Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » My Worst Nightmare » Rain [24]
My Worst Nightmare
Rain [24]
Het is nu al de tweede keer dat wegloop van mijn problemen, en dat het dan net gaat regenen. Ik kan me de vorige keer nog glashelder herinneren. Jona, ruzie, regen, Bill, hotelkamer. Toen gebeurde er niets.
Zou hij nu weer komen? Zou hij me nu ook uit de regen halen en voor me zorgen, op de lieve manier waarop hij bijna altijd met me omgaat? Of zou hij niet eens achter me aankomen?
Dat zou ik wel snappen. Hoe doe ik nu ook? Ik wijs hem kei hard af, en dan wil ik hem terug. En nu is hij gelukkig, met z'n Bella de blonde trut, ben ik nog niet blij voor hem ook. Nee, dan draai ik hem binnen!
Dat ik kan leven met mezelf.
Nou, oké, dat is nu niet zo moeilijk. Ik ben gewoon geweldig. Meestal.
Ik druk me tegen de muur. Ik heb werkelijk geen idee waar ik nu ben. Gewoon weglopen zonder echt te letten naar waar, was misschien niet zo'n bijster slim idee. Hoe geraak ik nu weer thuis.
Ik laat mijn handen afzakken, maar ik heb geen jeansbroek met zakken aan, maar een kleedje, dat nu al doorweekt is. Ik zie er vast heerlijk uit. Uitgelopen mascara, haar in slierten tegen mijn wangen, mijn schoenen naast me op de grond. Fantastisch.
Als Bill nu zou komen om me te redden uit deze belachelijke situatie, zou ik er misschien over een paar jaar nog mee kunnen lachen. Maar nu ziet het er alles behalve grappig uit.
Er passeren mensen. Soms stopt iemand, slechts heel eventjes. Ik kijk niet op om te zien of die persoon naar mij kijkt, want ik wil mijn weerspiegeling in zijn of haar ogen liever niet zien. Bij elk paar sneakers hoop ik een nauwsluitende, zwarte skinny te zien, maar die combinatie kwam nog niet voorbij lopen.
Misschien moet ik het opgeven. De hoop dat Bill voor mij kiest, laten varen. Dat zou ik in zijn plaats ook doen. Niet voor mij kiezen. Ik ben vreselijk.
Oké, niet heel vreselijk. Maar zo onstandvastig.
Het is dat ik er zelf zo weinig aan kan doen...
Steeds minder benen wandelen voorbij, aangezien het steeds harder gaat regenen. Dikke regendruppels storten neer op mijn hoofd en rollen over mijn huid naar beneden. Net tranen, als ze over mijn wangen gaan. Of misschien huil ik ook wel gewoon. Zou best kunnen. Ik voel me klote.
Mijn schouders schuren tegen de bakstenen achter me, en ik laat de pijn doordringen tot diep in mijn binnenste. Het weegt niet eens op tegen wat ik voelde toen ik hem met Bella voor het eerst zag, of toen ik hem kuste. Want op beide momenten besefte ik: 'Hij is niet meer van mij'.
Ik voel me zo gruwelijk. Ik heb ervoor gezorgd dat Bill zijn Bella bedrogen heeft. Niet dat we met elkaar naar bed zijn gegaan - Wat jammer nou.
Oh god, dacht ik dat serieus?
Ik haal mijn handen door mijn haar. Een diepe zucht rolt de natte lucht in, danst een tango met een regendruppel, die op mijn neus belandt en over mijn lippen rolt. Even zindert Bill op dat plekje, dan voelt alles weer heel koud.
Godverdomme.
Nu weet ik zeker dat ik huil, mijn ogen worden warm, net als plekjes op mijn wangen, daar waar een traan rolt. Het prikt als zoutzuur op mijn huid, maar ik wil het niet wegvegen. Niet meer.
Nu valt het me op dat er niemand meer is. In de verte hoor ik nog auto's voorbij razen, maar in deze straat niets meer. De regen drumt op het asfalt, blij met zijn overwinning. De stad, en al zijn mensen, is van hem. Behalve ik. Ik zit er nog. En ik ga niet weg.
Ik kí¡n niet weg. Ik weet niet eens waar ik ben.
Ik duw me omhoog, strek mijn armen en mijn benen. Voorzichtig draai ik een rondje, zodat het jurkje om me heen danst. Het voelt goed even geen stof tegen mijn huid geplakt te hebben, maar wind over mijn lichaam te voelen strelen.
Het duurt maar eventjes, en dan ga ik weer zitten. Mijn hoofd rust tegen de kille, koude muur en ik probeer omhoog te kijken. Dat is echter niet makkelijk, met al die regen. Ik knijp mijn oogleden tot spleetjes. Een wolkendek van massief grijs.
Zo voel ik me nu ook. Als een staalgrijs, massief wolkendek. Niet te geloven dat ik deze dag nog gelachen heb, het lijkt zo'n ver verleden. Alsof mijn kus met Bill mijn leven voorgoed in tweeën heeft gescheurd. Mijn leven voor ik hem kwijtraakte, en mijn leven erna.
Ik hoor een auto, dichterbij dan diegenen in de verte. Volgens mij rijdt hij zelfs deze straat in.
Mijn blik wend ik naar beneden, ik heb geen zin om ook nog herkend te worden. De filmpjes van Bill en mij zullen Duitsland zeker en vast bereikt hebben, en hoewel mijn haar nu niet meer bruin is, zou een fan me mogelijk wel kunnen aanzien voor de persoon, die ik ook daadwerkelijk ben.
De auto stopt, heel vlakbij. Ik kijk haast angstig even op. Een witte auto. Duur merk, maar ik kan niet echt thuisbrengen welk merk precies. Ik ben niet zo thuis in de autowereld.
Ik durf bijna te hopen, het scheelt niet veel. Maar ik heb mezelf wijs gemaakt dat ik alle hoop moet laten varen, dus dat probeer ik ook. Het is dat zo'n dure auto natuurlijk niet van iedereen kan zijn.
De koplampen vallen weg, het licht scheen eerst op het natte asfalt.
Ik hoor het raampje naar beneden en weer naar boven zoeven, er klinkt de klik van de sloten die open springen. Er wordt gemorreld aan de klink, en dan gaat het portier zachtjes open. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes om door het gordijn van regen te turen, en zie de auto zachtjes omhoog veren als de chauffeur uitstapt. Met ongelovige ogen kijk ik toe. Kan het? Kan het echt zijn?
Reacties:
JIJ BENT ZOOOO GEMEEN!!!
Het moet MOET MOOOOOEEEEEEEEEEEEET!!!!! Bill zijn!
dat moet gewoon!
VERDEEEEEEERRR!!!! xxxx. <33
naaaaaah kom op!!! zo stop je toch niet pmet een hoofdstuk hahaha! verder!!!! typen die handel!!!xxx