Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Humanoid » Don't Jump
Humanoid
Don't Jump
Het was een vreemde dag vandaag,
Vandaag leek alles maar niet goed te komen. Ik kan maar niet beschrijven wat me zojuist is overkomen met Bill. Iets in me zegt dat het niet waar is, dat ik het allemaal maar gedroomd heb.
En toch lijkt het alsof ik de warmte van zijn lippen nog steeds op de mijne voel branden. Is er iets mis met mij?
Eigenlijk zou ik nu op weg moeten naar Jennifer, kijken wat er is gebeurd tussen haar en Goody. Zou hij werkelijk weggegaan zijn? En zoja, voor welke reden? Het zou niets voor hem zijn om zonder iets te zeggen te vertrekken.
En ergens ben ik ook boos op hem. Hoe durft hij te vertrekken zonder mij of zelfs Jennifer te waarschuwen? Zonder afscheid te nemen? Waarom komt het zo opeens?
Nu word ik weer bang. Als ik alles juist op een rijtje zet, in de hoop om alles op orde te zetten, ben ik bang dat dat allemaal op hetzelfde neerkomt. Een reuze-robot die me achtervolgt, Bill die steeds weer opduikt én dan nog Goodys vertrek? Ik ben eerder bang dat hij ontvoerd is door Dell.
Dell... Zo lang geleden dat ik nog aan hem heb gedacht. De laatste keer dat ik hem gezien heb, was nog in die kamer waar Kristopf en Daniël me ondervraagd hadden. Zijn fluo-blauwe ogen kan ik maar niet vergeten. En dat lidteken is een ding dat aan hem ook niet zou kunnen ontbreken. Hij is duidelijk geen mens, en aangezien Bill hem zo goed verbouwd heeft die dag, denk ik dat hij intussen al zijn mensheid kwijt is.
En nu ben ik bang dat hij weer bezig is met mij te achtervolgen. Alsof Kristopf wraak wilt op de moord van zijn broer. Een moord die ík niet eens heb gedaan.
Oei, ik moet echt vertrekken nu. Jennifer zit daar thuis, en ze heeft mijn hulp hard nodig. Ik kom straks terug schrijven...
Er was een briefje, en dat was het. Geen video-boodschap, geen afscheid, niets. Behalve dat ene briefje. Ven las hem nog eens opnieuw: Ik moet weg, zoek niet naar me. Hou van je!
Ven kende dat wel. Weggaan, verbieden te zoeken, en als enige sorry zeggen ik hou van je. Alsof die vier woorden alles terug goed zetten.
Jennifer had Vens arm om zich heen. Ze had haar gezicht begraven in haar handen, en de tranen vielen op het tapijt. Ze zaten allebei op de zetel.
Ven was hier niet vaak geweest. Meestal spraken ze af bij Georg thuis, of gewoon in het openbaar. Sinds Georgs dood was enkel de laatste mogelijkheid gebruikt. Ven nam de kamer in zich op. Lichtgrijze muren, hier en daar een foto of schilderij. Een grote spiegel, televisie tegen de muur, met daar rond enkele zetels, en een koffietafeltje. Zo zag het er ook uit toen Ven hier de laatste keer was. Er was niets nieuws.
Waarom is hij vertrokken, Ven? vroeg Jennifer voor de tiende keer. Ven schudde haar hoofd, en wreef over Jens armen.
Ik weet het niet, Jen, zei ze. Ze zuchtte luid. Maar er moet wel een reden voor zijn...
Is hij me beu? Heeft hij een ander? ging Jen voor de zoveelste keer verder. Ven wist er niets meer op te zeggen. Ze knikte wanneer het nodig was, en antwoordde bij elke vraag. Meer kon ze niets doen.
Na een tijd stond ze op om iets te drinken te halen voor ze allebei. Ze zaten daar al twee uur. Het was intussen al middernacht, en Ven was uitgedroogd door de hitte in deze kamer. Ven stapte naar de keuken, pakte twee glazen uit de kast, en vulde ze met water uit de kraan. Ze veegde een traan uit haar oog - Goodys vertrek deed haar ook pijn - en merkte toen iets vreemds op. Ze had haar ogen gericht op de stoelpoten, en zag dat er een geplooid wit papier was gezet. Eerst dacht Ven dat het was om de poten op gelijke hoogte te zetten, maar intussen had Ven wel genoeg vreemde dingen meegemaakt om dit nog normaal te vinden. Ze legde de glazen op tafel, knielde neer naast de stoel, en pakte het papier.
Het was duidelijk van Goody. Het was een brief, of eerder een bladzijde uit een dagboek. Goodys dagboek blijkbaar. Ven las het eens door.
6 juli 2382
Ik maak mij diep zorgen.
Ja, ik weet het, dat is zo gemakkelijk gezegd, maar toch. Ik maak me zorgen.
Terwijl Jenn met enkele vriendinnen op pad gaat, ga ik op onderzoek. Het is me onlangs opgevallen dat alle robots in de stad zich vreemd gedragen. Om te beginnen heeft onze onderbuurvrouw een klacht ingediend bij het bedrijf waar haar robot vandaan komt, en de volgende dag blijkt ze aangevallen te zijn. De enige getuige was de robot, die schuldig verklaard weg, en gedeäctiveerd is geweest. Ten tweede was het bij een collega van ons, Frank. Hij had de nieuwste robot - van hetzelfde bedrijf als ze vorige - gekocht, en kwam klagen dat het ding hem opeens wilde doodsteken met een keukenmes. Als hij niets van die robot-apparatuur kende was hij waarschijnlijk allang begraven geweest. Ten derde bij moeder, robot doorgedraaid. En ook bij Dennis, Rachel, Winnie en nog veel meer mensen die ik ken. Het enige wat ze gemeen hebben is hun maker. Een naam die ik nooit meer zal vergeten: Frans & Söhne.
Ik denk dat Ven die naam al eerder vernoemd heef, heel even maar. Ik wil haar er meer over vragen, maar ik kom er nooit toe met steeds al die mensen om ons heen.
Eigenlijk, het enige dat me écht aan het denken heeft gezet tot dit, is de aanval van daarnet. Op de kermis. Zon grote reuzespin die achter Ven aan was... Vèn mensen! De vrouw die ongeveer een half jaar geleden verdwenen was, en terug kwam met een ander uiterlijk en een nieuwe vriend. Een vriend die blijkbaar haar leven had gered.
Hoe dan ook, ik heb die robot toen niemand keek onderzocht, en mijn voorgevoel was juist. De robot was afkomstig van Frans & Söhne.
En nu is het duidelijk. Ik ga die Bill van Ven opzoeken - hij heeft er duidelijk iets mee te maken - en ik zal hem ondervragen. Ik móét weten wat er aan de hand is. Ik wil er zeker van zijn dat Jennifer en ik onze huisrobot met reden hebben weggedaan.
Ik wil zeker weten dat Ven niet weer in gevaar is.
Ven was sprakeloos. Alles wat Goody zei was zo logisch. Zíjzelf had er nooit echt bij stilgestaan over de beelden op televisie; Robot valt baas aan. Daarjuist had ze wel een vermoeden gehad over Kristopf. Nu met wat Goody geschreven had, leken al die vermoedens wel echt waar te kunnen zijn. Ven liet het papier zakken, en probeerde helder na te denken. Goody was op zoek naar Bill - hij ging hem toch niet vinden - en wilde hem ondervragen over wat er allemaal aan de hand was.
Misschien had Ven toch gelijk. Misschien was Bill steeds meer in de buurt doordat ze in gevaar was, en deze keer niet door twee huurmoordenaars, gestuurd door twee sadistische broers, maar door zelfgemaakte robots, al dan niet gecreëerd door de overgeblevene broer.
Ven slikte luid. Wat moest ze doen? Ze wilde niet denken dat ze zich normaal ging gedragen, doen alsof er niets aan de hand was. Ze kón zich dat niet inbeelden.
Maar dat was het enige dat ze kon doen. Zolang ze Bill niet terug zag, kon ze niets anders doen dan doen alsof. Acteren, en zich van de domme houden. Ven moest nog even volhouden. Meer kon ze niet...
Opeens was ze zich door een of andere reden hard bewust van Jennifer. Ze had het vreemde gevoel dat er iets aan de hand was, als een zesde zintuig. Ven plooie het papiertje terug op, zette het in haar zak, en greep de twee glazen water mee. Ze hield haar gezicht zo normaal mogelijk, maar schrok toen van wat ze zag.
Jennifer had het enorme raam naast de televisie opengedaan, en stond nu vlak voor de rand. Ven kon zien hoe haar tenen er nog net over gingen.
Het eerste wat ze dacht was meteen ook het laatste; Ohneen!. Ze liet haar twee glazen vallen, en kon geen stap meer zetten.
Jenn, zei ze stil, hopend dat ze haar niet deed schrikken. Jenn, ga daar nu weg, beval ze haar. Jenn schudde haar hoofd, en daaraan kon Ven nog zien dat de vrouw nog wakker was. Ven deed een stap richting het raam. Heel stilletjes, alsof ze bang was dat ze zelf voor de rand stond.
Ga weg, Ven, fluisterde Jenn. Ven haalde diep adem, en probeerde op de juiste woorden te komen. Doe het niet. Ik kan niet ook jou verliezen. Hij komt wel nog terug... Ven wist niet welke ze moest nemen.
Jenn, ik zweer het je, je zult niet opnieuw kunnen beginnen eer je dit gedaan hebt, waarschuwde Ven. Jenn haalde enkel haar schouders op. Ze zuchtte luid.
De lichten zullen me wel begeleiden, zei ze. Ven vroeg zich af of ze nu poëtisch bezig was. Een laatste voordracht voor het einde. Weer zette ze een stap dichter bij haar.
Neen, Jenn, zei Ven stil, het gedicht afmakend, ze bedriegen je...
Ven zag hoe Jennifers hoofd langzaam omhoog ging. Ze hoopte dat ze het daarmee begreep dat dit geen goed idee was. Weer zette Ven een stap.
Neem gewoon mijn hand, en geef het nog een kans, voegde ze eraan toe. Toen reikte ze haar hand naar Jenn uit. alsjeblieft spring niet.
Dat was het einde van haar smeekbede, of, dat hoopte Ven toch. Ze zag hoe Jenn zich langzaam omdraaide, met haar gezicht richting Ven. Haar ogen waren rood van de tranen. Haar haren zaten in de war.
Ven vond het nu verschrikkelijk dat Jennifer op de hoogste verdieping woonde van het flatgebouw. Het was Goodys appartement geweest, en Jenn was er komen inwonen enkele weken nadat ze samen waren.
Ven... fluisterde Jennifer nog een laatste keer. Toen schoten er enkele gedachten in Vens hoofd. Ten eerste ging Jennifer werkelijk springen, wat Ven haar ook ging vertellen. Ten tweede kon Ven haar niet zomaar laten gaan. Als Jenn sprong, ging Ven zowieso mee in een poging haar te redden. Ze zou voor haar springen, ook al betekende het haar eigen dood.
Toen deed Jennifer de stap waar Ven zo bang van was. Ze verloor haar evenwicht, en verdween in de zwarte massa van de stad. Ven rende naar het raam, en voor ze het besefte werd ze aan haar arm gegrepen door iemand.
Laat me los! riep ze nog, maar toen ze zag wie het was, zweeg ze weer.
Bill heeft Jenn, doe geen domme dingen, zei Gustav met een serieus gezicht. Ven huiverde even, en wierp zich daarna in de man zijn armen. Tegen zijn schouder huilde ze het uit.
Alles komt goed met haar. Bill breng haar naar haar ouders, en alles komt wel in orde, wees niet bang... fluisterde Gustav. Ven snikte nog een laatste keer, en liet de man dan los.
Hoe heb je me gevonden? vroeg ze stil. Gustav schraapte zijn keel, en leek zich ongemakkelijk te voelen.
Nadat Jenn gebeld had, zijn we je gevolgd. We weten wat voor een effect zon weglopend lief kan hebben, zei Gustav. Zon mensen hebben we al vaker mogen redden...
Zou Goody gestorven zijn als Jenn dood was? vroeg Ven, denkend over dat ware liefde gedoe... Gustav keek toen even moeilijk, eerder verdrietig in Vens plaats. Hij haalde nog een keer diep adem, en schudde zijn hoofd.
Hoe moet ik je dit vertellen? vroeg hij stil. Ven voelde hoe haar hart weer dubbel zo snel begon te kloppen. Er was duidelijk iets gebeurd.
Wat? drong ze aan terwijl ze zijn armen vastgreep, en hem lichtjes door elkaar schudde. Wat moet je me hoe vertellen? Vertel!
Gustav kreeg zich gemakkelijk uit Vens greep. Hij streek zijn pull terug glad, en zuchtte nog een laatste keer.
Ven, Goody is dood.
Goody had Bill gevonden, ja. Ze hadden even gebabbeld, en toen ze terug op weg waren naar zijn huis, werd Goods vermoord. Ven was weer beginnen huilen toen Gustav dat zei. De moordenaar was natuurlijk een robot van Frans & Söhne, en kwam uit het niets. Gustav had hem nog proberen te hacken, in de hoop om gegevens te pakken te krijgen, maar de robot had op tijd zijn geheugen gereset. De robot stierf met een leeg hoofd.
Jennifer zat bij haar ouders, zoals Gustav beloofd had. Ze ging daar verblijven tot alles weer beter ging.
Ven moest naar huis toe gaan, maar ze had natuurlijk genoeg geld meegenomen voor slechts één rit. Die rit was al betaald. Gustav zweerde dat Bill haar wel kon brengen als hij niet moeilijk ging doen. Ven hoopte daarop. Ze had even iemand nodig bij wie ze steun kon zoeken, en Bill was daar de meest geschikte persoon voor.
Waar blijft hij? vroeg Ven ongeduldig. Ze had het opeens ijskoud, en bibberde hevig. Gustav zag het. Hij wilde haar nog zijn jas aanbieden, maar Ven schudde haar hoofd. Ze ging het straks wel weer warm krijgen. Ze droomde al over de rit met Bill die nog moest komen. Die hópelijk nog ging komen. Ze kon zich inbeelden hoe ze haar armen rond zijn buik zou slaan, haar hoofd tegen zijn harde rug zou drukken.
Ven? vroeg Gustav. Ven keek op van haar droom, en merkte iets op in de donker voor haar. Het was zwart, en weerkaatste het licht achter zich een beetje. Aan het figuur te zien was het duidelijk een brommer. Ven keek een beetje naar boven, en zag zoals verwacht de blauwe zachte gloed die er had moeten zijn. Ze glimlachte even.
Kon je haar geen geld geven, Gus? vroeg hij geërgerd. Gustav haalde enkel zijn schouders op.
Ik heb juist genoeg voor mezelf, Bill, ik zie je morgen wel!
Tot morgen, antwoordde hij enkel. Toen Gustav weg was, leek hij maar niet te ontspannen. Ven wachtte op een uitnodiging, maar die leek niet te komen. Toen keek hij op. Zijn pupillen keken recht in de hare.
Nou, kom je nog of wat wordt het? vroeg hij geërgerd. Ven knikte enkel, en stapte zo snel ze kon naar de brommer. Nogal onhandig ging ze erop zitten - uiteindelijk met hulp van Bill omdat ze door een of andere manier op haar rug belandde met haar been nog steeds in de lucht. Niet lang daarna waren ze alweer onderweg naar Vens huis.
Hoe kom jij toch steeds in die ongemakkelijke situaties, Ven? vroeg Bill met een geïrriteerde toon op zijn stem. Ven haalde haar schouders op, en staarde voor zich uit.
Ik trek ze aan, denk ik... Ze besefte dat Bill met ongemakkelijke situaties ook dit bedoelde. Hij had wel gelijk. Wat konden ze in vredesnaam tegen elkaar zeggen, als ze zonet definitief afscheid hadden genomen?
Hebben we Jenns lot veranderd? vroeg Ven stil. Bill keek vanuit zijn ooghoeken even naar haar, maar richtte zijn ogen vlak daarna terug op de weg.
Hoe bedoel je? vroeg hij.
Nou, je weet wel... met dat ware liefde gedoe... Moest Jenn met Goods meesterven?
Bill schudde zijn hoofd. Hij draaide nog even aan zijn versnelling om sneller te gaan.
Jenns ware liefde leeft nog, zei Bill stil, en Ven snapte niet wat die vreemde klank in zijn stem was. Het klonk alsof zijzelf dacht dat de man zelf dood was.
Wie is het, Bill? Ze heeft hem nodig!
Weer schudde Bill zijn hoofd. Hij reed de pechstrook op, en zette de brommer stil. Ven vroeg zich af waarom ze stopten.
Ik kan het je niet zeggen, fluisterde Bill. Toen stapte hij af. Ven deed hem nog altijd even onhandig na, en uiteindelijk stonden ze tegenover elkaar aan de rand van de straat. Bill had zijn handen in zijn haren. Zijn gezicht zag er verschrikkelijk gepijnigd uit.
Bill, wat scheelt er? vroeg Ven ongerust. Ze legde haar hand tegen zijn wang om hem rustig te houden. Het leek te werken.
Toen ze een traan over zijn wang zag glijden, besefte ze dat ook zij aan het huilen was. Toch probeerde ze zich sterk te houden. Ze bleef in zijn ogen staren, wachtend tot hij antwoordde.
Ik kan het niet meer, Ven, fluisterde Bill. Ik kan niet meer van je wegblijven... Het is té ondraaglijk, en zeker als ik elke keer weer opnieuw afscheid van je moet nemen... Ik kan niet meer!
Bill keek weg, waardoor Vens hand van zijn wang afging. Bill haalde diep adem, en probeerde te kalmeren. Ven wilde meedoen.
Stop er dan mee, stelde Ven voor. Ze pakte zijn gezicht weer vast, en draaide hem naar haar richting. Bill keek haar enkel met vochtige ogen aan. De blauwe gloed in zijn rechteroog leek harder te zijn dan voordien.
Dat zal ik doen, fluisterde Bill. Hij pakte Vens hand, probeerde te glimlachen, maar het lukte hem niet. Ik zal het doen zodra ik klaar ben met Kristopf...
Ven rilde van die naam. Híj en Dell waren de enige die dit perect moment hadden kunnen verstoren, en nu hebben ze het gedaan. Jammer genoeg had Bill geholpen. Toch probeerde Ven te vergeten dat Bill die naam gezegd had. Ze zuchtte luid.
Kom daarna dan maar terug, zei ze stil. Bill zei daar niets meer op terug. Hij sloeg zijn armen enkel rond Ven heen, en drukte haar tegen zich aan. Een hele tijd lang omhelsden ze elkaar, tot het tijd was om weer te vertrekken...
Reacties:
Hmm, hoezo is hij korter dan je had gewild? Hehe, hij is lang zat (niet dat hij te lang is, maar je begrijpt wat ik bedoel).
En, whiii, een deel drie! Dan hoef ik straks (hoeveel stukken nog tot deel twee is afgelopen?) nog geen afscheid van Humanoid te nemen! *hug*
Enenen, Bill geeft eindelijk toe dat hij niet zonder Ven kan! EINDELIJK! Whiiii!
Is Goody nou trouwens dood of niet? Want ik begrijp er zo ondertussen even geen zak meer van...
Wel stom dat Jen wilde springen. Puh, stom wijf.
Ga maar gauw verder. <33333
Goody dood?
Jenn bijna? (Wel cuwl dat je de tekst van het liedje er in gebruikt.)
Bill moet gewoon blijven, Ven kan helpen? In deel één lukte dat toch ook prima? ^^