Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Orphan. [IC] » Hoofdstuk 6.
Orphan. [IC]
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
9 aug 2010 - 15:17
Aantal woorden:
815
Aantal reacties:
2
Aantal keer gelezen:
266
Hoofdstuk 6.
Sorry voor het lange wachten!
Ik was dit verhaal een beetje vergeten. :'
‘Georg, kan ik je even spreken?’ vroeg David me die ochtend, tijdens het ontbijt. Verbaasd legde ik het half opgegeten brood terug op mijn bord. Ik stond op en volgde onze manager, die de eetruimte verliet en doorliep naar een klein kamertje, ergens afgelegen in het hotel.
Hij nam plaats op de stoel die er stond, tevens de enige zitplek, waardoor ik tegenover hem ging staan en hem vragend aankeek. ‘Wat is er Dave?’ vroeg ik, hem noemend bij zijn bijnaam.
‘Euh, tja, ik weet niet precies hoe ik moet beginnen,’ begon David ongemakkelijk.
Ik trok mijn wenkbrauwen op en keek hem bezorgd aan, ‘is er iets ergs gebeurd?’
‘Nee, euh - Georg, ik moet je iets vertellen waar je misschien boos om wordt. Maar word dit alsjeblieft niet tot je alles gehoord hebt, oké?’
‘Oké… denk ik,’ antwoordde ik verward.
David knikte een keer, en begon te vertellen. Geboeid luisterde ik.
‘Toen jij geboren werd ben je geadopteerd, maar dat wist je uiteraard al. Alleen hebben je pleegouders je niet alles verteld, ze hebben je één ding verzwegen, maar je moet ze dit echt niet kwalijk nemen -’
‘Vertel het nou maar gewoon, in plaats van excuses maken,’ onderbrak ik David.
Hij zuchtte en gaf me gelijk. Een beetje moeilijk begon hij te vertellen, maar eindige met de woorden: ‘Georg, je hebt een zus.’
Verbaasd keek ik hem aan, en even leek ik zijn woorden niet te snappen. ‘Wat bedoel je?’ vroeg ik daarom, hoewel ik het wel had gesnapt als ik de woorden even had laten bezinken.
‘Nou, ze woont in een weeshuis in Berlijn, niet in het centrum, maar ze -’
‘Dat zal allemaal wel, maar hoe of wat? Waarom weet ik hier niks van? Hoe oud is ze? Is alles goed met haar? Weet ze dat ik besta?’ onderbrak ik David, ongeduldig wachtend op duidelijke antwoorden.
‘Ze heet Samantha. De baas van het weeshuis heeft me gebeld, hij vertelde me dat ze graag in contact met je wil komen. Ze is zestien. Je pleegouders hebben dit voor je verzwegen omdat ze wilden wachten tot Samantha jou wilde opzoeken. Ze waren bang dat het anders misschien gedwongen moest gebeuren. En nu is de tijd daar,’ eindigde David zijn woordenvloed.
Ik drukte mijn handen tegen mijn voorhoofd en vroeg mompelend: ‘Wil je me even alleen laten?’
David knikte, ‘natuurlijk, maar kom je zo weer in de ontbijtzaal? Dan kunnen we een eventuele ontmoeting afspreken.’
‘Misschien wil ik dat wel niet!’ antwoordde ik fel.
‘Oké, oké. We praten er zo even over verder. Je moet alles even rustig in je opnemen, niet overhaast reageren, oké?’
Ik draaide met mijn ogen en mompelde met tegenzin dat hij gelijk had. David knikte en verliet de ruimte.
Stilletjes dacht ik na. Ze wilde me zien, maar wilde ik haar wel zien? Het klonk grof, maar mijn leven was goed zoals het was. Misschien kwam er wel drama als ik toe zou stemmen.
Maar daartegenover bedacht ik me dat ik altijd al herkenning wilde hebben, herkenning van vroeger, want ik wist niks meer. Zij waarschijnlijk ook niet, maar zij betekende familie, bloedverwanten. Dat was iets wat ik miste, Bill en Tom hadden elkaar, Gustav had zijn zus, en ik… ik had niemand. Niet dat ik niet gelukkig was, of eenzaam, maar toch.
Misschien konden we herinneringen bij elkaar opdoen. Maar eigenlijk ging het me daar niet om, familie betekende liefde, betekende er zijn voor elkaar, betekende datgene wat ik zelf niet kende.
Ik hield van mijn pleegouders, maar het was toch anders, ze waren niet echt familie. Ooms en Tantes had ik niet.
En met die gedachte liep ik terug naar de ontbijtzaal, om David te vertellen dat ik bereid was contact op te nemen met Samantha.
David kwam me die middag glunderend tegemoet, toen ik op weg was naar Bills kamer - die zich schuin tegenover de mijne bevond. ‘Georg, jou moest ik net hebben!’ zei hij vrolijk.
‘Aha,’ zei ik ongeïnteresseerd. Maar dit veranderde toen David enthousiast begon te vertellen.
‘Ik heb geweldig nieuws voor je. Ik heb met het weeshuis afgesproken dat je Samantha volgende week mag opzoeken!’
‘Oh euh, ja. Bedankt Dave, geweldig.’ Ik meende mijn woorden, maar toch klonk ik niet overtuigd. David merkte het gelijk en vroeg me of ik dit wel echt wilde.
‘Ja, natuurlijk. Ik ben gewoon even overdonderd, volgende week, wauw. Bedankt hè,’ zei ik. Ik dwong mezelf te glimlachen en het lukte wonderbaarlijk goed.
‘En dat is nog niet alles… je gaat haar dus opzoeken, en op diezelfde dag gaat ze weer terug met ons mee naar huis en dan blijft ze een maand bij je! Geweldig toch?’ riep David blij.
‘Wauw, bedankt, ik weet niet wat ik moet zeggen, echt bedankt.’
David glunderde en vertelde me dat hij blij voor me was, en nog meer onzin. ‘Ja, maar ik ga naar Bill, hoe laat hebben we dat concert vanavond?’
‘Zeven uur vanavond verwacht ik jullie hier beneden in de hal.’
meer!