Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Lily Evers 7th year » Hoofdstuk 4.
Lily Evers 7th year
Hoofdstuk 4.
Een frisse februari bries waaide door Lily’s haar. Met een oor luisterde ze naar haar vriendinnen die een druk gesprek hadden over volgende week zaterdag, Valentijnsdag. Lily’s ogen dwaalde af naar een jongen met nogal warrig zwart haar die met zijn vrienden zat te praten. Normaal had hij me al duizend keer gevraag of ik met hem naar Zweinsveld wou, dacht Lily. ‘Hè Lily toch,’ zei een jongens stem achter haar. ‘Whoa,’ snel greep Lily Marie snel bij haar arm. Ze was bijna van het muurtje gevallen waar ze met haar vriendinnen op zat. Ze draaide zich om. Even moesten haar hersens schakelen om te raden wie de jongens waren. Zo te merken hadden de jongens haar door. ‘Je kent ons van de trein,’zei de andere jongen. Nu wist ze het weer de jongens van Huffelpuff die haar hadden lastig gevallen in de trein. Jordy Lindeman en zijn vriend, een van de hoofdmonitors van Huffelpuff. ‘O, hoi,’ zei ze een beetje verbaasd. Ze had gedacht dat ze van de jongens verder geen last zou hebben. Jordy streek zijn haar nog gladder dat al met veel gel naar achter was gekampt. ‘Wat een kwakzalver,’ fluisterde Marie zo zacht mogelijk. De jongen schraapte zijn keel. ‘Ik vroeg me af of je misschien naar Zweinsveld wou met mij.’ Lily voelde haar ogen groot worden ze keek even naar Marie die haar best deed om niet te lachen en haar gezicht strak hielt, Peggy viel van het muurtje van schrik en Rianne deed alsof ze niks had gehoord en hielp Peggy met opstaan. ‘Krijg ik nog antwoord?’ vroeg Jordy die zich niets aantrok van de andere drie meisjes. Sarcastisch hoestte Marie. Veelbelovend keken Jordy en zijn vriend haar aan. ‘Nee,’ zei Lily nogal kort af en klonk nogal boos, ook al was dat niet echt haar bedoeling. ‘Okè, geweldig dan-.’Jordy had duidelijk geen “Nee”ť verwacht. ‘Nee?’ herhaalde hij en keek stomverbaasd naar zijn vriend en toen weer naar Lily. ‘Nee,’besliste Lily definitief. ‘Dat meen je niet!’ zei zijn vriend. ‘Ze zei nee!’ snauwde Marie naar de jongens. Jordy trok een strak gezicht. ‘Als je moet huilen doe dat alsjeblieft ergens anders, want we willen hier van onze vrije zaterdag genieten,’ beet Marie toe. De jongens liepen weer richting het kasteel. ‘Wat een losers!’ blafte Marie. ‘Hebben ze je in de trein ook al lastig gevallen?’ vroeg Rianne. ‘Ja, dat is nogal een lang verhaal,’mompelde Lily. Snel keek ze weer naar James, die nog altijd met zijn vrienden in gesprek was. Een frisse bries blies haar haar voor haar gezicht. Lily deed haar haar weer goed, pas toen merkte ze dat James ook naar haar keek. Ze verborg de helft van haar gezicht dat rood bloosde in de rood en geel gestreepte sjaal. ‘Kom dan gaan we naar de leerlingen kamer,’ stelde Peggy voor die kennelijk geen zin meer had om op het muurtje te zitten. ‘Ik blijf liever hier zitten. Lily? Hè Lil!’ Marie schudde Lily heen en weer. ‘Ja ja,’ mompelde ze. Marie kneep haar ogen samen tot spleetjes. ‘Aan wie was jij aan het denken?’ grinnikte ze. ‘O, aan niemand hoor.’ ‘Echt wel! Ik zie het aan de blik in je ogen.!’ ‘Nee, echt aan niemand,’ probeerde Lily tevergeefs. Marie kneep haar ogen weer samen, maar hield gelukkig op. Maar nu kreeg Lily de volle laag van Peggy en Rianne. ‘Wie is het!’ schreeuwde Peggy. Snel kroop Lily achter Marie, zodat niemand haar zag. Vanachter Maries rug zag ze zo wat iedereen kijken inclusief James. Snel wenden ze tot Peggy. ‘Je wou toch naar binnen? Kom laten we gaan!’ Snel maakte Lily dat ze daar weg kwam, gevolgd door haar vriendinnen die haar lachten achterna renden.
‘Drakenkots,’ zei ze snel tegen de dikke dame, die haar na keek. Snel rende ze naar de meisjesslaapzaal en even later kwam Mari e ook. ‘Wat heb jij nou?’ ‘Niks niks,’ zei ze onschuldig. Weer gaf Marie haar bekende ja het zal wel weer blik. ‘Ik ga maar eens een ommetje maken,’ zei ze in poging om te ontsnappen aan Marie. Voordat ze daar wat op kon zeggen liep ze snel weer de slaapzaal uit. Snel liep ze door de leerlingenkamer voordat Peggy en Rianne haar zagen. De dikke dame staarde haar boos na, maar ze merkte er niks van. Vragen spookte door haar hoofd. Waarom had hij haar nog niet gevraagd? Had hij soms iemand anders gevraagd? Steeds begon ze sneller te lopen. Waarom vroeg ze zich al die dingen af? Begon ze hem, James Potter leuk te vinden? De jongen die ze jaren lang niet had kunnen uitstaan? Ze moest toegeven dat hij veranderd was, hij vervloekte niet meer iedereen in de gang (alleen omdat hij dat goed kon). Hij deed ook een stuk normaler tegen haar. En ze had hem zelfs Sneep niet meer zien vervloeken. BAM! Lily was zo in haar gedachten verzonken dat ze niet had opgelet waar ze liep en was zo tegen iemand opgeknald en nu op de grond lag. ‘Sorry, sorry. Ik had je niet gezien,’zei ze snel om een ruzie te voorkomen. ‘Het is al goed,’ lachte een bekende stem, die van James! ‘Wacht ik help je.’ James stak zijn hand uit om haar te helpen opstaan. Even keek Lily naar de hand, maar nam hem uiteindelijk aan. ‘Bedankt,’mompelde ze een beetje vergelegen en nog half bij haar gedachten van net. Zo te zien was James alleen. Er viel een stilte en ze keken elkaar even aan tot ze oogcontact maken. Lily begon te blozen, wat had ze nu graag een sjaal omgehad. ‘W-waar zijn je vrienden?’Lily besefte dat de vraag nogal dom klonk. Ze kon zich zelf nu wel voor haar kop slaan, maar kon niks anders verzinnen. ‘O, die zijn al naar de leerlingenkamer, Remus was een boek vergeten en ik ben het gaan halen.’ En hij hielt een boek omhoog. Diep dacht ze na over wat ze nu het best kon zeggen. Uiteindelijk koos ze de zin:’O, nou goed dan.’ Toe ze het zei klonk het even dom als de zin: ‘Waar zijn je vrienden?’ Licht irriteerde Lily zich aan zichzelf. ‘Nou okè,’aarzelde James. Even bekeek ze James van top tot teen. Zijn houding was heel koel, maar je zag aan zijn gezicht dat hij (net zoals Lily) nerveus was. ‘Ikkuh,’ weer aarzelde hij. Zou hij haar nou eindelijk vragen? ‘Ga verder,’zei Lily en twijfelde of ze misschien wat te enthousiast over kwam. ‘Ik had gehoord dat de zoeker van Huffelpuff je had mee gevraagd naar Zweinsveld?’ ‘O, die,’mompelde ze een beetje teleurgesteld. ‘Het is een kwakzalver. Ik heb nee gezegd. En toen begon die verder te praten over hoe geweldig het was dat ik met hem ging. Pas later dringen het tot hem door,’ lachte ze flauwtjes. ‘O, okè.’ James gezicht ontspande zich een beetje. Met zijn vrije had vreef hij door zijn haar. Lachend stapte Lily op hem af en pakte zijn hand beet. ‘Je haar is al zo warrig en je maakt het allen nog maar erger,’ zei ze met een glimlach op haar gezicht. James werd rood en begon een beetje te stotteren. ‘O, uh uh.’ Lily begon zich een beetje ongemakkelijk te voelen nog een paar centimeter en ze waren zowat aan het zoenen! Snel maakte en een klein pasje achteruit, ze viel bijna maar kon haar evenwicht herstellen. ‘Nou, daag,’zei ze snel, omdat ze niks anders kon verzinnen. ‘Uh, Lily. Je heb me hand nog vast,’ zei hij nog altijd met een rood gezicht. ‘O, sorry.’ Ze zei het zo snel dat de woorden bijna uit haar mond vielen terwijl haar gezicht rood opliep. ‘Nou dag dan,’en met een zwiep was James omgedraaid. Lily keek hem na hoe hij net een paar passen weg liep. Waarom vroeg hij haar niet? Moest zij hem dan vragen? Durfde ze dat wel? Het raasde door Lily’s hoofd. ‘James! Wacht!’ riep ze hem na. Gelukkig had hij haar gehoord en draaide zich om. ‘Wiljemetmijzweinsveldgaan?’ raaskalde ze. ‘Uh wat?’ Lily zuchtte. Iets in haar wou het zo graag. Een diep en sterk verlangen, dat zich al die jaren schuil had gehouden en nu een beest was geworden. ‘Wil je met mij volgende week, uh naar Zweinsveld?’ Lily was blij dat ze dat had gezegd ook al had ze nog geen antwoord. Vol verbazing staarde James haar aan. Na een paar minuten zat James nog altijd verbaast naar haar te kijken. ‘Weet je wat, vergeet het. Ik trek me aanbod in.’ Snel draaide ze zich om en liep snelwandelend de gang uit, maar voetstappen volgende haar. Met een zwiep draaide ze zich om maar, Niemand. Een schok ging door Lily’s lichaam wanneer ze iemand haar van achter voelden aantikken. Voorzichtig draaide ze zich om. ‘Wil je soms met mij naar Zweinsveld?’ vroeg een lachende en stalende jongen. ‘James!’ zei ze nogal verbaast. Lachend keek hij haar aan. ‘Ik nou uh, okè!’ lachte ze stralend. ‘Okè afgesproken! Zullen we dan gewoon hier afspreken op deze plek?’ zei James met een glimlach van oor tot oor. ‘Afgesproken.’ ‘Nou dan ga ik dit boek maar eens naar Remus brengen, die maakt zich onder tussen vast zorgen over mij. Doei,’lachte hij. ‘Dag.’ En ze liepen beide een andere kant uit.
Leuk!!
Wil je het zeggen als je verder bent gegaan?