Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen n schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Humanoid » Noise

Humanoid

25 juni 2010 - 23:12

3833

3

409



Noise

Toen Bill het glas hoorde breken, schoot hij meteen in actie. Hij smeet zijn pen op tafel, deed een halve draai bij de leuning van de trap, en rende naar boven. Als hij nog een echt hart had gehad, dan had het vast als een zot geklopt. Hij voelde hoe hij koude rillingen kreeg, hoewel er een zweetdruppeltje over zijn voorhoofd gleed van de stress.
Ven? vroeg hij. Hij rende naar de slaapkamer, maar daar was alles in orde. Het venster was nog heel, en niets van glas leek gevallen te zijn. Hij rende meteen door naar de tweede kamer; Toms kamer. Ook daar was er nies aan de hand. De donkerblauwe muren waren nog altijd hetzelfde, de raam had niets, en uit voorzorg had Bill alles wat van glas was uit zijn kamer gehaald. Hier kon Ven ook niet zijn.
Bill rende door naar de laatste kamer in de gang. Het was de grootste kamer van het eerste verdiep, het was de badkamer. Bill zag dat de deur open was, en merkte de witte vloertegels al op.
Het eerste dat Bill zag, was het gebroken glas dat op de grond lag. Hier en daar zag hij bloedvlekken, wat hem nog banger maakte dan voordien. Bill stapte ernaartoe, knielde neer naast al het glas, en merkte Vens lievelingsarmbandje op. Het waren houten kralen die ze bijna nooit uitdeed. Bill wist wel dat ze dat niet zomaar daar had laten vallen. Hij keek op naar het raam.
Het was inderdaad helemaal kapot. Buiten de randen was er niets meer van over geweest, alsof Dell - Bill wist wel zeker dat het Dell was geweest - hem had willen pesten door al het glas gewoon af te breken. Bill pakte het armbandje op, samen met enkele glasscherven, stond op, en stapte naar het kapotte raam.
Er was niemand meer buiten. De sneeuw bleef maar vallen, er waren geen bandensporen te zien. Bill keek helemaal naar beneden, meende enkele bloedvlekken op te merken in het sneeuw. Daar was hij niets mee. Vol woede kneep hij in de armband. De glasscherven sneden in zijn hand, maar hij merkte het niet eens. De pijn in zijn kunstmatig hart was te groot om die kleine snijwondjes op te merken.

Bill handelde snel. Hij wist niet zeker waar ze was, maar wilde het toch proberen bij Frans & Söhne. Zí­j wilden haar vermoorden, maar misschien gingen ze haar eerst nog ondervragen. En wie kon dat beter dan Kristopf Frans?
Kristopf was de oudste van de twee broers. Hij was een harteloze egoïstische sadist zonder enige medeleven in zijn broer of andere medemensen. Hij dacht vooral aan zichzelf. Daniël Frans, de jonge broer, was eerder de ruige van de twee. Hij hield zich niet bezig met alles was Kristopf deed. De enige reden waarom hij nog niet gestopt was, was het geld dat hij verdiende. Daniël had trouwens ook nog een ziekte. Hij leed een heel zware vorm van destructie. Hij maakte graag dingen kapot, vocht graag, en won ook steeds.
Die twee jongens hadden het goed, dacht Bill.
Bill reed op zijn brommer door de straten. Het bedrijf was vanuit hier veel verder dan vanuit Gustav zijn huis, waardoor Bill wel wat tijd verloor. Hij gaf bijna elke minuut steeds meer gas, hoorde hoe zijn motor begon te protesteren - wat niet normaal was aangezien hij onmenselijk snel kon - en ontdekte dat hij bijna op zijn hoogste versnelling was. Hij overtrad alle verkeersregels, snelheidslimiet, voorrangen van andere kanten, zebrapaden. Hij wilde enkel terug naar Ven gaan. Zijn ademhaling werd steeds sneller, en zijn huid begon te tintelen van de koude sneeuw.
Sneller, sneller, sneller, fluisterde hij tegen zijn brommer zonder het zelf te beseffen. Hij gaf nog meer gaf, negeerde de motor die protesteerde en raasde over de sneeuw. Het was handiger geweest als hij sneeuwbanden had gezet, het laatste dat hij wilde was een ongeluk. Dan waren zowel hí­j als Ven dood.
Neen, hij moest het halen. Bill probeerde zich in te beelden hoe hij zou reageren van het moment dat hij Ven terug zag. Hij zag zichzelf haar omhelzen, beiden met tranen in de ogen van vreugde. Zij zou hem kussen, hij haar ook, en hij wist al wat ze zouden zeggen.
Ik hou van je, Ven, fluisterde hij. Hij wilde één traan kunnen geven toen hij dit zei, maar het gevoel van bezorgdheid ging opeens voorbij. Hij wí­st dat alles goed ging komen, maar hij wist niet waarom.

Ven opende vermoeid haar ogen, maar sloot ze meteen toen ze verblind werd door een fel licht. Ze kreunde van de pijn, wilde met haar hand voor haar ogen reiken, en besefte dat iets aan haar pols trok. Het brandde steeds wanneer ze er een ruk aan gaf. Het was touw, dat wist ze intussen ook al.
Ze deed haar hoofd omlaag, en probeerde nog eens haar ogen te openen. Deze keer lukte het. Ze kon haar bebloede broek zien, met een scheur aan de knie.
Ze herinnerde zich maar al te goed hoe ze in die staat was geraakt. Haar rit hier naartoe - waar hier ook mocht zijn - was een zwarte waas in haar geheugen, maar de momenten erna zaten té goed in haar hoofd. Dells harde vuist, zijn doordringerige ogen, zijn s-vormige lidteken. Ze beet even op haar lip, maar stopte toen ze besefte dat het pijn deed. Hoelang zat ze hier al? Eén uur? Twee?
Zou Bill haar kunnen vinden?
De deur ging open, maar Ven was te zwak om op te kijken. Haar ogen gleden over alles in haar gezichtsveld. Het was een donkere kamer, op de grote lamp na, en zag er armzalig uit. Ven moest bij dit beeld meteen aan die ondervragingskamers denken bij de maffia. Slechts een stoel voor de ondervragende, tegenover de ondervraagde.
Zo zo, dus eindelijk leer ik je echt kennen, Venus Aora, zei een geamuseerde stem. Ven kon het niet laten om op te kijken, werd verblind door de grote lamp, en sloot haar ogen. Ze hoorde hoe de persoon naar haar toestapte. Zo te horen had hij merkschoenen; als het niet zo bangelijk stil was geweest, had ze hem zeker niet horen aankomen. Ven balde haar vuisten.
Daniël, zei een andere, oudere, stem. Ik zei dat ik ging praten, jij houdt je mond.
Ach Kris, bekijk het! vroeg de andere. Ven merkte dat ze broers moesten zijn. Ze probeerde toch op te kijken, en deze keer lukte het. Er was iemand voor het licht komen te staan. Het was een grote man, maar Ven kon zijn gezicht niet zien. Naast hem stond er een ietwat kleinere persoon. Allebei hadden ze dezelfde houding - naar Ven gericht.
Ga gewoon weg, Daniël, zei de kleinere man. Hij draaide zijn hoofd, en Ven kon de silhouet zien van zijn perfecte scherpe neus. Aan de kleine streepjes die over zijn voorhoofd gleden te zien had hij redelijke lange krullen.
De andere man draaide zijn gezich ook om, en als die bult op zijn neus - die duidelijk al enkele keren gebroken was geweest - er niet was, had hij precies dezelfde als zijn partner.
Ven herkende de namen van deze mannen. Kristopf en Daniël Frans, de twee bazen van Frans & Söhne. De twee mannen die haar dood wilden. Ven haalde huiverde.
Meteen draaiden de twee gezichten zich weer naar Ven. Haar hart klopte twee keer zo hard als normaal, en deze keer had het niets met liefde te maken. Eerder met leven.
Zie, je hebt haar doen schrikken, sukkel! vloekte de grootste, Daniël. Zijn gezicht draaide weer naar de andere kant. Doe het grote licht aan, Sam!
En het licht ging aan. Vens ogen sloten uit reflex, maar ze knipperde om gewend te raken aan het licht. Het grote monster van een lamp voor haar was uitgeschakeld, en nu kon Ven duidelijk drie mannen zien. Diegene aan de deur kende ze al. Dell, met zijn kort geschoren haar en zijn s-vormig lidteken. Hij zag er boos uit, ietwat geïrriteerd en verveeld. Pas nu, ondanks de afstand, kon Ven de onnatuurlijke kleur fluo blauw in zijn ogen herkennen. Het kon niet ní­ét opvallen. Ven vroeg zich af waarom ze eerder zo blind was geweest.
De kleinere man, Kristopf, zag er duidelijk ouder uit dan zijn broer Daniël. Zijn gezicht stond in een serieuze stand die enkel oudere broers konden hebben. Hij had een bleke huid, duidelijke jukbeenderen, en een duidelijke perfecte neus. Zijn broer daarintegen had een donkerdere huid. Zijn ogen waren bruin - anders dan Kristopf met zijn grijze - en hij had donkerblond haar - Kristopf had er donkerbruine.
Daniël was duidelijk een vechter. Hij had een schuine neus zoals zijn silhouette al verraden had daarjuist. Zijn mondhoeken waren naar beneden gericht, hij was duidelijk op zijn tenen getrapt door zijn broer.
Dag Venus, hoe gaat het met je? Kristopf was blijkbaar voor haar neergeknield. Ven schrok van zijn dichtbijheid. Ze draaide in één ruk haar hoofd naar hem, en haalde diep adem. De touwen sneden in haar polsen, en Ven voelde de pijn maar al te goed.
Sam, je hebt haar te hard aangepakt, mopperde Daniël in de achtergrond. Ven was het met hem eens. Ze voelde bij de brute beweging van daarjuist een enorme steek aan haar ribben, en ze vroeg zich af of ze niet gekneusd waren. Ze moest zich rustig houden.
Jullie wilden haar dood, en nu opeens staan jullie erop dat jullie met haar kunnen praten, zeurde Dell. Jullie moeten weten wat jullie willen.
Genoeg Sam, ga maar naar buiten en bewaak het gebouw een beetje. Ik vertrouw die robots voor geen meter meer sinds vorige keer, zei Kristopf. Hij gebaarde met zijn hand naar de deur, en wachtte tot de deur sloot. Ven kreeg het koud, en klappertandde. Ze mistte Bill.
De gedachte aan Bill deed haar pijn aan haar hart. Waarom kon ze hem niet gewoon ontmoet hebben zonder al deze drama?
Ondanks alle ongemak die je mij bezorgt hebt, begon Kristopf, en Ven snoof geïrriteerd. Door die interactie schoot Daniël meteen in actie. Hij spande zijn schouders op, en balde zijn vuisten. Zijn ogen stonden nog donkerder dan voordien.
Ze gaat het niet willen, Kris, beet hij zijn broer toe. Hij haalde diep adem om zich kalm te houden, en deed nog een stap in hun richting. Kristopf haalde een hand in de lucht om hem het zwijgen op te leggen.
Als ze het niet doet, gaat ze dood, simpel is dat, antwoordde hij alsof dat de normaalste zaak ter wererld was. Bij het woord dood kreeg Ven een walgend gevoel. Wat betekende de dood? Alleen een oneindige periode zonder Bill? En wat zou haar dood voor hem betekenen? Zou hij de pijn overleven, of zou hij mee sterven?
Venus, ben je er nog? Kristopfs hand zwaaide voor Vens ogen, en ze besefte dat ze ingedommeld was. Ze schoot meteen wakker, huiverde weer.
Wat wil je? vroeg ze uiteindelijk. Kristopf glimlachte. Daniëls liet zijn schouders ontspannen.
Ik wil dat je voor ons komt werken, zei Kristopf.

Gustav, je moet me helpen, bel me alsjeblieft terug, fluisterde Bill in zijn mobieltje, waarna hij hem terug in zijn broekzak stopte. Hij had zijn rug tegen de muur gedrukt, en wachtte af tot zijn vriend hem terug belde. Toen weer een bewaker voorbij kwam, sloot hij zijn ogen, en hield hij zijn adem in. Hij besefte veel te laat dat hij niet zomaar kon binnenspringen in het gebouw, hij was té herkenbaar.
Weer ging er een minuut voorbij zonder antwoord. Bill probeerde over de rand van de muur te kijken, en merkte dat er iemand aan de deur was komen staan. Hij herkende hem maar al te goed, Sam Dell. Hij was één na de beste huurmoordenaar van het land. Natuurlijk was die ene nu dood.
Bill wilde Dell uitschakelen. Hij wilde hem vermoorden, wurgen omdat hij Ven had meegenomen. Hij had de liefde van zijn leven meegenomen. Dat zou Bill hem nooit vergeven.
Toch moest hij die aandrang bedwingen. Hij kon niet zomaar naar hem toe stappen en hem vertellen dat hij zijn vriendinnetje kwam ophalen. Dan werd hij meteen vermoord.
En aan het lidteken op zijn gezicht te zien was Dell zelf niet honderd procent menselijk. Bill zou zijn handen vol aan hem hebben.
Een vibratie in zijn broekzak maakte duidelijk dat Gustav terug belde. Bill greep naar zijn mobieltje, en drukte hem tegen zijn rechteroor.
Gustav? fluisterde hij. Hij draaide zich weg van de rand, terug met zijn hoofd tegen de muur.
Bill wat scheelt er? vroeg Gustavs bezorgde stem.
Ze hebben Ven, Gus, ik weet niet wat ik moet doen... verklaarde Bill met een wanhopige stem. Hij wist dat hij nog nooit zo had geklonken, maar was te bezorgd om zich te schamen.
Hoe komt het dat ze haar hebben? vroeg Gustav verbaasd. Bill wist dat het niet normaal was dat iemand onder zijn hoede gevangen genomen werd, maar dit was dan ook een speciaal geval. Hij was er zo overtuigd van geweest dat alles goed ging komen, dat hij onvoorzichtig werd. Hij vertelde niet over wat er die nacht gebeurd was, waarom hij onoplettend werd. Hij vertelde hem zelfs niet dat hij verliefd was op haar. Dat kreeg hij later wel te horen. Het verhaal was uiteindelijk snel verteld.
Bill, ik ben momenteel aan het werken, dus ik kan niet langskomen, zei Gustav. Bill schudde zijn hoofd.
Ik wil niet dat je komt, geef me gewoon een idee over hoe ik naar binnen moet, fluisterde hij aan de telefoon. Gustav maakte een nadenkend geluid aan de andere kant, en Bill was daar dankbaar voor. Hij wachtte geduldig af, maar Gustav leek er zelf niet uit te kunnen komen.
Nou, ik zou kunnen proberen het brandalarm te laten afgaan, begon hij, waarna hij weer begon te peinzen. Maar dan zul je wel heel snel moeten binnen geraken.
Dat moet geen probleem zijn, zei Bill. Hij voelde hoe zijn hart als een gek begon te kloppen. Hij was zo dichtbij. Nu alleen maar hopen dat Ven effectief binnen was, anders was Gustavs moeite voor niets geweest.
Nou, ik stap nu naar de computer, begon Gustav. Bill hoorde zijn voetstappen aan de andere kant. En nu nog tien seconden wachten, en dan zul je niets anders meer horen dan de sirene.
Bill haakte nog niet in, wachtte tot het Gustav gelukt was om dat alarm te laten afgaan. Bill zijn borstkas ging op en neer, hoewel ademen voor hem niet per se nodig was.
Het brandalarm was zoals alle andere. Het was een luide sirene die twee seconden klonk, één seconde stopte, en dan terug twee klonk. Bill had niet eens tijd om zijn handen tegen zijn oren te zetten. Hij haakte in, en rende naar de ingang. Sommige mensen waren al aan het evacueren, maar Bill zag dat Dell daar koppig bleef staan. Hij hoorde dat hij gromde, balde zijn vuisten, en probeerde te kalmeren. Helaas lukte dit niet. Hij rende zo hard naar hem toe, dat hij het zelf niet eens besefte. Voor hij het wist was zijn rechterhand rond Dells nek gesloten. Zijn vingers knepen zijn luchtpijp dicht, in de hoop hem langzaam te kunnen vermoorden.
Maar Bill wist wel dat hij zo niet was. Hij liet zijn greep een beetje verzwakken, niet veel, maar zat uiteindelijk zelf met zijn rug tegen de muur. Deze keer zaten er handen rond zijn nek. Zijn voeten hingen een decimeter boven de grond.
Dus nu leer ik je eindelijk kennen, fluisterde Dell door de sirene heen. Bill probeerde zijn hand van hem af te trekken, maar het lukte hem niet. Hij had er geen idee van dat Dell zo sterk was.
Bill. Kaulitz. De man sprak het zo spottend uit waardoor Bill wel wist dat hij weer een hele monoloog ging beginnen. Hij verzette zich tegen zijn greep, maar het lukte hem niet.
Weet je, ik ben verbaasd wat er van je geworden is, Bill, begon Dell zoals verwacht. Zijn stem was nog steeds niets meer dan een fluistering. Je was zogezegd dood, en toch probeer je mensen te redden zonder de wereld te laten weten dat je er effectief nog bent. Hoe zielig.
Ze zouden me hoe dan ook ontdekken, kreeg Bill er ondanks zijn ademtekort uit. Hij greep naar zijn broekzak, maar merkte tot zijn ontstelling dat zijn geweer er niet meer in zat. Hij kon wel vloeken als hij niet zo weinig adem had gehad. Dell lachtte. Zijn andere hand ging omhoog met het gezochte voorwerp.
Zocht je hiernaar? vroeg hij lachend. Bill wist wel dat hij daar eigenlijk boos om moest worden, maar het lukte hem niet. Hij was te bezorgd om boos te worden.
Kun je geloven dat je me zojuist mijn eigen wapen hebt terug bezorgd? Je hebt ontdekt hoe de beveiliging werkt, niet?
Het was niet echt waterdicht, fluisterde Bill. Dell lachtte het uit.
Nu je het hebt teruggegeven, weet ik al meteen hoe ik je liefje daarbinnen eindelijk kan mollen.
Bills ogen werden groter, en door de druk tegen zijn keel begon zijn huidlaag langzaam te scheuren. Het bloed stroomde over zijn gezicht.
Ik ga haar langzaam en pijnlijk aanpakken, en dan pang!, hij stopte even, een kogel in haar hoofd.
Dat was de druppel voor Bill. Hij greep naar Dells handen, gebruikte al zijn krachten om hem los te trekken, en vond het niet eens erg toen hij de man zijn arm vervolgens brak. Hoewel het niet echt een arm was, want Bill wist wel dat hij te zwaar was om door gewone armen opgetild te kunnen worden. Dell zakte in elkaar, liet zijn wapen vallen, en greep naar zijn arm. Bill maakte daar gebruik van. Hij greep het geweer van de grond, en richtte het tot Dell.
Maar op het laatste moment wist hij dat hij al genoeg vermoord had in zijn leven. Hij wilde niet nog een leven op zijn lijst hebben. Langzaam liet hij het wapen zakken, maar bleef het op Dell, die vloekend op de grond lag, richten. In zijn mond rolde er een druppel van zijn bloed dat over zijn gezicht gleed. Bill probeerde de bittere metalen smaak te negeren.
Je kunt het niet hè? vroeg Dell lachend, hoewel voor beiden geen humor te vinden was hier. Bill kon hem makkelijk vermoorden, en Dell kon nog altijd Bill aanvallen als hij toneel speelde. Bill wilde geen risicos nemen.
Jawel, ik kan het wel, zei hij. Daarna haalde hij zo hard uit met zijn voet dat hij Dells kunstmatige neus hoorde kraken. De man kreunde het uit van de pijn, maar Bill moest hem van de kaart hebben. Zijn voet schopte de man zoveel keer dat misschien wel elke bot in zijn lichaam gebroken moest zijn. Zelfs al was hij wakker, hij kon toch niet bewegen.
Buiten adem draaide Bill zich om zonder nog een keer naar de verminkte man te kijken. Met nog steeds het wapen in de hand rende hij door de deur.
Ik krijg je nog wel, Kaulitz, schreeuwde Dell ondanks zijn pijn, maar Bill negeerde het. Steeds meer mensen renden naar buiten, de een paniekeriger dan de ander.
En toen zag Bill de twee Frans broertjes. De ene met stroblond haar en bruine ogen, Frans, en de andere met donkerbruine haren en grijze ogen. Ze leken helemaal niet op elkaar, maar toch kon je zeggen dat ze broers waren. Ze hadden allebei dezelfde afstotelijke uitstraling die Bill zo haatte.
Maar deze keer zagen ze er paniekerig uit. Het was duidelijk dat ze niet op een brandmelding voorbereid waren. Bill moest er wel even mee lachen, maar hij probeerde ze te negeren. Hij rende, tot hij de twee bewakers achter de broers zag.
Samen met Ven in hun armen, probeerden ze haar naar buiten te krijgen. Bill begreep niet waarom ze haar niet gewoon daar lieten staan - hoewel hij er dankbaar voor was dat ze het niet deden natuurlijk. Hij richtte op de eerste bewaker, probeerde Ven niet in het zicht te hebben, en raakte de robot in zijn kunstmatig hart. Bill wist dat deze kogels ook voor robots werkten, alleen waren ze bij mensen nog gevoelliger.
De tweede bewaker merkte Bill op toen zijn vriend neerviel. Vens linkerarm werd losgelaten, maar de bewaker die nog overeind stond, had haar nog vast. De gebroeders Frans hadden het niet eens door.
Toen liet de robot Ven los. Bill reageerde daardoor meteen. Hij rende zo snel hij kon in haar richting, maar in de plaats van hí¡í¡r mee te nemen, greep hij de robot vast. Bill wist wel dat het onbegonnen werk was om tegen een robot te vechten. Deze man was meer organisme dan hijzelf was. Maar hij moest het proberen voor Ven. Alles voor haar.
Ven wist niet wat ze moest doen toen ze Bill met de robot zag vechten, dat wist hij wel. Hij zag haar kijken, verbaasd over alles wat er allemaal gebeurde. Wanneer hij nog even de tijd had, schreeuwde hij naar haar.
Ga, Ven, red jezelf!
Ven reageerde meteen. Ze rende weg - tot Bills ontstelling de verkeerde kant op - en keek af en toe achteruit om te kijken of Bill het wel redde. Bill probeerde naar zijn geweer te reiken, maar steeds wist de robot hem tegen te houden door hem van hem af te willen schudden. Dit kon nog heel lang duren.
Toen Bill eindelijk zijn geweer te pakken kreeg, richtte hij op de hoofd van de robot, maar merkte veel te laat dat hij werkelijk op Daniël Frans, de oudste broer. De man zakte neer, en bewoog al niet meer. Kristopf keek hem verdwaasd na, en was duidelijk aan het overleggen met zichzelf over wat hij moest doen. Moest hij zijn broer achterlaten, of hem helpen?
Het kon Bill niet meer schelen wat de broers hun laatste woorden waren, ook al was zijn oor goed genoeg om het te horen. Hij richtte met de loop tegen de robot zijn schedel, draaide zijn hoofd weg, en trok aan de trekker.
Het wezen onder hem viel neer, en toen Bill opkeek, zag hij ook dat Kristopf Frans weg was. Bill ging later wel met hem afrekenen. Hij moest eerst zeker weten dat Ven veilig was.
Hij moest de computer uitschakelen, zodat haar bestanden weg waren. Hij kon niet garanderen dat dat ging werken, maar hij kon het beter proberen. Hij móést haar veilig houden, ook al hing zijn eigen leven daar aan.
Hij zou het ook doen.
Zo snel hij kon rende hij naar waar Ven ging. Hij deed haar parcour misschien wel dubbel zo snel als zij deed, waardoor Bill zich nog afvroeg of hij haar nog kon inhalen.
Maar toen hij door de deur was gerend, voelde hij enkel vertrouwde lippen tegen de zijne. Vens armen waren rond zijn nek geslagen, en ze kuste hem innig. Bill was te verliefd om haar af te schudden. Hij kuste haar eerder terug, legde zijn hand in haar rug, en drukte haar tegen zich aan. Er stroomde een traan uit zijn oog, en hij wist niet dat hij zo gevoelig was.
Het is me gelukt, Bill, fluisterde ze door de kus heen. Daarna legde ze haar wang tegen de zijne, en huiverde ze. Bill wist dat ze ook huilde. Hij wreef langzaam over haar rug om haar te kalmeren, maar vroeg zich af of hij niet eerst zélf moest kalmeren.
Wat is je gelukt, lieverd? vroeg Bill nieuwschierig. Hij drukte zijn neus in haar haar, en zijn lip tegen haar slaap. Die kuste hij zachtjes.
Mijn bestanden zijn weg, Bill, ik ben vrij.


Reacties:


xNadezhda zei op 26 juni 2010 - 22:06:
WHOESH O.O
*gaat snel verderlezen*

[Ja, dit is positief - ik zit ZO in spanning dat ik geen comment meer kan achterlaten. -rent naar volgende hoofdstuk-]


Eliros
Eliros zei op 26 juni 2010 - 1:03:
*doet dansje*
Ze is vrij! Ze is vrij!
Hallelujah!
Whiiii!
En nu is er geloof ik nog een hoofdstuk. Dus die ga ik even bekijken. (:


Kayley
Kayley zei op 26 juni 2010 - 1:01:
Yes! o.o'
Eindelijk.
Ze is vrij. Na al die tijd en moeite. Eindelijk vrij.
Wacht...
Nee!
Het is nu bijna gedaan.
En uwh, gaat ze hem zoenen terwijl zijn gezicht opengescheurd en bebloed is.
Dell helemaal kapot getrapt, Daniël kapot.
I liked it.
Maar ik wil niet dat het bijna gedaan is. ):
En nu ga ik slapen. x]