Hoofdcategorieėn
Home » Overige » our world » 16. Naomi
our world
16. Naomi
Ik huppel de trap af, richting de hal. Snel loop ik nog even langs de keuken en steel er iets te eten. Helaas zit Richard daar ook. Toen we laatst van dat feest terugkwamen heet hij bijna alles meteen aan mijn moeder opgebiecht. Dan had ik daar net zo goed kunnen blijven. Gelukkig reageerde ze goed. Ze was niet boos en wil hem wel een keer ontmoeten. Vandaag komt hij me ophalen. Hij heeft een verrassing voor me en dan kan mijn mama hem meteen zien. Niet dat ze me iets zou verbieden wat me gelukkig maakt. “Is het wel verstandig om nu nog iets te eten.”¯ “Wat moet ik dan verhongeren, daar heeft hij ook niets aan.”¯ Rosie maakt een gebaar naar boven. “Wat moet ik toch met die twee.”¯ “Dat vraag ik me ook constant af.”¯ Ik kijk Chris spottend aan. “Dan ga jij maar mooi weg. Ik woon hier prima.”¯ “Natuurlijk. Hier krijg je goed eten en je hebt het geld van mammie. Maar werken kan ook nog wel een keer werken.”¯ Ik kijk hem niet aan, maar mijn handafdruk staat in zijn gezicht. “Naomi mijn keuken uit.”¯ Ik pak nog een koekje uit de schaal en vlucht de keuken uit. Daar kun je dus ook niets meer mee. Ik hoor de bel gaan en loop rustig door naar de hal. Als ik een spiegel tegenkom check ik nog een keer mijn uiterlijk. Alles ziet er nog steeds perfect uit. In de hal aangekomen, zie ik dat mijn moeder de deur opendoet. Chris komt naar binnen gelopen. Mijn moeder begint allemaal tegen hem te praten. Waarom is onze hal ook al weer zo groot dat ik ze nu niet kan horen. Dan maar hopen op het beste.
Ik stap bij Chris achter op de scooter. Ik ben blij dat hij bij mijn moeder in de smaak valt. Hij deed zelf echt zijn best. Dat vind ik zo lief. Stiekem kan ik het nog steeds niet geloven. Iedere ochtend denk ik weer dat ik het heb gedroomd. Maar dan krijg ik weer een superlief sms’je en weet ik weer dat het echt is. En ik kan me nooit al deze gevoelens alleen maar inbeelden. Zijn perfecte gezicht, zijn geur en manier van zoenen. De lieve woordjes die hij fluistert, als we alleen zijn. De scooter rijdt de lange oprijlaan van de manege op. “Paardrijden?”¯ Ik bedenk me dat ik helemaal niet de goede schoenen daarvoor aan heb. Ik heb naaldhakken aan. Daarmee zou ik het paard alleen maar pijn doen. Dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen. “Ik weet een hele mooie plek om te picknicken. De enige manier om er te komen is met een paard. Je kan toch rijden?”¯ Ik knik. Ik heb thuis zelfs mijn eigen paard staan. Chris loopt naar Clara toe. Het is een van de standaard stalmeisjes. Ze kijkt mij ook even aan. Iets aan haar zegt me dat ze me niet mag. Niet dat ze me ooit gemogen heeft. Zou ze stiekem verliefd zijn op Chris. “Chris ik pak even andere schoenen uit mijn kastje.”¯ Ja, ook ik rijd op een manage. Als ik terugkom staat Chris te wachten met twee zwarte pony’s. Ik neem er een over en we stappen op. Chris rijdt meteen richting het bos. Ik volg op een klein stukje afstand. Zo vaak ben ik hier niet geweest. Ik kwam altijd alleen op de manege voor mijn les. Mijn mama vond namelijk dat ik niet thuis les mocht krijgen. Na lang zeuren kreeg ik wel thuis springles. Ik zie Chris nog net tussen een paar struikjes verdwijnen. Dan wordt het pad breed genoeg om langs elkaar te rijden. Ik spoor mijn pony iets aan en ga naast hem rijden. “Hoe weet jij van dit plekje?”¯ “Ik kom er al jaren. Ik ben hier ooit verdwaald en toen heb ik het gevonden. Natuurlijk moest ik de volgende keer dat ik er weer kwam goed zoeken. Maar dat is me uiteindelijk gelukt.”¯ “Het lijkt me wel eng om hier alleen te verdwalen.”¯ “Gelukkig voor jou ben je bij mij.”¯ “Dan maakt verdwalen niets meer uit.”¯ Ik hoor zelf ook de dubbele toon in mijn stem. Hoe kon ik die opmerking maken. Hoe kon ik. Ik kijk zijlings naar zijn gezicht. Hij lacht lief naar me. “We moeten hier rechts.”¯ Ik ben zo blij dat hij niets meer over mijn blunder zegt. “Wanneer ben je begonnen met paardrijden?”¯ “Ehm…”¯ begin ik, “ik geloof toen ik zes jaar was. Dat is dus al een hele tijd geleden. Ik weet nog dat mijn eerste pony Herman heette. Hij was al vrij oud en mijn moeder had hem voor een prikje gekocht. Ze dacht dat het weer een van bevliegingen was. Ik heb ook nog een tijdje willen springen. Dat was alleen wel een bevlieging. Verder vind ik paardrijden prima voor ontspanning. Je bent alleen met je favoriete dier. Je kunt genieten van de natuur.”¯ “Dat gevoel ken ik. Ik vind paardrijden om dezelfde redenen heerlijk. Ontsnappen aan de dagelijkse sleur, moet dagelijks gebeuren. Weg bij mijn ouders die alleen maar aan het werk zijn. Ik hou van ze, daar niet van, maar soms mogen ze best laten zien dat ze ook van mij houden. Zo lijkt het of niemand van mij houdt.”¯ “Ik houd van je.”¯ Ik leg mijn hand ter troost op zijn been. Zijn ogen blijven op mijn hand steken. Dan richten ze zich op naar mijn ogen. Hij steekt een van zijn handen uit. Ik pak die aan. Zo rijden we hand in hand naar zijn romantische plek.
Het blijkt uiteindelijk een half uur rijden te zijn naar zijn afgelegen plek. Maar ik moet toegeven, het is de moeite waard. Het is op een open plek in het bos. Er stroomt een klein stroompje er midden doorheen. In de beschutting van een boom zetten we de paarden vast. Ik vul een emmer met water en zet die voor ze neer. De zadels gaan tijdelijk af. Wij gaan rustig in de schaduw van een andere boom zitten. Chris heeft een deken uitgelegd en daarop allemaal lekker gezet. Ik zie vooral fruit en chocolade, een paar broodjes en een salade. Ik pak een aardbei uit de bak en steek hem in mijn mond. “Die zijn verrukkelijk.”¯ “Tuurlijk, ze komen uit onze tuin.”¯ Ik kijk hem aan. “Ik heb helemaal nog geen moestuin bij jullie gezien.”¯ “Heb jij echt iets van onze tuin gezien dan.”¯ Ik schud mijn hoofd. Ik heb vooral de schuur in hun tuin gezien. Hij steekt nu ook een aardbei in zijn mond. Ik blijf kijken hoe hij eet. “Maar je hebt gelijk ze zijn verrukkelijk.”¯ Hij pakt er nog een en stopt die in mijn mond. Uiteindelijk pakt hij de laatste. “Wil jij hem?”¯ Ik knik. “Kom hem maar halen.”¯ Hij stopt de aardbei in zijn eigen mond. Ik aarzel geen seconde. Ik zet mijn lippen op die van hem en krijg ook nog een stukje van de aardbei te pakken. Dan draait Chris me om, zodat hij boven me ligt. “Je denkt nu toch niet zomaar weg te komen.”¯ Ik schud mijn hoofd. Zijn lippen gaan weer naar die van mij. Als we al een tijdje in het gras liggen wordt het warmer. De schaduw waar we in lagen is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een felle zon. Het zweet staat me bijna op mijn voorhoofd en dat vind ik nou niet bepaald romantisch. “Kom we gaan zwemmen.”¯ “We hebben geen zwemkleren bij of heb jij ze meegenomen?”¯ “Je hebt toch ondergoed aan.”¯ Hij kijkt me ontdeugend aan. Ergens begint er een stemmetje in mijn achterhoofd te roepen. ‘Stop, gevaarlijk. Let op. Waar is hij op uit. Wil ik dit wel.’ Ik besteed er geen aandacht aan en duw de stem weg. Chris heeft zijn schoenen en shirt al uit. “Kom je ook.”¯ Ik gooi mijn laarzen uit. Even lijk ik nog te twijfelen, maar dan verdwijnen ook de rest van mijn kleren van mijn lichaam. Het is veels te heet en baden in je eigen zweet is niet romantisch. Ik kijk naar het heldere water en zie zo de bodem. Het is gelukkig niet zo heel diep. Chris staat verderop in het water al op me te wachten. Ik ren naar hem toe. Hij tilt me op en niet veel later vallen we allebei kopje onder. Daar gaat mijn make-up. Gelukkig is het waterproof. En dan bedoel ik ook echt waterproof. Chris pakt me weer vast. “Wat ga je nu doen?”¯ Hij kijkt me romantisch aan. Zijn lippen raken de mijne weer. Zijn handen gaan over heel mijn lichaam heen. Ik doe hetzelfde bij hem. Het kippenvel komt langzaam op mijn armen. Al heb ik het absoluut niet koud. Ik heb eerder het idee dat ik in brand sta. Langzaam wordt ik teruggedrongen de kant op. Ik voel zijn handen regelmatig langs mijn bh-bandje gaan. Gelukkig maakt hij hem niet open. Ik ben er echt niet aan toe. Nog niet. Ik ken hem niet lang genoeg.
Als ik weer thuis kom sluip ik de hal in. Het liefste wil ik even niemand spreken. Vlak voor mijn kamer loop ik tegen Richard aan. “Zo dat duurde lang.”¯ Hij kijkt me nors aan. “Wat heb jij tegen Chris. Al sinds zijn feest kun je niet meer normaal doen. Je bent altijd chagrijnig. Hebt op alles wat ik doe wel iets aan te merken. Zet me voor schut op school. Wil niet meer bij me in de buurt komen en tegelijkertijd precies weten waar ik ben. Met wie ik ben en wat ik doe. Ik kan het niet meer uitstaan. Soms bel je net zo lang tot ik uiteindelijk opneem. Dan is alles alweer verpest. Wat is er in godsnaam met je gebeurd.”¯ Ik wacht zijn antwoord niet af. Ik zal er toch geen krijgen. Ik duw hem opzij en doe de deur achter me op slot. Het geweldige gevoel van net is weg. Bedankt Richard.
weer een geweldig deeltje.
snel verder