Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Morgenrood {afgelopen} » 11.Ergenis
Morgenrood {afgelopen}
11.Ergenis
Het was nu alweer twee uur later nadat ze waren wegegaan, en ze waren nog niet terug. Ik begon me steeds meer ongeruster te maken, en telkens als Jasper dat voelde, probeerde hij me te kalmeren.
Toen opeens mijn mobiel ging. Ik schoot naar mijn zak en pakte ‘m.
‘Ja, hallo’, zei ik.
‘Hallo. Alice leg een bed klaar in de woonkamer en eventueel een paar kussens en dekens’, zei, met een paniekerig ondertoon. Het was Carlisle.
‘Oké, maar waa…’
‘Geen tijd voor uitleg. We zijn er binnen vijftien minuten.’
‘Oké’, zei ik maar. Ik had toch geen zin om een heel gesprek te voeren.
Ik rende naar boven en pakte een paar kussens en dekens uit de zolder. Daarna liep ik naar mijn kamer en pakte het bed op. Ik snelde weer naar beneden en legde het bed met daarop de kussens en de deken. Ik had er nog vijf gehaald en ze aan het uiteinden van het bed gelegd, voor het geval dat. Voor het geval wat eigenlijk? Vroeg ik mezelf af. Waarom deed ik dit? En waarom had ik me het eigenlijk niet eerder afgevraagd, waarom ik dit deed? Maar het antwoord op de laatste vraag wist ik al. Ik deed dit, omdat ik wist wat er ging gebeuren. Mijn visioen, Bella die opgekruld lag op een bed en het verder akelige…
1Jasper kwam binnen en keek met een vragende blik naar het bed en de kussens.
In plaats zijn vraag te beantwoord vroeg ik mijn vraag aan hem. ‘Waar was jij opeens?’
‘Ooh… gewoon buiten’, zei hij. ‘Oké.’ Ik had geen zin om echt op zijn antwoord in te gaan, dus...
We wachtten op Carlisle en de rest, die zo zouden komen. Ik merkte dat ik erg dood was. Ik was zo somber en niet altijd zo hyperig. Jasper stond mijn houding ook helemaal niet aan. Hij was beter gewend van me.
‘Wat is er?’, vroeg hij een tijdje later.
‘Wat?’, vroeg ik, want ik wist niet waar hij het over had. ‘Je somberheid. Je bent echt de hele dag al zo… zo… niet Alice’, zei hij terwijl hij naar me toe liep.
‘Ja, ik ben een beetje ongerust over Bella. Het beeld was echt heel erg.’
‘Het komt vast wel goed’, zei hij sussend, terwijl hij voor me ging staan en en een kus op m’n mond drukte. Ik voelde meer weer helemaal rustig.
5 minuten later hoorde ik piepende banden de oprit oprijden. Carlisle. Ik keek uit het raam en zag dat Edward, Bella de auto uittilde. Ze zag er zo verschrikkelijk uit. Ik had medelijden en maakt aanstalten om naar buiten te rennen. Jasper hield me tegen. ‘Laat ze maar, ze komen toch zo naar binnen.’ Ik weet dat het niet gemeen bedoeld was, maar meer uit beleefdheid (als je het zo kan noemen).
Edward kwam binnen met een uitdrukking op zijn gezicht die een en al ‘PIJN’ uitschreeuwde. In zijn handen had hij een slappe Bella vast. Ze zag er niet zo vreselijk uit als in mijn visioen, maar het deed pijn om haar zo te zien, pijn om hem zo te zien. Ik stond aan de grond vastgenageld en kon me niet bewegen. Jasper kwam achter me staan om me nog vast te houden, voor het alweer te laat was.
‘Nee het gaat goed’, zei ik met een piepende stem. Hij liet me weer wat losjes los maar nog niet helemaal.
Esmé, Carlisle, Emmet en Rosalie vervolgde daarna. Rosalie schoot als een speer naar Bella toe en ondersteunde haar toen ze op het bed was gaan liggen.
Ik liep naar Bella toe en Jasper hield me niet vast. Hoe dichter ik bij haar kwam kreeg ik een verschrikkelijke hoofdpijn. Dit had ik nog nooit meegemaakt. Ik stopte abrupt midden in de kamer en liep terug naar Jasper, Emmet, Esmé en Carlisle die inmiddels in een hoek zijn gaan staan. Allemaal hadden ze een ander soort blik in hun ogen. Carlisle bezorgd en dokterlijk, Esmé bezorgd en bang, Emmet had niet echt een blik, hij had een harde streep op zijn mond en keek naar het tafereel, en Jasper had ook een bezorgde blik, die ik eigenlijk nog nooit bij hem zó had gezien.
Ik ging naast Jasper staan en hij sloeg zijn armen om me heen. Dit had ik echt nodig.
Ik zag Edward mijn kant opkijken, en zag aan zijn blik dat het echt goed fout was.
Reacties:
Arme Bella.. Maar het is wel leuk dat ze zwanger is van een half vampiertje ^^
Sneeel meer
xxx'
OCHARME ALICE ZE WIL HELPEN MAAR HET LUKT NIET