Hoofdcategorieën
Home » Overige » A walk to remember. » Chapter 7.
A walk to remember.
Chapter 7.
2Maanden later.
Het ging slechter met me. Ik moest bezoekjes brengen aan het ziekenhuis. Ik was heel erg close geworden met Cesc. Hij was elke dag, elke seconde zo lief voor me. Ik lag in het ziekenhuis aan het infuus terwijl Cesc naast me zat op een stoel en zachtjes mijn hand vast hield. Ik had weer een slangetje in mijn neus en kon nauwelijks praten. Hij was er overal waar ik ook was. Maar waar hij niet zal zijn straks, is waar ik straks rust te vinden krijg. Misschien over een paar jaar, misschien langer. Ik opende mijn ogen en keek in Cesc’ zijn ogen. ‘Hey.’ Zei ik zacht en met een schorre stem. ‘Hey.’ Zei hij zacht terug maar op een liefdadige toon. ‘Ga naar huis.’ Zei ik zacht. ‘Ik blijf hier.’ Zei hij. ‘Je bent ook zo koppig.’ Zei ik. Hij glimlacht. ‘Ik wil je wat geven.’ Zei ik. Hij wreef nogmaals met zijn duim over mijn hand. Ik haalde een boekje dat beschadigd is onder mijn kussen vandaan. ‘Dit was mijn moeders dagboek. Ze heeft hier van alles op ingeschreven, emoties, gedachtes, herinneringen. En nu wil ik dat jij het gaat lezen. Als ik er niet meer ben.’ Zei ik. Cesc pakte het boekje aan en wreef over de naam op de voorkant. ‘Elizabeth Steals.’ Leest Cesc. ‘Ze was vast een prachtvrouw zoals jou.’ Zei hij. Ik glimlach en duw Cesc’ hand tegen mijn wang en hield hem stevig vast. ‘Beloof het me?’ vroeg ik. ‘Ik beloof het.’ Zei hij en kwam naast me liggen en sloeg zijn arm rond mijn buik. ‘Cesc?’ ‘Ja?’ ‘Waarom ik?’ vroeg ik. ‘Waarom jij?’ vroeg hij. ‘Ja?’ ‘Waarom niet.’ ‘Ik ben niet een van de knapsten..’ zei ik. ‘Natuurlijk ben je knap! En lief. En koppig.’ Lacht Cesc. ‘Jij ook.’ Grinnik ik. ‘Wat is je allerlaatste wens?’ vroeg Cesc. ‘Een dorpje verderop staat een klein wit kerkje. Mijn moeder trouwde daar met mijn vader, ik hoop het om het zelf een keer mee te maken en in het middelpunt te staan net zoals mijn moeder dat deed.’ Zei ik en haalde mijn hand door zijn haar. ‘Ik hoop het voor je.’ Zei hij. ‘Je bent lief Cesc.’ Zei ik zacht en liet mijn wijsvinger langs zijn kaak glijden. ‘Jij nog liever, Julin.’ Zei hij. ‘Komen David en Fernando ook nog langs?’ vroeg ik. ‘Geen idee.’ Hij spande zijn arm nog sterker rond mijn buik en nam een diepe zucht en sloot zijn ogen. ‘Ik hou van je.’ Fluister ik. ‘Hmm - hmm.’ Maar hij was al vertrokken in een diepe slaap. Ik keek naar de slapende Cesc. Hij zag er schattig uit en ik drukte een kus op zijn kruin. ‘Heel veel.’ Zei ik er achter na en sloot ook mijn ogen.
Ik sliep fijn, heel goed zelfs. Maar dat kon ook komen omdat Cesc tegen me aan lag. Hij gaf me warmte, hij gaf mijn hart extra kloppingen, en liet me stralen, liet me zien dat de wereld niet slecht is, dat er nog hoop is. Ik glimlach en staar naar het plafond. Het was avond en Cesc werd langzaam wakker. ‘Ben ik in slaap gevallen?’ vroeg hij en gaapt. ‘Ja, schattig was je hoor.’ Lach ik. Hij grijnst. ‘Kom.’ Zei hij en hielp me met opstaan en haalde een rolstoel te voorschijn. ‘Cesc, wat ben je van plan!?’ Ik ging in de rolstoel zitten in mijn witte lange shirt en mijn blonde lange haren los over mijn schouder. ‘We gaan er even tussen uit.’ Zei hij. ‘Waar heen?’ lach ik. ‘Dat is een verassing.’ Hij scheurde me half door de gangen heen en duwde me naar buiten een prachtige bloemen weide in. ‘Wow.’ ‘Mooi hè?’ zei hij. ‘Ja, het is prachtig!’ Hij stopte de rolstoel en tilde me op en legde me voorzichtig neer in het groene gras. ‘Je bent zo speciaal voor me geworden, al vanaf de eerste dag dat ik je zag.’ Zei hij en hing nog steeds boven me. Ik beet op mijn lip. ‘Maak me niet aan het huilen, Cesc. Dan maak ik jou ook niet aan het huilen, laten we even niet aan die rot ziekte denken maar aan ons.’ Zei ik. ‘Ons?’ vroeg hij. ‘Ja. Je bent ook speciaal voor mij geworden Cesc. Door jou denk ik niet aan dat ik ziek ben, maar alleen aan warmte en geluk.’ Zei hij. Hij knippert met zijn ogen en streelt met zijn vinger langs mijn gezicht. ‘Julin, ik..’ ‘Ik hou van je Cesc!’ zei ik dapper en beet op mijn lip. Hij keek me aan en zijn ogen werden waterig. ‘Ik ook van jou, zoveel Julin.’ Zei hij en een zoutwaterdruppel viel uit zijn oog op mijn wang. Ik haalde mijn hand door zijn haar en keek hem diep in zijn ogen aan. ‘Je bent echt alles wat ik wil, niets of niemand die dat tegen houd.’ Zei Cesc. Ik ging langzaam rechtop zitten en keek over de bloemtoppen en kroop bij Cesc op schoot. ‘You’re the one and only one.’ Fluister ik en gaf hem een kusje op zijn mondhoek. ‘En dat blijf je ook.’ Zeg ik zacht. Zijn mondhoeken krulden op en langzaam sloot ik mijn ogen gevolgd door Cesc. De kus, de eerste kus, tussen passie en vuur, liefde en verdriet, door Cesc en Julin, als Romeo en Juliet.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.