Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Fallen myself » 47. nieuwe liedjes
Fallen myself
47. nieuwe liedjes
We zitten al een tijdje thuis. School gaat weer goed. Met mij gaat het redelijk. Ik heb nog soms mijn buien, maar meestal weet ik die te onderdrukken. Van Frank heb ik nog geen last gehad, misschien heeft Maarten genoeg indruk gemaakt. Al heb ik het idee dat hij iets anders voorbereid. David heeft ons een nieuwe opdracht gegeven. Omdat hij ons na ons eindexamen zo snel mogelijk aan het licht wil brengen, moeten wij nu alvast liedjes gaan schrijven. Het leek ontzettend leuk voor een hobby. Nu willen we dat er echte betekenissen aanvast zitten. Een andere eis van ons is dat ze in het Engels moeten, dan kunnen we verder komen. Als we goed gelanceerd zijn kan ik ook mijn relatie met Tom bekendmaken. Dus nu zit ik op de bank met een schrijfblok voor me. De tv trekt weer eens mijn aandacht. Een zucht ontsnapt uit mijn mond. Hoe ga ik hier ooit een songtekst van maken. We hebben eigenlijk maar een paar goede nummers. Forever Friends is er daar een van. Ik heb gisteren nog een liedje over mijn liefde voor Tom geschreven. Ik wil alleen geen album vol liefdesnummers. Een paar is genoeg. Ik weet van David dat hij eigenlijk wou beginnen met een paar nummers, om te kijken of het aanslaat. Als het aanslaat, waar hij niet aan twijfelt, wil hij een paar maanden later al met het eerste album komen. Niet veel later moeten we met onze promotietour beginnen. Dus dat is nu heel veel nummers schrijven. En ik dwaal weer af van mijn taak. Romeo komt de kamer ingelopen. 'Nog steeds bezig.' Ik knik een keer. Romeo probeert me goed te steunen, toch lukt het schrijven nog steeds niet. 'Julia, Oh Julia. Didn't I tell you, you look wonderful. Didn't I tell you that you mean everything to me. Oh dear Julia, I wouldn't survive without you.' 'Kun je die zinnen nog even een keer herhalen. Hij herhaalt ze voor me en ik schrijf ze op. Julia verander ik in Romeo. 'Dit kan best nog wel een mooie songtekst worden. 'Komt mijn naam erbij te staan.' 'Ik zal eronder zetten geïnspireerd door Romeo.' Hij lacht. De rest van de songtekst komt ook zo op in mijn hoofd. Een kwartier later staat er weer een op papier. Ik pak mijn gitaar en begin te spelen. De muziek schrijf ik ook uit. Een paar uur later ben ik helemaal klaar. Bij de volgende repetitie zullen er wel weer een paar wijzigingen worden aangebracht. "Eindelijk klaar?" Dat het lang duurt, dat weet hij ondertussen wel. Zijn ogen staan ontdeugend. Wat heb je voor me in petto. Helemaal niets, de leugen lukt niet helemaal. Hij krijgt een lach om zijn mond. Je weet toch dat je niets voor me verborgen kunt houden. Dan kan het nog wel een verrassing zijn. Hij tilt me op en zet me in de auto. Achterin zie ik allemaal tassen liggen. Hij pakt een doek en doet die voor mijn ogen. En nu moet je maar afwachten waar we heen gaan.
Ik ben allang de weg kwijt naar waar we heen gaan. In het begin kon ik het nog volgen, maar nu weet ik niet meer waar we zijn. Ik ben zelfs het besef van tijd kwijt. Ik heb de liedjes op de radio proberen te tellen, ik raakte na 7 liedjes de tel al kwijt. Maar dat betekent wel dat we al zeker een half uur hebben gereden. "Zijn we er al bijna?" "Dit is al de tiende keer dat je het vraagt en je krijgt steeds hetzelfde antwoord." "Vertel ik niet," vul ik aan. Ik hoor hem zijn lach inhouden. "Het is dat je aan het rijden bent en ik je niet zie, anders had ik je nu een klap verkocht." "Maar ik wil helemaal geen klap kopen. Vraag maar aan andere mensen of ze hem willen hebben, want wat ik daarmee." "Romeo," gil ik. "Het is niet leuk meer. Of je gaat iets duidelijks vertellen of ik doe de blinddoek af." Ik ga met mijn handen al naar de knoop. "Oké, ik vertel al iets, maar beloof dat je die blinddoek laat zitten." Ik knik een keer. "We hebben ondertussen al 12 kilometer gereden. Ik vertel nog steeds niet waar we heen gaan, anders is het geen verrassing meer. Het enige wat ik verder nog los laat is dat je het geweldig zult vinden. Dus heb wat geduld wat over een paar minuten zijn we er." Ik voel dat de auto een scherpe bocht maakt en de auto begint op en neer te hobbelen. Een zandpad dus. Na een tijdje wordt het pad weer gelijkmatiger. De auto stopt en ik hoor de deur van Romeo dichtslaan. Wetend dat als ik iets zou gaan doen, ik nu uit de auto zou vallen, blijf ik zitten. Ik tel de voetstappen van Romeo om de auto heen. Ik hoor mijn deur opengaan en een vertrouwde hand pakt de mijne. Voorzichtig stap ik uit de auto. We lopen een stukje voordat hij me op een bankje zet. "Nu mag je hier mooi gaan genieten van de zon." "Weetje zo warm is het niet in februari." "Dan blijf toch nog maar even fijn zitten." Ik hoor heel wat gestommel en kan het niet thuisbrengen. Hij komt weer naar me toe gelopen en haalt de blinddoek voor mijn ogen weg. Ik zie een uitgebreid picknickkleed met allemaal lekkers. Ik voel mijn maag beginnen te rommelen. Ik ga op het kleed zitten en pak een broodje. Romeo steekt de korf die naast ons staat aan. "Zo zullen we toch niet bevriezen."
Ik lig met mijn hoofd op Romeo's buik als ik rare geluiden in de struiken hoor. "Hoor jij dat ook?" "Nee, je stelt je aan Becca." Ik sluit mijn ogen en laat me meevoeren op mijn gedachte. Zachtjes hoor ik de struiken weer ritselen. Ik houd mijn adem geschrokken in. "Becca het zijn maar dieren die door de struiken heen lopen. Er is niets om bang voor te zijn." Ik hoop van harte dat hij gelijk heeft. Mijn ogen sluiten zich weer en ik probeer aan iets anders te denken. Plots hoor ik een harde klap vlak bij ons. Ik schiet omhoog en kijk rond. Het enige wat ik zie is wit licht. Ik voel de wind langs me af gaan en iets kouds op mijn huid. Ik probeer om me heen de hand van Romeo te zoeken. Ik vind alleen leegte. "Had jij niet beloofd om niets door te vertellen. Heb je toen niet iedereen verteld wat ik gedaan heb." De stem bezorgt me rillingen. Ik dacht dat ik van hem af was. "Nu ga je zien hoe wreed ik kan zijn." Ik wil niet weten wat hij gaat doen. Ik voel het mes nog iets harder tegen mijn huid duwen. Dan is het erdoor. Plots is het mes weg en zijn de lichten uit. Ik probeer Romeo te vinden. Ik zie hem iets verderop tegen een boom zitten. "Romeo ben jij oké?" Hij knikt een keer loom. "Wat hebben ze met je gedaan?" "Alleen geslagen." Nu ik beter kijk zie ik de broze plekken zitten. "Becca je arm moet verbonden worden." Ik kijk naar mijn arm. Er loopt een klein beetje bloed overheen. Romeo komt ondertussen met moeite overeind. Ik pak zijn arm om hem te steunen, maar hij duwt mijn handen weg. Hij pakt jodium en een verbandje. Behendig legt hij het aan. We ruimen gezamenlijk alles op en rijden naar huis. "Het spijt me zo Romeo. Dit was allemaal mijn schuld." "Jij kan er niets aan doen Becca, maar het is tijd dat hij ophoud."
Als we thuis komen zie ik Romeo gelijk doorlopen naar Maartens kamer. Abby komt beneden zitten. "Ik werd weggestuurd door Romeo. REBECCA WAT IS ER MET JE ARM GEBEURD?" "Frank," is het enige wat ik eruit kan krijgen, daarna barst ik in huilen uit. "Het komt wel goed meid, dat beloof ik je." Ik knik tegen haar schouder aan.
Reacties:
oh wat erg
als ik heb tegenkom...
ja wat dan eigenlijk. dan kan ik beter gaan rennen
laat dus maar zitten
maar laat haar niet haar hele leven last van hem hebben.
please
hee, en ik weet dat je vakantie hebt, dus tijd zat om te schrijven. kom op ik wil meer
Oh nee, dit is écht ziek...
Ik lees snel het volgende hoofdstuk