Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Hush » Eighth
Hush
Eighth
Ik was bang, ik vertrouwde niemand hier. Bovendien waren zijn woorden erg verontrustend. Niet alleen? Was zijn 'gezin' hier? Zouden ze samenspannen met de wolven? Ik wist het niet. Het enige waar ik zeker van was, wasdat ik zo snel als ik kon moest vluchten, weg van hier.
Plots overviel me een vreemd gevoel van diepe rust, zonder dat ik wist waar het vandaan kwam. Het leek wel een invloed van buitenaf. Ik panikeerde opnieuw en hapte steeds sneller naar adem. Rust en angst vochten om voorrang, en plots gilde ik:
"Wie je ook bent en wat je ook doet, hou er mee op!!!" Ik wiegde verward het kleine kind in mijn armen, de strijd werd gestaakt en paniek nam de bovenhand. Hij huilde opnieuw, en snikkend legde hij zijn hoofdje in mijn nek.
"Luister, ik doe je geen kwaad, niemand hier zal je kwaad doen." De wolven gromden, de man negeerde het.
"Ik wil je helpen. ik kan je alles leren wat je moet weten om je aan het verdrag te houden. Vanzelfsprekend zal je dan ook onderdak vinden in mijn huis. Ik ben dokter, ik kan je helpen met de baby." Hij stak zijn hand uit.
"Kom maar, wees niet bang." Ik aarzelde. Leah zuchtte.
"Nou, bloedzuiger, je hebt de keuze: of je gaat netjes met dat andere mormel mee, of we maken jou en je monstergebroed hier ter plekke af. Wat kies je?"Ik keek haar vol afschuw aan.
"Jij bent hier misschien het monstergebroed,"siste ik, "anders zou je eht nooit in je hoofd halen een onschuldig kind te doden!" Ik negeerde de ahnd die nog steeds naar me reikte en ging gewoon naast hem staan.
"Ik hoop dat ik me niet vergis in jou."
Het leek wel of de wolven een onzichtbaar signaal gekregen hadden, want ze trokken zich terug in de bossen, Leah stoof woedend achter hen aan.
"Carlisle." Ik chrok me wezenloos, ik was zo op de enorme beesten gefocust dat ik vergeten was wie me van hen had gered.
"Maria." Juan lachte en graaide naar de jas van Carlisle.
"En dit is Juan."
"Ik heb het verhaal min of meer kunnen volgen. Het zoontje van je zuster, dat verwekt werd door een onsterfelijke?" Ik knikte.
"Catharina stierf bij de bevalling. Ze wist dat haar einde naderde, en ze vroeg mij om voor haar kind te zorgen." Ik keek vertederd naar het kleine ventje dat nog steeds gefascineerd naar Carlisle keek.
"Je houdt erg veel van hem." Ik schrok van deze nieuwe stem en sprong enkele meters achteruit, Juan beschermend en sissend naar de vampeieren die naast Carlisle waren verschenen.
"Geen zorgen, Maria, dit zijn mijn zonen Japser, Emmett en Edward. Ze zullen je geen kwaad doen. En wat je net voelde, die rust die uit het niets kwam, dat was Jasper. Hij probeerde je te kalmeren. Het spijt ons dat dat neit het gewenste effect had." Ik keek stomverbaasd naar de vier jonge mannen. Allemaal dezelfde lichtbruine ogen, allemaal dezelfde goddelijke trekken.
Waarom? Waarom wilden ze me helpen? Wat kon ik voor hen betekenen.
"Wij beschermen iedereen die hulp nodig heeft," zei Edward. Ontzet staarde ik hem aan. Las die knul gedachten of zo? Hij knikte en vol afschuw bedacht ik me dat mijn privacy nu helemaal was verdwenen.
"En die rust... hoe zit dat nou precies? Kan jij emoties sturen of zo?" vroeg ik vertwijfeld aan Jasper. Emmett grinnikte.
"Nagel op de kop, meid." Mijn mond zakte open. Waar the hell was ik in godsnaam terecht gekomen?
Mooi! Snel verder!
Melding?
xx