Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Impossible » 7.2
Impossible
7.2
Carlisle zette de luidspreker op en glimlachte naar me terwijl hij blindelings het nummer intoetste. Ik hoorde de wachttoon, en bad dat Paul niet thuis was, of dat hij vergeten was hoe je een telefoon moest opnemen. Mis natuurlijk.
"Hallo?"
"Hallo, Paul," antwoordde Carlisle, "je spreekt met Carlisle Cullen." Ik zag haast voor me hoe Paul moeite moest doen om de hoorn niet stuk te knijpen. Hij haalde diep adem.
"Ja. En?" Wow, die was echt pissig. Ik ging zó vreselijk op mijn donder krijgen.
"Ik bel in verband met je zusje, Maggie." Pauls stem sloeg over van ongerustheid toen hij antwoordde.
"Wat? Waar is ze? Ze had al lang thuis moeten zijn! Oh wee als haar iets overkomen is door jullie!" Ik kromp in elkaar, beet op mijn lip die toch al pijn deed. Om de één of andere reden, had ik zin om ontzettend hard te huilen.
"Paul, kalmeer alsjeblieft. Ze is veilig nu. Ze ligt hier bij ons. Het lijkt me niet handig om het verhaal via de telefoon te vertellen. Het is beter als je hierheen komt."
"Wat?! Vuile bloedzuiger, hoe dí¹rf je aan mijn zusje te komen!" Paul was echt ontzettend kwaad, ik begon te trillen van angst.
"Sst, stil maar," suste Edward zacht. Hij wreef over mijn hoofd, heel voorzichtig.
"Paul, ik kan je verzekeren dat niemand van ons haar pijn heeft gedaan of zal doen. Maar je moet haar komen ophalen." Paul hing op, het vervelende getuut irriteerde me mateloos. Ik wist dat Paul nu meteen in de wagen zou springen, en hij zou in een mum van tijd hier zijn.
"Maak me af, voor hij het doet," piepte ik schor.
"Hij zal je niets doen. Hij maakte zich gewoon zorgen." Carlisle had niets van zijn geduldige, rustgevende toon verloren. Maar het kon me niet kalmeren. Paul zou me vermoorden...
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.