Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen n schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Columns, sprookjes, kortverhalen.. » Sprookje: Lenka en de Groene Huisboon

Columns, sprookjes, kortverhalen..

20 juli 2010 - 12:20

3728

0

400



Sprookje: Lenka en de Groene Huisboon

Er was eens een meisje dat alle redenen had om haar leven te beklagen. Toch deed ze dat niet, aangezien ze niets anders gewend was.
Al vanaf ze het zich kon herinneren was haar leven immers zo geweest.
Ze woonde bij een oude, norse kok. Hij had nooit beweerd dat hij haar vader was, had ook nooit de moeite genomen om te vertellen wie haar vader dan wel was. Nog minder wist ze over haar moeder.
Jean-Paul was geen aangenaam gezelschap. Hij was chef-kok van beroep, maar was zo opvliegend en eigenwijs dat hij nergens lang op een plaats kon blijven zonder ontslagen te worden.
Dat betekende echter niet dat hij zijn vak niet beheerste, want hij was de beste kok die Lenka kende.
Hij werkte in de grootste kastelen en telkens weer reisde Lenka mee om hem te helpen in de keuken.
Telkens weer kreeg ze s nachts het kleinste kamertje toegewezen, waar het wemelde van de ratten, en de daarbij horende stank.
Er zijn mensen die dit vreselijk zouden vinden, maar voor Lenka was dit haar leven. Ze kende niets anders, hoe kon ze er dan jaloers op zijn?
Momenteel werkten ze in kasteel Lichtsterre, een van de kleinere kastelen waar Lenka al geweest was. Niet dat ze dat erg vond, want ze vond die wel iets hebben. Ze waren charmant en pittoresk, alsof ze in een sprookje leefde.
Voor haar maakte het uiteindelijk toch niet zoveel uit, ze kreeg toch altijd de kleine kamertjes en de keuken toegewezen.
Lenka, geef de peper eens door! snauwde Jean-Paul naar haar. Die mensen weten wel wat goed is. Flauwe drab moeten ze hier niet hebben!
Gehoorzamend overhandigde Lenka hem de pepermolen. Hij draaide er een aantal keer flink aan.
Euh, gisteren hoorde ik wel iemand zeggen dat er misschien iets te veel - begon Lenka stil.
Tut, tut, tut, een biefstuk moet gekruid zijn, er zit niet voor niets pepersaus bij! weerlegde Jean-Paul haar argument.
Plots stormde er iemand de keuken binnen. Het was een hofnar van de koning. Hij keek wat beteuterd naar de keukenbrigade.
De koning vond - euh, het eten nogal pikant gisteren. Eigenlijk zo - euh, pikant dat hij ziek op bed ligt. Een stuk van zijn tong is eraf geschroeid. Nu - koks zijn moeilijk te vinden, dus wilt Zijne Majesteit u een tweede kans geven.
Een - een tweede kans?! Ik hoef dit niet te pikken. Ik - ik eis verontschuldigingen. Neen, weet u wat? Ik neem ontslag. De onbeschofte dwaas zou zijn hele tong verbrand moeten hebben! Helemaal! foeterde Jean-Paul. Zijn weinige haren schoten overeind en hij werd helemaal rood. Hij smeet een bord met het embleem van het kasteel de grond op en schreeuwde: Lenka, meekomen! Ik heb nog wel een adresje!
Gedwee volgde ze hem, niet wetend of hij blufte of niet.
Zwijgzaam liep ze naast hem. Ze had het moeilijk om hem te kunnen bijbenen, omdat hij ondanks zijn leeftijd erg snel stapte. Dat deed hij altijd als hij boos was. Altijd als ze ergens moesten opstappen dus.
Heb je echt al een nieuwe werkplek? vroeg Lenka.
Ja. antwoordde Jean-Paul kort.
Waar is het? vroeg ze voorzichtig. Als ze te veel vroeg, en hij was in een slecht humeur, kom hij weleens een uitbarsting krijgen.
Ver hiervandaan. bromde hij. Lenka besloot dat ze maar beter niet kon doorvragen. Ze wist niet hoe lang ze toen stapten. Twee uur, twee dagen? Ze wist het echt niet. Ze had wel een stekende pijn in haar voeten, maar of het nu over twintig kilometer ging, of over vijftig, ze had er geen idee van. Na een tijdje verlieten ze de bewoonde wereld, om later weer terug mensen tegen te komen. Elke keer ze een kasteel of een royale villa zag, hoopte ze stilletjes dat ze er binnen zouden gaan, maar telkens weer stapte Jean-Paul er onvermoeibaar voorbij.
Hier is het. mompelde hij uiteindelijk en hij ging voor de poort staan van een enorm kasteel. Ze waren al in veel grote kastelen geweest, maar dit overtrof werkelijk alles.
De poort opende zichzelf en Lenka volgde Jean-Paul tot aan de inkomhal van het kasteel. Er hingen kroonluchters aan de torenhoge plafonds, alles was gemaakt uit een soort eikenhout, solide en stevig. Het was een echte thuis, iets wat ze nog nooit eerder ervaren had. Het was ook zo belachelijk; dit was haar huis niet.
Kom nou toch, lui kind! Ze wachten op ons in de keuken! snauwde Jean-Paul. Snel volgde ze hem, tot in een immense keuken. Er waren veel mensen aanwezig, maar anders dan anders heerste er een gezellige drukte. Iedereen communiceerde met elkaar, iedereen was vrolijk en goedgeluimd.
Ach, meiske toch, kom mee, jij moet de dochter van de nieuwe kok zijn! zei een mollige vrouw van middelbare leeftijd.
Euh, ja. zei Lenka schaapachtig, na een waarschuwende blik van Jean-Paul.
Ga maar met haar mee, dan loop je niet de hele dag in mijn weg! zei hij bars. De vrouw keek hem vermanend aan, legde een hand op Lenka's schouder en baande haar mee naar haar deel van de keuken.
Ik ben Bertha, zowat het manusje-van-alles in de keuken. Alles staat vandaag een beetje in rep en roer. legde ze uit.
Ik ben Lenka. En het is wel druk, maar veel gezelliger dan alle andere plekken waar ik al ooit gewerkt heb. Niemand sprak er tegen elkaar, niemand kwam zich voorstellen zoals u net deed. Het was net of het keukenteam niet bestond. zei Lenka. Haar stem kreeg een bittere ondertoon als ze eraan terug dacht.
Wat naar! Maar goed - er is veel werk aan de winkel. De koning wilt vanavond per se de champignonsoep, maar die moeten nog geplukt worden. Wil jij dat even doen? Hier heb je een mandje vul dat maar rijkelijk.

En zo gezegd, zo gedaan. Tien minuten later stond Lenka gebukt over een boomstronk, de meest eetbare zwammen eruit pikkend.
Hé, jij bent de nieuwe keukenhulp, toch? Er werd al over je gesproken van voor je was aangekomen. hoorde ze achter zich. Vliegensvlug draaide ze zich om.
Voor haar stond een man van ongeveer haar leeftijd. Hij had halflang, blond haar. Zijn huid was bruingebrand door de zon. Hij had helderblauwe ogen - van het soort waar je wel naar moest kijken.
Zijn gezicht alleen al was bijna te mooi om waar te zijn.
Euh - hallo. zei Lenka, toen ze haar stem terug had gevonden.
Ik ben Jasper. stelde hij zich voor, en hij stak zijn hand uit. Ze schudde ze, terwijl hij in haar ogen keek.
Onmiddellijk veranderde er iets in zijn gelaatsuitdrukking. Nieuwsgierigheid, misschien zelf herkenning.
Wauw, jij lijkt op -
Ze keek hem nieuwsgierig aan.
Kom mee, je zou me toch niet geloven...
Hij keek haar onderzoekend aan. Ze besefte dat ze hem haar naam nog niet had verteld.
Ik heet Lenka. zei ze.
Aangename kennismaking, Lenka. zei hij met een diepe buiging en hij stak zijn arm uit. Die greep ze beet, en hij nam haar mee naar een kleiner tuintje, helemaal achterin de grote tuin. Die patio grensde aan het bos. In het midden stond een fonteintje, met het helderste water dat ze ooit al had gezien. Alles leek hier mooier, beter, en toch ook vertrouwd.
Kijk daar! wees hij naar een serre. Een prachtige vrouw had een pompeuze baljurk aan en zat naast een man, die haar stevig tegen zich aan drukte.
De koning en de koningin. verduidelijkte Jasper. Lenka keek hem vragend aan.
Kijk eens naar de koningin. spoorde hij haar aan. Ze zette een stapje dichterbij, maar zorgde er wel voor dat ze achter de grote lindeboom bleef staan, zodat ze onzichtbaar was voor de mensen binnenin.
Toen zag ze het. Ze leek als twee druppels water op de koningin! Ze had dezelfde gitzwarte krullen. Dezelfde volle lippen. Hetzelfde schoonheidsvlekje op haar wang. Dezelfde amandelvormige ogen.
Haar mond viel open.
Verbazingwekkend, hé! Dit heb ik nog nooit meegemaakt! zei Jasper oprecht verbaasd.
Wat je zegt... mompelde Lenka.

De volgende dagen sloop ze steeds weer de tuin in. Moest er fruit geplukt worden, was ze er als de kippen bij. Groenten zaaien? Deed zij wel even. De tafel dekken als ze buiten werd gegeten? Zij was kandidaat.
Het was snikheet buiten, maar dat deerde haar niet. Ze moest hen zien. Hoe kon het dat twee wildvreemde mensen zo op haar leken? Want eens ze over de schok heen was dat de koningin wel erg op haar leek, merkte ze op dat ook de koning trekjes van haar had.
Elke dag zaten ze in de serre, in de late namiddag. Zij was er ook altijd. Elke dag, zonder uitzondering. Het werd een verslaving om hen te kunnen zien.
Soms was ze er alleen, soms was Jasper er ook. Hij was veruit de liefste jongen die ze al had ontmoet. Hij begreep haar vreemde fascinatie niet, maar het scheen hem niet veel uit te maken. Hij hield haar vaak gezelschap. Ze praatten over het leven op het kasteel, over het werk in de keuken en over elkaar. Jasper bleek de zoon te zijn van Bertha. Hij werkte niet vaak in de keuken, hij was eerder een soort klusjesman die het zware werk deed buiten. In de tuin werken, reparaties uitvoeren... Hij vertelde haar dat de koning en de koningin erg vriendelijke mensen waren. Ze kenden hun personeel, groetten hen als ze hen tegenkwamen. Er werd ook jaarlijks een personeelsfeest georganiseerd. Er stonden dan lange tafels buiten, er werd muziek gespeeld en iedereen at gezellig samen.
Lenka vertelde hem op haar beurt dat dat niet zo gewoon was als hij dacht. Op elk kasteel waar ze tot nu toe al geweest was, behandelde de koning en de koningin het personeel als uitschot. Ze beseften niet dat ze hen nodig hadden en voelden zich verheven boven hen.
Het volgende feest vindt trouwens dit weekend plaats. Je zal het geweldig vinden, er is heerlijk eten en voor het eerst ook een dansfeest, en -
De spraakwaterval aan woorden die daarop volgde, sloeg Lenka niet echt op. Een feest. Met de koning en de koningin. Ze zou hen ontmoeten. Zou ze eindelijk een antwoord op haar vragen krijgen?
Onbewust keek ze weer een naar de serre. Ze zaten er weer. Maar er was iets veranderd. Het dappere gezicht van de koningin had zich huilend tegen haar man gedrukt. Jasper was haar blik gevolgd.
Ach ja, neem het haar niet kwalijk. Als het personeelsfeest nadert, wordt ze wat emotioneel. Ik geloof dat het nu zestien jaar geleden is. Dan hielden ze ook zo'n feest. Het was al laat op de avond en ineens viel al het licht uit. Het leek wel of de goden er mee gemoeid waren. Alle kaarsen, de lichten in het kasteel, de theelichtjes... Elke bron van licht was ineens verdwenen. Toen het technisch probleempje opgelost was, was het tweejarig dochtertje van de koning en koningin verdwenen. Ik was zelf nog maar ene jaar of vier, hoor, maar het is een populair verhaal hier. Iedereen weet ervan, maar er wordt met geen woord over gerept tegen het koningspaar. legde Jasper uit.
En er is sindsdien geen spoor meer van het meisje? vroeg ze ademloos.
Geen spoor. herhaalde hij. Lenka voelde het kippenvel op haar armen staan.
Ik - ik moet gaan. ze ze abrupt en ze stond op, nagekeken door een uiterst verbaasde Jasper.

Allerlei gedachten en veronderstellingen maalden genadeloos rond in haar hoofd. De kroonprinses verdween zestien jaar geleden, toen ze twee jaar oud was. Lenka was nu achttien. Haar echte ouders had ze nooit gekend. Maar wat was er dan gebeurd? Hoe was ze bij Jean-Paul terecht gekomen? Wie was hij?
Zoveel vragen in verhouding met het povere aantal antwoorden...
Zelfs de frisse buitenlucht kon haar niet kalmeren. Ze stormde de keuken in.
Vreemd genoeg was die bijna helemaal leeg. Alleen Jean-Paul stond aan een tafeltje groenten te hakken.
Weg! gromde hij, en de paprika werd in tweeën gesneden.
Ze zijn allemaal weg! zei hij, terwijl hij de paprika nog eens halveerde. Kleren kopen voor een stom feest. Lelijke baljurken en verwijfde kostuums. gromde hij weer. Lenka haalde diep adem.
Jij bent mijn vader niet, hé? vroeg ze. Ze had het nooit luidop durven vragen, maar nu wist ze het opeens zekerder dan ooit. Ze leek in iets op hem. Jean-Paul kon haar vader niet zijn.
Heb ik dat ooit beweerd dan? snauwde hij.
Zijn - zijn mijn ouders de koning en koningin van dit kasteel? vroeg ze stil.
Nu denk je alles te weten, hé. Wel, je weet er niks van. Niks! Maar goed, ik zal je alles vertellen. besloot hij, zonder haar ook maar één blik waardig te gunnen. Ze wachtte ongeduldig tot hij verder zou gaan.
Lang geleden heb ik een vrouw gehad. Florentina heette ze.
Onwillekeurig moest hij glimlachen. Dat was de eerste keer dat ze die emotie op zijn gezicht zag. Misschien was hij toch niet de boosdoener in het hele verhaal.
We konden geen kinderen krijgen en daar had ze het erg moeilijk mee. Ze zag er zo ongelukkig uit en ik wilde haar helpen. En op een dag wandelden we hier toevallig voorbij. We hadden gehoord dat de koning en de koningin een uiterst charmante dochter hadden, een echt snoesje. Ze was dan ook nog eens in het bezit van een zeer zeldzame peulvrucht, een Groene Huisboon. Die moet je planten en onmiddellijk groeit er een prachtige villa uit. We riepen de hulp in van een paar feeën en dwergen, en die zorgden ervoor dat om klokslag twaalf uur elk licht werd gedoofd. Ik nam je uit je wiegje en nam je mee naar Florentina. Ze was zo blij.
Zijn ogen vulden zich met tranen die hij snel weg veegde.
Maar wat is er dan gebeurd? vroeg Lenka ademloos.
We vlogen naar huis en werden geplet door een ooievaar in de lucht. Florentina viel van de koets, recht door het dak van ons huis. Het laatste wat ze zei was dat ik goed voor je moest zorgen. Maar als we jou niet waren gaan halen, was ze nooit gestorven. Ik heb het huisje verkocht. Een oud vrouwtje heeft er nu zo'n peperkoeken geval van gemaakt. Ik kon daar niet meer zijn. Te veel herinneringen. zei hij. Lenka was er stil van geworden.
Kunnen we het niet gewoon uitleggen? Ze zullen het vast begrijpen. vroeg ze uiteindelijk.
Wat een dom idee! snauwde hij en hij leek in het niets meer op de emotionele man van daarnet.
Maar waarom dan? vroeg ze. Ik wil mijn ouders leren kennen.
Die boon ligt hier nog ergens. Jij gaat die zoeken. Ik stop met dit rotwerk en betrek die villa. Ik kook alleen maar voor mezelf. Toch iemand die het zal appreciëren. snauwde hij. En één woord hierover tegen iemand, en iedereen weet dat je een vuile dievegge bent die uit is op de boon!
Lenka's mond viel wagenwijd open.
Dat is niet eerlijk! slikte ze moeizaam.
Het leven is niet eerlijk, meisje. Dat heb ik al wel gemerkt. En ga nu maar op zoek naar die boon van je. En geen trucjes!
Lenka stormde naar buiten. Ze voelde geen medelijden meer voor Jean-Paul, alleen nog maar verafschuwing en diepgewortelde haat. Een zoute traan rolde over haar wang, eenzaam en alleen net zoals zij zich nu voelde. En als het aan Jean-Paul lag, zou ze zich altijd zo voelen.

Stil trof ze de laatste voorbereidingen voor het feest die avond. Heel het kasteel stond in rep en roer. Iedereen keek ontzettend hard uit naar het feest, Lenka wist niet wat ze moest voelen. Moest ze blij zijn omdat ze misschien met haar ouders zou kunnen spreken of triest omdat ze hen nooit de waarheid zou kunnen vertellen?
He, Lenka! hoorde ze een opgewekte stem achter zich. Heb je al zin in het feest?
Hoi, Jasper. begroette ze hem futloos. Zijn vraag liet ze strategisch in het midden.
Ik wilde vragen... Zou je met mij naar het feest willen gaan? vroeg hij. Hij keek haar hoopvol aan.
Ik dacht dat al het personeel kwam. vroeg Lenka op haar beurt.
Dat is ook zo, maar ik vraag jou persoonlijk mee. Naar het dansfeest. Als je wilt natuurlijk.
Zijn zinnen werden korter, zijn gezicht roder. Een glimlach krulde zich om haar lippen. Hij was verlegen. Ze stond al op het punt om in te stemmen, toen ze dacht aan haar gesprek met Jean-Paul een paar dagen geleden. Hoe kon ze nu ja zeggen? Ze zou hem nooit de waarheid kunnen vertellen. Ze mocht zichzelf niet toestaan om verliefd op hem te worden. Ze moest zich beheersen, nu ze er nog niet te erg bij betrokken was. Hij zou hier niet blij mee zijn. Ze zou hem pijn doen, maar ze zou hem nog meer kwetsen als ze hem nu valse hoop gaf. Schuldbewust sloeg ze naar ogen neer.
Hij wam dichterbij. Zijn gezicht raakte het hare bijna, zijn ogen boorden zich in de hare, op een manier dat ze er wel naar moest blijven kijken. Zijn ogen waren eerlijk, trouw en warm. Hij moest een lief meisje krijgen dat ook eerlijk met hem kon zijn.
Net toen ze bedacht dat ze hem dat moest vertellen, zette hij nog een stapje dichterbij. Zijn neus raakte die van haar. Ze durfde bijna geen adem te halen. Hij draaide langzaam zijn gezicht scheef en met zijn hand hief hij haar kin wat op zodat ze nu echt tegenover elkaar stonden. Ze dacht dat ze zou ontploffen bij dat simpel gebaar.
En toen kuste hij haar. Het was een lief, zacht kusje en Lenka wist dat het haar nu nog veel meer pijn zou doen om hem af te wijzen.
Jasper opende zijn gesloten ogen en streelde haar wang.
Sorry, ik kan niet... Ik kan niet bij je zijn. mompelde Lenka. Haar gevoelens waren zo tegengesteld aan haar woorden dat ze zelf amper geloofde wat ze zei.
Dit gaat om eerder deze week, hé? vroeg hij. Hij had haar nog steeds in zijn armen. Ze keek hem verschrikt aan. Wat wist hij?
Ik hoorde je praten met de chefkok eergisteren. Ik hoop dat je me het niet kwalijk neemt, Lenka, maar ik hoorde jullie toevallig praten en ik kon het niet helpen. verklaarde Jasper en hij keek haar even aan om na te gaan of ze boos was. Maar toen ze die eerlijke bruine ogen weer zag, kon ze niets anders dan het hem vergeven. Ze zuchtte verslagen.
Ik ga je helpen. Ik vertrouw je. Ik weet dat jij gewoon je ouders wilt leren kennen, niets meer, niets minder. zei hij lief. Aarzelend keek ze hem aan.
Bedankt. zei ze en de dankbaarheid droop van haar stem af. Je weet niet hoeveel dit voor mij betekent.
Voorzichtig kuste zij hem nu ook.
Niets staat ons nog in de weg nu. Het is goed zo. fluisterde hij en nu hij het zo concreet onder woorden bracht, geloofde ze ook echt dat het allemaal goed zou komen.

Een paar uur later zat ze aan de rijkelijk bedekte feesttafel, in het goede gezelschap van Bertha, een paar grappige keukenhulpjes en Jasper, die naast haar zat en teder haar hand streelde, telkens als ze zichzelf toestond om met een schokkerige beweging naar de koning en de koningin te kijken.
Die zaten aan het begin van de lange tafel, gezellig kletsend met enkele hofnarren, maar ook soms een bezorgd en melancholisch gezicht opzettend. Lenka kende die reden nu.
Plots zette de koning zich recht. Met luide stem verkondigde hij: Het dansfeest is nu geopend! Volg ons naar de dansvloer!
Hij forceerde een glimlach en nam de koningin in zijn armen om er een vrolijk dansje mee neer te plaatsen.
Ze dansten zo... krachtig. Het waren net engelen die zich gracieus voortbewogen op de dansvloer.
Toen het liedje uit was, maakte de muziek plaats voor een ander, trager liedje.
Dansen? vroeg Jasper en zijn ogen schitterden. Lenka glimlachte zenuwachtig en liet zich door hem naar de dansvloer leiden.
Voorzichtig legde hij zijn handen rond haar en danste hij de perfecte slow met haar. Gewillig liet ze zich meevoeren op de tonen van de prachtige muziek.
Wauw. bracht ze uit, toen het liedje plaats maakte voor een ruiger nummer en het feest pas echt losbarstte.
Ze zag Jean-Paul onbeleefd naar hen staren en het kon haar niet eens schelen dat hij zag hoe Jasper een kort kusje op haar lippen drukte.
Kom mee. zei hij zelfverzekerd en hij nam haar hand vast. Nerveus volgde ze hem naar haar echte ouders. Dit was het moment van de waarheid.
Jasper schraapte zijn keel en zei: Euh, uwe majesteit?
De koning draaide zich om en begon te zeggen: Ha, Jas-
En toen zag hij haar.
Lenka? fluisterde hij gebroken. De koningin draaide zich vliegensvlug om en sloeg haar handen voor haar mond.
Lenka? vroeg toen ook zij, met tranen in haar ogen.
Mama? Papa? vroeg ze, blij dat ze haar meteen herkenden.
Wat lijk je op je mama! mompelde de koning en hij sloot haar in zijn armen. Ook de koningin sloot zich aan bij de omhelzing.
Waar heb je gezeten, kindje? snikte haar moeder. En toen deed Lenka haar verhaal, terwijl Jasper geen meter van haar zijde week.
En ik mocht niets zeggen omdat... omdat... fluisterde Lenka. De koningin keek haar aanmoedigend aan.
Jean-Paul kwam hierheen voor die befaamde Huisboon en ik was bang dat jullie zouden denken dat ik een dievegge was. zei ze stilletjes. Het spijt me.
Leugens, grove leugens! schreeuwde Jean-Paul ineens achter hen. Ondertussen was bijna de gehele dansvloer ontruimd en keek iedereen naar het tafereel vooraan.
Jij, begon de koning en met priemende vinger wees hij naar Jean-Paul, gaat maken dat je hier weg bent en nooit meer terug komt!
Jean-Paul was niet snel bang, maar iets in de blik van de koning weerhield hem van commentaar. Woedend droop hij af.
Kom mee. zei de koningin en Lenka en e koning volgden. Ze trok ook Jasper mee. Ze had dit allemaal aan zijn moed te danken.
Aan de rand van het terrein, vlakbij het kasteel, hielden ze halt. De koningin haalde een groene ketting van rond haar hals.
in deze diamant zit de Groene Huisboon; alleen zij die het recht heeft hem te dragen, kan de diamant laten verdwijnen. verduidelijkte ze en ze overhandigde Lenka de halsketting.
Ik? piepte die. De koningin knikte bemoedigend. Lenka deed de ketting om en vrijwel onmiddellijk smolt de diamant. Ongelovig keek ze toe naar de boon die in haar handen viel.
Plant hem. zei de koning en ze deed wat hij vroeg. Meteen groede er uit de grond een villa. Lenka zag niet meteen wanneer ze ophield met groeien, want ze was immens groot.
Dit is nu jouw thuis. zei de koningin. Met open mond staarde Lenka ernaar. Haar thuis...
Dan wendde ze zich tot Jasper.
Wil jij hier met mij wonen? vroeg ze hoopvol.
Wat dacht je dan, gekkie? vroeg hij lachend en hij kuste haar. Dan duwde hij haar in de richting van haar ouders, die haar in hun armen sloten.
Bedankt. fluisterde ze. Ze wist niet precies wie of wat ze bedankte. Haar ouders, Jasper of het leven, omdat dat zo'n verrassende, prachtige wending had aangekomen...


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.