Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Humanoid » Forgotten Children
Humanoid
Forgotten Children
‘Laten we drinken op Jennifers verjaardag!’ zei Goody lachend, waardoor iedereen zijn glas omhoog deed. Goody keek dolverliefd naar zijn vriendin, en Jenn zelf kleurde helemaal rood. Ven was blij dat die twee na twee jaar nog steeds samen waren. Ven durfde bijna te denken dat zij twee perfect voor elkaar gemaakt waren. Ze was ook blij dat Goody niet boos op haar was vanwege zijn ontslag. Ze herinnerde zich dat moment in haar bureau nog.
‘Je wilde me spreken, baas?’ had Goody gevraagd. Ven kon zijn bange stem nog voor zich halen.
‘Ja, kom binnen,’ zei ze. Goody stapte naar binnen, en ging richting de stoel. Toen Ven gebaarde dat hij moest neerzitten, deed hij het ook. Het bleef even stil tussen de twee, waardoor het nog moeilijker werd voor Ven.
‘Je weet waarom je hier bent, Goods,’ zei Ven op een spijtige toon. Goody ademde diep, en kneep de leuningen van de stoel helemaal fijn.
‘Ja... ehm... vanwege mijn onacceptabel gedrag,’ zei hij doods en emotieloos, hoewel Ven zeker wist dat hij diep vanbinnen vol zenuwen zat.
‘Goods, maak het niet nóg moeilijker,’ fluisterde Ven. Ze legde haar ellebogen op de tafel, en leunde zachtjes voorover. Haar hoofd legde ze onder haar gekruisde handen.
‘Je gaat me ontlaan, niet?’ vroeg hij. Nu was de angst in zijn stem wel te horen. Hij keek op naar Ven. Zijn bruine haren vielen in zijn gezicht, maar hij leek het niet eens op te merken. Zijn grijze ogen staarden Ven angstig aan.
‘Als je vriend wil ik niets liever dan je hier te laten, Goody,’ zei Ven. Ze ademde diep, en probeerde haar zin af te maken. ‘Maar als je baas is het nodig dat ik je laat gaan...’
‘En laten gaan als in, deze baan laten gaan?’ vroeg hij. Ven zuchtte weer, en knikte zachtjes. Goody keek weg, legde zijn hand op zijn mond, en wreef met zijn vingers over zijn kin. Ven meende zijn tanden te horen knarsen. Zonder nog iets te zeggen stond hij op. Hij stapte richting de deur met hangende schouders.
‘Neem het niet persoonlijk, Goods!’ protesteerde Ven nog, maar Goody haalde gewoon zijn hand omhoog.
‘Ik ga mijn bureau opruimen, tegen de avond ben ik weg,’ fluisterde hij. Toen draaide hij zijn gezicht om, en keek hij Ven met droevige ogen aan. Doordat het licht niet juist stond, kon Ven niet zien of hij tranen had. ‘Ik zie je later wel nog eens, Ven.’
Toen stapte hij weg.
Maar dat had natuurlijk niets meer gedaan aan hun vriendschap. Ven en Goody waren nog altijd dezelfde vrienden als voordien. En dat bracht haar natuurlijk hier, bij het koppeltje, en nog andere vrienden van de twee, Jenns verjaardag vierend. Het moest vreemd voor hun zijn om met hun baas op café te zitten. Ven voelde zich waarschijnlijk even ongemakkelijk als hun. Wanneer ze met haar glas tegen de vijf andere tikte, spatte er een beetje wijn op haar hand. Ze pakte een doekje, en veegde hem schoon.
‘Dus, wat ben je van plan om te doen nu je negenentwintig bent geworden?’ vroeg een vrouw naast Ven. Als Ven het juist had, heette ze Isobell. Ze had sneeuwwit haar, en lichtblauwe ogen. Ze was zo goddelijk mooi dat ze niet echt kón zijn. Ven was bijna jaloers...
‘Goody en ik zijn beginnen denken aan kinderen,’ zei Jennifer met een rood hoofd, en nu kreeg ook Goody’s gezicht meer kleur dan normaal. Vens mond viel in een grote glimlach open, en ze pakte Jenns hand vast.
‘Ben je zwanger, Jenn?’ vroeg ze op een speelse toon. Jennifer glimlachte, en draaide haar hoofd om naar Goody.
‘Ik ben nog niet zeker, we gaan morgen een test doen en dan weten we het te zeggen,’ antwoordde ze. Ven probeerde zich een kindje van Jennifer en Goody in te beelden. Ze vond hem zo al schattig, zonder dat hij er al was.
De hele avond babbelden ze over kinderen en huwelijken, en wanneer ze het over de liefde zelf hadden - Eva, de vrouw naast de mooie Isobell, had sinds kort een nieuwe vriend - dacht Ven aan de ketting rond haar nek - de ketting die ze van hém had gekregen op haar verjaardag. Ze wilde hem pakken, en het tekstje nog eens lezen, maar merkte toen dat ze hem niet meer om had. Ze haalde geschrokken adem, en iedereen keek haar aan met een verbaasde blik. Isobell keek eerder geërgerd omdat Ven haar verhaal had onderbroken.
‘Is er iets?’ vroeg ze geïrriteerd. Ven keek even naar de tafel om te kijken of de ketting daar niet lag, maar zag hem niet. Zonder iets te zeggen stond ze op.
‘Ven?’ vroeg Jennifer verbaasd. Ven moest daardoor wel naar haar kijken. Ze zag haar verbaasde bruine ogen naar haar kijken. ‘Scheelt er iets?’
Ven schudde haar hoofd terwijl haar ogen over de grond gleden.
‘Neen, ik moet eigenlijk naar huis, Billie en Willem zullen zich zorgen beginnen te maken,’ loog ze. Ze knikte even naar iedereen, negeerde Isobells gemene blik, en haastte zich uit het restaurant. Terwijl ze naar buiten stapte, keek ze goed op de grond om te kijken of ze de ketting niet vond. Niets.
O, hopelijk lag hij thuis.
Ven hield een taxi tegen, en stapte erin. Daar gaf ze haar adres, en greep ze haar handtasje vast om daar in te rommelen.
Geen ketting.
Bij haar thuis aangekomen gaf ze de chauffeur meer geld dan nodig was, en snelde ze het huis binnen. Willie en Billie sliepen al, en Tom zat in de woonkamer. Hij was in slaap gevallen in de zetel. Ven wilde hem niet wakker maken. Zo snel ze kon rende ze zonder één geluidje te maken naar boven, in haar kamer. Daar deed ze haar deur dicht om lawaai te dempen, en rende ze naar haar bureau. Ze doorzocht hem, smeet bijna alle papieren eraf, maar vond nog steeds geen ketting. Met haar handen in haar haren, en haar ogen gesloten, zakte ze neer tegen het bureau.
‘Is er een probleem?’ vroeg Tom aan de deur. Geschrokken keek Ven op, en zag ze hoe haar ex-man aan de deuropening stond. Pas toen Ven sprak, merkte ze dat ze was beginnen huilen.
‘Eh, ik vind mijn ketting niet meer,’ zei ze met een neusklank, zoals meeste mensen hadden wanneer ze huilden. Ze veegde een traan weg, en beet op haar lip.
‘Ketting? Welke ketting?’ vroeg hij verbaasd. Hij stapte op Ven af, en knielde naast haar neer. ‘Ven?’
‘Die van hém,’ antwoordde ze. Tom hield zijn gezicht een beetje schuin, en keek haar verdrietig aan. Hij knikte even, en ging naast haar neerzitten. Hij klopte zijn hoofd tegen de kast, staarde naar het plafond.
‘O, Tom, het spijt me zo dat ik je altijd pijn doe,’ fluisterde Ven door haar tranen heen. Ze drukte haar hoofd tegen zijn schouder aan, en kneep haar ogen fijn. ‘Elke keer dat ik over hem praat ben je verdrietig, en dat is niet eerlijk...’
‘Het gaat goed met me, Ven,’ zei Tom, maar zijn stem maakte al duidelijk dat dat niet waar was. Hij sloeg over, en eindigde met een fluistering. Hij draaide zijn hoofd even naar haar toe, en sloot zijn ogen.
‘Waar heb je het voor het laatst gezien?’ vroeg hij. Ven zuchtte.
‘Ik had hem nog om toen ik hier vertrok. Hij is waarschijnlijk gevallen onderweg naar het restaurant,’ zei Ven. ‘Het is kwijt, Tom... Ik vind hem niet meer terug.’
Tom legde een hand in haar haar, en drukte zijn lippen op haar voorhoofd. Daarna gaf hij haar een troostende omhelzing om haar te kalmeren.
‘We zullen hem wel vinden,’ zei hij. Ven knikte kort, en staarde even in zijn bruine ogen. Het linkse oog had altijd al een blauwe gloed gehad, en nu wist Ven waarom. Maar toen ze daaraan dacht, dacht ze weer aan Gustav, die hem en... hém... terug had opgebouwd. Blijkbaar was Gustav op negenjarige leeftijd al een genie. Hij vond een nieuw lichaam uit voor Tom, waardoor hij verder kon blijven leven. Ven vond het ongelooflijk dat zo’n klein kind zo’n groot mechanisme kon ontwerpen. Met de jaren was hij zelfs enkel beter geworden.
‘Je mist hem nog steeds, niet waar?’ vroeg Tom met een pijnlijke fluistering. Ven haar tranen waren al gedroogd, maar haar ogen waren niet vochtig genoeg om opnieuw te huilen. Haar tranen waren op.
‘Zo hard, Tom,’ zei ze. Ze ademde diep uit, en dacht na over alles wat er was gebeurd. Tom zweeg een tijdje, en Ven vroeg zich af of hij niet in slapa gevallen was.
‘Heeft hij Billie al ontmoet?’ vroeg Tom daarna. Ven schudde haar hoofd, waardoor zijn schouder meeging. Tom snoof even. Uit zijn mond kwam er een afkeurend geluid. Ven wist wel dat hij zich afvroeg waarom ze in godsnaam verliefd was op die man. Maar Tom begreep de definitie van ware liefde niet.
Die nacht sliep Ven slecht. Tom was net vertrokken naar huis, Billie en Willie lagen eindelijk in bed, en toch kreeg Ven geen enkele oog dicht. Ze zuchtte geërgerd terwijl ze zich op haar rug draaide. Haar ogen staarden naar het plafond.
Maar niets hielp. Leeg hoofd hielp niet, plafond staren hielp niet. Niets. Ven stond dus maar op, en stapte naar beneden. Met een hand op haar voorhoofd deed ze het licht aan. Het deed pijn aan haar ogen, maar ze raakte er uiteindelijk gewend aan. Ze greep naar een lege fles, vulde hem met het koude water uit de koelkast, en stapte terug naar boven. Het koude water dat door haar keel stroomde deed zo goed, dat Ven de hele fles wilde leegdrinken. Ze had het bijna gedaan, maar dan moest ze later terug gaan bijvullen. Langzaam stapte ze naar haar bureau, en greep ze haar schriftje. Ze schreef er enkel in wanneer ze het nodig had, en deze keer was dit ook het geval. Ze moest echt van alles neerschrijven over wat er vandaag gebeurd was.
Nadat ze alles terug op orde had gelegd, rende ze nog even naar de lichtknop, om het grote licht aan te doen. Daarvoor moest ze naar de deur stappen.
Eens het licht aan was, ging er een koude bries over Vens huid heen. Ven keek in het rond, zoekend naar de oorzaak van deze temperatuurwisseling. Tot haar verbazing was het raam open. Ven stapte ernaartoe om hem dicht te doen. Uit het raam zag ze niets, of niemand. Ze vroeg zich af of ze misschien vergeten was hem te sluiten. Vlak daara stapte ze terug op haar bureau, en merkte ze iets zilvers en glimmend op haar bureau. Met een hart dat dubbel sloeg stapte ze er heel langzaam naartoe. Het glimde alleen nog harder naarmate ze dichterbij kwam.
Het was haar ketting. Ven greep het vast, vol verbazing, en staarde ernaar. Ze wist héél zeker dat ze hem daar niet had zien liggen voordien. Ze was er zo van overtuigd dat ze die gewoon op straat was verloren.
Hoe kwam hij dan hier?
Ven keek door haar kamer, bang om een indringer te zien. De ketting legde ze terug op haar bureau, en in de plaats pakte ze een potlood vast. Het was niet geschikt als wapen, maar improvisatie was hier toch wel nodig.
‘Is hier iemand?’ vroeg Ven. Haar stem sloeg over. Ze maakte de greep om haar potlood nog harder, bang hem te laten vallen. Haar handen zagen lijkwit doordat het bloed zo slecht doorstroomde.
Er kwam geen antwoord uit de kamer, maar Ven kon toch niet ontspannen. Ze ging achter haar bureau aanzitten, verwisselde de potlood met een pen, en wilde beginnen met schrijven.
Maar er kwam niets in haar hoofd. Alles wat er gebeurd was, ging over de verloren ketting. En toch was hij hier, opeens. Ven voelde zich onveilig, herinnerde zich nog hoe ze zich twee jaar geleden voelde, voor ze... hém kende. De paranoia kwam langzaam terug naar boven.
Om tien uur ’s ochtends ging de bel. Ven werd er niet wakker van. Na drie minuten voelde ze twee ijzeren handen op haar schouder, waar ze van schrok. Haar hoofd vloog omhoog, en hadden lijnen op de huid waar ze op haar boek had gelegen. De balpen lag nog steeds in haar hand.
‘Wie? Wat? Wie is er?’ vroeg Ven vol paniek. Toen ze zag dat het enkel Mélanie was die haar wakker had gemaakt, zuchtte ze opgelucht. Ze legde een hand op haar hart, en lachtte even.
‘Wat heb je nodig, Mel?’ vroeg Ven terwijl ze haar hartslag probeerde te doen dalen. Mélanie keek haar met een bezorgde blik aan - voor zover robots hadden natuurlijk...
‘Meneer Kauls is hier, hij wilt je spreken over de schikking...’ zei ze. Ven moest daar even over nadenken. Wilde Jög haar weer overtuigen om het niet te doen? Hoe moest ze hem in godsnaam duidelijk maken dat ze geen risico’s wilde nemen?
‘Breng hem binnen, ik kom er zo aan,’ zei Ven uiteindelijk. Ze strekte zich uit, wreef in haar ogen, en stond op uit haar bureaustoel. Tot haar ontstelling was haar raam weer open, maar deze keer was het waarschijnlijk gewoon Mélanie. Zij deed dat elke ochtend om de kamer te verluchten. Ven stapte naar haar kleerkast om - ondanks de afwezigheid van de zon - een zomerjurk aan te trekken. Doordat het toch nog koud was trok ze er zwarte collants onderaan, en nam ze een saaie maar formele pull erbij. Ze zag er vreselijk saai en zakelijk uit, maar had ook geen zin om te veel raplapla aan te trekken. Terwijl ze haar zwarte haren terug goedzette, stapte ze naar Billies kamer, pakte ze haar op, en ging ze met haar naar beneden.
‘Jög!’ begroette ze de man enthousiast, hoewel ze zich werkelijk zo niet voelde. Jög knikte enkel vriendelijk, en glimlachte bij het zien van Billie in Vens armen. Toen Ven beneden was, bekeek Jög Billie eens goed.
‘Wat een mooi kindje,’ zei hij vrolijk. Ven lachtte zachtjes.
‘Ze heeft veel van haar vader weg,’ verklaarde ze. Jög blies even.
‘Dat moet dan een mooie man zijn, is hij thuis?’ vroeg hij. ‘Hoe heet hij ook alweer?’
Ven negeerde de pijn in haar hart. Ze haalde diep adem, probeerde tot rust te komen door naar Billie te kijken.
‘Zijn naam is Bill, en hij woont hier niet...’ antwoordde ze. Jög trok zijn wenkbrauwen op. Hij was zeker wel verbaasd dat Billies vader dit niet zijn thuis kon noemen. Hij moest maar eens weten. Toen hij zijn hoofd een beetje draaide, was het duidelijk dat hij nog iets ging vragen.
‘Waar is hij dan?’ vroeg hij, in de hoop meer uit Vens mond te kunnen krijgen.
‘Ik weet het niet, hij is vertrokken nog voor de geboorte... Ik heb hem niet meer gezien...’ zei Ven, met een valse glimlach. Toen legde ze een hand op Jög arm om hem naar de woonkamer te begeleiden.
‘Bill hè... mijn zoon heet ook zo... ik heb hem al jaren niet meer gezien...’ zei hij spijtig. Ven begreep dat zijn breuk met zijn kinderen hem wel pijn deed.
‘Dus, Jög, wat kom je doen?’ vroeg Ven. Ze gebaarde hem te gaan zitten, en nam zelf plaats op de bank tegenover hem. Billie drukte haar gezicht tegen Vens schouder aan, en jammerde zachtjes. Ven legde enkel haar hand op haar zwarte haren, en stelde haar gerust door een zacht liedje te neuriën. Jög wachtte duidelijk.
Toen Billie weer rustig was, keek Ven de man tegenover haar aan. Hij was duidelijk geraakt door Billie, maar wie was dat nou niet?
‘Eh... ze hebben het aanbod van schikken afgewezen... We zullen naar de rechtbank moeten gaan,’ zei hij. Vens mond viel open van verbazing.
‘Ze hebben... wí¡t?’ vroeg ze. Jög was duidelijk ook niet tevreden met dit evenement.
‘Ze vinden het niet genoeg voor wat we die vrouw hebben aangedaan, ze willen ons helemaal ten onder brengen...’ Hij stopte toen hij tanden hoorde knarsen. Het waren die van Ven...
‘Zou het logisch zijn als ik ze nu zou aanklagen voor het terugtrekken van een schikking?’ vroeg ze woedend. Jög zijn ogen werden groter van verbazing.
‘Wat vraag je me nou? Je kunt iemand niet aanklagen omwille van een aanklacht... Daar kunnen ze niet op ingaan...’
Ven zuchtte om haar woede weg te laten gaan. Alsof Billie de humeurwisseling had gevoeld, legde ze haar hand op Vens gezicht, en staarde haar bang aan. Ven voelde zich schuldig voor haar angst. Ze pakte het meisje haar hand vast, en kneep er even in.
‘Dus, wat gaan we nu doen?’ vroeg Ven, in de hoop dat Jög een of ander pla nhad voorbereid. Hij haalde helaas enkel zijn schouders op.
‘Ik heb geen idee... Het komt allemaal erg ongelegen...’ zei hij. Ven knikte zachtjes terwijl ze terug naar Billie keek.
‘Inderdaad...’ fluisterde ze.
Reacties:
Dude, hoe ingewikkeld wil je je verhaal nog maken?
Gordon, de stiefvader van Tom en Bill. Dus de schoonvader van Ven, en de opa van Billie. Buh. Echt onhandig.
En dan nog iets. Bill wilt wel afstand doen, maar ik durf te wedden dat hij er voor iets tussen zit met die ketting. Daar is hij het type wel voor. Naja, in dit verhaal is hij dat type. In real is hij echt niet zo. o.o
Zou best vreemd zijn.
En dan nu TD.
Gordon... is hij hun vader? Like, dat moet wel. o.o
Nog meer drama. *slik*
Enenen, wie legde die verloren ketting weer terug? Want... Uuuh.
<3
Oh Jezus, precies wat Kay zegt. Hoe ingewikkeld is dit nu helemaal. Gordon ook nog eens... Holy hell, dat wordt nog wat. x'D
Niet erg, hoor. Ik vind het fantastisch. Ben echt blij dat je in tempo doorschrijft, dan heb ik zo'n beetje elke keer dat ik de computer aanzet, iets te lezen. & dat is tof. :3
Mhe. De hitte knaagt aan mijn reactievermogen, sorry. Maar ik ben wel echt benieuwd naar het volgende hoofdstuk - en dat gedoe met die ketting o.o