Hoofdcategorieėn
Home » Twilight » A alone Wolf » Oude bekende
A alone Wolf
Oude bekende
De volgende ochtend werd ik al vroeg wakker. Mijn spieren waren stijf en ik had moeite om op te staan. Als wolf viel het allemaal wel mee. Op vier poten voelde ik me veel prettiger. Nadat ik wat had gegeten en gedronken liet ik me tevreden op een rots neer ploffen en sloot mijn ogen.
Ik lag pas net toen een vieze zoete geur mijn neusgaten binnen drong. Ik opende geschrokken mijn ogen en stond oog in oog met een Cullen. Het was die Jasper.
Ik gromde.
Jasper keek me doordringend aan. Of ik het wilde of niet, ik voelde me rustig worden, geen zin om te vechten. Jasper glimlachte.
Op dat moment klonk een geweerschot. Een pijnscheut doordrong mijn achterpoot en ik zakte in. Voor ik het wist was ik weer in een mensgedaante. Pijnlijk keek ik naar mijn been, waar donkerrood bloed uit sijpelde. De kogel was tot diep mijn been in verdwenen.
Ik zocht voor hulp naar Jasper. Maar die zou ik niet krijgen. Zijn ogen hingen bij mijn been, zijn blik dorstig.
Mijn handen trilde, maar niet genoeg om weer wolf te worden. Niet genoeg om me te verdedigen tegen de vampier die voor me stond.
Jasper zette een stap naar voren en bleef naar mijn been staren. Achter me hoorde ik de mannen. Ik raakte in paniek en liet een gil los.
Jasper kromde zijn rug en liet zijn tanden zien en sprong op me af. Maar midden in de lucht werd hij door iets aan de kant geduwd. Ik zag Emmet Jasper in bedwang houden. Plots stonden er nog meer van de Cullen familie en tot mijn opluchten kwamen er ook wolven tevoorschijn.
Carlisle bekeek de situatie. Hij zag de mannen de rots op klimmen en Jasper. ‘Rosalie, help Emmett. De rest moet Lynn hier helpen weg te halen.’ Ik werd bij mijn middel gegrepen en op een wolf gezet. Het was Jacob.
Terwijl Jacob begon te rennen moest ik weer denken aan de eerste keer dat ik ze ontmoette. Toen ben ik ook op Jacob gezet en werd in veiligheid gebracht. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik begon me toch wel te realiseren dat zij elke keer hun leven voor mij wagen, als een echte roedel en vrienden. Weerwolven én Vampiers samen.
In de vacht van Jacob, waar niemand het kon zien, liepen de tranen over mijn wangen.
Bij het huis van de Cullens werd in naar boven gebracht en begon Carlisle aan mijn been. Het was een pijnlijk moment. Niet alleen omdat mijn been pijn deed, maar ook omdat ze me gewaarschuwd hadden en ik dat genegeerd had. “Ik zei het toch”¯ Dat zou de tekst worden die ik van af nu altijd te horen zou krijgen.
Toen Carlisle klaar was bekeek ik mijn been. Er zat verband omheen en was schoongemaakt. Ik stond op en begon naar beneden te hinken.
‘Hoho!’ riep Carlisle. ‘Je mag niet op je been lopen!’
Ik negeerde het en strompelde de trap af. In een oogwenk werd ik omhoog geslingerend. Het was Emmett, ik merkte dat ik misselijk werd. Ik was hun geur nog niet zo gewend als Jacob, Leah en Seth.
Ik werd onder aan te trap neergezet en mompelde iets als “bedankt”¯ en hinkte toen naar buiten. Het was al vernederend genoeg geweest.
Leah en Jacob zaten aan de rand van het bos in het gras. Jacob was met Alice aan het praten. Met grote tegenzin liep ik op hun af.
‘Bedankt,’ zei ik zacht.
Leah was de eerste die wat zei. ‘Was een kleine moeite.’
Er was een ongemakkelijke stilte. Ik besloot het hef in eigen hand te nemen. ‘Nou kom op dan met jullie “Ik zei het toch”¯. Ik heb het verdiend.’
Het bleef stil. Langzaam kwam iedereen op ons af, alleen Seth ontbrak.
‘Je verdiend zeker wat,’ begon Edward. ‘Maar niet dat.’
Niet-begrijpend keek ik ze aan.
Esmé ging voor iedereen verder. ‘We begrijpen best dat je het moeilijk hebt gehad, opgejaagd door die mannen en verstootte uit je groep. Dus daar hebben we begrip voor. Alleen hopen we dat je niet meer weggaat, tot die mannen weg zijn.’ Ik was opgelucht dat ik niet meer hoefde te liegen, dat ze nu wisten wat er echt met me gebeurd was.
‘Maar die gaan pas weg tot ik dood ben.’
Emmett bulderde van het lachen. ‘Laten we het er maar op houden dat we Jasper even hebben laten gaan.’
Ik trok mijn neus op en voelde me misselijk worden. Ik keek Jasper aan. ‘Bedankt dan maar hè?’ Ik was allang blij dat hij net lang genoeg had gewacht tot Emmett er was.
‘Nou,’ zei Edward.
Oh ja, gedachten lezen.
‘Emmet had jullie nooit gevonden als jij niet zichtbaar was geworden in Alice’s visioen.’
Ik wendde me tot Alice. ‘Kijk jij in de toekomst?’
Ze knikte. ‘Toen je was geraakt werd je zichtbaar. Je bent een apart ehm... mens en wolf.’
Het enige wat ik toen kon doen was lachen. Ik was ze zo dankbaar, dat was niet in woorden te vertellen. Ik bedacht me ineens dat ik een vraag had voor Edward.
Ik concentreerde me op mijn gedachten. Had je gehoord wat ik dacht toen ik bij Jacob op zijn rug zat?
Ik keek naar Edward, hij knikte en glimlachte.
Ik glimlachte terug en zocht om me heen. ‘Waar is Seth?’
‘Seth vindt van alles,’ begon Jacob aan een verhaal. ‘Verloren spullen,een meisje die in een wolf kan veranderen en.... nog iets.’ Ik hoorde Seth naderen, maar hij was niet alleen. Het persoon bij hem was nerveus, ik voelde het. Langzaam kwamen ze in het zicht. Seth was de eerste die tussen de bomen vandaan kwam, gevolgd door...
Mijn ogen werden groot. ‘Ga weg!’
Reacties:
Super leuk stukje!
Wat klopt er niet aan Jasper?
En wie is het? Wie?
Mooi geschreven. Ik ben benieuwd naar de rest.
Snel verder hoor!
ga je snel verder???