Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Humanoid » Ready, Set, Go!
Humanoid
Ready, Set, Go!
Begrafenissen waren Vens favorieten niet. Ze kon zich nog perfect inbeelden hoe die van haar ouders geweest was. En dan die van haar grootouders, en dan natuurlijk die van Georg. Het leek alsof ze al haar vrienden langzaamaan aan het verliezen was. Ze stond naast Jenn vlak voor Goody’s graf, en durfde geen woord te zeggen. Er waren nog wat mensen meegekomen. Enkele oude collega’s, zijn ouders, zijn broers en zus, nichten en neven, Tom, Gustav - hij voelde zich verplicht om mee te komen - en uiteindelijk nog de priester die een heel afscheidsgebed aan het opzeggen was. Iedereen zweeg, waardoor de blazende wind duidelijk te horen was. Ven kreeg er heel de tijd huiveringen van, wetend dat dat weer echt typisch was voor begrafenissen. Ven was bang dat ze er binnenkort niet meer zou opdagen op zo’n dingen, bang dat dit weer telkens opnieuw kwam.
Jenn legde haar bloemen neer op Goody’s graf, fluisterde zachtjes dat ze van hem hield, en kreeg toen Vens arm rond haar schouder. Ze keek niet eens op. Ven wist dat Jenn de vorige dagen bij haar ouders had doorgebracht. Ze maakte het steeds beter, sprak toch nog weinig, maar had tenminste geen zin meer om nog door het raam te springen.
Ven kon het allemaal niet geloven. Het drong helemaal niet tot haar door dat Goody dood was. Goody, die onhandige snol waarmee ze samen werkte vroeger. Goody, die man die er zo zelfverzekerd van was dat hij die code - die verdómde code die intussen nu ook al zíjn dood had betekend - nog vóór Ven zou breken. Goody, onze Blinky Mikeson die door iedereen geliefd werd.
Ven kón het niet geloven, en Ven wílde het ook niet geloven. In haar gedachte beeldde ze zich in dat Goody zijn dood gewoon had geënscèneerd zodat hij kon weggaan zonder al te veel drama. Zodat Jenn gewoon kon verder gaan in haar leven, wetend dat Goody van haar hield.
Maar Ven twijfelde eraan dat Bill en Gustav aan zo’n rotzooi zouden meedoen. Ven wist dat Gus de waarheid had gesproken, en bij de wake gisteren had Goody er ook zo écht uitgezien.
Dus dat was het dan. Goody was dood, en daar was niets meer aan te doen, behalve verder leven. Ven zuchtte. Iedereen was intussen al langzaam weg aan het stappen. Tom was helemaal niet meer aanwezig, Gustav zijn rug was nog net zichtbaar in de verte. Jenn en Goody’s familie bleven toch nog even staan om elkaar hun innige deelneming te bieden.
Twee handen op de schouders deed Ven schrikken. In één ruk draaide ze zich met betraande ogen om, en staarde toen vlak in Bills gezicht. Bill zelf keek verdrietig.
‘Het spijt me,’ zei hij. Ven wist niet waarom het hem speet. Was het omdat hij Goody niet had kunnen redden, of omdat hij haar gewoon had doen schrikken. Ven haalde enkel haar schouders op, en glimlachte vals.
‘Het maakt niet uit,’ antwoordde ze. Bill sloot zijn armen rond haar heen, wachtend op de huilbui, maar toen die niet leek te komen, liet hij Ven terug los.
‘Ik breng je wel naar huis,’ zei hij, waarna ze samen naar Bills brommer stapten.
De volgende dagen leken sneller te gaan, nu Ven wist dat Bill écht terug ging komen. Elke keer dat ze Billie zag, kon ze zichzelf weer moed inspreken, wetend dat ze binnenkort een vader kreeg waar ze op kon vertrouwen.
Na alles wat er misgelopen was, had Ven tóch nog gelijk gehad. Alles gíng goed komen.
Intussen was het al bijna midden juli. Willie en Tommie hadden blijkbaar een wedstrijd bij hun plaatselijke atletiekclub. Ven wist niet dat ze in de vakantie ook nog wedstrijden organiseerden. Ze vond het redelijk belachelijk. In plaats van twee maanden hun leden even met rust te laten, kwamen ze aangelopen met een brief over het spurtwedstrijd waar de kinderen blijkbaar het hele jaar voor hebben zitten trainen. Tom beweerde dat hij de kinderen tijdens de vakantie niet had zien sporten. Het was allemaal toch maar een beetje vreemd voor haar.
Maar door de een of andere reden was Mélanie er verschrikkelijk goedgezind over. Ze drong werkelijk aan om met het hele gezin - en daarmee had ze Tom eigenlijk ook bedoeld uiteindelijk - ernaartoe te gaan, kijkend wie van de twee jongens er ging winnen. Ven gaf na een tijdje toe, en ook Tom begon zijn argwaan te verliezen. Samen vertrokken ze - Tommie was deze week weer blijven slapen - en de twee kinderen waren weer dolenthousiast bezig. Ven had erop gestaan dat ze met de brommer ging, waardoor Mélanie moest rijden. Tom had Billie aan het stoeltje vastgeklikt vanachter, waardoor er dus geen plaats meer voor Ven was. Eerst stond Tom erop dat hij met de brommer ging - het was ten slotte Vens auto - maar Ven wilde niet.
‘Ik heb al zo lang niet meer met de brommer gereden,’ zei ze, en dat was ook waar. Sinds de hare twee jaar geleden onbruikbaar was geworden door een van de zovele achtervolgingen van Parker en Dell, had ze enkel nog maar op Bill zijn tweede brommer gereden. Die stond op een dag opeens in Vens garage, en Ven wist dat Bill hem aan haar gaf. Toch had ze er niet meer op gereden. Het ding stond er al lang, waarschijnlijk vol spinnewebben. Ven had geen zin gehad om hem schoon te maken. Nu leek het een goede gelegenheid.
Dus zo kwam ze samen met de auto aan op het parcour. Het was een typische manège waar er aan spurten werd gedaan. In het midden van het plein was er een grasveld, en die had twee voetbalgoals.
Ven was hier nog niet zo vaak geweest. Ze vond het hier niet zo’n leuke plek, en Tom leek er hetzelfde over te denken. Ze snapten niet wat Willie er zo leuk aan vond.
Er was zoals te verwachten was weinig volk aanwezig. Enkel familieleden van de deelnemers leken het de moeite te vinden om te komen kijken naar wie er het snelste zou kunnen rennen. De manege kon makkelijk zo’n duizend mensen bevatten. Nu zijn enkel de ouders van de twaalf deelnemers hier, met soms een zusje of broertje. Ven vermoedde dat zij, Tom, Billie en Mélanie meteen eruit sprongen doordat ze in vergelijking met anderen met zoveel waren.
Tommie en Willie gingen zich snel omkleden in de kleedkamers, en de toeschouwers begonnen langzaamaan hun plaatsen te zoeken op de tribunes. Ven en Tom zochten een plek niet té ver zodat ze hun zoon en neef nog konden zien, en toch nog dicht genoeg bij de uitgang voor wanneer het gedaan was.
Ven had Billie in haar armen toen ze begon te huilen. Tom staarde ze allebei verrast aan, en Mélanie ook draaide zich meteen naar de twee. Ven kreeg Billie niet gekalmeerd. Ze suste, hobbelde op en neer, wiegde heen en weer, maar niets hielp. Billie bleef maar huilen en zelfs nadat Tom haar probeerde te overtuigen met een fopspeen, wilde ze niet stoppen. Ven stond erop om naar buiten te gaan zodat Billie ze niet zou storen. Ze wilde al opstaan, maar Mélanie hield haar tegen.
‘Geef haar maar even aan mij, ik krijg haar wel kalm,’ zei ze. Door één of andere reden geloofde Ven haar. Mélanie was als een soort babyfluisteraar. Ze kreeg ze altijd kalm door ze gewoon vast te houden, en rustige dingen in hun oren te fluisteren. Mélanie had het met Billie nog niet geprobeerd, maar toch was Ven zeker dat het haar ging lukken.
En inderdaad. Billie stopte met huilen van het moment dat ze in Mélanies armen lag. Ze leek zelfs in slaap te zijn gevallen.
Een stem dat door de luidsprekers kwam, maakte duidelijk dat de wedstrijd pas binnen een halfuur ging beginnen. Ven zuchtte geërgerd, en staarde naar Tom. Zijn gezicht stond even boos. Haar maag knorde doordat ze maar een luchtig ontbijt had gehad. Ze greep naar haar tas, en draaide zich naar de twee anderen.
‘Willen jullie iets eten? Ik ga iets halen beneden...’ zei ze. Tom leek na te denken, maar Mélanie antwoordde meteen.
‘Gewoon een fles Frolium,’ zei ze. Ven knikte, en keerde haar blik opnieuw naar Tom.
‘Een hot-dog. En misschien voor Billie een ijsje ofzo?’ vroeg hij. Ven knikte. Daar had ze ook al aan gedacht. Ze stapte naar beneden, glimlachte vriendelijk naar alle andere voorbijgangers, en kwam uiteindelijk aan bij de winkelafdeling van de manege. Deze bevatte ijskraampjes, frietkraampjes, pizzakraampjes, en zo voort. Als eerst stapte Ven naar de drankautomaat voor de robots, waar ze een fles Frolium kocht. Frolium was een soort cola voor robots. Voor mensen zou het enke naar olie smaken. Ven stopte de fles in haar hand, en stapte toen naar de hot-dog kraam.
‘Twee hot-dogs alsjeblieft,’ zei ze tegen de man. Terwijl hij die klaarmaakte, keek Ven in het rond met het gevoel dat iemand haar aanstaarde. Ze voelde zich al meteen minder veilig, en dacht aan al die keren dat ze datzelfde gevoel had. Geen enkele keer kon ze met zekerheid zeggen dat het gewoon haar verbeelding was.
Misschien was Bill er gewoon, in een poging om haar veilig te houden momenteel. Ven moest zich helemaal geen zorgen maken.
Ven moest de fles Frolium in haar tas steken zodat ze de hot-dogs kon vastpakken. Het waterijsje voor Billie was dan nog net draaglijk.
De trappen naar boven waren lastig. Ven was bang dat ze iets ging laten vallen, maar eer ze toch nog bij de rest terug zat, kon ze weer ontspannen. Tom nam zijn hot-dog aan, Mélanie pakte te Frolium uit Vens tas, en probeerde Billie te overtuigen het ijsje op te eten. Ven zelf was aan het wachten tot het ging beginnen.
En uiteindelijk na een halfuurtje te wachten en te babbelen met elkaar begonnen de deelnemers zich klaar te maken. Ven voelde zich opeens trots toen Willie en Tommie zich op hun juiste plaats gingen zetten. Het was vreemd hoe ze Tommie intussen ook bijna als haar eigen kind begon te beschouwen. Hij was zowaar wel familie, maar door hem zoveel thuis te hebben, behandelde ze hem gewoon ook als een zoon.
De scheidsrechter begon te roepen zodat ze zich op hun plaatsen stelden. Ven merkte dat ze op het puntje van haar bank zat. Als ze ook maar een lichte schok zou krijgen zou ze op de grond zitten. Ze beet op haar lip, en toen Willie naar haar zwaaide, zwaaide zij terug.
‘Op jullie plaatsen!’ riep de man. Iedereen luisterde. Het leek zelf alsof heel het publiek ook meteen zoals Ven ging zitten. Iedereen behalve Mélanie die bezig was met Billie kalm te houden.
‘Klaar,’ ging hij verder. De renners bogen langzaam voorover. Ven herkende enkele kinderen van Willie zijn school. Sommigen waren zelfs gekomen op dat fameuze feest van hem twee jaar geleden. Het was inmiddels Willies laatste feest geweest.
‘Start!’ werd er toen geroepen, en meteen begonnen de kinderen te rennen. Ven hoorde het publiek allemaal schreeuwen voor hun eigen kind. Ven kon niet schreeuwen, want ze kon maar één naam tegelijk uitspreken. Ze balde gewoon haar vuisten, en schreeuwde in haar gedachten.
Ven had nooit geweten dat Willie zo snel kon lopen. Hij liep zwaar voorop, bijna aan de helft van de piste terwijl de anderen nog niet eens aan een kwart zaten. Ven staarde Tom verbaasd aan, en hij keek enkel met dezelfde blik terug. Het juichen voor hun zoon leek opeens in grote zorgernis te zijn veranderd. Dít was niet normaal.
De kinderen moesten twee rondes rennen, en Willie was net begonnen aan zijn tweede toen de rest over de helft was geraakt. Ook nu leek Mélanie op te letten. Het leek verdacht veel stiller in de hele ruimte.
En natuurlijk toen brak de hel. Vlak nadat Willie over de finishlijn rende, struikelde hij op een manier dat duidelijk maakte dat zijn been gebroken moest zijn. In één ruk stonden zowel Tom als Ven op, en wilden ze naar beneden rennen. Natuurlijk begon op dat moment Mélanie raar te doen. Haar ogen die normaal altijd vredig en blauw waren, stonden nu wraakzuchtig en rood. Ven had het eerst niet door, maar toen ze langs haar stapte om bij Willie te geraken, zag ze het. Ze zag ook dat Mélanie het duidelijk op Vén gemund had. Vens hart begon als een gek te kloppen, en ze zette een stap achteruit.
‘Begin eliminatie Venus Aora,’ kwam er uit Mélanies mond. Tom had het duidelijk gehoord. Hij was al halverwege beneden, maar draaide zich meteen om toen Mélanie het net gezegd had. Zijn gezicht stond duidelijk angstig.
Met Billie in haar arm, haalde Mélanie haar arm uit om ze in Vens hart te drukken. Ven kon hem nog net ontwijken. Ze sprong naar rechts, en belandde een rij lager tussen alle banken. Toen ze opkeek, zag ze dat Mélanie haar volgde. Zo snel ze kon stond ze weer op.
O, waar was Bill nou wanneer ze hem nodig had?
‘Sam,’ begon Ven, waardoor ze merkte dat Mélanie opkeek. Snel ging ze verder. ‘Sam Dell, ik vraag enkel of je Billie wilt neerzetten. Dit is tussen jou en mij, zij heeft hier niets mee te maken.’
Maar Mélanie schudde haar hoofd. Ze stapte weer dichter bij haar toe, en wilde net naar haar opspringen. Ven draaide zich op dat moment om, en begon hard weg te rennen. Aan de metaalklanken op de grond was het duildelijk dat Mel haar volgde.
Ven vermeidde de plekken waar er mensen waren. Sommigen waren al bezig met op te stappen, maar anderen bleven zitten om te kijken of Willies been wel gebroken was.
Willie!
Ven draaide haar hoofd meteen naar de piste, en zag een hele cirkel rond Willie. De scheidrechter was net bezig met een EHBO-doos naar hem te brengen. Toen hij eraankwam, zag Ven dat zijn mond openviel van verbazing. Ook de rest van de groep hun gezicht stond zo gericht met allemaal hun blik op Willie. Ven wilde weten wat er aan de hand was. Ze was helemaal vergeten waarom ze aan het rennen was, en wilde naar beneden spingen.
Op dat moment werd ze van achteren geduwd. Ven belandde pijnlijk op haar gezicht, en proefde bloed. Ze had op haar tong gebeten. Zachtjes vloekte ze.
‘Dit zal snel afgelopen zijn, Aora,’ zei Sam door Mélanie. Ven herkende zijn sarcastische toon in haar stem.
‘Waarom?’ vroeg Ven nog, zonder naar achteren te kunnen kijken. Ze deed niet eens de moeite om nog van de grond te gaan. Dat de dood dan maar snel kwam.
Maar hij kwam niet. Toen Ven vermoedde dat het net iets te lang duurde, draaide ze zich om, en merkte ze dat Mélanie doodstil stond, duidelijk op het punt om neer te vallen. Ven greep Billie snel vast, en omhelsde het huilend meisje. Nog nooit was ze zó bang geweest. Nog nooit had het leven van haar kind zo op het spel gestaan.
‘Ven?’ vroeg Tom van achter Mélanie. Ven wilde niet meer omkijken, maar toch deed ze het. Tom was net bezig om naar haar toe te stappen. Hij gaf Mélanie een duw waardoor de robot viel, en rende naar haar toe. Daarna omhelsde hij ze allebei bijna dood.
‘Ik was zo ongerust, gaat alles goed?’ vroeg hij. Ven knikte huiverend. Ze besefte dat ze tranen in haar ogen had. Ook Billie stopte niet met huilen.
‘Hoe is ze gestopt?’ vroeg Ven. Tom liet haar niet los, maar Ven voelde dat hij zijn schouders ophaalde.
‘Ik heb haar op het nippertje kunnen uitschakelen. Ze bewoog zo snel dat ik niet zeker wist of het me wel ging lukken...’
Nog even bleven ze zo staan, tot een stem in de achtergrond hun verstoorde.
‘Willen de ouders van Willem Kaulitz naar beneden komen AUB?’
Ven en Tom keken op. Billie werd rustig. Alles begon weer langzaam door te dringen. Willie was gevallen. Iedereen keek hem zo verbaasd aan. Er was iets gebeurd!
Zo snel ze konden stapten ze allebei naar beneden.
Het was een grote schok voor Ven toen ze het zag. Eerst moest ze iedereen rond Willie weg krijgen. Toen ze toch nog wilden blijven staan om te kijken, moest Tom ingrijpen. Ven wist niet wí¡t hij had gedaan, maar enkel de trainer en de scheidsrechter stonden er nog, met een ietwat verbaasde blik.
Willie zat op de grond. Zijn tranen waren opgedroogd, en zijn ogen zagen nog rood van het huilen. Zijn hele t-shirt zat onder het stof. Zijn broek was gescheurd, en heel zijn knie lag open.
Maar dí¡t deed Ven niet zo hard schrikken. Ze had het zelfs niet eens door. Ze knielde naast haar zoon neer, en probeerde hem te kalmeren. Zijn ademhaling was nog steeds schokkend en snel. Toen Tom erbij kwam, en Billie naast Ven op de grond zat, bekeek Ven Willies been eens goed.
Hij was duidelijk erg goed gevallen. Zijn bot had gebroken moeten zijn, of op z’n minst gebarsten. Maar dat was niet het geval. Ven zag dat Willie tijdens zijn val op een soort van pin was geschoven, waardoor dat door zijn vlees was gegaan. Ven dacht zelfs dat ze het bot kon zien. Ze wilde overgeven, ziek van de bezorgdheid om haar zoon. Overal was er bloed.
Maar het witte ding dat Ven kon zien was geen bot. Zelfs toen Ven zich even verplaatste, leek het in één flits weg te zijn, en een zilver kleur nam er de plaats van in. Ven dacht dat het misschien die pin was. Tom kwam erbij, en ook hij leek het op te merken. Hij haalde geschokt adem, staarde Ven verbaasd aan, en wilde iets zeggen.
Zonder toch maar een woord te zeggen tilde Tom hun zoon op, en samen stapten ze naar de auto. Mélanie bleef achter op de manège. Ze was niet meer te redden.
Tom pakte Vens brommer, en Ven reed de auto naar het ziekenhuis. Alles leek zo snel te gebeuren. Tommie zat naast Willie achteraan. Hij zag lijkbleek en durfde geen woord te zeggen. Billie zat in het kinderstoeltje naast Ven. Ze was weer beginnen huilen, maar Ven kon haar niet kalmeren én op de weg letten.
Aangekomen in het ziekenhuis pakte Tom Willie weer terug op, en zonder nog iets te zeggen stapte hij naar binnen. Ven zei dat ze meteen ging komen. Eerst moest ze Billie nog losmaken. Tommie moest ook bij haar blijven. Hij mocht niet mee naar binnen.
‘Komt alles in orde?’ vroeg Tommie stil. Ven, die nog bezig was met Billies gordels, draaide zich verrast om. Het leek zo vreemd om opeens zijn stem te horen zonder dat Willie erbij was.
‘Ik hoop het,’ antwoordde Ven. Ze pakte Billie op, sloot het portier, zette haar auto op slot, en stapte uiteindelijk samen met Tommie naar binnen. Om het kind niet nog meer op te jagen besloot ze om het rustig aan te doen. Als ze zou beginnen rennen kon Tommie nog ongerust worden.
Ze rende binnen bij spoed, en was opgelucht toen ze zag dat ze Willie hadden doorgelaten. Een golf van ongerustheid zorgde ervoor dat ze Tommies hand vastgreep, bang hem te verliezen in dit drukbevolkte gangetje. Tommie volgde haar enkel.
‘Blijf bij mij, ok?’ vroeg ze. Tommie knikte enkel. Toen ze in het kamertje kwamen, zette Ven Billie neer op het stoeltje, en Tommie ging naast haar zitten. Ven beval ze niet weg te gaan. Billie begreep dat natuurlijk niet zo goed, dus Tommie beloofde dat hij haar ging tegenhouden als ze wilde gaan lopen.
Toen Ven de dokter zag, schrok ze. Ze kende die man. Hij had bruine korte haren, met enkele grijze tinten. Rustgevende groene ogen, maar toch nog een afschrikkend vreselijk lidteken op zijn gezicht. Hij was de man die de cyborgs uitvond, en hij was er zelf een drager van.
‘John,’ fluisterde Ven, waardoor Davidsohnn zich omdraaide. Toen hij Ven terug zag, kregen zijn ogen een golf van vermaak. Toch bleef zijn gezicht serieus, duidelijk bezorgd om Willie.
‘Dag Ven, kom erbij,’ zei hij. Ven gehoorzaamde. Ze stapte dichter bij hem toe, tussen hem en Tom in. Ze was niet erg op haar gemak zo tegenover haar zoontje met een open been.
En wat was dat zilver? Een pin dat eruit gehaald moest worden, of hetgene waar Ven écht voor vreesde.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Davidsohnn tegen Tom. Tom schudde enkel zijn hoofd, alsof hij het zelf niet goed wist.
‘Hij is gevallen toen hij over de finish raakte, er schoof een metalen pin in zijn been, en ik denk dat het er nog steeds in zit,’ legde hij uit. Davidsohnn knikte toestemmend, en vermeed Vens bange blik.
‘Nou, ik zou het zelf niet durven zeggen. Ik neem hem mee voor een foto te laten trekken, en dan pas kan ik met zekerheid zeggen wat er gedaan moet worden,’ zei hij. Tom haalde diep adem, en Ven voelde haar schouders zakken.
‘Ga jij mee?’ vroeg Tom, maar Ven schudde haar hoofd.
‘Neen, ik blijf wel bij Billie en Tommie,’ zei ze. Tom knikte, en duwde samen met Davidsohnn Willies bed naar de gang. Billie was in slaap gevallen op de stoel. Ven besloot dat ze haar daar moest laten slapen. Tommie was naar zijn vingers aan het kijken, duidelijk niet op zijn gemak. Ven had medelijden met hem. Ze kon zich niet inbeelden hoe hij zich voelde, zo zijn beste vriend in al dat bloed te zien. Ze knielde even naast hem neer zodat ze in zijn ogen kon kijken.
‘Alles in orde?’ vroeg ze. Tommie knikte, hoewel zijn gezicht het tegendeel beweerde. Hij keek nog steeds niet op.
‘Ik wil naar huis,’ fluisterde hij. Ven wist niet of hij daarmee bij hí¡í¡r thuis bedoelde, of bij zijn vader. Dat laatste was niet echt mogenlijk momenteel. Ven kon het hem onmogelijk uitleggen. Hij zou het toch niet begrijpen.
‘We moeten nog even wachten, en dan gaan we terug,’ zei ze. Ze beloofde het toch niet, voor de zekerheid. Ze kon niet zeker weten dat ze ervan af gingen zijn na de foto’s.
‘Ik wil papa zien,’ zei Tommie daarna. Ven zuchtte luid. ‘Ik zie hem nooit, ik ben het beu dat hij er nooit is.’
Dat was erg nieuw voor Ven. Tommie had nooit laten blijken dat hij het erg vond dat Bill nooit thuis was. Natuurlijk zou het voor hem minder uitmaken als zijn moeder nog leefde, maar het arme kind had zijn moeder nog nooit gezien. Hij zou het ook nooit doen. Ven beet op haar lip.
‘Papa komt snel weer thuis, dat beloof ik.’ Dí¡t was Vens enige belofte die ze kón maken. Een belofte gebaseerd op een belofte. Bill had gezegd dat hij snel terug ging komen wanneer hij van Kristopf af was. Ven kon zich niet inbeelden dat het lang zou duren.
‘Oké,’ fluisterde Tommie. Hij keek even op, en Ven zag dat zijn ogen vochtig waren. Ze gaf hem een troostende knuffel.
Toen kwamen Davidsohnn, Tom en Willie terug. Tom zag er enorm geschokt uit. Willie zag eruit alsof hij elk moment in slaap kon vallen. Ven vond het vreemd dat hij niet schreeuwde van de pijn. Tegelijkertijd was ze er ook tevreden mee dat hij niet leed, maar toch. Het was niet normaal.
‘Je hebt me niets verteld,’ beet Tom haar toe. Ven snapte niet waarom Tom opeens zo vijandig deed. Ze zag zijn boze ogen naar haar kijken. De blauwe gloed in zijn linkeroog zag er nu zo fel uit.
‘Wí¡t heb ik niet verteld?’ vroeg Ven verbaasd, maar Davidsohnn onderbrak hun.
‘Aan de foto’s te zien, heeft Willem zijn been níét gebroken,’ zei hij. Ven zuchtte opgelucht toen ze dat hoorde, maar toen ze merkte dat ze hem onderbroken had, ging ze weer normal staan. Davidsohnn ging verder.
‘Enkel zijn cyborgbeen is beschadigd geraakt, maar dat kunnen we nog herstellen...’
‘Ho ho ho, wacht... Cyborgbeen?’ onderbrak Ven hem. Davidsohnn staarde haar verbaasd aan, maar Tom kon zijn boze blik niet veranderen. Opeens leek alles weer ineen te vallen...
Reacties:
Watwaarhoenéé?
Waarom is dit het laatste hoofdstuk dat online staat? Dat is niet grappig! o.o
Ik heb net haast ín de computer zitten lezen, ik moest het gewoon lezen, ik kon niet meer stoppen - het is zo vreselijk spannend en je schrijft het zo vreselijk goed. <3
[Ik haal wel steeds Willie & Tommie door elkaar - maar dat ligt aan mij. xd]
& sinds wanneer heeft Willie een cyborgbeen?
En like, Bill is echt stom. Hij is Vens ware liefde [dat vind ik!] maar hij onderdrukt het, en dat is niet lief. Hij doet zichzelf én Ven pijn, en ook nog eens Tommie [het is toch Tommie?] & blah.
Mheeee. Meer. <3
Huuw? Willie heeft een Cyborgbeen? Sinds wanneer? En waarom weet Ven daar niks van? Of weet ze daar wel wat van en komt dat in het volgende hoofdstuk?
Ik vind het zielig voor Tommie... dat die z'n pa zo mist... :'(
Ga maar gauw verder. <33
Cyborgbeen? o.o'
Hoe komt hij daar aan? En Tom moet niet boos wezen. En Bill moet terugkomen.
Nah!
Kort, I know, moet nog een hele boel lezen.