Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Hush » Third
Hush
Third
Ik wist niet wat me bezielde, maar ik begon te praten, hopend dat mijn achtervolger me begreep en genade wilde tonen.
"Alsjeblieft, ik bedoel niks slecht, ik ben gewoon verdwaald," zei ik met een stem die doordrongen was van doodsangst. Een dreigend gegrom, uit meerdere kelen tegelijk, geen spoor van medelijden. Ik versnelde mijn pas, hoorde hoe de vreemden steeds dichter bij me kwamen. Ik beschermde het kind in mijn armen, het engeltje dat mijn paniek voelde en begon te wiebelen. Ik streelde over zijn gezicht, dacht wanhopig aan mijn belofte.
"Ik beloof het, Catharina, hoewel het me erg veel pijn doet." Ze toverde een flauwe glimlach op haar gezicht, haar zwakke lichaam was uitgeput.
"Je bent zo goed voor me, en voor de baby," stamelde ze.
"Ik wil alleen maar voor jou goed doen. Het... kind kan me niks schelen. Ik zal ervoor zorgen omdat jij het me vroeg, maar ik kan niet houden van de moordenaar die mijn zuster doodde." Ze knikte begrijpend.
"Ik ben je zo dankbaar, Maria." Ik glimlachte en kroop weer tegen haar aan.
"Heb je nog dorst?"
"Niet echt. Misschien straks. Het spijt me dat je dt allemaal voor me moet doen." Ik dacht verbitterd aan de doden die ik op mijn geweten had.
"Ik zou alles doen om jou langer bij me te houden, al is het maar een minuut."
"Ik hou van je."
"Ik ook van jou."
Zware poten achter me, nog maar enkele meters.
"Ik smeek jullie, ik ben op zoek naar onderdak, ik doe geen mens kwaad!" Geblaf, als ik niet beter wist zou ik zeggen dat er iemand lachte.
Een klif. Ik kon niet verder. Het maanlicht streelde het gezicht van de baby in mijn armen, hij keek me angstig aan. Ik keek naar de gloven die onder me tegen de rotsen bonkten. Ik kon zwemmen, maar Juan niet. Hij zou verdrinken als ik sprong, en dan was alles voor niets geweest.
Ik draaide me om, verstopte het kleine jongetje in mijn mantel. Een groep van tien reusachtige wolven stond om me heen en versperde me de weg naar het bos. Ze wisten dat ze gewonnen hadden, ik kon geen kant meer op. Maar het mocht niet, ik heb Catharina beloofd dat ik voor Juan zou zorgen, ik had haar niet zien dood gaan om hem ook nog kwijt te raken. Ze zou er het hart van in zijn als hij ook nog stierf.
"MARIA!!!" Catharina krijste en kronkelde van de pijn. Ik stond machteloos, ik kon niets doen. Ze lag stuiptrekkend op de grond, een scheurend geluid klonk uit haar onderbuik. Ik huilde, liep heen en weer zonder te weten wat ik deed. Het zou geboren worden, het zou haar openbreken om zelf het levenslicht te kunnen zien.
"Catharina, lig stil, probeer niet te bewegen!" Ik wist dat het onmogelijk was wat ik haar vroeg, alsof je een dove vroeg te luisteren naar vogelzang. Maar ze deed het, ze weende en jankte van de pijn en angst, maar ze probeerde zich niet te veroeren. Ik haalde water uit de rivier, depte haar koortsige hoofd.
"Je weet wat het gaat doen," fluisterde ik. Ze knikte, bijtend op haar lip om niet op opnieuw te schreeuwen toen ik haar bui knog een keer zag bewegen.
"Hij wil eruit." Toen glimlachte ze, en even begreep ik de moederliefde die ik op haar gezicht zag. Voor dit ding had ze alles achtergelaten, ze had hem laten groeien en hem gevoed. Nu zou ze hem moeten loslaten, hem aan mij toevertrouwen.
"En toch hou je van hem," snikte ik. Toen knikte ze, enkele seconde later hoorde ik een oorverdovend geknap. Ze krijste, schoot omhoog en viel toen doodstil neer. Haar buik was één grote, gapende wonde, en als vanzelf reikte ik mijn handen uit naar het kleine wezentje dat eruit probeerde te kruipen. Hara ogen rolden weg in haar kassen, ze ademde hortend en stotend. Bloed gutste over de bosgrond, het water in, ik zag de pirhannas vechten om een slok.
"Het is een jongen," fluisterde ik. Het was het laatste wat Catharina ooit hoorde.
Mooi! Is Maria nou een vampier of niet?
Melding?
xxx