Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Bite [Vamps] » Conversation [39]
Bite [Vamps]
Conversation [39]
De eerste keer dat hij op haar deurmat stond, was een regenachtige dag. De wolken waren donkergrijs, en samengepakt tot een solide massa grijs. De wind waaide zachtjes, zodat al de bladeren voorbij vlogen zoals strohalmen in ouderwetse cowboyfilms.
Ze had niets doorgehad. Twee maanden na haar zestiende verjaardag, een maand na de dag waarvoor ze een uitnodiging had ontvangen.
Hij snapte niet waarom ze zo moeilijk deed, maar zestien was en zou altijd een moeilijke leeftijd blijven. Hij had het zelf, ooit heel lang geleden, ook meegemaakt.
Ze sloeg de deur in zijn gezicht toe toen ze hem zag. Ze herkende hem van de speeltuin, een goede zes jaar daarvoor, en herinnerde zich dat ze hem toen ook herkend had. Maar ze wou niet dat die 'freak' voor haar deur stond, wat zouden haar vrienden daar van zeggen?
Dus wandelde ze naar de trap, drukte haar moeder op het hart dat er niemand belangrijk aan de deur was, en ging naar haar kamer.
Demitri is niet van het ras volk dat na één teleurstelling opgeeft. En dan zeker niet met iets waarmee ze al jaren bezig zijn. Letterlijk. Jaren.
Dus stond hij een half jaar later weer voor haar huis, maar die keer iets anders. Op haar vensterbank zat hij te wachten tot ze thuis kwam van school. Toen ze eindelijk haar rugzak in de hoek gooide en haar raam open wilde doen, stapte hij naar binnen door het kozijn.
'Hallo,' zei hij, met een onderdrukte lach ergens halverwege zijn keel 'ik ben Demitri.'
Het duurde even voor ze over de shock heen was. Toen ging ze zitten, knipperde en stond weer recht. 'Ga weg!' Haar stem was zwakjes en trilde, en Demitri moest zich inhouden om niet uit puur leedvermaak te gaan lachen. Hij had haar nog nodig, dus zou hij beter haar te vriend houden.
'Luister eerst even naar me. Een half uurtje van je kostbare tijd is al dat ik vraag.' Ze kruiste haar armen over elkaar en keek hem onderzoekend aan.
'Je zegt net zelf: kostbare tijd. Een kwartier, meer niet.'
In sneltempo schrapte hij enkele dingen die niet helemaal noodzakelijk waren, om tijd uit te sparen. Toen ging hij in kleermakerszit op de grond zitten.
'Kom je niet bij me zitten?' gniffelde hij en leunde een beetje achterover. Julia schudde enkel haar hoofd.
En dus vertelde hij een legende, die hem heel hoog zat. Over een meisje, genaamd Emira. Woorden vloeiden uit zijn mond, vlochten zich samen tot één geheel. Bepaalde woorden maakten de stilte zinderend warm of ijzig koud. Extra krachten, macht, oorlog, dode mensen, offers, bloed.
Hij deed volledig uit de doeken hoe zo'n persoon te herkennen was. De ogen waren standaard ijsblauw, zoals bij vampieren in normale situatie zo was, alleen veranderden de ogen van kleur bij hevige stemmingswisselingen. Demitri legde op dat moment zijn hand op haar wang en wreef met zijn duim onder haar oog.
'Heb je je nooit afgevraagd waarom je zo'n heldere, lichte blauwe ogen hebt?' Ze duwde zijn hand weg, maar blikte wel snel in de spiegel. Ze had het zich inderdaad al een paar keer afgevraagd, maar lichte ogen hebben, was toch niet abnormaal? Maar zijn ogen waren wel van bijna exact dezelfde kleur, bij hem sluimerde er echter een rode gloed achter, een gloed en kleur die haar best wel angst inboezemde.
Hij vertelde over die Emira, die geen ijsblauwe ogen had, maar paarse. Altijd paarse, of ze nu bloeddorst ondervond of niet. Of ze nu depressief was, of uitermate vrolijk, of bloedstollend razend. Altijd maar paars.
En het horrorverhaal bleef maar doorgaan. Bijten, pijn, vampier worden. Ruzies, druk, gevoelens van anderen.
Halverwege een sappig stuk over iemand doodbijten, sprong ze overeind en riep: 'Weg! Nu meteen! Weg!' En dus gehoorzaamde Demitri.
Ook hij stond nu recht, keek haar nog één keer aan en zei, op zachte toon - haast fluisterend: 'Ik kan je helpen. Het moet niet zo gaan.'
Maar Julia bleef standvastig en keek hem niet meer aan.
Ze haalde opgelucht adem toen hij uit het raam was gesprongen. Zijn verhaal was te gek voor woorden.
Vampiers? Oorlog? Macht?
Ze had nooit gevraagd om in iemands zieke fantasie te belanden, en nu was dat toch gebeurd. Hoe kon ze dit alles weer zo snel mogelijk vergeten?
Ze ging naar beneden, dook in de keuken en opende de diepvries. Een pot vanille-ijs schreeuwde gewoon haar naam, smeekte om opgegeten te worden. En zo gemeen kon ze toch niet zijn om zijn smeekbedes niet te aanhoren?
Dus ze pakte de pot, viste een flesje chocoladesaus uit de ijskast, haalde een lepel en een kommetje uit de kast en plantte zich comfortabel neer op de zetel in de woonkamer, waar ze meteen het ijs aanviel.
Ja, zo kon ze het wel vergeten.
Bij het eerstvolgende gesprek was ze al te laat. Het gif had al haar bloed al laten verdwijnen, bijna al haar menselijke behoefstes ook. Ze moest nog slapen, maar volgens Demitri was het beter dat je dat niet afleerde omdat je anders ineens een heel groot overschot aan tijd had. Huilen kon ze ook nog, soms zelfs teveel, maar dat zou nog verdwijnen. Maximum vijftig jaar, dan zou er niets meer over zijn.
Demitri zat bij haar, terwijl ze lag vastgeklemd op de tafel. Ze mocht nog niet vrij, omdat ze mogelijk nog te zwak was. En al die tijd moest ze maar zijn praatjes aanhoren. 'Ik heb het beste met je voor', 'ik wil je geen kwaad doen', 'voor mij moet je niet bang zijn'. Het kwam haar oren uit.
Die gast had haar haar familie afgenomen door van haar te maken wat ze nu was. Nooit meer zou ze onder de mensen kunnen komen, dat was echt uitgesloten. Ze was veranderd in een monster, dat teerde op menselijk bloed.
De bloeddorst was het ergste. Constant had ze de neiging om iemand dood te bijten. De drang jeukte in al haar ledematen. Maar ze weerstond, omdat ze tot voor kort ook een mens was geweest.
De gedachte alleen al aan iemand van haar vrienden of kennissenkring leeg te zuigen, liet haar haast kokhalzen. Maar omdat ze toch niet at, kon ze moeilijk dat ook uitkotsen.
Het was een hopeloos vooruitzicht op niets dan pijn en leed.
<3 Voor Kayley.
Reacties:
In sneltempo schrapte hij enkele dingen die niet helemaal noodzakelijk waren, om tijd uit te sparen.De formulering 'niet helemaal noodzakelijk' roept bij mij het vermoeden op dat het eigenlijk wel noodzakelijk is, maar dat het hem stiekem toch goed uitkomt als Julia er niets van weet. Of zit ik daar nu mis? ^^
Het was een hopeloos vooruitzicht op niets dan pijn en leed.& dat is gewoon zielig. In de zin van meelijwekkend. In de zin van ik-wil-Julia-nu-troosten-en-Demitri-in-zijn-gezicht-slaan. Niet dat dat kan. Want hij is een verhaalfiguur. Niet echt.
Alleen laten jullie me dat keer op keer weer vergeten. <3
Wauw Wow OMG! Meer heb ik er niet voor of toch wel, namelijk: het is awesome o.o
En en en GA SNEL VERDER O.O
En wéér wordt er heel wat duidelijk. Daar hou ik van, als ik dingen begin te begrijpen ^^
verderverderverderverderverder!
(k)
PS PAAARSE OGEN!! ZO CUWL!! Dat wil ik ook ^^
snel verder <33