Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Emily's 1ste jaar op Zweinstein » Hoofdstuk 6. Een zingende hoed en een indelingsceremonie

Emily's 1ste jaar op Zweinstein

22 juli 2010 - 21:50

3389

4

401



Hoofdstuk 6. Een zingende hoed en een indelingsceremonie

Albus, Roos en Emily stapte de trein uit toen een vertrouwde stem: ‘Eerstejaars hierheen!’riep. Emily herkende de stem meteen en rende er zowat op af gevolgd door Roos en Albus. ‘Hagrid!’ lachte Emily en begon te zwaaien. ‘Hoi Emily,’ zei Hagrid toen ze wat dichterbij stonden. Toen zag hij Albus en Roos. ‘Albus! Roos! Alles kits met jullie ouders?’ ‘Ja, goed Hagrid. Je hebt me vader toch nog in Klieder&Vlek gezien,’ zei Roos. ‘Ja, ja,’mompelde Hagrid en hij keek naar de groep kinderen die nu voor hem stond. ‘Kom we gaan. Deze kant!’ riep hij zodat ze het nog tot ver achter zouden horen. ‘Is Hagrid bevriend met jullie ouders?’ vroeg Emily nieuwsgierig. ‘Ja, nog van hun schooltijd! Veel leraren gaan blijven op Zweinstein tot ze overlijden,’ vertelde Albus. ‘Niet allemaal hoor!’ beet Roos hem toe. ‘Professor Stonk is twee jaar met pensioen nu! De meeste leraren gaan rond hun tachtigste of soms nog ouder met pensioen.’ (Hagrid had Emily verteld dat heksen en tovenaars ouder kunnen worden dan dreuzels.) Emily vroeg zich af hoe oud Hagrid zou zijn. Zeventig of misschien vijfenzeventig of ouder? ‘Trouwens,’vervolgde Roos haar verhaal. ‘Marcel werkt nu als professor voor Kruidenkunde.’ ‘Ja, ja dat weet ik ook wel,’zei Albus geïrriteerd. ‘En je moet hem nu professor Lubbermans noemen!’ Roos is wel een beetje betweterig , maar wel hartstikke aardig, dacht Emily. Dromerig liep ze verder, pas wat later merkte ze dat er een stilte was gevallen. Een beetje nerveus probeerde ze wat te bedenken om de stilte te verbreken. ‘Wauw!’ klonk het luid. ‘Wat is er wauw?’ Vragend keek ze naar Albus en Roos en volgde zijn blik. ‘Wauw!’ ‘Het is mooier dan ik ooit had kunnen dromen!’ zei Roos met open mond. Een groot kasteel lag op een berg aan de voet van een meer. ‘Kom mee naar de bootjes!’ riep Hagrid. De groep kinderen volgde Hagrid richting van de bootjes die lang de oerver lagen. ‘Niet meer dan vier per boot!’ riep Hagrid en wees op de bootjes. Met z’n alle stapte ze in een bootje. Roos, Albus en Emily zaten samen met nog een andere jongen in het bootje. ‘Okè! VAREN!’ schreeuwde Hagrid en de bootjes kwamen in beweging. Albus begon met de jongen die bij hun in het bootje was komen zitten te praten over de afdelingen, terwijl Roos en Emily het hadden over de school zelf. Roos was erg slim en wist heel veel over de school en andere toverdingen. Ze vertelde dat als dreuzels naar de Zweinstein kijken dat ze dan een stel ouder ruïnen zien waar een bordje bij staan dat je er niet mag komen, omdat het op instorten staan. Emily luisterde maar voor de helft want het prachtige kasteel leiden haar af. Het licht dat van het kasteel (oftewel Zweinstein) af kwam weerspiegelde in het water, zodat het prachtig fonkelde in het maanlicht. Zwijgend keek ze naar het reusachtige kasteel. ‘Weet je dat een deel van het kasteel verwoest was in 1998?’ zei Roos die nu ook naar het kasteel keek. ‘Nee. Hoe hebben ze het weer opgebouwd?’ vroeg ze en keek Roos vragend aan, bij de gedachte hoe moeilijk dat wel niet geweest zal moeten zijn om het enorme kasteel weer op te bouwen. ‘Met magie natuurlijk. Volgens mam hebben ze eeuwen oude spreuken gebruikt.’ ‘Wauw,’ zei ze nogal onder de indruk.
‘Koppen omlaag!’ riep Hagrid toen de eerste bootjes de klif naderde. Meteen deed iedereen wat Hagrid zei en gleden ze door een gordijn van klimop heen. Emily hief haar hoofd weer op en zag dat ze in een soort ondergronds haventje waren aan gekomen, waar ze uitstapten op een strand van stenen. Hagrid hief een lamp omhoog. Hagrid controleerde of iedereen was uitgestapt. ‘Okè alle bootjes zijn leeg,’mompelde hij. ‘Kom maar mee!’ Met z’n alle klauterden ze door een gang in de rotsen omhoog, achter het licht van de lamp van Hagrid aan. Uiteindelijk arriveerde ze om een grasveld in de schaduw van het kasteel . Ze liepen een stel trappen op en stopte bij een gigantische houten deur. ‘Is iedereen der nog?’ vroeg Hagrid terwijl hij met zijn enorme vuist op de houten deur bonsde.
De deur zwaaide zowat meteen open en er stond nogal een lange slungelige tovenaar met bruin haar en een donkerbruin gewaard aan in de deuropening. Hij glimlachte vriendelijk. Roos stootte Emily aan. ‘Dat is professor Lubbermans, oftewel Marcel,’ fluisterde ze. ‘Hij geef Kruidenkunde.’ ‘Eerstejaars dit is professor Lubbermans.’ ‘Dankjewel Hagrid,’zei professor Lubbermans met een grote glimlach. Hij deed de deur wat wijder open. ‘Kom maar wees maar niet bang,’zei hij en liep voor de groep uit. De gang was enorm en helemaal van steen. De muren werden verlicht door vlammende toortsen. Een marmeren trap leidde hen naar de bovenverdieping. In de deuropening rechts van Emily hoorde ze honderden s temmen praten, de andere leerlingen waren er dus al. Maar professor Lubbermans liep door richting een lege kamer de grensde aan de kamer die ze waarschijnlijk zo naar binnen gingen. Professor Lubbermans begon te praten: ‘Welkom op Zweinstein. Straks begint het diner om te vieren dat het nieuwe schooljaar is begonnen. Maar voor het feestmaal worden jullie in een van de vier afdelingen gedeeld. Jullie volgen lessen met de rest van jullie afdeling, slapen op de afdelingsslaapzaal en brengen jullie vrijetijd door in de leerlingenkamer van jullie afdeling. De afdelingen zijn Huffelpuf, Ravenklauw, Zwadderich en Griffoendor. Elke afdeling heeft zijn eigen geschiedenis en grootste heksen en tovenaars voortgebracht.’ Er klonk wat geroezemoes bij de laatste zin, maar professor Lubbermans vervolgde zijn verhaal gewoon. ‘Tijdens jullie verblijf op Zweinstein kun je afdelingspunten voor jou afdeling winnen. Natuurlijk kunnen deze punten ook worden afgetrokken bij overtreding van de regels. Aan het einde van het schooljaar krijgt de afdeling met de meeste punten een trofee. De Indelingsceremonie begint zo. ’ Even leek het net alsof professor Lubbermans nadacht of hij iets vergeten was en hij mompelde wat onverstaanbaars. ‘De Indelingsceremonie vind plaats in de Grote Zaal. Ik kom jullie halen als we zo ver zijn.’ Zei professor Lubbermans tenslotte en liep weg. Emily stootte Roos aan. ‘Hoe verdelen ze ons over de afdelingen?’ vroeg ze een beetje zenuwachtig aan Roos, omdat ze bijna zeker wist dat zij het wel zou weten. ‘Dat doet ze sorteerhoed,’ zei Roos zachtjes. ‘Die zetten ze je op en dat kijk hij in welke afdeling je het beste past.’ ‘O,’ zei Emily maar die niet goed wist wat ze zich bij de sorteerhoed moest voorstellen. Haar blik gleed van leerling naar leerling. De meeste hadden het over hoe ze zouden worden ingedeeld ze hadden het over trollen die je moest verslaan of toverduellen die je moest winnen. Emily hoopte maar dan Roos gelijk had met het verhaal van die hoed. Emily’s blik gleed naar Albus die er heel nerveus uitzag. Even aarzelde ze maar liep toch maar naar hem toe. ‘Gaat het je ziet er zo nerveus uit,’ zei ze een beetje bezorgd. ‘Ik wil niet in Zwadderich worden ingedeeld!’ fluisterde hij paniekerig. ‘Wie zegt dat?’ ‘Mijn broer, en ik ben vernoemd naar iemand uit Zwadderich, hij mag dat wel zo dapper zijn maar in wil niet in Zwadderich!’ Verward keek Emily hem aan Hagrid zei dat Albus Perkementus in Griffoendor had gezeten en niet in Zwadderich. ‘Eh Al,’mompelde ze. ‘Albus Perkementus zat in Griffoendor en niet in Zwadderich.’ ‘Nee, nee niet Albus Perkementus! Mijn tweede naam! Severus van Severus Sneep! Hij zat in Zwadderich.’ ‘O,’bracht ze uit. ‘Maar ze gaan je toch niet van wegen je naam in een afdeling doen. En als dat zo was dan kijken ze vast naar je eerste naam en niet naar je tweede!’ Emily grinnikte een beetje en Albus ontspande zijn gezicht al wat meer. Emily blik richtte zich weer naar de deur, waar professor Lubbermans ieder moment naar binnen kon komen en hun mee nam naar de Grote Zaal. Emily was zo diep in gedachte verzonken dat ze niet eens had gemerkt dat een aantal leerlingen waren aan het gillen. Een stuk of twintig spoken zweefde door de muur heen, ze waren parelachtig wit. ‘Ik hoop dat ik ze allemaal terug zie in mijn afdeling,’ zei een van de spoken die nogal op een monnik leek. De spoken vlogen gewoon door alsof er niks aan de hand was. ‘Dan doen ze nou ook ieder jaar hè. Ik word het zat,’mompelde een spook. ‘De Indelingsceremonie gaat beginnen!’ Emily draaide zich om en professor Lubbermans stond in de deuropening. ‘Iedereen ga in een rij staan en volg me dan!’ Met lood in haar benen schuifelden Emily achter Roos. Ze liepen de kamer uit en staken de hal over en liepen door de dubbele deuren van de Grote Zaal. Emily keek haar ogen uit ze had nog nooit zo’n mooie ruimte gezien, zelfs niet in haar dromen! De ruimte was enorm groot en werd verlicht door duizenden kaarsen, die boven vier lange tafels zweefden waaraan de rest van de leerlingen zaten. Aan het uiteinde van de zaal stond nog een vijfde lange tafel waaraan de leraren zaten. Net wat voor de tafel waaraan de leraren zaten moesten de eerstejaars stoppen. Emily werd steeds nerveuzer ze voelden wel honderd starende leerlingen in haar rug prikken. Voor wat afleiding keek ze een beetje rond. Ze zag Hagrid aan de leraren tafel zitten op het hoekje en ik het midden zat een nogal streng uitziende vrouw op de grootste maar ook mooiste stoel. Hier en daar vlogen wat spoken. Emily keek omhoog en zag dat het plafon bezaaid was met sterren in een zwarte hemel. Roos stootte haar aan. ‘Ik heb over het plafon gelezen in Beknopte Beschrijvingen van Zweinstein . Onder de indruk van de kennis van Roos keek Emily weer recht vooruit en zag hoe professor Lubbermans een kruk neerzette, op de kruk legde hij een punthoed die Emily wel een heksen op tekeningen had zien dragen. De tovenaarshoed zag er niet bepaald schoon uit en zat vol opgenaaide stukken en vlekken. Dat was dus de sorteerhoed waar Roos het over had. Hoe zou het me dan in delen? Misschien veranderde die van kleur of misschien veranderde zij van kleur? Iedereen die in de zaal aanwezig was keek naar de oude tovenaarshoed. Emily beet op haar lip, op dat moment ging een scheur in de hoed een beetje open, net als bij een mond. Tot Emily’s grootste verbazing begon de hoed te zingen:
Oh misschien dat mijn uiterlijk je niet zint,
Maar oordeel niet op je eerste blik ,
Ik eet mij zelf op als je vind,
Een slimmere hoed dan ik,
Dus wees niet bang zet op me op,
Dan vertel ik waar je thuis hoort,
Misschien hoor jij in Griffoendor,
Bekend om zijn dapperheid,
Ridderlijkheid, durf en lef,
Is wat Griffoendors onderscheidt,
Misschien hoor je bij Huffelpuf,
Dan vind je alles wel eigenlijk oké,
Huffelpuffers zijn erg trouw,
En hebben geduld voor twee,
En dan komen we bij de wijze Ravenklauw,
Daar zitten mensen met veel verstand,
Die geleerd en bij de pinken zijn,
In Ravenklauw vind je altijd wel een geestverwant,

En dan hebben we Zwadderich,
Die sluwe lui schuwen echt niets,
Als hun doel maar wordt bereikt,
Dus raak vooral niet in paniek,
Zet me rustig op je kop,
Al ben ik een hoed, ik heb van jou,
Vast een vrij hoog petje op!

Iedereen begon te klappen in de zaal toen de hoed klaar was met z’n lied. Veel kinderen zuchten opgelucht dat ze alleen maar een hoed hoeven op te zetten en niet met een of ander monster hoefde ze vechten. ‘Gelukkig hoeven we niet te toveren!’ hoorde Emily de jongen die bij hun in het bootje had gezeten tegen Albus zeggen. Albus glimlachte flauwtjes, maar Emily zag dat hij nog altijd nerveus was. Ze moest toegeven dat ze zelf ook best wel nerveus begon te worden. Ze draaide zich om wel honderden kinderen zaten te kijken! Stel dat ze straks in geen een van de afdelingen pasten! Wat moest ze dan doen?Misschien werd ze dan wel op de eerste de beste trein naar huis gestuurd! Professor Lubbermans deed een stap naar voren en rolde een stuk perkament open. ‘Als ik je naam zeg, kom je naar voor zet de hoed op en gaat op de kruk zitten om ingedeeld te worden,’legde professor Lubbermans uit. ‘Dave, Abdoel!’ Een getinte jongen zette schuifelde stapje voor stapje richting de kruk en ging zitten. Toen ze de hoed op kreeg viel er een stilte - ‘RAVENKLAUW!’ schreeuwde de hoed door de zaal. De mensen die aan de tweede tafel van links zaten begonnen te klappen. De jongen gaf de hoed af bij professor Lubbermans en rende naar de andere Ravenklauwers. ‘Annemarie, Bekkers!’ Een meisje met donkerbruin haar liep zelfverzekerd naar de kruk en zetten de hoed op haar hoofd. ‘ZWADDERICH!’ De tafel van Zwadderich begon te klappen en het meisje liep er met een glimlach naar toe. Zo te zien wou ze dus in Zwadderich. Iets dat Emily dus echt niet wou! Zo ging het door en ze kwamen steeds dichter bij de H. ‘Graapsma, Tessa werd in Huffelpuf ingedeeld. Grabel, Micheal werd in Griffoendor ingedeeld. ‘Heath, Emily!’ riep professor Lubbermans. Heel even wou ze zo hard wegrennen als ze kon, voorzichtig zetten ze een stap naar voren en liep richting ze kruk alsof ze lood in haar benen had. Voorzichtig ging ze zitten en voelde ze de hoed over haar hoofd glijden. ‘Slim, veel talent! Ja, heel veel talent. Hmm waar zou ik jou indelen?’ klonk een stem in haar hoofd. ‘Misschien Ravenklauw? Dapper, eerlijk. Hmm. Toch maar niet…’Net op het moment dat ze in paniek wou raken schreeuwde de hoed: ‘GRIFFOENDOR!’ De tafel van Griffoendor begon te klappen. Blij rende ze naar de tafel toe en ging zitten naar de andere kinderen die waren ingedeeld bij Griffoendor. Nog vele namen kwamen voorbij en er kwam nog een meisje genaamd Wendy Munter bij Griffoendor, die begon meteen te praten met een ander meisje Henna Etteren waarschijnlijk kende ze elkaar al van de trein. ‘Potter, Albus!’riep professor Lubbermans met een stiekeme glimlach. Albus zag en nog nerveuzer uit dan hij net tijdens het wachten was. Toe hij ging zitten en de hoed op zijn hoofd kreeg was het doodstil. Heel even dacht Emily dat hij zijn lippen zag bewegen, dat hij wat zei tegen de sorteerhoed. Na dertig seconde riep de sorteerhoed:’GRIFFOENDOR!’ De tafel van Griffoendor begon te klappen en Emily klapte zo hard als ze kon mee. Albus rende met een grote glimlach richting de Griffoendor tafel en plofte naast Emily neer. ‘Zie je wel! Je naam bepaald op welke afdeling je word in gedeeld!’ lachte ze. Albus knikte. ‘Goed gedaan broertje,’ klonk een stem. Albus en Emily draaide zich om, achter hun stond James de broer van Albus en een roodharige jonge, waarschijnlijk een vriend van James. ‘Nou, jij was wel de degene die zei dat in Zwadderich zou komen!’ ‘Het was maar een grapje, hoor!’ lachte James. ‘Maar goed ik zie je nog. Dag.’ ‘Dag Albus,’zei de roodharige jongen tegen hen. ‘Die jongen die bij me broer was is een neef van mij Fred,’ legde Albus uit, alsof hij haar gedachte kon lezen. ‘Aha okè,’lachte Emily. ‘Malfidus, Scorpius!’ De blonde jongen liep naar de kruk en ging zitten, de hoed raakte net zijn hoofd of hij riep al: ‘ZWADDERICH!’ De tafel van Zwadderich begon te klappen. Emily wierp een vlugge blik op Albus, die op zijn lip beet. ‘Wat is er?’ vroeg ze aan hem. ‘Zag je dat de hoed raakte amper zijn hoofd!’ Emily wierp haar blik op Scorpius die naar de Zwadderich tafel liep. ‘Ja, maar zoals je zelf zei niet iedereen uit Zwadderich is slecht, jij was toch naar iemand uit Zwadderich vernoemd?’zei ze. ‘Ben je vergeten dat hij zo rot deed in de trein tegen je? Dat heb je zelf gezegd.’ Nee, dat was Emily niet vergeten, maar Albus had ook verteld dat bijna zijn hele familie dooddoeners waren geweest. Misschien dat de oorzaak was dat hij zo deed. ‘Weet ik, maar ik geef hem het voordeel van de twijfel.’ ‘Wemel, Roos!’ riep professor Lubbermans. Roos liep snel naar de kruk en duwde de hoed gretig op haar hoofd. ‘GRIFFOENDOR!’ schreeuwde de hoed na een minuutje door de zaal. De Griffoendor tafel begon te klappen en Roos rende richting Emily en Albus. ‘Het is niet echt een fijn gevoel om een van de laatste te zijn die word ingedeeld,’ zei Roos terwijl ze bij Albus en Emily ging zitten. Emily keek naar de laatste twee kinderen die nog voor de leraren tafel stonden te wachten tot ze op de kruk mochten gaan zitten. ‘Zandelaar, Diana!’ Emily herkende het meisje nog van de trein, ze was het meisje dat had gevraagd of Albus niet ze zoon van Harry Potter was. ‘RAVENKLAUW!’ Emily was opgelucht dat ze niet in Griffoendor was ingedeeld, want ze kwam nogal opdringerig over. Ook de laatste jongen Zweekhof, Glenn werd ingedeeld in Huffelpuf.
‘En nu wil professor Anderling, ons schoolhoofd nog wat zeggen,’riep professor Lubbermans. Professor Anderling stond op zoals Emily als had gedacht was het de vrouw die in het midden van de tafel zat op de grote stoel. Ze stond op. ‘Ik wil de nieuwe leerlingen welkom heten op Zweinstein en de oude leerlingen welkom terug.’ Haar stem galmde door de zaal. ‘En zoals ieder jaar is het verbodenbos verboden zoals de naam al zegt! En nu laat het feestmaal beginnen!’ Op de tafels verscheen allemaal eten en voor iedereen een gouden servies. Het eten zat er heerlijk uit er was taart, en kip en nog veel meer. Emily had het gevoel dat ze jaren geleden voor het laatst had gegeten en pakte van alles wat. Ze at tot ze geen hap meer door haar keel kreeg. Eigenlijk deed iedereen dat wel. ‘En nu iedereen naar de slaapzalen!’ riep professor Anderling. ‘Eerstejaars hier heen!’ riep een meisje met blonde vlechtjes die ongeveer vier of vijf jaar ouder was dan die eerstejaars. De eerstejaars volgde haar te trappen omhoog en Michelle Babbels (dat was haar naam) praten maar door over hoe cool het was dat ze klassenoudste was geworden. Maar bijna niemand luisterde. Emily was vol verbazing naar de schilderijen aan de muren, die zeiden af en toe wat en bewogen. Emily vond magie nu al het mooiste dat er bestond. ‘Achter dit schilderij, de Dikke Dame genaamd zit de leerlingenkamer van Griffoendor. Als je naar binnen wilt moet je gewoon het wachtwoord zeggen. Kijk zo,’ Michelle draaide zich om. ‘Zuurstok,’ zei ze tegen het schilderij. ‘Kom maar binnen allemaal,’ zei de Dikke Dame en zwaaide open. ‘Okè allemaal, het wachtwoord moet je echt niet vergeten. Anders kun je hier wel een tijdje buiten staan,’ mompelde ze. Emily had een duistervermoeden dat ze het al eens vergeten was, op de manier hoe Michelle het zei. ‘Okè,’zei ze opgetogen, terwijl ze door de leerlingen kamer liepen die helemaal rood en goud kleurig was. Ze liepen weer een trap op. ‘Aan deze kant.’ Michelle wees naar rechts. ‘Is de jongensslaapkamer. En links de meisjes. Morgen krijgen jullie jullie rooster van professor Lubbermans ons afdelingshoofd. Maar nu moeten jullie gaan slapen. Welterusten iedereen,’ zei ze vrolijk. ‘Welterusten,’ mompelde een aantal leerlingen terug. Emily, Roos en de andere meisjes liepen naar de meisjesslaapkamer, die was echt prachtig iedereen had z’n eigen hemelbed en er was een groot raam met prachtig uitzicht. Emily plofte op het hemelbed waar haar spullen lagen, vlak bij het raam. Roos lag naast haar. Snowy kraste blij. ‘Zal ik haar los laten?’ vroeg ze aan Roos. ‘Ja, uilen zijn eigenlijk wel nachtdieren,’ antwoordde ze. Emil liet Snowy door het raam naar buiten. ‘Ze vind haar weg wel terug,’zei Roos. ‘De uil van mijn ouders vind ook altijd hun weg terug en ik heb er over gelezen.’ Emily knikte en deed haar pyjama aan net zoals de rest van de meisjes die druk ik gesprek waren. ‘Ik denk dat ik morgen wel een brief heb van mijn ouders,’ zei Roos, terwijl ze allebei in hun hemelbed kropen. Emily grinnikte bij de gedachten ze echt een heks was en morgen haar eerste toverles kreeg. ‘Wat is er?’ vroeg Roos nieuwsgierig. Emily gaapte eerst voordat ze antwoord gaf. ‘Nou een maand geleden dacht ik nog dat tovenarij grote onzin was.’ Even viel er een stilte tussen de twee. ‘En nu wil ik wil ik niets liever dan toveren.’ En bij die zin sloot Emily haar ogen en viel na een aantal minuten in slaap.


Reacties:


SusieSimon
SusieSimon zei op 23 juli 2010 - 20:31:
geweldig
snel verder?
Melding?
xx


dobbyenwinky
dobbyenwinky zei op 23 juli 2010 - 14:49:
‘En nu wil ik wil ik niets liever dan toveren.’
^vet lol!

Leuk stukje!


xEmma
xEmma zei op 23 juli 2010 - 12:25:
De Sorteerhoed is zo ongelooflijk vet<3
Liefde aan de Sorteerhoed *aanbidt*
Oke, misschien overdrijf ik nu een beetje, maar hij is wel zeer cool.

En ik vind Roos leuk. Want ze lijkt zoveel op haar moeder. En dat vind ik cool x]

En deze zin is mooi:
‘Nou een maand geleden dacht ik nog dat tovenarij grote onzin was.’ Even viel er een stilte tussen de twee. ‘En nu wil ik wil ik niets liever dan toveren.’

Jij moet heel snel verder gaan met dit veel te leuke verhaal<3

xx


twinsis
twinsis zei op 22 juli 2010 - 22:09:
leuk !
snel verder
xx melis
melding ?