Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Unexpected Friendship » 47. Charm Bracelet

Unexpected Friendship

20 juli 2010 - 12:08

2086

0

357



47. Charm Bracelet

Dit hoofdstuk is geschreven door Leona (SusieSimon) en het volgende hoofdstuk wordt geschreven door mij (Mateusz/Teysz).

Leona's P.O.V.

"Wat wil je van me?" Xavier gaf geen antwoord. "Xavier, wat wil je van me?" Hij keek me aan. "Sorry." Ik keek hem uitdagend aan, wachtend op een antwoord. "Leona, het spijt me echt. Ik had nooit moeten denken dat je tot zoiets in staat bent. Kunnen we alsjeblieft weer vrienden zijn?" Ik bleef hem strak aankijken. Als hij dacht dat ik het hem zo gemakkelijk ging maken had hij het mis. "Nee." Ik zag iets van pijn in zijn ogen. "Zeg me wat ik moet doen om het goed te maken." Ik haalde mijn schouders op. "Ik weet het niet. Maar het wordt niet makkelijk." Ik maakte opnieuw aanstalten om op te staan en me om te draaien, maar de tweeling hield me tegen. "Wij willen ook nog even tijd met je door brengen." Zei George. "Ja, we hebben je gemist." "Mij best, zolang ik hem maar niet hoef te zien." Xavier leek gekwetst, maar knikte en liep weg. De tweeling keek hem vol medelijden na, terwijl ik hem alleen maar een ijskoude blik toewierp. Toen Xavier uit het zicht was verdwenen, draaide de tweeling zich plots naar me om en ik voelde dat er iets mis was. "Wat zijn jullie van plan?" Tegelijk grepen ze mijn armen vast en begonnen me naar het meer te trekken. "Niet doen, niet doen!" Riep ik, toen hun bedoeling me duidelijk werd en ik begon me los te trekken, wat me bijna lukte. Fred en George hadden echter andere plannen. Ze wisselden een blik, tilden me op en begonnen me naar het meer te dragen. Ik probeerde tegen hun knieën te trappen, maar dat mislukte jammerlijk. "Zet me neer!" Te laat realiseerde ik me wat ik had gedaan en voordat ik kon protesteren, lieten ze me los, waardoor ik in het water viel. "Ik krijg jullie nog wel!" Ik klom uit het water en begon achter de jongens aan te rennen. Even dacht ik iemand te horen lachen, maar ik besloot dat dat mijn verbeelding was. De jongens hadden zich intussen opgesplitst en ik besloot achter Fred aan te gaan, wetende dat hij de langzaamste van de twee was. Ik sprong op hem af en we vlogen samen het water in, waar hij onder me terecht kwam. We barstten in lachen uit en klommen samen uit het meer. Ik liep samen met een zeiknatte Fred en een lachende George richting een boom een stukje verderop, waar we gingen zitten en de tweeling me begon te ondervragen over het hele gedoe met Cas.

Die avond stond ik bij de ziekenzaal op professor Perkamentus en Yvonne te wachten. Na een tijdje kwam professor Perkamentus aanlopen. "Mejuffrouw Stokbroek, wilt u me volgen naar mijn kantoor?" "En Yvonne dan?" Ik vloog meteen in de verdediging, bang dat Yvonne er onderuit zou komen. "Mejuffrouw Spee wacht op ons bij de ingang van mijn kantoor." Aarzelend volgde ik hem, tot we bij een stenen waterspuwer kwamen, waar Yvonne en een jongen stonden te wachten. Perkamentus zei het wachtwoord en de waterspuwer stapte opzij, om een stenen wenteltrap te onthullen. We stonden met z'n drieën op een rij, terwijl Perkamentus achter zijn bureau ging zitten. "Jullie weten vast wel waarom jullie hier zijn. Al verbaasd het me dat jij hier ook bent, meneer Murray." Meneer Murray? Dan was dit dus Cas. Ik luisterde hoe Cas antwoord gaf en rolde met mijn ogen toen Cas zei dat hij Yvonne kwam beschermen. Hoe. Zielig. Perkamentus ging verder. Blijkbaar gingen dit soort dingen altijd via de afedelingshoofden, maar was dit toch een speciaal geval. Ik zag hoe Perkamentus op stond uit zijn stoel en richtte mijn volledige aandacht weer op het gesprek. "Ik geloof niet dat Yvonne opzettelijk zo boos zou worden-" WAT? Dit kon hij niet menen. Ik opende mijn mond om te protesteren, maar kwam niet ver. "Dat betekend natuurlijk niet dat ik zeg dat het goed was wat ze deed, juffrouw Stokbroeks. Ik zeg alleen dat ze waarschijnlijk niet wist dat haar informatie niet klopte. Klopt dat juffrouw Spee?" Tot mijn verbazing knikte Yvonne. Dus ze dacht niet meer dat ik het had gedaan? "Juist. Weet u dat nu wel?" "Ja professor. En het spijt me dat ik je vals beschuldigd heb Leona." Ik voelde mijn mond open vallen van verbazing, maar kon nog steeds niet over mijn boze gevoel heen komen. Ik kon me voorstellen dat dat er raar uit zag. Gelukkig koos Cas dat moment om zijn mond open te doen. "Eeeh..Professor? Zou ik misschien iets mogen zeggen?" "Maar natuurlijk." "Nou, eigenlijk was het een beetje mijn fout. Ik zei dat Leona het gedaan had. Maar mijn geheugen was gewist. Ik weet nu wie het echt gedaan heeft. Het was allemaal mijn schuld." Op dat moment kon ik hem wel zoenen. Wat ik natuurlijk niet deed, omdat dat wellicht een beetje raar over zou komen. "Dat is wel een zware beschuldiging Cas." "Maar ik weet het zeker! Hij heeft misschien mijn geheugen gewist, maar alles wat daarna gebeurd is herinner ik me nog goed. Ik zag hem wegrennen! Het was hem professor!" Ik wilde vragen wie het was, maar daar kreeg ik de kans niet toe, want Perkamentus zei dat hij nog een afspraak had, dus moesten we het kantoor verlaten. Toen we onder aan de trap kwamen, zag ik Monika staan. Ze leek wat te willen zeggen, maar Perkamentus weerhield haar er van. Wat was dat toch? Nou ja, niet belangrijk. Ik wilde weglopen, maar ik bedacht me en draaide me om naar Yvonne en Cas. "Bedankt Yvonne. Je bent niet zo heel slecht. Voor een Zwadderaar dan." Haar gezichtsuitdrukking was hilarisch. "Jij ook bedankt Cas. Als jullie me willen excuseren, ik moest maar eens naar de leerlingenkamer gaan." Nu liep ik wel weg.

In de leerlingenkamer zat Katja op me te wachten, samen met Fred, George, Alicia en Angelique. Ik was eigenlijk best verbaasd dat Xavier er niet was. Zo gauw mijn vrienden me zagen, begonnen ze vragen te stellen over wat er gebeurd was. Ik smeekte hen om een beetje rust, die ik helaas niet kreeg. Plots zwaaide het portret open en kwam Xavier binnen. Ik rolde met mijn ogen en begon de trap op te lopen. Toen ik halverwege was, kreeg ik de schrik van mijn leven. Onder mijn voeten was de trap plotseling in een enorme glijbaan veranderd! Ik gleed naar beneden en kwam hard op de vloer terecht, recht voor de neus van Xavier. Voor ik kon vragen wat hij nu weer wilde, haalde hij zijn hand achter zijn rug uit en onthulde een bosje bloemen. Ik keek hem verbaasd en tegelijk wantrouwend aan. Ik verplaatste mijn blik naar mijn vrienden, die snel wegkeken. "Xavier, rot op." Ik stond op en liep weg bij Xavier, balend omdat ik nu niet de trap op kon. "Nee. Alsjeblieft, wil je gewoon naar me luisteren?" "Luister, als je denkt dat je het goed kunt maken met een zielig bosje bloemen, dan kun je het vergeten." "Denk je nou werkelijk dat dit alles is? Als je nu eens gewoon naar me luisterde, zou je weten dat ik nog veel meer klaar heb." Ik aarzelde, maar de (weinig) subtiele kuch van Katja zorgde voor mijn besluit en ik volgde Xavier de trap naar de jongensslaapzalen op. Die veranderde gelukkig niet in een glijbaan. We liepen de trap op tot aan de slaapzaal van de derdejaars. "Wat doen we hier?" Hij grinnikte alleen maar en duwde de deur open. Ik zag Olivier op een van de bedden zitten een zwerkbaltijdschrift in zijn handen. Op een ander bed zat Percy, met zijn neus in een of ander oud uitziend, dik boek. Dat moest wel langdradig zijn. Ik volgde Xavier naar het bed van zijn broer, die nu het tijdschrift dicht had gedaan. "Leuk je te zien, Leona." "Ook leuk jou weer eens te zien, al weet ik niet wat ik hier doe." Hij lachte en verplaatste zijn blik naar Xavier, waarna hij op zijn nachtkastje wees. "Daar." Xavier trok de lade van het kastje open en haalde er een doosje uit, wat hij vervolgens aan mij gaf. Ik maakte het open en zag dat er een armbandje in lag. Er naast lag een briefje, wat ik voorzichtig open maakte.

Leona,
Dit is een speciale bedelarmband. Hij doet ongeveer hetzelfde als je oorbellen en bij elke bijzondere gebeurtenis in je leven zal er een nieuw bedeltje in het doosje verschijnen. Ik hoop dat je er blij mee bent. Ik wil nog een keer mijn excuses aanbieden en ik hoop dat je me alles kunt vergeven.
Xavier


Ik keek op, met tranen in mijn ogen en sloeg mijn armen om zijn hals. Ik was blij dat ik mijn beste vriend terug had. Hij haalde de armband uit het doosje en deed hem bij me om. Toen ik in het doosje keek, lagen er een heleboel bedeltjes in. "Ga je mee naar de leerlingenkamer om bedeltjes uit te zoeken?" Vroeg ik hem. Hij knikte en we liepen samen terug naar de leerlingenkamer. Onze vrienden keken blij toen ze ons lachend naar beneden zagen komen. We gingen bij hen aan de tafel zitten en openden het doosje. Een voor een haalden we de bedeltjes er uit. Uiteindelijk hadden we er vijf. Het wapenschild van zweinstein, een leeuw, een toverstok, een schorpioen (mijn sterrenbeeld) en een snaai. We lachten heel wat af en toen ik op mijn horloge keek, zag ik dat het al half twee was. Ik nam afscheid van Xavier (onze vrienden waren al een tijdje geleden naar bed gegaan), liep de trap op en liet me op bed vallen, waarna ik meteen in slaap viel.

De volgende dag waren de lessen een hel. Ik was uitgeput en viel tijdens geschiedenis van de toverkunst in slaap. Niet dat professor Kist dat merkte, maar toch. Helaas hadden Fred en George het wel gemerkt. Ik zag er totaal geen kwaad in om met hen mee te gaan naar het zwarte meer, tot ik naar de grote zaal liep. Ik had even geen zin om bij de tweeling en Leo in de buurt te zijn, dus liep ik maar naar de tafel van Huffelpuf, ik had Monika al een tijdje niet gesproken. "Waarom ben je zo nat?!" Riep Monika uit. Ik grijnsde onnozel en vertelde haar dat de tweeling er een gewoonte van maakte om mij in het water te gooien. Gelukkig had Monika net een nieuwe spreuk geleerd en wist ze een handdoek voor me tevoorschijn te toveren. Even later kwam de tweeling naar ons toe en nam Monika afscheid van ons. Zo gauw ze weg was, keek ik naar George, die bijna boos naar Tom keek. Wat was er toch aan de hand? Ik keek Fred vragend aan, maar die haalde zijn schouders op. Toen herinnerde ik me ineens wat hij Monika had gevraagd. 'Hebben jij en Tom nog steeds nep met elkaar?' En ik hapte naar adem. De tweeling keek bezorgd mijn kant op en ik keek George strak aan. "Jij. Mee. Nu." George keek me vragend aan en leek toen te snappen dat ik zijn geheim geraden had.

"Goed, vertel." Hij keek me gepijnigd aan. "Moet dat?" Ik trok mijn wenkbrauw op. "Goed, goed! Maar je moet beloven dat je het aan niemand verteld." "Ik beloof het." "Ik.. geloof-dat-ik-Monika-leuk-vind." Dat laatste kwam er heel snel uit. "Weet Fred het?" Hij schudde zijn hoofd. "Goed. Iemand anders?" Opnieuw schudde hij zijn hoofd. Ik knikte en we liepen samen terug naar Fred, die bij de grote trap op ons stond te wachten. Hij greep mijn arm en trok me tegen zich aan, zodat hij in mijn oor kon fluisteren. "Waar ging dat over?" "Nergens over." "Vertel op, of ik vertel Xavier dat je hem leuk vindt." "Ik- Huh?" Hoorde ik dat nou goed. "Je hebt me wel gehoord. Ik vertel Xavier dat je hem leuk vindt." Ik rolde met mijn ogen, en probeerde nonchalant te klinken. "En hoe weet jij dat zo zeker?" Hij haalde triomfantelijk het papiertje van mijn oorbellen uit zijn zak. "Eens even kijken. O, oh. Je oorbellen zijn zwart. Wat zou dat nou betekenen? Ah, stress. Dus ik heb wel degelijk gelijk." "Fred, ik zweer het je, als je ook maar iets zegt zul je met een oog open moeten slapen vanaf nu." Ik kon wel zien dat hij zich in de verste verte niet bedreigd voelde. "Vertel me waar jullie het over hadden, of ik vertel Xavier dat-" "Of je vertelt Xavier wat?" Ik draaide me geschrokken om en keek recht in het gezicht van…


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.