Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Boy Toy » 6.
Boy Toy
6.
De volgende ochtend werd ik wakker in zijn bed, met zijn armen om me heen en de binnenkant van mijn dijen nog kleverig van zijn opgedroogde sperma. Elke beweging deed pijn, maar toch probeerde ik zo voorzichtig mogelijk bij hem vandaan te kruipen. Tot ik een kus op mijn schouder voelde en alles heel stil werd.
‘Goeiemorgen,’ zei hij zacht.
‘Morgen,’ mompelde ik terug. Met veel moeite rolde ik me op mijn andere zij. Ik weet niet wat ik verwacht had, maar wat ik zag bracht me even uit balans. Hij zag er precies hetzelfde uit als voorheen. En hij glimlachte naar me.
‘Tijd om op te staan. En haast je, of je komt te laat voor school.’
Ik beet op mijn lip, maar ik hield de tranen binnen tot ik onder de douche stond. Dus zo zouden we omgaan met wat er gebeurd was. Niet.
School. Het geneuzel van de lerares over de eerste wereldoorlog ging aan me voorbij. Ik had andere zaken aan mijn hoofd, bijvoorbeeld wat er zou gebeuren als iemand erachter kwam wat Tom en ik hadden gedaan. Ik was minderjarig en als de politie erachter kwam...
Nog voor die gedachte volledig gevormd was trok ik mijn mond in een cynisch grimas. Als ik één ding geleerd had in mijn leven, zowel in het weeshuis als bij Tom, is het dat geld en macht luider spreken dan de wet. En Tom had meer dan genoeg van beide.
Tijdens de rit naar huis, vandaag in een Aston Martin Vanquish met chauffeur, besefte ik pas goed hoe hopeloos de situatie was. Tom was één van de meest begeerde vrijgezellen ter wereld, rijker dan de zee diep is en beroemd om zijn affaires met de mooiste vrouwen. Misschien ligt het aan mij, maar ik denk niet dat veel mensen zouden geloven dat diezelfde Tom Kaulitz zijn schriele adoptiezoon zou neuken. En als ze het wel geloofden zouden ze waarschijnlijk nog denken dat ik niets te klagen had.
Vreemd genoeg wisten we de schijn op te houden. Naar de buitenwereld en het huispersoneel toe leek er niets te zijn veranderd, niemand merkte dat de wereld zich over zichzelf had gevouwen en we een alternatieve werkelijkheid binnen waren gestapt. Of misschien was dit het echte leven en had ik al die jaren slapend rondgelopen. Ik wist het niet meer.
In ieder geval, ondanks dat het plaatje nog steeds hetzelfde was, wist ik donders goed dat het niet zo was. Net als één van die gezichtsbedrog-tekeningen, van zodra je ogen eenmaal de andere focus gevonden hebben, zie je het nooit meer zoals je het eerst zag.
Telkens wanneer ik zijn brede rug bestudeerde, zijn soepele pas, zijn hand door zijn karamelblonde haren, elk van die zo bekende bewegingen herinnerde me eraan dat dit nog steeds dezelfde man was. Tom, mijn voogd, mijn beschermer, mijn reddende engel, de man die me had geleerd dat verlangen en lust losstaan van respect en vriendschap.
De dagen verstreken en de strop op mijn hals trok strakker. Tom nam mijn leven over en ik voelde paniek opwellen in mijn borst telkens wanneer ik besefte hoe ver zijn controle over mij reikte. Hoe meer hij nam, hoe meer hij wilde. Ik kreeg nachtmerries over een toekomst waarin niet alleen mijn lichaam, maar ook mijn dromen en gedachten en geheimen van hem waren.
Stap voor stap kneedde hij mijn geest tot wat hij wilde, en hoe hard ik ook vocht, ik verloor keer op keer. En wat hij voorspelde, gebeurde. Ondanks de pijn en de vernedering en de angst en de walging en de verterende haat maakte hij me verslaafd aan hem. Ik had hem nodig, mijn hele lijf verlangde naar het schreeuwende genot dat hij alleen kon oproepen. Ik wilde hem.
Een paar maanden na die eerste nacht, zes weken voor mijn achttiende verjaardag, kwam ik thuis van school en ontdekte ik dat mijn slaapkamer leeg was. De kasten open, het bed afgehaald, mijn spullen verdwenen.
Ik liep naar Toms kamer aan het einde van de lange gang en ging binnen zonder kloppen.
‘Tom, er is iets mis met mijn-‘ Ik stopte toen ik de foto op de nachttafel zag. Het zilveren fotolijstje met de foto van mij en Takeshi. De foto die normaal gezien op mijn nachttafel stond.
Hij stond in het midden van de kamer met zijn rug naar me toe en knoopte nonchalant het zwarte hemd los dat hij de hele dag had gedragen. Hij keek niet eens om.
‘Ik vroeg me al af waar je bleef. Jij mag eerst in de badkamer.’
‘Ik wil mijn kamer terug,’ piepte ik. Mijn keel was droog.
‘Nee,’ schudde hij. ‘Ik wil je bij me.’
‘Tom, alsjeblieft...’ In een paar stappen stond hij bij me en sloot me in zijn armen. Ik stribbelde niet eens tegen.
‘Je hebt geen eigen kamer nodig, Dreamwalker. Je hoort bij me, naast me.’
‘Ik weet het, Tom.’ Ik ging op mijn tenen staan en kuste hem op zijn kaaklijn. Hij verstrakte, het gebeurde niet vaak dat ik hem vrijwillig aanraakte. ‘Ik weet het. Maar dit is belangrijk voor mij.’ Ik hield mijn hoofd schuin en lachte naar hem, sloeg mijn wimpers neer en liet mijn lichaam subtiel flirten. Een seconde later was ik ziek van mezelf. Ik voelde me zo’n hoer. Hij moet het hebben gezien want zijn armen sloten zich strakker en hij trok me richting het bed.
Ik stribbelde niet tegen toen we samen in de matras wegzonken. Ik lag gewoon stil op mijn rug en staarde naar de bovenkant van het donkere hemelbed, registreerde vaag dat hij me van mijn kleren ontdeed en probeerde intussen uit alle macht ergens anders te zijn.
‘Open je mond.’ Ik rilde bij de herinnering aan de eerste keer dat hij die woorden had uitgesproken. Intussen was het niet meer dan een gewoonte, dus ik opende mijn mond en sloot mijn ogen. In plaats van zijn erectie voelde ik plots zijn mond, een zachte kus op mijn onderlip.
‘Ayumu, kijk me aan,’ fluisterde hij. Ik sloeg mijn ogen op en zag een vreemde, bezitterige warmte in het diepteloze bruin. ‘Je bent van mij. En als ik je ooit nog maar zie denken aan weglopen, zal je wensen dat je nooit geboren was. Hoor je me?’ Hij drukte me in de matras, duwde mijn benen open en graaide met zijn handen waar hij maar bij kon.
Fuck, ik haatte dit gevoel, ik haatte hem, ik haatte het gevoel van zijn bezit te zijn. Die kamer was gewoon een zoveelste manier van zijn stempel op mij te drukken. Hij wist best hoe ik me nu voelde, en jammer genoeg wist hij intussen ook hoe hij elk ander gevoel bij mij moest oproepen. Mijn zenuwuiteinden kwamen tot leven onder zijn aanrakingen, mijn ademhaling versnelde, mijn erectie verraadde me. Hijgend begon ik mezelf in bochten te wringen, dan weer in een poging aan het martelende genot te ontsnappen, dan om mezelf tegen hem aan te drukken.
Met gesloten ogen zwoer ik dat ik vanavond niet zo gillen, niet zou smeken. Daar hield hij ook van, me eerst gek maken en dan toekijken hoe ik het uitschreeuwde van frustratie en haat.
Op dat moment besefte ik dat we elke redding voorbij waren. Tom was al lang geleden verloren geweest, toen zijn geest brak onder de druk van het trauma en het verdriet, maar nu had hij mij ook voorbij die grens gesleurd.
Ik wist dat ik niet meer vrij zou zijn zo lang als hij leeft. Ik zou kunnen wegrennen, maar hij zou me overal vinden, en eerlijk gezegd was ik veel te bang voor wat hij dan met me zou doen om het te proberen. Maar vooral had hij me intussen mentaal aan zich gebonden.
Hij zoende me in mijn hals en fluisterde ‘Ik hou van je, Dreamwalker. Weet je dat?’
Ik schakelde mezelf uit, verstrengelde mijn armen om zijn hals en legde mijn wang tegen zijn schouder.
‘Ik weet het, Tom.’
Ik vroeg nooit meer om een eigen kamer.
Reacties:
Wow.
Dit is écht prachtig.
En dit is inderdaad wel een héél aparte relatie...
Snel verder.(:
Ho, ik geloof dat ik nu wel echt de meest aparte relatie tussen twee mensen heb waargenomen. Hoe je er toch op komt...
Ik hoop snel op een volgende stukje, ik ben benieuwd hoe dit verder gaat lopen. Xx.Sofie
I love it!