Hoofdcategorieėn
Home » Vampire Knight » [Doujinshi] Zwarte Hemel » Hachi
[Doujinshi] Zwarte Hemel
Hachi
Hachi
Nadat ik de gebouwen van kop tot teen had bewonderd, richtte ik mij op de mensen. Ik zocht gezichten die ik herkende terwijl het stemmetje in mijn hoofd me vertelde dat ik dat beter niet kon doen. Ik had geen idee wat ik ging doen als ik iemand bekend zag.
De kleren van de mensen zagen er niet zo anders uit dan een jaar geleden. Misschien waren ze iets moderner geworden, maar dat was het. Sommige mensen waren nog net zo onverzorgd als vroeger.
Ik keek iedere voorbijganger aandachtig aan en voelde de ogen van Dorako en Kuroi op mijn rug branden. Ze wisten wat ik zocht.
Het viel me ook op dat mensen terugstaarden. We zagen er - hoe moet je dat zeggen? - een beetje ‘oud’ uit. We hadden van die oma-achtige schooluniformen aan, hadden allemaal een parapluutje zoals uit de Victoriaanse tijd en gedroegen ons zoals aristocraten. Desondanks het zo oud was, hield ik eigenlijk meer van deze stijl dan de moderne. Alleen leken deze moderne mensen het niet zo mooi te vinden. Sommigen wezen zelfs onbeleefd waarna ik hen een afkeurende blik gaf. Blijkbaar hadden ze hier nog geen greintje respect bij gekregen.
Nadat ik het wel gezien had, vroeg ik aan Dorako of dat hij wist waar we waren.
“Antwerpen.”¯ Antwoordde hij en ik gilde het bijna uit. Hier niet ver vandaan was mijn oude woonplaats! Hij keek me niet-begrijpend aan. Dat was dus een teken dat hij niet alles wist en ik er gerust kon heen gaan als ik Kuroi of Juro niets vertelde.
De verdere uitstap keek ik nog wat geboeid rond, maar ik was vooral aan het bedenken wat ik ging doen als ik iemand bekend zag… Dat was nog altijd mijn grote probleem…
Die late avond waren we met de school in het restaurant van het hotel aan het aanschuiven voor het buffet. Ik was aan het praten met mijn vrienden tot ik plots een zachte hand op mijn schouder voelde. Ik draaide me om en zag Juro met zijn warrige witte haar en zijn donkere, groene, mistige ogen. Ik maakte automatisch een lichte buiging met mijn handen recht over elkaar geschoven. Dat was de officiële groet van Ankoku.
“Ellen.”¯ Zei hij smachtend met zijn zware stem. “Wees niet zo beleefd.”¯
“Juro!”¯ Zei ik verwonderd, want ik had eigenlijk alles behalve hem hier verwacht tussen de mensen.
“Kom je mee?”¯ Vroeg hij en ik knikte gehoorzaam.
“Tot straks!”¯ Riep ik nog naar mijn vrienden en we verlieten het hotel, terwijl ik de jaloerse blik van Dorako niet direct uit mijn hoofd kreeg.
We liepen zwijgend door de reeds donkere straten, steeds verder naar de rand van de stad. Ik voelde me ongemakkelijk omdat het zo stil bleef, maar ik wist niet wat ik kon zeggen. Juro was nu niet direct de persoon waarmee je over het weer kon praten.
Pas na een kwartiertje stopten we in een klein mini-park dat volledig misplaatst was tussen de mistroostige gebouwen. Juro ging op een bankje zitten onder een lantaarnpaal en gebaarde kort met zijn hand dat ik ook moest zitten. Ik gehoorzaamde en hij sloeg zijn arm om me heen. Ik wist dat hij het vrienschappelijk bedoelde, maar ik voelde me er ongemakkelijk bij. Juro staarde naar de sterren.
“Ellen.”¯ Zei Juro zonder me nog steeds aan te kijken. “Doe het niet.”¯
“Wat?”¯ Vroeg ik verwonderd.
“Ga niet naar je oude woonomgeving.”¯ Hij draaide zijn hoofd en keek me smekend aan. Ik schrok dat hij ervan wist. Ik had het toch aan niemand verteld?
“Doe het niet!”¯ Hij nam met zijn vrije hand mijn hand beet. Zijn gezicht stond vol emotie, iets wat hij anders nooit liet doorschijnen in het bijzijn van een ander. Hij liet me hulpeloos voelen als hij zijn masker afzette. Alsof ik de schuld van zijn leed was…
“W-waarom niet?”¯ Vroeg ik ook al wist ik het antwoord toch al.
“Als de tijd komt, vertel ik je alles.”¯ Beloofde hij.
“Maar ik wil het nu weten!”¯ Riep ik met tranen in mijn ogen. Juro schudde zijn hoofd lachend en mompelde iets dat ik niet verstond.
“Ellen, alles op z’n tijd. Je zult het zeer binnenkort begrijpen.”¯ Hij gaf me een knuffel, stond op en knielde voor me neer. Geschrokken staarde ik hem aan. Wat had deze vent vandaag?
“Ik smeek je om te wachten tot de tijd komt en geen dingen doet die ermee te maken hebben.”¯ Hij keek heel plechtig en als dit niet serieus was geweest, had ik ermee moeten lachen, maar het probleem was dat hij dít echt meende.
“Juro, alsjeblieft.”¯ Ik barstte in tranen uit. “Waarom ben ik hierheen gebracht?”¯
Juro wendde zijn hoofd af, alsof ik iets kwetsend had gezegd en zei toen: “Je verkiest het om mens te zijn en haat mij omdat ik je veranderd hebt. Is dat een van je problemen?”¯
“Nee Juro!”¯ Riep ik kwaad terwijl de tranen over mijn wangen vloeiden. “Ik hou van dit leven, ik heb hier super-vrienden, alles is relaxed en Vampiers hebben tenminste respect! Ik heb er geen spijt van!”¯
Hij trok zich pijnlijk aan me op en streek met zijn mond langs mijn nek.
“M-mag ik?”¯
En voor ik antwoord kon geven, boorde hij zijn vlijmscherpe tanden in mijn hals…
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.