Hoofdcategorieën
Home » Twilight » The Quileute » Hoofdstuk 2
The Quileute
Hoofdstuk 2
Terwijl wij de voordeur uitlopen begint Sam’s roedel dreigend te grommen. Emmett grauwt een keer woedend in koor met Jake, Jazz en Edward en de roedel houd onmiddellijk zijn mond - op Paul en Sam na.
Carlisle stapt achter onze beveiligers vandaan en gaat in het midden staan. ‘Edward?’ Edward loopt naar voren wat een klein piepje van Bella oplevert. Ik leg geruststellend mijn hand even op haar schouder en knik haar bemoedigend toe. Ook Renesmee -die helemaal achteraan in de armen van Leah ligt- geeft een klein piepje. Edward lacht even richting Bella en Nessie waarna hij naast Carlisle komt staan.
‘Vertalen, neem ik aan?’ vraagt hij zonder zijn ogen van de roedel af te wenden. Carlisle knikt. ‘Graag.’
‘Het spijt ons ongelofelijk wat er gebeurd is,’ begint Carlisle terwijl hij richting de roedel spreekt. ‘Jasper en Alice zijn niet met opzet op jullie gebied gekomen. Wel vinden wij het onnodig dat jullie meteen oorlog willen.’
Paul gromde terwijl Edward toonloos Sam’s gedachten vertelde. ‘Wij vinden oorlog wel nodig, bloedzuiger. Jullie hebben het verdrag al meerdere malen geschonden maar nu is het voorbij.’
Jasper gromt. ‘Sam. Het is echt niet nodig om nu onmiddellijk een gevecht aan te gaan. We kunnen er ook rustig over praten.’
Sam stoot een lachende blaf uit. Carlisle kijkt even naar Edward die meteen Sam’s gedachten vertaalt. ‘Ha. Jullie bloedzuigers willen altijd praten. Nu is het praten over!’
Paul gromt om de woorden van zijn alfa kracht bij te zitten. Emmett lacht. ‘Prima. Jullie willen vechten! Kom maar op.’
De zwarte wolf kijkt een keer richting Paul. De Paul-wolf knikt en gromt. Langzaam komt hij naar voren uit de rij, ook Emmett ,legt zijn handen op de schouders van Edward en Carlisle en duwt ze langzaam opzij.
‘Emmett!’ zeg ik zacht. Een seconde kijkt hij me aan. ‘Je kent hem niet,’ fluister ik gehaast. Sam stoot een luide blaf uit.
Emmett knikt eenmaal naar mij. Het volgende moment voel ik de hitte door mijn lichaam stromen. Hij begint bij mijn vingers en langzaam trekt hij richting mijn hard. Mijn handen trillen en plotseling barst ik uit elkaar.
Het volgende moment staat de roodbruine, harige ik naast Emmett en lopen we samen langzaam richting Paul.
‘Emmett, Jacob, wacht!’ roept Jasper. Hij omhelst Alice en Esmé vlug en voegt zich bij ons, zijn lippen omhoog gekruld.
Net als ik wil aanvallen hoor ik Nessie. ‘Papa? Wat ga je doen? Ga je met Jacob’s vrienden spelen?’ Een seconde ben ik afgeleid en draai ik mijn kop om. Leah heeft Renesmee blijkbaar aan Bella gegeven en Edward slaat zijn massieve armen een seconde om hun heen. ‘Ik houd van jullie,’ mompelt hij.
Edward pakt Nessie uit Bella’s armen en drukt haar in die van Esmé. Een kort moment drukt hij zijn lippen op die van Bella waarna hij haar onmiddellijk loslaat en zijn ogen mijn kant opschieten.
‘Jake!’ gillen Bella en hij in koor. Mijn ogen schieten richting de roedel en het laatste wat ik is een grote wolf die recht op mijn onbeschermde keel afspringt.
‘Jacob! Jacob, o nee! Jacob!’ Jemig. Die stem klinkt wel overbezorgd. ‘Carlisle! Kom!’ Ik voel een ijskoude hand op mijn voorhoofd.
Ik draai mijn hoofd weg. ‘Te koud,’ mompel ik terwijl mijn lichaam kronkelt. ‘Carlisle, ik geloof niet dat dit helemaal goed gaat.’ Bella’s stem stokt. Op de achtergrond hoor ik woest gebrul.
‘Bella,’ fluister ik. ‘Ja, Jacob. Ik ben hier.’ Haar stem sterft een beetje weg. ‘Carlisle, het gaat al beter.’
Hij knikt terwijl zijn koude vingers waardig over mijn lichaam glijden. ‘Paar breuken maar die genezen al.’ Het warme gevoel van de genezingen glijd langzaam door mijn lichaam heen.
Langzaam open ik mijn ogen en zie de donkergrijze lucht boven me. Plotseling verschijnt Bella’s bloedmooie gezicht boven de lucht. ‘Jacob, je bent wakker,’ zucht ze terwijl ze met haar marmeren vingers over mijn klamme voorhoofd.
Ze staat op en steekt haar armen onder mijn hoofd en knieholtes. Zonder moeite tilt ze me op en brengt me naar binnen.
Voorzichtig legt ze me op de bank. ‘Blijf,’ beveelt ze met haar fluwelen stem. ‘Is het gevecht nog bezig?’ fluister ik met een schorre stem.
Ze werpt een blik naar buiten waarna ze onmiddellijk verdwijnt. ‘Bella, wacht!’ schreeuw ik. Ik laat mijn hoofd hopeloos achterover vallen mijn zit meteen weer rechtovereind zodra ik voetstappen hoor. Leah sprint met een noodgang de trap af en haar ogen worden groot zodra ze mij op de bank ziet liggen.
‘Jake!’ schreeuwt ze. Ze schiet naar de bank en blijft ongerust aan het voeteneinde staan. ‘Jacob, alles goed?’
Ik knik voorzichtig. ‘Gaat wel. Paar gebroken botten, geloof ik.’ Ze schud haar hoofd. ‘Je hebt ook altijd wat.’
Plotseling schiet me wat te binnen. ‘Waar is Nessie!’ schreeuw ik. Sussend geeft ze antwoord: ‘Boven bij Esmé, streskop. Maar goed, even over ons probleem daar buiten dat los ik het wel op.’
Om haar woorden kracht bij te zetten trekt ze haar broek en shirt alvast uit.
‘Leah,’ protesteer ik zacht. ‘Doe nou niet. Blijf binnen!’ Ze snuift. ‘Ha. Dacht het niet. Ik moet de eer van onze roedel hoog houden.’ Ze trekt haar hemdje uit en ik wend mijn hoofd af. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe haar handen trillen en plotseling knalt ze uit elkaar.
De kleine grijze wolf kijkt me nog één maal in mijn ogen voordat ze naar buiten verdwijnt. Ik zucht. Ik sluit mijn ogen en probeer het gegrom van de buitenwereld te negeren. Langzaam dwing ik om de genezende hitte sneller door mijn lichaam te laten vloeien.
Ik hef mijn handen op en plaats ze bij mijn hoofd. Met een kleine krachtinspanning weet ik mezelf omhoog te duwen.
‘Nou, Jakie, daar gaat-ie dan,’ mompel ik zacht tegen mezelf. Ik trek snel mijn broek en overhemd uit - ik wil de nieuwe kleren niet onmiddellijk verpesten.
Ik laat de hitte door mijn lichaam trekken en met een flikkerend gevoel sta ik plotseling weer op vier poten. Ik grom en storm naar buiten.
Op de veranda kom ik slippend tot stilstand en sta naar het tafereel. Er is niemand van Sam’s roedel te bekennen. De Cullens staan in een grote kring midden op het gras. Bella’s hoofd draait mijn kant op en onmiddellijk schiet ze naar me toe. Snel verander ik terug en trek een willekeurige broek van de grond. Snel schiet ik hem aan. Bella vliegt de veranda op.
‘Oh, Jake,’ snikt ze terwijl ze haar marmeren maar toch bloedmooie hoofd tegen mijn schouder legt. ‘Het spijt me zo.’
Ik trek een frons tussen mijn wenkbrauwen en aai haar onhandig over haar rug. ‘Wat spijt je?’ Haar hoofd schiet omhoog en haar karamelkleurige ogen kijken diep in de mijne.
‘Je… je weet het nog niet,’ fluistert ze. Verward kijk ik om me heen. Wí¡t weet ik nog niet? Waar is iedereen? Hebben ze iemand gedood?
Waar is Leah. Ik haal opgelucht adem zodra ik haar bij de groep zie staan. Seth? Mijn ogen speuren het veld af. Seth? Waar is Seth.
Bella ziet de onrust in mijn ogen en wenkt Carlisle. Beheerst komt hij onze kant op. ‘Jacob, ik denk dat je even mee moet komen,’ zegt hij zacht zodra hij naast me staat.
Ik loop automatisch met hem mee terwijl mijn ogen nog steeds de omgeving afspeuren. Terwijl we dichterbij komen zie ik plotseling dat Leah’s schouders schokken.
Waar staan de Cullens en Leah omheen. Mijn adem stokt zodra ik een zandkleurige glimp opvang in het midden van de kring.
Ik ruk mijn arm los uit die van Carlisle en sprint richting de groep. Terwijl ik mijn voeten dwing om te blijven bewegen steekt de pijn van mijn gebroken botten door mijn lichaam.
‘Seth!’ schreeuw ik terwijl ik het blondje en Jasper opzij duw. Ik zak door mijn knieën naast het hoopje zandkleurige wolk en aai zacht door zijn vacht.
Zijn zwarte ogen staren mij angstig aan. ‘Alles komt goed, alles komt goed.’ Ik voel een ijskoude hand op mijn schouder en Carlisle trekt me omhoog. ‘Ga maar naar Leah,’ zegt hij zacht. ‘Ik zorg wel voor Seth.’
Ik werp nog één keer een blik op mijn trouwe adjudant en loop dan richting Leah, die op het gras in elkaar gezakt is.
Geluidloos ga ik naast haar zitten en hef mijn arm op. Onhandig klop ik haar op haar rug. Plotseling horen we achter ons zacht gekreun en gemompel.
We draaien ons beide om en ik help Leah opstaan. Carlisle buigt zich over Seth heen en kijkt vragend onze richting op. ‘Eh, jongens. Seth is alweer een beetje bij kennis,’ Ik zucht opgelucht. ‘maar hij moet wel terug veranderen voordat ik hem kan behandelen.’
Hij fronst zijn wenkbrauwen. ‘Als één van jullie nou,’
‘Ik ga wel,’ antwoord ik onmiddellijk. Ik voel de hitte door mijn lichaam stromen en meteen sta ik weer op vier poten.
Reacties:
Lees nu pas het verhaal en ben toch wel nieuwsgierig naar hoe het af gaat lopen En waarom nou Seth? Hij is mijn favo wolfXD Ik mis alleen Embry en Quil in Jakes roedel?
Ik hoop dat je er snel verder aan schrijft, zeer benieuwd naar de rest
Awh... Arme Seth, arme Leah (jammer voor de Leah-haters, maar ik vind Leah cool ) En ik vind Paul echt superhip XD
Leuk hoofdstuk! Snel verder!!
Ik heb net je verhaal in één keer gelezen,
en vind het super!
Mag ik misschien een melding als je verder gegaan bent?