Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Mundus Novum » Proloog
Mundus Novum
Proloog
Er stond een vrouw bovenop de berg. Ze was helemaal in het zwart gekleed en keek toe hoe het dorpje werd verwoest. Vele zwarte wolken waren voor de zon gekropen, waardoor geen enkele zonnestraal de wereld kon bereiken. Het dorpje, het bos, het hele land was in duisternis gehuld, slechts verlicht door een duistere, onheilspellende gloed. Alle kleur was weggezogen door de beperkte belichting. Het hele land veranderde in één grote schaduw. De enige lichtpuntjes waren afkomstig uit huisjes met angstig afwachtende mensen, maar ook dat waren er niet veel. Slechte voorgevoelens. Het duister deed rillingen over de ruggen van de bevolking lopen, creëerde waanbeelden van slechte eindes. Want daar vreesde iedereen voor, dat ze weer toe zou slaan. Dat ze weer toe zou slaan en niets heel zou laten. Dat alles verloren zou gaan, of iets nu in leven was of niet. Alles zou verdwijnen, als zij dat wilde. En iedereen wist dat zij het wilde.
Vandaar dat mensen angstvallig in het duister leefden, het niet aandurfden om lampen aan te zetten. Ze zou het kunnen zien. Het zou haar rechtstreeks naar hun huizen leiden. Elk beetje hoop was welkom, en iedereen hoopte dat ze niet beter in het donker kon zien dan een doorsnee mens. Want dat was ze, een mens. Zolang men het geloofde, was het waar. Dat geloofden ze. Dat hoopten ze.
Niemand had verwacht dat ze hun bezittingen, hun kinderen, hun leven zouden verliezen. Niet die dag. Iedereen wist weliswaar dat Corvus ertoe in staat was, maar ze haalde niets uit. Dagen, weken, maanden wachtten de mensen angstig af. Maar de tijd streek voorbij en ze had niets meer van zich laten horen. In geen drie jaar. De schok van wat ze toen gedaan had was langzamerhand in de vergetelheid verdwenen en mensen durfden voorzichtig de draad van hun leven weer op te pakken. Dat hadden ze dan ook gedaan, stuk voor stuk. Dat ze ooit weer toe zou slaan, waren ze vergeten. Ze wilden het vergeten, want anders zouden ze constant in angst leven. En misschien, heel misschien, als de mensheid het vergat, zou zij het ook vergeten. Dan zou het niet gebeuren, gewoon omdat het vergeten was.
Niemand wist dat het een onderdeel van het plan was. Niemand wist dat het zo hoorde, dat het de bedoeling was, dat ze wachtte tot men het normale leven weer opgepakt had. Haar plan, het plan. Het plan waar ze al jaren aan werkte. Al voor ze de aarde aanviel werkte ze eraan. Want alles moest perfect gaan. Er mochten geen fouten gemaakt worden, dus het plan moest waterdicht zijn. Geen druppeltje water mocht ontsnappen, overleven. Het was simpelweg niet toegestaan. En het was ook niet gebeurd. Alles was tot zover al geslaagd. Daarom vreesde de mensheid haar, omdat ze wisten dat ook deze wereld onder druk stond. Dat zij niets liever deed dan vernietigen, wraak nemen, laten zien wie er de baas was. Het ging niet alleen om de fysieke vernietiging, het ging ook om de mentale ondergang. De angst die ervoor zorgde dat mensen niet meer normaal konden functioneren, dat ze alles honderd keer overdachten voor ze het deden, gewoon zodat zij niet naar hen toegetrokken zou worden. Zodat zij geen reden zou hebben hen aan te vallen.
En ze genoot ervan. Ze genoot ervan dat de mensen zo naïef waren. Dat ze haar gehoorzaamden. Dat ze haar lieten weten dat ze inderdaad de baas was en dat ze dat ook altijd zou blijven. Zelfs na haar dood. Want ze wist ze zich geen overmoedigheid kon veroorloven, niet als ze werkelijk een waterdicht plan wenste. Dus had ze zich erbij neergelegd dat ook zij sterfelijk was.
Die avond stond ze er niet bij stil. Die avond ging ze de wereld opnieuw laten merken dat zij nog altijd de baas was. Kleinschalig, maar goed genoeg. Gewoon als een herinnering. Lachend keek ze toe hoe de eerste druppel op de grond viel. Bloed. Puur bloed, afkomstig van één van de inwoners van het dorp. De druppel landde op de grond, als inkt, liet een boodschap achter voor iedereen die bereid was het te lezen. Help.
Maar zij was de enige die het las, en ze lachte erom. Niet dat iemand het kon zien, want haar gezicht was verborgen onder een kap. Dat was zo geweest sinds de dag dat alles begonnen was, lang geleden. Toen ze nog liefde kon voelen. Ze was verliefd geweest op een jongen, en hij had haar ook leuk gevonden. Zei hij. Tot hij haar gezicht zag. Toen moest hij haar niet meer. Dat was het punt waarop haar hart was gebroken. Het punt waarop ze voorgoed afstand deed van liefde en geluk. Haar geluk was het verwoesten van liefde. Omdat hij haar liefde verwoest had. En hij zou ervoor boeten.
Er landde een kraai op de schouder van de vrouw. Haar huisdier, als je het zo kon noemen. Haar persoonlijke assistent, degene die haar nooit in de steek liet. Maar ja, wat moest je als kraai zijnde? Ze aaide het beest over zijn zwarte veren. Vanavond zou ze de wereld ervanlangs geven. En ze zou ervan genieten, met volle teugen. De vrouw lachte, harder, zodat men het kon horen. ‘Pugnare,’ fluisterde ze. De woorden werden opgeslokt door de koude wind, althans, zo leek het. Toch hadden de soldaten het gehoord, want ze kwamen allemaal tevoorschijn. Ze verlieten hun schuilplaatsen om het dorp te verwoesten. Kinderen namen ze mee, volwassen roeiden ze uit. Zo was het hen verteld, dus zo gebeurde het. Ouders die hun kinderen probeerden te beschermen werden niet gespaard. Niemand werd gespaard. Niets werd gespaard. Alles zou ten onder gaan, want zo wilde zij het. Zo gebeurde het. Tot de soldaten zeker wisten dat ze iedereen op de gewenste plek hadden. Zodra ze dat zeker wisten, verlieten ze het verwoeste dorp, vergezeld door de gegijzelde kinderen.
Toen begon het te regenen. Water vermengde zich met het bloed, vormde een mengsel dat het midden hield tussen donkerroze en lichtrood. Alles werd weggespoeld. Niet om mensen te doen vergeten wat er gebeurd was, maar om mensen eraan te herinneren dat zij het allemaal kon doen. Ongestraft.
voor Tessa <3
Reacties:
Oh My Fucking Bobby Ray!
dit stuk is zó tering goed!
jij moet snel verder gaan!
want we love this story!
and we love you ^^
dus snel lieftereennn!!!!! <3
Het is eigenlijk zó typisch dat de grootste schurken in fantasyverhalen altijd zo handelen omdat ze liefdesverdriet hadden en emotioneel vernederd werden.
But I like it though.
En nu ik het zo zie, wil ik zo'n hoge slechterik zijn, alleen wint het goede vast wel, dus blijf ik wel bij de goedjes. x)
Ik wil verder weten wat er gebeurd.
Dit is zoooo spannend.
Vertel me alsjeblieft als er weer een stukje bij is.
x Kirsten
Oh my god, Suki!
Dit is zo mooi, zo prachtig beschreven. Me likes <3
En weet je, eigenlijk heb ik medelijden met het meisje. Want zij is ook gewoon gebroken, dat is de reden waarom ze dit doet. En dat is zielig.
Xxx,