Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Unexpected Friendship » 42. I don't want to worry, but I do

Unexpected Friendship

30 juni 2010 - 3:07

1911

0

359



42. I don't want to worry, but I do

Dit hoofdstuk is geschreven door Monika (Moonzzz) en het volgende hoofdstuk wordt geschreven door Leona (SusieSimon).

Monika's P.O.V.

Ik liet bijna de bol vallen. Ik probeerde te realiseren wat ik net had gezien. Het waren verschillende leerlingen van Zweinstein die onder het bloed zaten. Het waren er wel 20 of zo die voorbij flitste. En nog steeds onder het bloed zaten. Ik kon niet zien wie het waren, jammer genoeg. Want anders kon ik ze waarschuwen. Maar nu zag ik een persoon voorbij komen in de bol met het Zwerkbal tenue van Ravenklauw. En een andere persoon met een Zwadderich uniform. En nu zag ik een jongen met een Griffoendor Zwerkbal tenue. Ik was bang dat Mateusz misschien gewond zou raken. Maar iemand veroorzaakt dit, ik moet iets doen. Alleen ik wist niet hoe ik het zou moeten oplossen. Een ding doe ik wel alvast, Mateusz waarschuwen. Ik keek nog een keer in de bol. Om te zien of ik toch iemand zou herkennen. Na mijn zinloze pogingen om nog een keer te kijken, besloot ik om maar snel naar Mateusz te gaan. Ik weet waarom, maar ik werd opeens emotioneel, bang en bezorgd. "Heej Monika, hoe gaat het?" Vroeg Mateusz blij. "Waarom ben je nou boos op mij?" Vroeg George. Maar zonder antwoord op hun vraag te geven, besloot ik maar om te zeggen dat ze op moeten letten. "Willen jullie voorzichtig doen?" Zei ik onzeker. "Waarom?" Vroegen ze verbaasd. "Er gaat iets gebeuren..." Zei ik bang. Ik kon mijn tranen niet binnen houden, ik dacht de hele tijd dat ze misschien in gevaar zouden zijn. Ik rende weg ik moest dit tegen professor Perkamentus vertellen. "Monika!? Wat is er?" Riepen George en Mateusz nog, maar ik bleef rennen. Ik hoorde nog iemand tegen me schreeuwen. "Monika!? Wacht!" Ik keek om het was Carlo. Ik bleef maar rennen. Ik veegde mijn tranen de hele tijd weg, want ik kon niks zien. Ik botste kei hard tegen Carlo aan. "Cedric! Laat me met rust! Iedereen laat me met rust." Ik zuchtte, want ik was buiten adem. Waarom zei ik dat nou, ik wil alleen dat ze me nu met rust laten. Ik keek ze aan, ze wouden een verhaal zo te zien. "Ik heb iets gezien..." Begon ik. "Ik zag dat... Ik kan het niet zeggen. Het is té vreselijk." Ik kon er nu al helemaal niet meer tegen. Perkamentus moet dit weten.

Ik rende snel naar het kantoor van Professor Perkamentus. Maar ik werd tegen gehouden door Sneep. "Juffrouw Haex, Wij rennen niet door de gang!" Zei hij boos. "Maar, ik moet heel snel naar…" Ik kon mijn zin niet afmaken want ik werd onderbroken door hem. "Geen gemaar, 5 punten aftrek van Huffelpuf." Zei hij met een stiekeme glimlach. "Mag ik nu gaan?" Zei ik bot. "Nog eens 5 punten aftrek van Huffelpuf." Zei hij tevreden, maar streng. "Het spijt me, professor Sneep. Mag ik nu gaan." Zei ik beleefd. "Ja, je mag nu gaan. Waar ga je eigenlijk naar toe?" Vroeg hij aan me. "Naar Professor Perkamentus." Antwoordde ik. "Oh, dat is die richting op." Hij zei het wel met een gemene glimlach. Ik besloot maar om snel te lopen. "Waarvoor eigenlijk?" Vroeg hij. 'Wat is hij irritant.' Dacht ik bij mezelf. "Sorry, wat zei u? Ik hoorde u niet, maar ik moet nu echt gaan." Riep ik naar hem. "Verbinding verbroken, Sukkel." Zei ik iets te hard. Ik hoorde Sneep nog wat tegen me zeggen: "Dat hoorde ik juffrouw Haex, nog eens 5 punten aftrek!" Riep hij nog. "Grrr.." Ik was nu echt pissig op hem. Maar ik moest Sneep heel even uit mijn hoofd zetten, want ik moest Perkamentus vertellen over de bebloede leerlingen.

Gelukkig kwam ik professor Stronk tegen. "Professor? Weet u waar Professor Perkamentus is?" Vroeg ik aan haar. "Ja, hij is in zijn kantoor. Kom, dan loop ik even mee. Maar waarom liep je deze richting? Het kantoor is aan de andere kant." Ik wist dat Stronk eerlijk was, maar Sneep vertrouw ik nu al helemaal niet meer. Hij had me de verkeerde kant opgewezen, wat haat ik hem. Ik liep rustig met Stronk mee. Daar liep hij toevallig. "Albus!" Riep Stronk. "Ja, Pomona? Wat is er aan de hand?" Vroeg hij aan haar. "Nou deze jonge dame wilt met u praten." Ze keek me aan toen ze dat zei.

In Perkamentus zijn kantoor legde ik alles uit, hij legde me uit dat ik mijn bol morgen maar eens mee zou moeten meenemen. Dus dat deed ik. "Zou het goed zijn als ik morgen langskom?" Vroeg ik aan hem. "Ja, dat is goed. Ga nu maar naar jouw leerlingenkamer. Om morgen goed uitgerust te zijn." Ik knikte toen hij dat zei en liep zijn kantoor uit.

Het was donderdag, vandaag hadden we samen met Zwadderich kruidenkunde. Na de les ging ik rustig naar mijn kamer om mijn bol op te halen. Met mijn glazen bol liep ik naar het kantoor van Perkamentus. Aangekomen in zijn kantoor bekeek hij mijn glazen bol heel moeilijk. "Wat is er?" Vroeg ik beangstigend. "Monika, jij hoeft je nergens zorgen over te maken, er is met deze glazen bol geknoeid." Zei hij bevestigend. "Vind je het goed als ik de glazen bol een tijdje bij me houd." Vroeg hij. "Ja, ik wil echt niet meer die verschrikkelijke dingen zien." Zei ik angstig. "Je hoeft niet bang meer te zijn." Ik had het gevoel dat hij wou dat ik me niet meer bang zou voelen. Maar ik was nog steeds niet zeker of ik rustig kon blijven. Ik liep het kantoor onzeker uit. Waarom had Lili mij dat ding gegeven. Ik geloof niet, dat ze wou bang maken. Ik denk dat er iemand anders achter zit.

De volgende dag ging snel voorbij, het was al na de lessen. Het was vrijdag, dat betekende weekend. Ik was nu al minder gespannen, omdat er toch niks verkeerds was gebeurt. Ik zat aan de Huffelpuf tafel. "Heb je zin in morgen?" Vroeg Tom. "Ja, eigenlijk wel. Een beetje afleiding is goed." Gelukkig hadden Carlo en ik gepraat over wat er eergister was gebeurt. "Ja, het is misschien de eerste week van school, maar het is nu al zo vermoeiend." Zei hij op een grappige toon. "Ja, school." Zei ik moe. Leona liep naar me toe. Ik had haar niet verwacht. "Hoi. Ik heb iets voor je." Zei ze blij, ik was eerder verbaasd. Waarom zou ze mij iets geven. "Toch geen stunt van Fred en George hoop ik?" Vroeg ik aan haar. Ze lachte. "Nee. Ik beloof je dat dit geen stunt is. Het is een cadeautje, nog voor je verjaardag. Ik was het geloof ik een beetje vergeten." Zei ze schamend. "Is niet erg joh, ik wist eerlijk gezegd niet eens dat jij wist wanneer ik jarig ben. Hoe wist je-" Voordat ik mijn zin kon afmaken dachten we meteen hetzelfde. "De tweeling." Zeiden we tegelijk. Ik begon het pakje open te maken. Ik pakte de oorbellen eruit en bekeek ze aandachtig. Ze waren heel erg mooi, het was met het wapenschild van Huffelpuf. "Je stemming heeft invloed op de kleur. Ik heb ze zelf ook.” Ze deed haar haar opzij en liet me de wapenschilden van Griffoendor zien, die een zonnige, gele kleur hadden. Ik deed ze meteen in. Ik hoorde opeens een super irritant geluid, het leek wel een bij of zo. Nee ik zat fout, zelfs bijen maken een zaliger geluid. Het was de akelige Stella, ieww. "Hé Monika." Zei ze Stella-achtig. Wat moest Carlo met haar? Ik wist eigenlijk niet dat ze zo irritant zou zijn, anders had ik nooit ingestemd om met hun op een dubbeldate te gaan. Ik draaide me om naar Leona, ze keek naar mijn oorbellen. Sjoet. Ik wou wat zeggen, maar ze was me voor. "Ik dacht dat jij iets met Tom Kings had?" Ik keek geschrokken. "Hoe kom je daar bij?" Vroeg ik aan haar. "George." Zei ze snel. "O. Nou.. is dat alles wat hij er over gezegd heeft?" Vroeg ik aan haar, ze knikte. "Ja, waarom? Klopt er iets niet aan?" Vroeg ze aan me. Ik wist niet of ik het moest zeggen. Maar ik besloot om de waarheid te zeggen. Ik schudde mijn hoofd. "Nee, het klopt gewoon. O, daar komt hij net aan. Tom!" We legde het samen uit aan Leona, ze begreep het. Na het gesprek liep ze naar de griffoendor tafel. Wij gingen vervolgens verder praten over koetjes en kalfjes.

Het was eindelijk zaterdag. Ik hoopte maar dat Stella ziek was, dan konden we met z'n drietjes gewoon rond hangen. Maar nee hoor. Ik hoorde haar tot in mijn kamer. Ik stond op, kleedde me om en friste me op. Ik liep naar de grote kamer toe. Ik ging rustig liggen op een luie stoel. Ik sloot mijn ogen, want ik was nog een beetje moe. Ik had een nachtmerrie over de bebloede leerlingen. "Wakker worden!" Werd er in mijn oor geschreeuwd. Ik schrok en ging meteen zitten. Ik hoefde nog niet eens te raden en ik wist al wie het was. Ik besloot om haar gewoon te negeren. Ik liep naar de eetzaal. Ik nam een broodje en at het langzaam op. Ik wou weer gaan. Dus ik liep de gangen door. Ik ging zitten op de vensterbank en keek naar buiten. Na een tijdje buiten te hebben gestaard hoorde ik Mateusz praten met zijn vrienden. Ik stond op en liep snel naar ze toe. "Gaat het weer?" Vroeg Mateusz bezorgd. "Sorry dat ik de hele tijd wegren, maar... Ik kan het echt niet aan jullie vertellen." Zei ik schamend. "Okee, we begrijpen het." Zei Lars begrijpend. "We zullen voorzichtig doen." Zei Mateusz erachteraan. Ik wou nog zeggen dat er niks meer aan de hand was, maar ze deden alsof ze het koud kregen. Terwijl het bloedheet was in de gang. "O nee, daar komt Elke aan lopen." Zei Denny plotseling. "Wie is Elke?" Vroeg ik verbaasd. "Zij is de vriendin van Thomas." Zei Mateusz snel. "Zit zij ook bij de Eksters?" Vroeg ik. "Nee, maar zij lijkt wel de baas te zijn over Thomas en dus ook over de Eksters." Zei Lars zo zacht mogelijk, maar ze had hem gehoord. "Zo, zo, zo. Kijk eens wie we hier hebben." Ze liep samen met de Eksters. "Monika ga!" Zei Mateusz bevelend. "Is goed, ik ga." Ik liep snel weg. Ik zag net Sneep langs lopen, ik wist dat ik een bloedhekel aan hem heb, maar nu heeft Mateusz mijn hulp nodig. "Professor Sneep!" Riep ik bijna, het had wel effect want hij draaide zich om. "Ja juffrouw Haex, wilt u nog meer strafpunten?" Vroeg hij aan me, hij vond het vast amuserend. "Nee meneer. Ik verontschuldig me daarvoor. Maar de Eksters en mijn broer zijn weer eens bezig." Zei ik smekend. "Nou, dan ga ik maar weer eens kijken." "Dank u meneer." Zei ik al te beleefd.

Ik weet niet hoe het is afgelopen met de Eksters en Mateusz, maar daar kom ik morgen wel achter. Ik liep naar mijn kamer toe om me een beetje op te frissen. Want ik had een fake-date. Ik liep naar de zaal toe, waar de drie al stonden te wachten. "Wat zie je er mooi uit." Vroeg Carlo. Stella deed een nep hoestje. "Ja, je ziet er mooi uit." Zei Tom. We liepen samen naar buiten. Bij het meer lag een mooi kleed met allemaal picknick spullen. Ik keek verassend, want het was best mooi gemaakt. Nee niet alweer, want het werd weer Zwart voor mijn ogen.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.