Hoofdcategorieën
Home » Goede Tijden, Slechte Tijden » GTST: In de Zomerwind (Lucas/Noud) » In de Zomerwind
GTST: In de Zomerwind (Lucas/Noud)
In de Zomerwind
Titel: In de Zomerwind
Schrijfster: Anne/Veanar
Categorie: Goede Tijden, Slechte Tijden.
Samenvatting: (tijdlijn: Na alle afleveringen voor de zomerstop van 2010) Noud denkt na over zijn vriendschap met Lucas.
Waarschuwing(en): M/M SLASH. JONGEN/JONGEN (Gehint), misschien niet hoe ze zich in de soap zouden gedragen. Menige spoilers (?)
Afwijzing: Dit is een fanfictie: Ik ben niet de eigenaar van GTST en maak hier geen winst mee. Voor meer informatie over fanfictie:
Fanfictie (in het Engels fanfiction of fanfic) is een fictie-genre geschreven door fans van een film, boek, televisieserie of een ander type media. De schrijvers ‘lenen’ de karakters om hun eigen verhalen mee te maken zonder winstoogmerk. De verhalen worden niet officieel gepubliceerd, maar informeel (meestal op het Internet) beschikbaar gemaakt voor geïnteresseerden.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fanfictie
Aantal woorden: 1.962
Schrijver’s Notities: Ik werd gek van de zomerstop. Moest even terug naar hun wereld.
Mijn vingers konden niet stoppen en misschien komt dit over als één grote muur vol tekst en geratel.
Mijn Nederlands is naar de klote en ik heb eigenlijk gewoon een beta nodig. Als je iets grandioos fouts ziet, ga ik voor je op de knieën om je te smeken het me te zeggen zodat ik de tekst nog een beetje kan redden. Dank u.
En excuses voor mijn "Show, don't tell"-probleem.
EDIT: wat nutteloze woorden verwijdert etc.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
What the fuck doet hij hier trouwens in de haven? Hij weet het niet en hij schopt tegen een losliggende steen.
Hij ijsbeert en gaat op het dichtstbijzijnde bankje zitten, staart naar het water.
De lucht is gevuld met de kleuren van de ondergaande zon en de wolken zien eruit alsof er een tractor overheen heeft gereden, wiens geplette, dunne en lange streepjes wolk de lucht nog versieren. Naast de wolken vult een omhoog staande streep van een vliegtuig de lucht als een soort vergeten vuurpijl.
Vuurpijlen.. Zijn been tikt nerveus tegen de grond, een gewoonte die hij van Lucas heeft overgenomen.
De laatste keer dat er vuurpijlen waren was hij niet in staat ze te zien, toen zat hij nog vast gekleumd in die vreselijk zittende ziekenhuis stoelen, zijn gezicht gevuld met krassen en schaafwonden die niet alleen betrekking hadden tot zijn uiterlijk, met Lucas naast zich.
Hij likt over zijn lippen. De frisse wind maakt ze weer droog.
Hij heeft Lucas al dagen niet meer gezien. Niet dat ze ruzie hebben, daar niet van. Sterker nog, hun vriendschap is waarschijnlijk sterker dan ooit; de ontwikkelingen en ruzies hebben hun vriendschap het afgelopen halfjaar alleen maar sterker gemaakt.
Maar Wiet blijft een vervelende indruk op hem maken. Noud voelt zich elke keer weer opnieuw verraden als hij haar ziet. Helaas vind ze Lucas erg aardig. Lucas kan nu ook goed met haar opschieten en Wiet logeert nog steeds bij hem; samen gezellig gamen met Lucas terwijl Wiets vervelende gegiechel de achtergrond vult is uitgesloten.
Verderop in de haven van Meerdijk, een paar honderd meter en een aantal steigers van hem verwijderd, ligt Jacks boot. Ugh. De gedachte aan de laatste keer dat hij daar was geeft hem plots de neiging om zijn hoofd hard tegen de grond te slaan.
Hoe had hij haar ooit leuk kunnen vinden? Leugens waren iets waar hij een hekel aan heeft, maar toch liet hij haar hem gebruiken. Noud voelt zich nog stommer als hij zijn geruzie met Lucas weer herinnert, als hij herinnert hoe hij schreeuwde dat vertrouwen zo belangrijk was in een vriendschap, hoe hij niet bevriend kon zijn met iemand die zo tegen hem loog, en dat het eerste wat hij daarna deed was als een baksteen vallen voor mevrouwtje de manipulator.
En nu zit hij hier, op een stom oncomfortabel kutbankje. Filosofisch te jammeren met een ondergaande zon voor zijn neus, terwijl zijn beste vriend en het meisje dat hem zo gebruikt heeft zich samen waarschijnlijk verrot zuipen in de Koning.
Oké. Zo hij was een slechte vriend geweest. Oké. Hij was egoïstisch. En in de war. En was boos geweest op iemand die dat niet verdiend had. Maar nu niet meer! Nu wist hij beter, maar waarom zit hij hier dan, liet hij het toe dat Wiet zich zijn beste vriend ver bij hem vandaan houd?
Hij en Lucas deden niets lolligs meer samen nu zij er heel de tijd bij was.
Hij voelde zich in de steek gelaten. Aan de kant geschoven, vooral op het moment dat Isabella door zijn toedoen stierf.
Hij verdiende aan de kant geschoven te worden door de weken van ruzies, ja, maar dat was groot, man. Een dood op je geweten hebben.
Hij wilde het niet toegeven, maar hij had Lucas hard nodig. En hij had meer nodig gehad dan alleen voor een klein gesprek in de Koning, met de muziek zo hard dat ze elkaar amper konden verstaan en die rare kerels achterin waar Lucas na een minuut of zo weer naar toe zou gaan.
Hij zocht troost, en niet van zijn oma, niet van niemand anders behalve Lucas.
Maar Wiet stond er, stomme Wiet met haar veel te krullende haar en lachjes die hij eerst aantrekkelijk vond, loerend naar Lucas, een drankje die ze van een van de mannen had gekregen rond haar vingers gedraaid.
En Noud voelde zich toen zo schuldig. Zo slecht. Zo in de war. De afgelopen weken was hij alleen maar in de war geweest.
En Lucas was er wel voor hem geweest toen Noud hem nodig had, maar het was niet genoeg.
En al die dingen waren bijna genoeg om zijn trots aan de kant te schuiven, zijn ego, zijn stoere "ik heb mijn emoties onder controle" gebeuren even op zij te zetten. Bijna genoeg om een biertje te halen, Lucas ergens mee naar toe te sleuren en te zeggen: "Gast, ik voel me echt klote. Ik heb zo ongeveer een moord op me geweten en ik wil schreeuwen en het uitgillen maar ik kan het niet want ik wil zo zwak niet zijn maar ik zou niets liever doen dan ergens onder een bed kruipen en er niet meer vandaan komen.
Ik ben in de war. Ik zit midden in een klote situatie.
En ik wil je weg hebben bij die gasten in de Koning want ik wil dat je aandacht gericht is op mij, en niet om die anderen die je niet eens kent.
Ik wil niet naar je kijken en hopen dat je naar me toekomt en naar me luistert,
want het voelt bijna als een soort vreemde jaloezie en daar wordt ik zo bang van dat zelfs jaren onder een bed wegkruipen te weinig is. Als ik dat denk wil ik mijn hersens uit mijn hoofd rukken zodat ik er niet over na hoef te denken.
Ik wil dat je me stopt al zou ik proberen de hele voorraadkast aan bier van de Koning leeg te zuipen om alles te vergeten, en mezelf net zo in een coma zuipen als mijn pa dat deed. Ik wil je weer terug als beste vriend en ik ben fucking egoïstisch om te wensen dat het weer zo was voordat ik wist dat jij toen ooit op me viel."
Bijna. Want Lucas zou de mensen in de koning en giechelende Wiet gelijk adieu zeggen, zijn jas pakken en Nouds schouder stevig beetpakken als een soort houvast. Hij zou twee biertjes bestellen en ze in één hand bij de nek dragen. Zou hem meenemen naar zijn kamer. Zou hem troosten en naar hem luisteren, hem accepteren.
Diep van binnen, achter de muren die hij foutloos als de Noud Bouwt bouwvakker gemetseld heeft, is hij doodsbenauwd om eigenlijk door te krijgen hoe veel Lucas eigenlijk om hem geeft.
Hij denkt er niet aan. Kan er niet aan denken zonder zich af te vragen wat het betekent, want dan kan hij echt niet meer doen alsof alles gewoon zijn gangetje gaat. Dan moet hij dealen met de jaloezie die in zijn buik schommelt als hij Lucas ziet lachen met iemand anders dan hij,met het feit dat Lucas verliefd op hem was. Is. Wat zijn gevoelens ook zijn.
Maar hij weet het niet - wil het niet weten.
Zover hij weet komt die jaloezie van het feit dat zijn vriendschap ondanks het 'sterker dan ooit' met Lucas verwatert.
Niets anders. Hij kan zich zelf niets anders laten denken doordat het angstzweet dan gelijk op zijn voorhoofd slaat als een wilde sneeuwstorm en zijn hoofd al heen en weer begint te ratelen om de gedachte weg te krijgen voordat de gedachte überhaupt aangekomen is.
En er is niks veranderd, Lucas hangt nog steeds rond met Wiet, Noud voelt zich nog steeds klote...
En alleen.
Het is oneerlijk.
--
Hij zit er nog een paar minuten, de zon maakt oranje highlights van de bruine slierten haar die als een gordijn voor zijn ogen hangen.
Hij wrijft door het betreffende haar heen en beslist dat hij snel weer naar Charlie's moet voor een knipbeurt, als er achter hem opeens gerinkel klinkt.
De fietsbel stopt zijn gerinkel als Noud zich omdraait, zijn ogen zo nieuwsgierig als een jong hondje.
Zijn hart ploft als hij ziet dat het Lucas is. Ploft van oprechte verbazing,
zegt de volgende steen die zich verrassend snel toevoegt aan de Noudste Muur.
"Hey, man!" Klinkt er uit zijn mond, snel en te fucking vrolijk, als de muur een beetje mee beweegt met uitscheurende wangen.
Lucas glimlacht naar hem. Zijn blonde haar zit voor het eerst in weken niet meer vol gel, en de wind likt losjes aan de plukjes achter zijn oor.
Lucas' eigen ‘Hey’ komt verfrommeld van achter een wiel, als hij zich over zijn fiets heen buigt naar het slot. Zijn fiets valt tegen het bankje en het slot komt erop met veel enthousiast gekraak en na een paar keer wild morren is de fiets op slot en zit Lucas opeens naast hem op het bankje.
Hij is niet gestopt met glimlachen, zijn wangen uitgedost met rood door de wind.
"Wat doe je hier?" schiet uit Nouds mond voor hij er erg in heeft. En waar is Wiet? vraagt hij zich af. Maar dat vraagt hij niet.
"Oh, ik wou Jack eens bezoeken! Ik heb mijn ex-stiefpappie al zo lang niet gezien sinds we bij Ludo zijn ingetrokken," zijn enthousiasme rolt in golven, veel sneller en harder dan de kringetjes in het water voor hen, "maar hij was niet bij z'n boot. Vast boeven aan het vangen, onze inspecteur Jack!"
Noud glimlacht breed, knikt instemmend en port met zijn schoen tegen de stoep om niet naar Lucas te hoeven kijken, schraapt zijn keel, die koud aanvoelt door de vele wind die al minutenlang blaast, "Dat geloof ik graag. Als hij ergens goed in is, is het wel criminelen opsporen."
Het is even stil en hij weet dat ze allebei denken aan die klootzak die hen in elkaar had getrapt.
"Hmm. Zit daar nog wat in?" Lucas schuift dichterbij en wijst naar het vergeten flesje bier die op Nouds rechterknie rust.
Voordat Noud het aan kan geven, steunt Lucas zijn hand op Nouds andere knie om het flesje te grijpen.
Noud grijnst en houdt het flesje verder bij Lucas weg, het groen glinstert in het zonlicht en het bier begint weer te schuimen. Lucas' wilde maai mist, als verwacht.
Lucas grijnst terug, steekt zijn arm uit maar leunt niet verder in. Zijn hand steunt nog steeds op Nouds knie. Zijn hand is warm en zijn knie is koud en het lijkt een perfecte combinatie.
Noud geeft Lucas zijn biertje aan en kijkt naar hoe het zijn keel in vloeit, zijn adamsappel slikt gulzig en de moedervlekjes in zijn nek lijken mee te bewegen.
Noud keert zich weer naar de ondergaande zon, nu met een klein lachje op zijn gezicht en lichtjes in zijn ogen.
Lucas veegt het schuim bij zijn mond weg, tuurt met hem mee het zonlicht in, grijnzend. "Die wolken daar lijken een beetje op gebraden kip. Met die ribbels en zo," stelt hij vast.
Noud kan een lachje niet onderdrukken, het was geen oh-wat-ben-je-toch-grappig lach, want dat leek bijna een oh-wat-ben-je-toch-weer-leuk lach, en een wat-ben-je-leuk lach is zo anders dan wat hij bedoelt, dus Noud lacht maar als een oh-wat-ben-je-toch-een-enorme-kluns lach, een uitlach-lach, een ik-lach-je-toe lach in plaats van een ik-lach-om-jou lach.
Noud beslist dat de frisse lucht zijn hersens goed bevroren heeft en dat hij onzin uitkraamt. En dat Lucas te vaak aan eten denkt.
(En plotseling voelt alles normaler dan het in weken geweest is.)
"Vreetzak," lacht Noud hem weer toe, voordat het op hem daalt dat hij ook best honger heeft, "we zouden natuurlijk ergens iets te eten kunnen halen.."
Lucas' blauwe ogen lichten op, "Goed plan!"
Een paar seconden later fietsen ze de haven uit, Lucas flink slingerend en Noud achterop Lucas' fiets en weer lachend sinds een eeuwigheid, en als er een hobbel komt en hij zijn biertje in één hand houd en de andere snel om Lucas' middel slaat om niet van zijn fiets te vallen, voelt hij zich eindelijk weer compleet, en hij blijft lachen terwijl hij overkomen is met het gevoel dat hij Lucas' middel nooit meer los wilt laten.
ik kan niet meer zeggen dan : WOW! ik las het eerste woord en ik kon niet meer stoppen met lezen en ik zat (vooral toen Noud was opgevrolijkt toen Lucas kwam) met een brede glimlach op mijn hoofd :
hoop dat je er snel weer een schrijft
-xxxx-
s
p.s ik heb geen fouten gezien hoor