Hoofdcategorieën
Home » Naruto » BANG~relation » ~Sensei~
BANG~relation
~Sensei~
“We hebben haar! We hebben haar!”ť zegt een van de twee opgewonden.
Ze drukken mij nu ietsje zachter tegen de grond zodat mijn longen weer gevuld worden met lucht. Ik kijk schuin naar achteren om te zien wie me neer haalden. Mijn ogen worden groot als ik de twee jongens herken. Het waren twee van die jongens van gisteren.
De jongen die niet riep slaat de gene die het wel deed in zijn gezicht.
“Niet zo hard Sozoshii!”ť zegt de jongen die sloeg.
De andere jongen die blijkbaar Sozoshii heet wrijft over zijn wang.
“Daar hoefde je mij ook weer niet voor de slaan Rafu”ť zegt Sazushii.
“Subarashii…”ť zeg ik weer.
“Hé, cool. Het praat!”ť zegt Sozoshii.
Er volgt nog een klap in zijn gezicht door Rafu.
“Hou eens op mij slaan!”ť zegt Sozoshii boos.
“Je moet niet zo luid praten. Straks komen die Akatsuki-vrienden van haar nog helpen”ť zegt Rafu.
Sabarshii knipt zij ogen samen.
“Ik vind dat geen excuus mij te slaan”ť zegt hij.
“Ach hoe je mond”ť zegt Rafu.
Nu pas richten ze hun aandacht op mij.
“Gaan we haar naar Joshi-sensei meenemen?”ť vraagt Sozoshii.
“Natuurlijk. Lijkt mij logies”ť zegt Rafu.
Hoe red ik mij hier uit? Ik weet wel bijna zeker dat ik sterker ben dan die twee bij elkaar maar zolang ik tegen de grond word gedrukt kan ik toch niet uithalen. Zal ik doen alsof ik niet weet waarom ze mij moeten hebben? Het is het proberen waard.
“Waarom houden jullie mij vast? Ik heb niets verkeerd gedaan!”ť probeer ik uit.
Rafu drukt mijn gezicht in de zachte aarde.
“Doe niet alsof je van niets weet. Je bent een lid van de Akatsuki en wij zijn de genen die ze proberen uit te schakelen”ť zegt hij.
“De Aka- wat?”ť speel ik.
Rafu drukt mijn gezicht harder de aarde in.
“Doe niet alsof je nog nooit van ze hebt gehoord. We hoorden jou en die Hyuga gast erover praten”ť zegt hij.
Shit. Hoeveel weten ze van me?!
“Dat ik er wel eens van heb gehoord betekend niet dat ik meteen bij hun groep hoor!”ť zeg ik.
Hier weten Rafu en Sozoshii even niets op terug te zeggen. Plots trek Rafu mij aan mijn haren op.
“Au au au!”ť zeg ik.
“Meekomen jij!”ť zegt hij.
En zo slenteren we een tijdje door het bos. Rafu heeft nog steeds mijn haar vast en trekt mij ermee vooruit. Sozoshii slentert maar wat achter ons aan.
“Je kan mijn haar nu wel loslaten hoor! Het doet echt pijn!”ť zeg ik.
“Dacht het niet”ť zegt Rafu.
“Als je mijn niet nu meteen loslaat ga ik gillen!”ť zeg ik.
“Doe je best”ť zegt Rafu.
Ik wil net beginnen met gillen als Rafu mij plots loslaat. Ik grijp deze kans en neem de benen maar word door iemand tegen gehouden. Iemand pakt mij stevig vast bij mijn linkpols en smijt mij met een enorme kracht naar achteren. Ik vlieg achteruit en kom pas tegen een boom tot stilstand. Bladeren van de boom dwarrelen naar beneden. Rafu en Sozoshii gaan door hun knie en maken een buiging naar de figuur die mij wegsmeet. Als de figuur uit de schaduw stapt kan ik mijn ogen niet geloven. Die man…
“Sensei…”ť fluister ik bijna.
Hij is het zeker weten. De man die mij de jaren dat ik op de ninja school zat mij heeft onderwezen, mij nooit de beurt gaf, zei dat ik maar met de andere kinderen moest gaan spelen. Mijn sensei glimlach vals.
“Dus je herkend je sensei op zijn ouder dag nog, Kumo?”ť vraagt hij.
“Wat doet u hier?!”ť vraag ik verbaasd en bang te gelijkertijd.
Langzaam begint mijn verleden bij mij door te dringen. Niet aan denken! Niet aan denken!
“Ik ga hier iets recht zetten”ť zegt hij.
Langzaam pakt hij een kunai uit zijn zak. Dreigend loop hij ermee op mij af. Ik word helemaal overspoeld door angst, en mijn verleden. De pijn, het verdriet, alles komt terug.
“Stop”ť zeg ik zacht terwijl er tranen over mijn wangen lopen.
“Sorry Kumo, ik verstond je niet. Wat zei je nou?”ť vraagt hij vals.
Stuntelig sta ik op. Mijn benen trillen zo erg dat ik mezelf tegen de boomstam moet aandrukken om overeind te kunnen blijven staan.
“Ga weg. Laat mij met rust”ť zeg ik met een trilling in mijn stem.
Hij laat zijn kunai zakken en draait zijn rug naar mij toe.
“Als dat is wat je echt wil”ť zegt hij.
Ik sta versteld van deze snelle omwenteling. Laat hij mij echt gaan?!
“Tenminste als jij net wil weten wat er met je ouders gebeurd is”ť zeg hij.
“M-mijn ouders?”ť vraag ik vol ongeloof.
Hij draait zijn gezicht naar mij om en knikt. Ik zou het wel willen weten maar dan realiseer ik mij iets.
“Het maakt niet uit wat er met ze gebeurd is. Ze zijn morsdood en daar kan ik niets aan veranderen”ť zeg ik.
“Wil je dan niet weten waarom iedereen je haatte, waarom werd besloten de Kaze-clan uit te moorden, waarom je geliefde vriend Kazuki werd vermoord?”ť vraagt hij.
“U weet dat?!”ť vraag ik.
Hij trekt weer zijn vals glimlach. Het is hem gelukt. Hij was aan het vissen en ik beet. Hij heeft me.
“Dat en meer”ť zegt hij.
Wat moet ik doen? Iets in mij zegt dat ik het allemaal wil weten. Dat ik het moet weten! Maar wie zegt dat met sensei meegaan niet mijn dood word? Ik neem mijn besluit.
“Ik wil het weten”ť zeg ik.
“Goed keuze”ť zegt hij.
Hij draait zich elegant om.
“Volg me.”ť
Joshi-sensei begint te lopen, het duur even voor ik mijn benen weer onder controle heb maar begin dan achter hem aan de lopen. Achter mij lopen Rafu en Sozoshii. In het diepste van mijn hart hoop ik dat ik niet de verkeerde beslissing heb gemaakt.
En dat ik dit zal overleven.
Reacties:
NOES! NO! KUMO-CHAN! YOU DUMBSHI-*shot*
lol, leuk hoofdstuk...
Nog steeds geen kritiek x'D
-xXx-
je schrijft lekker door deze dagen,
maar hoofdstuk is leuk!!!
geen kritiek of zo......
snel meer????
whaa...
spannend!!
snel verder!!
Xx.