. En zij wilde niet degene zijn die de steentjes allemaal zou oprapen.
Ergens op de grens tussen Duitsland en Oostenrijk had ze telefoon gekregen van Jurgen. Ze had overwogen hem te laten rinkelen, en toen ze opnam wist ze dat ze dat ook beter had gedaan. Zijn getier toen hij vernam waarnaar ze op weg was plaatste ze ergens op de ondefinieerbare grens tussen woede, jaloezie en ongerustheid. Ze wist niet precies welke relatie zij met Jurgen had. Geen familie, zeker geen geliefden, zelfs bijna geen vrienden. Gewone kennissen kwam nog het dichtst in de buurt.
Eigenlijk liet ze niemand dichter komen dan die rang, niet omdat ze dat niet wilde maar omdat het gewoon niet ging. Als mensen je persoonlijk leren kennen, verwachtten ze dingen van je. Trouw. Medelijden. Aanwezig zijn. En omdat ze dat door haar job weinig kon zijn en ook niet altijd zeker was of ze dat wel wí­lde zijn, bouwde ze gewoon geen al te persoonlijk contact op.
Het boeide haar bijvoorbeeld niet welke studies iemand had gedaan. Het was niet omdat zí­j Engels, Frans en Spaans aan Heinrich-Heine-Gymnasium in München had gestudeerd, zich met de Onderscheiding voor haar Abitur ingeschreven had voor drie jaar Bachelor Italianistiek aan Ludwig-Maximilians-Universität, dan een jaar werkloos geweest was en zich dan maar inspande voor het behalen van haar CE-rijbewijs en meteen daarna gesolliciteerd had en aangenomen was voor een job bij QualiTrans en nu drie jaar achter het stuur zat, dat het leven van anderen haar ook interesseerde. Haar vader gaf daar, net als haar, ook niet zoveel om, maar Jurgen daarentegen, zijn ex, panikeerde bij het minste gevaar. En dat was een vrachtwagen van 35 ton helemaal.
Haar thuissituatie was onbestaand. Ze had geen thuis, hoogstens een plek waar ze ging slapen als ze niet onderweg was. Haar vader had zich nooit zo voor haar geïnteresseerd, maar omdat hij geld had en haar moeder niet had de echtscheidingscommissie voor de meest verzekerde toekomst gezorgd. De veiligste, niet de beste.
Haar ouders waren één jaar, twee maanden en zestien dagen getrouwd toen ze geboren werd. Drie weken later was de echtscheidingsprocedure al afgerond, want zo ging dat in die tijden. Natuurlijk bleven ze wel vrienden, en zo bracht haar moeder om de andere dag als de melkboer een mandje afgekolfde melk naar het huurhuis waar ze als kleine dreumes vijf jaar met haar vader zou wonen. Dus leek het alleen maar logisch dat haar moeder ook uit haar jonge leven verdween op de dag ze stopte melk te drinken en overstapte naar fruitpap of andere brij.
Toen ze naar Gymnasium trok ruilde ze “papa” in voor zijn voornaam, Julian, omdat ze op school een meisje in haar klas had zitten, Gretl, dat met haar Barbiestemmetje zóveel “papa” zei dat ze voor de rest van haar leven genoeg gehoord had, laat staan dat ze zélf nog eens “papa” zou zeggen zonder aan Gretchen te denken.
Het was niet dat haar zeventienjarig leven veel veranderde toen ze haar vader, hand in hand wandelend met een tot dan toe onbekende man, bijna omverreed met de tractor van een landbouwer net buiten de rand van München.
Opeens viel het haar op dat ze altijd iets had gehad met machtige machines. Op haar vijftiende leerde ze zichzelf autorijden door te kijken hoe haar vader het deed, op zeventien reed ze met de tractor en op eenentwintig kroop ze voor de eerste keer in de vrachtwagen van haar vaders toenmalige vriendje, Rudi. Nog steeds vond ze hem de leukste van allemaal, leuker dan Jurgen en zijn vlinderstrikjes, leuker dan Arno en zijn kwijlende bouvier, leuker nog dan haar vader zelf, al was dat niet zó moeilijk. De vrachtwagen zat er voor niks tussen, al leverde het hem wel extra punten op toen Rudi besloot haar rijles te geven én officiële te betalen.
Rudi. Je kon ónmogelijk een naam voor een vrachtwagenchauffeur bedenken zonder langs zijn cliché te gaan. En toch was hij de eerste geweest die de stelling “Truckers zijn onvoorspelbare mensen” had verkondigd. Én bewezen.

Truckers zijn onvoorspelbare mensen. Roken als schoorstenen, drinken als tempeliers, vloeken als ketters. En toch worden ze na iets te veel goedkoop truckerscafébier zo sentimenteel als wat. Stoer zullen ze zich houden, koste wat het kost, maar eenmaal alleen, voor de zoveelste eenzame nacht in hun cabine, treuren ze om vrouw en kinderen, hun armen krampachtig om een t-shirt of kanten lingeriegevalletje dat ze voor hun vertrek achter de rug van hun vrouwtje uit de kast hebben genomen.
Truckers zijn vreemde mensen. Én mannen. Zij had al dat flemerige gedoe niet nodig. Er was niemand die haar miste, en dus ook niemand die zij kon missen.
Nee, geen geslijm voor haar. Liever haten dan houden van, was haar leuze, want haten is veilig, eenzijdig en vooral zeer autonoom.

Een meter boven het wegdek, 35 ton DAF-metaal onder en duizenden kilometers voor haar, Drivers Seat op de radio en wind door haar haren: zij heette Carl Braegelmann en voelde algemene tevredenheid onder haar borstbeen.

!! WARNING !!

Lieve lezer (ja, jí­j ),
je hebt het goed gelezen. Dit is inderdaad een waarschuwing. Dit verhaal betreft een zeer elektrisch geladen, vreemd en tot nu toe nog oneindig idee. Een idéé. Meer niet.
Dit verhaal heeft nog geen einddoel, en het begin is ook niet je-dat. Dus ik wil je zeggen dat je hiervan niet al te veel moet verwachten, want het laatste wat ik wil is ook jou, tegelijk met mezelf, teleurstellen omdat jouw en dus ook mijn bepaalde of onbepaalde verwachtingen niet werden ingelost. Ik weet niet waar dit verhaal naartoe gaat of vandaan komt. Welke weg het zal volgen en of het ooit voltooid zal worden. Ik heb niet meer dan een idee, een foto en enkele scènes. Enkele zinnen, enkele woorden, enkele gedachten. Dus, liefste Lezer van deze waarschuwing, ik dank je omdat omdat je al dan niet het hoofdstuk toch dit kleine vakje leest.
Je zal zelf moeten uitmaken of je samen met mij dit onbekende, onzekere pad wil volgen. Is het antwoord ja, pas dan op. Is jouw antwoord nee, wel, het ga je goed. Risico's zijn er om te nemen, of om uit de weg te gaan. De keuze is aan jou.
Lieve groeten en voor hen die willen ook een knuffel,
Zoef.
(Voor de dierenvrienden: sorry. Er komen op mijn “onbekende, onzekere pad” geen wilde tijgers of killer bees aan te pas. Maar National Geographic staat altijd ter beschikking, in jouw zetel of de mijne.)


Reacties:

1 2

Eliros
Eliros zei op 24 juni 2010 - 2:15:
Hm, je schrijft leuk. (:
En al mijn verhalen zijn begonnen uit onnozele ideetjes sommige van die verhalen heb ik dus ook de vergetelheid ingeschopt - kuche kuche - maar soms moet je de gok nou eenmaal wagen. Ik blijf dus lezen. :]
Best origineel, trouwens, je leest niet vaak (lees: helemaal nooit) verhalen over vrouwelijke truckers.
<3


XxMangelBxX
XxMangelBxX zei op 23 juni 2010 - 23:18:
Ik vind 'm zó mooi!
Hoe je alles beschrijft enzo. A-ma-zing!

Je zal zelf moeten uitmaken of je samen met mij dit onbekende, onzekere pad wil volgen.

Ik zou dat graag willen doen!

*Geef je een knuffel*
Xx. <3


xNadezhda zei op 23 juni 2010 - 21:10:
Ik vind het mooi. Hoe je dingen beschrijft, op een Zoef-manier, grappig en toch op de één of andere manier emotioneel. Jouw woordkeuze, de sfeer. Ik vind het écht mooi.
En weet je, het maakt me niet echt uit dat het niet meer is dan een idee, want voor een stukje Zoef-schrijfsel kan ik wel een tijdje wachten. [Ook al heb ik het liever snel. Maar die beslissing ligt bij jou, en - wel, no pressure. ^^]

*knuffelt*


MoonRocker zei op 23 juni 2010 - 21:03:
Het is wél awesome.
En misschien spoor ik ook wel niet :'
Ik vind het leuk hoe jij schrijft. Gewoon heel leuk.
Ja.
En ik ben benieuwd hoe je het verder gaat schrijven ^^

xoxo<3


Galadriwele
Galadriwele zei op 23 juni 2010 - 20:58:
't Is wel een beetje chaotisch, maar ik vind het wel leuk!
En ik ben een risicokicker dus denk ik dat ik dit verhaal ga blijven verderlezen tot het nog-niet-gedefiniëerde einde