Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Hush » Tenth
Hush
Tenth
Ze schrok en stond met één sprong aan de deur.
"Het spijt me, ik... ik wilde niet..."
"Ga weg!" Ik dwong haar achteruit, naar de gang.
"Jasper!"
"Waag het niet om me te kalmeren!" krijste ik. Ik was woedend. Hoe had ik zo stom kunnen zijn? Een levende baby met stromend bloed binnenbrengen in een huis vol vampieren, die de geur net zo aanlokkelijk vonden als ik zelf. Ik liep achteruit naar het bed en tilde Juan eruit. Hij werd niet wakker, maar in zijn slaap nam hij mijn haar in zijn vuistje. Ik was doodsbang, ik had zoveel moeite gedaan om hem in leven te houden, maar blijkbaar had ik de verkeerde personen vertrouwd. Ik liep naar het raam en smeet het open.
"Wacht, Maria." Ik versteende. Carlisle was achter me komen staan. Ik beet op mijn lip en beschermde de baby met mijn armen. Ik was er vrijwel zeker van dat hij een lekkere snack zou worden als ik hen vertrouwde. En dit rattennest met gedachtelezers en emotiestuurders, zou hem neit laten ontsnappen. Ik gromde naar hem, dreigend en diep. Hij boog zijn hoofd.
"Ik heb je gezegd dat we geen mensenbloed drinken. Ik beloofde je dat we je zouden helpen. Alice wilde niets verkeerd doen, ze koos haar woorden enkel wat ongelukkig. We zijn allemaal betoverd door Juan, wij zouden het niet over ons hart kunnen krijgen hem wat aan te doen. Hij is lid van de familie. Net als jij. Jullie horen erbij." Ik was vreselijk verward, ik draaide me om, wilde Carlisle aanvallen. Tenslotte was hij degene die me hierheen had gebracht. Plots voelde ik een vreemde schuld, en onmiddellijk flitsten mijn ogen naar Jasper.
"Ik had je gewaarschuwd!" gromde ik. Ik legde de baby terug in het bed en vloog hem naar de keel, in slechts één enkele seconde. Hij verdedigde zich, maar viel me niet aan. Mijn tanden boorden zich op verschillende plaatsen krakend en schurend in zijn huid voor hij me kon vasthouden.
"Dood me dan!" Ik hapte naar de arm rond mijn hals, klauwde in zijn borst en naar zijn gezicht. Die paar extra littekens zouden bij hem het verschil niet maken.
"Ze heeft vreselijke dorst, eht maakt haar wantrouwig en agressief," zei hij alsof ik er niet bij was. Ik probeerde me los te wringen: ik had besfet dat Juan daar helemaal alleen lag, onbeschermd en kwetsbaar. Ik wilde huilen, voelde me nog ellendiger toen ik besefte dat ik nooit meer een traan zou laten.
"Kalmeer, Maria. Carlisle bedoelt het goed, wij allemaal. Wij hebben net als jij een hekel aan mensen doden." Ik zag weer beelden van mijn slachtoffers, oud of zwak, en weerloos, smekend om genade. Ik zag weer hoe ik hen keer op keer doorboorde met een speer, of verdronk, of erger nog, het hoofd afhakte. Ik slikte, walgde van mezelf. Ik schudde mijn hoofd en beet nog een keer naar Jasper. Hij deed niets, liet me doen. Het schurende en krassende geluid maakte Juan wakker, hij keek me met grote ogen aan. Hij begon te huilen, en toen wilde ik niets liever meer dan hem oppakken en troosten. Ik trok me los, wat opvallend simpel ging opeens en rende naar hem toe. Hij begroef zijn kleine gezicht in mijn armen en snikte hartverscheurend. Ik suste hem, zei zachtjes zijn naam. Het hielp niet, ik had hem vast ontzettend bang gemaakt. Wat ben ik een idioot!
"Ik ben geen monster, Juan, ik wilde je beschermen. Het spijt me vreselijk, ik beloof je dat het nooit meer zal gebeuren." Hij stopte hikkend met huilen en keek me aan met zijn amandelbruine ogen. Toen legde hij opnieuw zijn hoofd op mijn schouder en beet me zachtjes. Hij had honger. Mijn gezicht vertrok toen ik zijn gif voelde jeuken.
"Het is goed, lieverd. Ik ga eten voor je zoeken." Maar waar?
Reacties:
Ik vind echt al jouw verhalen super
je hebt echt een hele mooie manier van schrijven en ook dit verhaal ga ik zeker volgens
Ga je snel verder en zou je me een melding willen geven ?
Goed verhaal! Zou je me een melding willen geven als je verdergaat?