Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » A Malfoy Isn't Always Evil » Chapter 1: De Wegisweg
A Malfoy Isn't Always Evil
Chapter 1: De Wegisweg
Chapter 1: De Wegisweg
‘’Dolf’’? Dolf werd de volgende morgen wakker, een slapeloze nacht, hij had geen oog dicht gedaan. Dolf keek naar de deur waar de stem vandaan kwam.’’Dolf’’?! Riep nu een fellere stem, het was zijn moeder. ‘’Ja’’? Vroeg Dolf met een gaap. ‘’Sta je op, we vertrekken zometeen’’. Hij hoorde zijn moeder van de deur weglopen. Dolf stond op en rekte zich uit. Hij keek in de spiegel die aan de muur hing, hij zag dat hij wallen onder zijn ogen had. Dolf kleedde zich uit en stapte de douche in die tegenover zijn kamer bevond. Hij draaide de kraan open totdat het een aangenaam watertemperatuur was en zeepte zich in. Hij hoopte maar dat zijn vader hem vandaag met rust zou laten, of dat het tenminste niet zo werd als vannacht. Dolf merkte dat hij nu al best lang onder de douche stond en draaide hem uit. Hij pakte een handdoek en stapte de douche uit, hij droogde zich af en kleedde zich in frisse kleding.
Hij liep naar beneden toe waar hij zijn vader aan de eetkamer tafel zag, en die zoals gewoonlijk niks tegen hem zei. Draco keek hem alleen met een doordringende blik aan. Dolf ging op een lege plek iets van zijn vader aan de lange tafel zitten. Zijn moeder kwam aangelopen en ging nu ook zitten, ze vouwde haar handen ineen. ‘’Draco, Dolf, ik zal er niet om heen draaien, ik hoorde gisternacht kabaal en jullie schreeuwen.. wat was er aan de hand’’? Vroeg ze en keek hen afwachtend aan. Dolf opende zijn mond en wilde iets zeggen, maar voordat er een woord uitkwam begon zijn vader al te praten.’’Gewoon, hij kwam naar beneden omdat hij iets hoorde, hij vroeg zich af waarom ik nog op was en waarom hij niet mocht opblijven’’. Dolfs mond viel open, wat een leugenaar was zijn vader! ‘’Klopt dat Dolf’’? Vroeg zijn moeder die hem aankeek. Dolf wilde iets zeggen maar kreeg een waarschuwende blik van zijn vader toegeworpen. Dolf zuchtte en keek naar beneden, hij keek zijn moeder aan en knikte. Hij had geen zin in ruzie deze morgen, dus gaf hij zijn vader maar gelijk.
‘’Oke’’.. Zei Astoria en ging er niet verder op in.’’Jullie weten het, over een halfuurtje moeten we op de Wegisweg zijn’’. Ze hoestte even. ‘’We gaan zoals ieder jaar met de huurauto van je vader zodat we niet opvallen, en dan gaan we naar de Lekke Ketel, en de rest weten jullie zelf wel’’. Dolf had dit verhaal nu al voor de zesde keer op rij gehoord.
Dolf keek naar de lege borden die voor zijn vader en moeder stonden. Zijn mond viel open.’’Hebben jullie al ge..gegeten’’? Vroeg hij stamelend. ‘’Moest je maar vroeger opstaan’’. Zei zijn vader met een grijns. Zijn moeder keek Dolf aan.’’Dat redden we nu echt niet, dan eet je maar wat meer bij het avondeten’’. Dolf snoof even maar maakte er geen woorden aan vuil. Hij stond op en liep naar de kapstok waar hij zijn jas aandeed. Hij pakte nog een glas uit de kast die hij vulde met water en daarvan dronk. Hij zette het lege glas neer op het aanrecht en zag dat ook zijn ouders nu klaar waren. Dolf opende de deur en liep met zijn ouders naar buiten, waar de huurauto van zijn vader al op de oprit klaar stond. Hij wist dat zijn vader Dreuzelauto’s haatte, maar er was geen andere manier, en dan was het tenminste rustig, zo ver dat kon. Dolf stapte achterin de auto en deed zijn gordel om. Hij sloot de deur en keek naar voren waar zijn ouders nu ook zaten. Zijn vader reed weg en niet lang daarna kwamen ze aan bij De Lekke Ketel. Ze stapten uit en Dolf liep achter zijn ouders aan, ze kwamen in het drukke café waar veel gepraat en gedronken werd. Hij zag zijn vader net nog met versnelde passen naar het einde van het café lopen en bij de muur aankomen. Zijn moeder daarentegen merkte hij na al die drukte niet echt op. Dolf probeerde zijn vader bij te houden en kwam ook aan bij de muur. Hij zag dat zijn vader al de stenen in de volgorde had ingetikt en er een ingang ontstond, de Wegisweg. Hij keek naar de vele winkeltjes, hij hield van de Wegisweg, alleen dan als hij alleen of met vrienden was. Dit jaar mocht hij met school mee naar Zweinsveld met de andere leerlingen, daar verheugde hij zich ook al op.
Natuurlijk was het erg druk op de Wegisweg, vooral ouders die met hun leerlingen er waren, maar ook oudere tovenaars en heksen. Hij keek om zich heen en zag net nog een glimp van zijn moeder een hoek omgaan, als ze nu even konden wachten.. Dolf slenterde er achter aan, hij botste bijna tegen iemand op, een meisje van ongeveer zijn leeftijd met bruine krullen.’’S..sorry’’. Stamelde hij. ‘’Is al goed’’. Zei het meisje met een glimlach richting hem. Dolf wilde nog iets zeggen, maar een vrouwelijke stem overstemde hem. ‘’Kom je’’? Het was zijn moeder niet, hij keek naar de vrouw die het tegen zijn dochter had, het meisje. De vrouw had langer bruin haar en had een ketel met boeken in haar hand. Dolf herkende haar vaag, maar kon er niet op komen wie het nu was. Hij had haar al eens gezien in een boek, of in een tijdschrift, dat wist hij wel. Hij zag het meisje naar haar moeder lopen. Het meisje glimlachte nog even naar hem, maar Dolf werd abrupt verstoord door een heldere stem. ‘’Dolf’’! Het was zijn moeder. ‘’Kom’’! Haar stem klonk niet echt kwaad maar eerder commanderend. Hij keek zijn moeder aan die hem wenkte en Dolf liep snel achter haar aan. Ze kwamen aan bij de duistere winkel Odius & Oorlof, waar zijn vader naar binnen glipte. ‘’Blijf jij maar hier’’. Zei zijn moeder, waarna zij wel naar binnen liep. Hij liep dichterbij en hoorde vage stemmen, hij hoopte iets te kunnen opvangen van wat ze binnen zeiden.
‘’Dus zoals ik het goed begrijp, meneer Malfidus, u wilt de collectie morgenvroeg hebben’’? Dat was de stem van de winkelier. ‘’Natuurlijk’’! Hoorde Dolf een zware stem sissen, dat was overduidelijk de stem van zijn vader. ‘’Oke meneer Malfidus, ik zal het per post naar u toesturen’’.
‘’Nee! Niet per post! Je weet dat het dan nooit veilig is’’! De winkelier kuchte. ‘’Maar natuurlijk meneer Malfidus, dat spijt me..’’. ‘’Ik kom het wel ophalen in je winkel morgen’’. Antwoordde Draco daarop.
Dolf vroeg zich af wat datgene was waar zij het overhadden, wat datgene was dat zijn vader morgen zou ophalen. De deur vloog open en Dolf deinsde achteruit. ‘’Rotjoch, je weet toch dat het hartstikke onbeleefd is om mensen af te luisteren’’?! Sisste Draco zacht. Dolf zei niks, want hij zag zijn moeder al. ‘’Zo dat is dat’’. Zei ze zuchtend met een glimlach richting Dolf.
‘’Oke, nu naar Kreukniet & De Krimp, veel beter dan Madame Mallekins’’. Zei ze vastbesloten. Dolf boeide het niet zoveel of ze naar Mallekins of naar die andere gingen, als hij maar een gewaad had, want hij was er weer uitgegroeid. Hij vervolgde zijn weg met zijn ouders naar de Wegisweg, en zijn gedachten bleven hangen bij het meisje met bruine krullen.. Ze kwamen aan bij de winkel die er elegant en sjiek uitzag van buiten, maar ook van binnen. Hij stapte de winkel uit, een klein belletje rinkelde nadat hij de deur open had gemaakt. ‘’Narcissa zei me dat het een goede kledingzaak was’’. Zei Astoria tegen Draco en Dolf. Hij zag een vrouw komen die met een met een vrolijk gezicht naar hen keek.’’Goedendag Malfidussen’’. Ze kuchte even. ‘’Ik neem aan dat jullie hier zijn voor jongeheer Dolf’’? Vroeg ze en knikte naar Dolf. Astoria knikte eventjes. ‘’Ja, hij heeft een nieuwe mantel voor Zwadderich nodig, die met die hele fijne stof’’. De winkelier knikte.’’Ja die, ik zal meteen achter voor u kijken’’. De vrouw liep even naar achter waar ze een paar stoffen pakten. ‘’Deze goed’’? Vroeg ze toen ze weer terug kwam. Astoria knikte eventjes kort. De vrouw begon door middle van magie de mantel te maken, nadat ze de maat had opgemeten van Dolf. Niet lang erna was de mantel klaar. Dolf voelde de fijne stof die hem een rilling gaf, het was echt een fijne stof, maar natuurlijk ook prijzig. Astoria betaalde en Draco liep al de winkel uit. Dolf vroeg zich af wat er nu weer met hem aan de hand was, waar hij last van had, vast en zeker omdat het zo duur moest zijn, maar eigenlijk was het geld nog van zijn grootouders, Lucius en Narcissa. Dolf deed zijn mantel uit en borg die op in een tas. Hij liep ook naar buiten toe waar hij zijn vader zag, die hem zoals gewoonlijk geen blik gunde.
Even later, nadat ze naar Klieder & Vlek waren geweest en de eigenaar de boeken voor hen pakte, gingen ze op weg naar huis. Na eenmaal aangekomen, liep Dolf direct naar boven en zette zijn tas nog neer in zijn kamer, met zijn boeken en de mantel. Hij schopte zijn schoenen uit en ging liggen op zijn bed, hij sloot even zijn ogen, want hij was erg moe geworden van deze dag. Hij hoopte dat volgende week de reis naar Zweinstein wat beter zou verlopen, en natuurlij de dagen voordat hij naar Zweinstein ging. Hij hoopte dan dat hij geen ruzie of problemen meer kreeg met zijn vader. Maar die kans leek hem klein..
Leuk! (:
Ik ga gelijk weer verder lezen! (: