Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Humanoid » Sacred
Humanoid
Sacred
Ven zat aan de linkerkant, naast haar advocaat, en staarde verbitterd voor zich uit. Er waren enkele mensen aanwezig in de zaal, maar de helft daarvan waren Tom, Goody, Jennifer, Jög en Gustav, die op het laatste moment nog binnen kwam gevallen. Hij leek afgevallen te zijn sinds Ven hem nog gezien had. Ze vroeg zich af wat de reden van zijn lange afwezigheid kon zijn.
De advocaat van de aanklager, Sam Meysdor, keek zelfverzekerd voor zich uit terwijl hij alle feiten allemaal op een rijtje zette. Sam kwam binnen in het Fürrbedrijf, vulde enkele papieren in, en voor ze het wist, bam, was haar huis haar ontnomen. Zo legde de man het uit, alle belangerijke details eruit latend. Ven zuchtte terwijl ze wegkeek. Ze had het gevoel dat ze zoveel ging verliezen vandaag. Ze schaamde zich dood dat al haar vrienden hier zaten.
Ik roep op als getuige, Samantha Katherina Meysor, zei Vens advocaat opeens. Ven draaide haar hoofd verbaasd naar hem toe.
Wat doe je? vroeg ze, maar de advocaat, Bill Torse (hoe toepasselijk was het wel niet?), maakte duidelijk dat ze moest zwijgen. Het was al bekend dat als Torse een plan had, hij het voor zich hield tot het erop neerkwam. Nu was Ven eens benieuwd.
Nadat Sam de hele eed had opgelegd, ging ze zitten, en gebaarde de rechter dat Torse mocht opstaan. Hij streek zijn jasje plat, glimlachte naar Ven, en stap weg.
Mevrouw Meysdor - mag ik je Sam noemen? - ik begrijp dat u het moeilijk heeft gehad, zei Torse. Sam keek verbaasd op, en wilde net iets zeggen. Torse was haar nog voor.
Gelieve te antwoorden nadat ik een vraag heb gesteld, onderbrak hij haar. In de achtergrond gniffelde de andere advocaat.
Je hebt een vraag gesteld, sukkel, zei hij. Torse draaide zich naar hem om, en Ven kreeg het gevoel dat hij heel kwaad ging worden.
O, ja, zei hij na een tijdje na te denken. Hij draaide zich terug naar Sam, die verward in het rond keek. Om daarop terug te komen, hoe mag ik u noemen, en vertel me meteen wat uw baan is...
U mag me Sam noemen, zei de vrouw, onzeker van haar zaak, ik werk in de geneeskunde. Torse glimlachte, en knikte even.
Sam, wat dacht u toen u in het bedrijf binnenstapte? vroeg hij. De vrouw dacht even na. Ven kreeg daarbij het gevoel dat het voorbij was met haar bedrijf. Ze kon de woorden opzeggen voor Sam het deed.
Ik dacht dat ik het hier wel kon vertrouwen, zei ze. Ik deed alles wat hij me vroeg, en enkele dagen later werd mijn huis in beslag genomen.
Wie, Sam? Wie? vroeg Torse. Sam haalde haar hand omhoog, en wees naar het publiek, recht tussen de ogen van Goody.
En wat vroeg deze man, Sam? Torse was duidelijk iets van plan. Ven moest bijna grijnzen toen ze het doorhad.
Hij vroeg mijn naam, adres, en baan enzo... somde Sam op, zonder haar ogen van Goody af te houden. Hij keek weg, naar Jennifer. Zij hield zijn hand vast om hem te steunen.
En om dan terug te komen op mijn vraag hoe ik u kan noemen, en wat uw baan was... u antwoordde precies hetzelfde, niet? vroeg Torse. Sam knikte - het domste dat ze kon doen.
Wat kwam u precies doen in het Fürrbedrijf, mevrouw Meysor? vroeg Torse daarna, minder beleefd als voordien.
Ik kwam mijn identiteitspapieren maken, zei ze, duidelijk op haar ongemak. Torse grijnsde breed.
En op die papieren was u te vinden als Sam Meysdor, en niet als Samantha Katherina Meysor?
Eh... u heeft daar wel in gelijk... mompelde Sam. Torse kon echter toch niet ophouden.
Dus toen ze uw huis in beslag namen, was dat omdat niet Samantha Katherina Meysdor daarin woonde, maar Sí¡m Meysdor?
Ja, zei Sam uiteindelijk, haar schuld bekennend. Haar advocaat schudde verslagen zijn hoofd, en Torse draaide zich naar Goody om hem op te beuren. Het was na dat allemaal toch zijn schuld niet geweest.
Ven werd als onschuldig verklaard, maar Sam kreeg haar huis eveneens terug. Zo had iedereen wel een beetje gewonnen. Nu stapte Ven samen met al haar publiek rond in de stad. Ze wilde vooral praten met Gustav, nieuws vragen over hém, maar Tom en Jög stelden haar zoveel vragen dat ze geen tijd had gehad om haar eigen te stellen. Ze stapten nog steeds verder, namen afscheid van Goody - die er toch nog verdrietig uitzag - en Jennifer. Na een tijd vertrok Tom ook. Het was alsof Gustav opzettelijk bleef om, wetend dat hij helemaal ondervraagd ging worden. Jög was nog bezig met zijn verhaal, toen Ven het hem wilde vragen.
Jög, heb je je kinderen nou al bezocht? vroeg Ven. Zijn gezicht verstrakte, en het antwoord was duidelijk neen. Hij probeerde woorden bij elkaar te rapen, en Gustav wachtte nog steeds.
Ven, meisje, ik heb je nog niet verteld waarom ik ze niet opzoek... zei Jög. Ven probeerde zich een heel verhaal boven te halen dat het altijd deed. Vader vertrokken, kinderen achterblijven met moeder, slechte relatie vader-zoons, beschaamde vader, geen bezoek. Dit was het enige waar Ven op kon komen.
Ven, mijn zoons zijn dood, zei hij. Ven haalde diep adem om die schok te verwerken. Het was totaal anders dan zij had verwacht. Gustav naast haar keek even weg, naar een hele groep mensen. Ven legde haar hand op Jögs schouder.
Het spijt me, Jög, zei ze. Jög haalde enkel zijn schouders op, en zuchtte.
Nou, ik moet gaan, zei hij snel. Hopelijk tot nog een keer, tot ziens Gustav!
Gustav draaide zich terug naar hem, en knikte. Daarna vertrok ook Jög.
Het was ongemakkelijk tussen Gustav en Ven. Het gesprek kwam maar traag op gang, en er was niet veel te zeggen om te beginnen.
Dus, waar werk je nu aan? vroeg Ven. Ze staarde voor zich uit, en had haar handen in haar zak gelegd. Gustav deed hetzelfde.
Nou, ik werk nog steeds aan hetzelfde, maar ik denk dat het binnen een maand wel af gaat zijn, zei hij. Ik geef mezelf nu even een pauze.
Wat is het, Gus? Maar Ven wist dat hij het niet ging zeggen. Na zijn antwoord (dat is geheim) stapten ze gewoon rustig verder. Enkele tellen gingen voorbij, en Ven begon zich steeds ongemakkelijker te voelen.
Heeft híj je gestuurd? vroeg Ven, in een poging om toch nog iets uit zijn mond te krijgen, maar Gustav schudde zijn hoofd.
Niemand heeft me gestuurd, ik kwam uit mijn eigen, zei hij. Ven knikte, en merkte de grote mensenmassa op. Ze waren omgeven rond een groot podium, en Ven wilde kijken waarom. Gustav hield haar tegen.
Ze zijn de nationale superheld Bill Kaulitz, die intussen al zeven jaar dood is, aan het herdenken, zei Gustav. Vens mond viel open van verbazing.
Vandaag? Betekend dat dat Tommie jarig is vandaag? vroeg ze. Gustav knikte.
Als je met Tommie zijn zevenjarig zoontje bedoeld, ja, zei hij. Ven vond het maar een vreemde opmerking.
Heeft hij nog andere kinderen dan? vroeg ze, lichtjes geïrriteerd. Gustav echter keek haar verbaasd aan, eerder met een blik die zond ben je dan zo dom?
Ja, een dochtjertje van één jaar en drie maanden, zei Gustav, waarna hij glimlachte. Hij kan niet wachten om haar te leren kennen.
Ven zuchtte door die opmerking. Als Bill niet kon wachten, waarom liet hij zichzef dan niet gewoon zien? Ze kon hem soms wel de nek doorwringen.
Hij mist je, weet je... zei Gustav er nog zachter bij. Ven keek niet op, probeerde tranen in te houden. Hij vermoordt me als hij weet dat ik je dit allemaal zeg, maar ik vind dat je het toch moet weten...
Wat moet ik allemaal weten, Gus? vroeg Ven, nog steeds vechtend tegen de tranen. Gustav haalde diep adem.
Hij houdt van je, Ven... zei hij. Hij houdt zelfs zoveel van je, dat het hem heel veel moeite kost om jou hem niet meer te laten kennen...
Waarom, Gus? Waarom mag ik hem niet kennen? Kan hij er soms niet tegen dat ik ook van hém houd?
Jawel, maar des te meer redenen om je te moeten loslaten... hij brengt gevaar mee, Ven, overal waar hij komt zit Dell hem achterna. Dat wist hij al nadat hij jou gered had uit de armen van Kristopf en Daniël...
Ven wilde de beelden in het bedrijf van de gebroeders Frans liever vergeten, maar Gustav had ze maar al te goed bovengehaald. Ze kon zich echter niet te boven halen wí¡í¡rom Dell achter Bill aan zou zitten.
Waarom is hij nu dan steeds in de buurt? vroeg Ven, zeker wetend dat die ketting, die brommer en die spin allemaal met hem te maken had. Ze pakte het zilveren ding rond haar nek vast, en keek ernaar.
Hij is niet per sé bij jou, maar als hij je ziet, kan hij je niet zomaar laten gaan zonder te kijken of het je goed gaat. Hij heeft inderdaad die ketting zien vallen op de grond, en wilde hem niet zomaar aan je geven. Daarom heeft hij die terwijl je bezig was gewoon terug op je bureau gelegd. Hij heeft inderdaad die brommer - herkende je hem niet? - klaargezet zodat jij hem kon gebruiken. Híj heeft die grote spin uitgeschakeld met een apparaatje dat ik heb gemaakt...
Wat voor apparaat? vroeg Ven. Gustav haalde iets uit zijn rugzak, dat leek op een afstandsbediening.
Dit is een systeem, een signaal, om robots uit te schakelen. Je richt het op eentje, hij bevestigd zijn aanwezigheid, en bam, de robot is uitgeschakeld met één druk op de knop.
Ven keek gefascineerd naar het ding, beseffend dat het haar leven had gered.
En Bill zei dat je beter moest stoppen met brieven te sturen, en langs te komen. Dat maakt het hem extra moeilijk, voegde Gustav er nog stiller aan toe. Vens mond viel open van verbazing, en ze wilde iemand neerslaan (behalve Gustav. Hij moest nog veel verklaren).
ík maak het hém moeilijk? vroeg ze, bijtend op haar tanden. Ze probeerde diep adem te halen om te kalmeren, maar het hielp niet echt.
Ik heb hem al gezegd dat zijn interpretering op de dingen niet echt klopten, maar hij wilde niet luisteren, zei Gustav. Hij haalde diep adem, en keek naar de grond.
Je wilt nog iets zeggen, zei Ven daarna. Gustav had inderdaad geklonken alsof hij nog niet klaar was met zijn uitleg. Ven wilde niet dat hij iets voor haar achterhield. Je kunt me vertrouwen, Gus. Het is niet dat ik het hem kan verder vertellen...
Gustav keek terug op. Hij ging neerzitten op het bankje waar ze net voorbijliepen. Ven bleef staan, maar Gustav gebaarde dat ze naast hem moest gaan. Ze gehoorzaamde.
Het gaat waarschijnlijk heel verkeerd klinken, maar ik zeg je dat hij het zo niet bedoeld... waarschuwde Gustav. Ven knikte alleen maar, wachtend tot hij het ging zeggen.
Hij zei: Ik wil niet haar ware liefde zijn., zei Gustav. Ven begreep het inderdaad redelijk verkeerd. Eerst dacht ze dat Bill niet wilde dat zíj zijn ware liefde was. Ze wilde al boos worden, en weglopen, maar Gustav begon weer te praten.
Hij vind dat hij al zoveel verkeerd heeft gedaan in zijn leven, dat hij niet vindt dat hij jou verdiend, verklaarde Gustav. Hij keek Ven met kleine ogen aan, bang voor een woedeuitbarsting.
Maar Ven bleef verdomd kalm. Ze liet haar hoofd naar achteren zakken, en kruisde haar vingers met elkaar. Haar ademhaling bleef momenteel rustig, en haar oogleden waren naar beneden.
Zeg dat als hij echt van me houdt, dat hij ook eens aan míj moet denken, zei ze stil, waardoor ze niet zeker wist of Gustav het gehoord had. Ze keek hem aan. Zeg dat als hij echt om me geeft, dat hij zich gewoon laat zien. Het hoeft niet per se babbelen zijn. Gewoon een aanblik van hem is genoeg momenteel...
Gustav knikte begrijpend. Hij ging voorover op zijn stoel zitten, en leunde voorover. Toen leek iets zijn aandacht te winnen. Hij keek op naar de straat. Het was al donker aan het worden, en buiten werd de dood van Bill nog steeds herdacht. Allée, de dood was te veel gezegd. Het ongeluk klonk beter.
Wat scheelt er? vroeg Ven nerveus. Gustav, die normaal altijd zo rustig en beheerst was, spande zijn vuisten alsof hij boos was. Over zijn lippen gleed er een zacht gesis van woede.
Gustav? drong Ven aan, maar Gustav draaide zich niet om. Zijn vuisten werden nog strakker.
De idioot heeft alles meegeluisterd. Vanaf het begin, zei Gustav geïrriteerd... Ven schrok van wat hij zei. Bill was hier? Híér? Bíll? Ven moest hem zien. Ze stond op, keek in het rond, in de hoop om een klein aanzichtje te zien van Bill.
Waar is hij? vroeg ze bijna onbeleefd. Ze had genoeg van dat geheimzinnig gedoe. Ze wilde dat alles weer eens koek en ei was tussen haar en Bill.
Van het moment dat ik naar hem wijs zal hij ergens anders gaan staan, zei Gustav. Hij hield zijn blik nog steeds op het bos gericht. Ven begreep dat ze het subtiel moest aanpakken. Ze keek nog even verward in het rond, en tóén pas keek ze in Gustavs richting.
Daar zag ze hem. Zijn mooie gezicht zag zwart van de schaduw, waardoor Ven hem niet goed kon zien. Zijn zwarte dreadlocks hingen los over zijn schouders. Hij droeg zoals meestal een zwart leren pak - zoals de meeste motorrijders deden. En deze keer verstopte hij zich niet snel. Hij bleef daar gewoon staan, onopvallend. Zijn zwarte brommer naast hem blonk lichtjes door de zachte straatlicht.
Bill, fluisterde ze. Toen keek Bill op. Zijn bruine ogen waren strak op haar gericht, maar er verscheen geen glimlach op zijn lippen. Ze bleven in dezelfde strakke houding als voordien.
Blijf daar, beval hij, amper hoorbaar. Toch had Ven geen probleem om hem te verstaan. Ze besefte dat ze naar hem toe was beginnen stappen. Meteen bleef ze stilstaan, en herinnerde zich de laatste keer dat hij haar zo bevolen had.
Bill kom zelf naar hier, want ik ga niet naar jou toekomen, zei Gustav. Bill hield zijn blik op Ven, en bewoog niet. Ven zag hem zijn vuisten ballen. Ze kon zich perfect inbeelden dat hij aan het knarsentanden was.
Verdómme hé Gustav! vloekte Bill toen opeens. Hij liet zijn hoofd zakken naar beneden, en ontspande zijn schouders. Toch bleef hij op zijn plaats. Is er dan níéts dat ik je kan toevertrouwen?!
Bill, begon Ven. Bill keek lichtjes weer op, maar niet veel. Ze kon zijn ogen naar haar zien kijken. Bill, kom nou toch gewoon, smeekte ze. Toen Bill weer naar beneden keek, zag ze dat het hem moeilijk viel om het te weerstaan. Hij was duidelijk met zichzelf aan het vechten. Komen? Weggaan? Ven hoopte op het eerste.
Dit had nooit mogen gebeuren, Venus, zei Bill uiteindelijk. Ven was verbaasd van dat kriebelig gevoel toen hij haar volledige naam zei. Ze kreeg weer de drang om naar hem toe te stappen. Ze wierp nog even een blik op Gustav, maar toen ze terug naar Bill wilde kijken, was hij weer eens weg. Vreemd genoeg stond zijn brommer er nog steeds.
Toen ze twee handen op haar schouders voelde, wist ze al wie het was. Ze draaide zich om, maar werd tegen hem aangedrukt. Hij omhelsde haar zo hard dat Ven bijna geen lucht meer kreeg.
Laat me gaan, Ven, smeekte hij. Maar Ven schudde haar hoofd. Ze sloeg haar armen rond zijn middel, en drukte hem ook tegen zich aan.
Nooit, antwoordde ze. Ze hoorde hem ademhalen in schokken, waardoor ze wist dat hij aan het huilen was. Dat was de enige reden voor haar om ook te huilen. Ze liet haar tranen gewoon stromen.
Het was misschien wel lang, maar toch leek het niet lang genoeg voor Ven toen Bill haar losliet. Ze durfde bijna niet meer op te kijken, bang dat hij weer verdween. Maar toen ze haar ogen opende, zag ze dat hij naar haar keek. Zijn ogen zonden zon liefde uit, waardoor Ven alleen maar meer moest huilen.
Blijf alsjeblieft bij me, smeekte Ven. Bill schudde zijn hoofd. Hij liet zijn vingers over haar wang glijden. Zijn ogen zagen nog steeds vochtig.
Maak van ons laatste gesprek geen saai gesprek, zei Bill, in een poging om geamuseerd te klinken. Maar geen van beiden konden glimlachen. Ven legde haar handen op Bill zijn wangen, ging op haar tenen staan, en probeerde Bill zachtjes op zijn lippen te kussen.
Bill deed het nog vóór haar. Hij leunde voorover, liet zijn lippen op die van Ven rusten, en kuste haar innig.
Na een tijdje stopte hij. Hij liet Vens gezicht niet los, drukte zijn voorhoofd tegen de hare. Toch was het duidelijk dat Bill het hierbij liet.
Een fijne woordenloze conversatie, fluisterde Bill stil. Ven probeerde hem opniew te kussen, maar Bill kon nog steeds ontwijken.
Zeg het dan tenminste... smeekte Ven. Ze staakte haar pogingen om hem te kussen, en ging gewoon staan. Ook Bill haalde zijn hoofd van de hare.
Ik hou van je, zei hij gehoorzaam, maar duidelijk gemeend. Ven glimlachte door haar tranen heen.
Ik ook van jou, zei ze.
Toen stapte Bill weg zonder haar nog een keer aan te kijken. Ven kon niet zien naar waar hij ging, waarschijnlijk Gustav. Ze kon zich gewoon niet omdraaien, daar was ze te veel in shock voor.
Ven? vroeg Gustav achter haar. Ven schudde haar hoofd, en stortte weer in tranen uit. Waarom was Bill toch zo koppig? Was dit zonet eigenlijk wel echt gebeurd? Was ze nu niet gewoon aan het dromen?
Ven, ik denk dat je naar huis moet, zei Gustav. Toen draaide Ven zich terug om. De gedachte aan Billie en Willie die ongerust thuis op haar aan het wachten waren kwam voor haar. Meteen kwam die golf van bezorgdheid omhoog.
Ven keek even naar Gustav. Hij zag er nog steeds hetzelfde uit, bruine leren jas, jeansbroek, blond warrig haar en een bril op zijn neus. Hij zag er erg onschuldig uit, een aardige vader, of een romantische echtgenoot.
Ik denk dat je gelijk hebt, zei ze uiteindelijk door haar tranen door. Gustav stond op, en stapte naar haar toe.
Kom, ik breng je wel naar huis, zei hij. En samen stapten ze richting Vens straat.
De menigte was nog steeds bezig. Ze riepen van alles. Bill is heilig! Bill was de beste!. Ven kon wel met ze meespreken. Maar ze wilde het niet. Ze wilde opeens niet meer toegeven aan haar gevoelens voor hem. Ze besefte dat ze woedend op hem was, en ze wist dat ze wel een reden had.
Tegen Gustav zei ze niets. Ze brandde vol woede vanbinnen. Geen haat, ze kon Bill niet haten, maar wel boosheid. Furie. Ze wilde zo snel mogelijk naar huis gaan, en met Billie en Willie spelen. Gewoon om Bill even uit haar hoofd te krijgen. Zelfs met Tom rondhangen leek haar opeens zo aantrekkelijk.
Maar net wanneer ze aan haar voordeur stond, werd ze opgebeld. Eerst dacht ze dat het Bill was. Ze reageerde meteen, hoopte dat hij zijn verontschuldigingen wilde aanbieden.
Toen ze zag dat het Jennifer was, liet ze haar schouders weer zakken. Ze nam op, en zette de telefoon aan haar oor.
Hallo? vroeg ze. Aan de andere kant hoorde ze luid gesnik. Was Jennifer aan het huilen?
Ven? Alsjeblieft, ik heb je nodig! smeekte Jennifer. Ven maakte zich opeens zorgen om haar beste vriendin.
Wat scheelt er, Jenn? vroeg ze.
Het is Goody, zei Jennifer met een overslagende stem. Hij is weg!
Vens mond viel open van de schrik.
Reacties:
Bill is echt een stommie.
En inderdaad, waar is Goody? o.o
Heeee, waar is Goody?
Enen, stomme Bill! Waarom blijft hij nou eens niet gewoon bij haar? Ik kan hem wel slaan, die gozer! Hij hoort bij Ven, waarom ziet hij dat niet in? Aaargh!
Gustav is trouwens wel lief, dat hij bij haar is en whatsoever.
Heehee, en nu wil ik meer, want dit verhaal is werkelijk waar fantastisch. <3
Bill! Warum bleibst du da stehn, du arsch!
Sie lieeeeebt dich, du vollidi
Lass ihn nie allein, du Huhrensohn!
okay mijn razenheid is over ^^
nice stuk
^^