Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijden » 1 - Het Imperfecte Huwelijksaanzoek
Schrijfwedstrijden
1 - Het Imperfecte Huwelijksaanzoek
Heel Duitsland was onder invloed van een hittegolf. Alle inwoners en vakantiegangers werden futloos van de hitte. Gelukkig was het vakantie en hoefde het grootste gedeelte van de bevolking geen arbeid te verrichten. Of in elk geval niet verplicht.
Eigenlijk was het een fantastisch gevoel om naar buiten te lopen en omvergeblazen te worden door de felle straling van de zon. Ogen moesten worden toegeknepen om iets te kunnen zien in het brandende licht, maar het beeld dat ze ervoor terug kregen was ronduit prachtig. Tientallen soorten bloemen stonden in bloei en pronkten met hun unieke, heldere kleuren. Het was alsof ze een wedstrijdje deden om wie het mooist was. En ze wonnen allemaal. Het geheel was zo prachtig dat menig persoon er dagenlang naar kon kijken, zonder het zat te worden.
De enkeling die het aandurfde om een blik naar boven te werpen zou, indien zijn ogen het aankonden, geen wolkje aan de hemel zien. De hitte beloofde aan te houden. De enigen die daarover klaagden waren de boeren, wiens oogsten dreigden te mislukken.
Dat er verder niemand klaagde, betekende niet dat iedereen blij was met de hitte. Tom Kaulitz was een voorbeeld van iemand die niet kon wachten tot de wolken voor de zon trokken en donder het gegons van insecten zou overstemmen. Niet dat hij problemen had met zoemende beestjes en hij hield absoluut niet van onweer, maar het noodweer zou in staat zijn om al het geluid te overstemmen. Geen geschreeuw meer, geen ruzie, geen verwijten. Rust en vrede, zolang Tom uit de buurt van zijn huisgenootjes bleef. Zolang het onweerde. Maar dat deed het niet, dus kon hij elk woord verstaan.
Het was allemaal op een soortgelijke dag begonnen. Het was vakantie geweest en de hitte had eindeloos geleken. Tom en Bill hadden gezellig samen in de tuin gezeten. Zorgeloos, zo hadden ze eruit gezien. Zo hadden ze zich ook gevoeld. Ze hadden vakantie gehad,ze zouden zich wel weer druk maken als ze weer aan het werk gingen. Van vakantie hoorde je te genieten, en dat had te tweeling dan ook met volle teugen gedaan. Tenminste, tot hun rust verstoord werd door de deurbel.
Bill had een diepe zucht geslaakt en was met tegenzin opgestaan om te kijken wie het lef had gehad zijn vakantie te verstoren. Tom was alleen in de tuin achtergebleven, turend naar zijn halfgevulde glas cola. Toen zijn broer weg was gebleven, had Tom besloten zelf ook een kijkje te gaan nemen. Opgewekt was hij het huis door gelopen, maar dat humeur was prompt omgeslagen toen hij had gezien wie er voor de deur stond. En vooral hoe hij eraan toe was geweest.
In de deuropening had een jongen gestaan. Zijn haar had futloos voor zijn gezicht gehangen, in een poging het rechteroog te verbergen. Het had gefaald, waardoor duidelijk zichtbaar was geweest dat het oog donkerblauw en gezwollen was. De onderlip van de jongen was opengebarsten en er had opgedroogd bloed aan zijn kin gekleefd. Zijn wangen waren rood geweest van de hoeveelheid tranen die eroverheen gelopen was. De bruine ogen hadden bevestigd dat hun eigenaar gehuild had - ze hadden meer pijn uitgedrukt dan Tom ooit voor mogelijk had gehouden. Daarbij had de jongen hangende schouders en een scheur in zijn gekreukelde shirt gehad. Tom had geweten dat de jongen thuis problemen had, maar hij had nooit verwacht dat het zo ver zou gaan.
‘Ik weet dat ik ongelegen kom, maar mag ik alsjeblieft binnenkomen?’ had Andreas gevraagd, zonder zijn vrienden aan te kijken. Hij had zich geschaamd. Dat had hij altijd al gedaan.
Zo was Andreas bij de jongens ingetrokken, want Bill had beloofd voor hem te zorgen als hij dat nodig had.
De eerste paar weken was het onwijs gezellig geweest. De jongens hadden elke dag samen doorgebracht met… eigenlijk helemaal niets. Gewoon genieten van het leven. Andreas was er aanzienlijk van opgeknapt. Hij had zoveel mogelijk geholpen in het huishouden en had beloofd werk te zoeken zodra de vakantieperiode voorbij zou zijn. De tweeling was twee jaar ouder dan Andreas, die nog minderjarig was geweest. Dat was ook de reden dat hij nog niet op zichzelf woonde. Toch wilde hij dat zo snel mogelijk doen, omdat hij zijn vrienden niet lastig wilde vallen. Al was wel heel gezellig geweest.
Eerst.
Tot alles omsloeg.
Niemand wist precies wanneer het gebeurd was,maar Bill en Andreas begonnen langzaam aan in vijanden te veranderen. De zanger irriteerde zich aan alles wat zijn vriend deed. Als hij de afwas niet deed, was hij een ondankbaar kreng. Als hij de afwas wel deed, was hij arrogant omdat hij dacht dat hij het beter kon. Een paar keer had Andreas het over zich heen laten komen, toen had hij Bill erop gewezen dat hij het oneerlijk vond. Dat was het begin van de eerste ruzie geweest. De jongens hadden tegen elkaar geschreeuwd tot Bill boos de kamer uit was gestampt, om Andreas huilend achter te laten. Pas toen het een poosje stil was geweest, had Tom de moed kunnen verzamelen om Andreas gezelschap te komen houden. Hij had alles geprobeerd om de jongen te troosten, alles wat hij kon bedenken. Alles wat Andreas deed was zich verontschuldigen. Sorry dat hij de tweeling lastigviel. Sorry dat hij thuis problemen had. Sorry dat hij Bill op zijn zenuwen werkte. Sorry dat hij bestond.
Niets kon hem van gedachten doen veranderen.
De sfeer was wel veranderd. De ruzies waren heviger geworden. Ook kostte het Tom meer tijd om Andreas te kalmeren, en het had minder effect. En de jongens werden alle drie ongelukkiger.
Langzaam tikte de tijd voorbij, tot aan de bloedhete zomeravond, waarop Tom weer in de tuin zat, terwijl Billl en Andreas elkaar het leven zuur maakten. De gitarist had de afgelopen maanden overdacht en was tot de conclusie gekomen dat het allemaal zijn eigen schuld was. Hij had altijd geprobeerd om Andreas te troosten, maar hij had nooit het lef gehad om Bill terplekke op zijn ongelijk te wijzen. Omdat hij het niet durfde. En omdat hij ervan genoot. Niet van de ruzies, die verafschuwde hij. Hij hield van wat erna kwam. Hij vond het heerlijk om Andreas te troosten, bij hem te zijn, te zien hoe de jongen zich overgaf aan zijn emoties. Hij had Andreas op een nieuwe, kwetsbaardere manier leren kennen en hij was van hem gaan houden. Dus liet hij Bill zijn gang gaan. Wreed, dat was eigenlijk het enige woord dat zijn gedrag goed beschreef, vond hij. En egoïstisch, dat ook. Tom vroeg zich af of hij het in zou kunnen halen, het goed zou kunnen maken. Hij vroeg zich af of Andreas hem ooit zou kunnen vergeven. Of hij ooit van hem zou kunnen houden, zoals Tom van hem hield. Of hij überhaupt van hem zou kunnen houden, na wat hij gedaan had.
Tom dwong zichzelf om naar zijn ruziënde vrienden te luisteren. Dit heb jij aangericht, vertelde hij zichzelf. Dit is jouw schuld.
‘Sorry dat ik thuis problemen had, Bill,’ verontschuldigde Andreas zich. Niet gemeend, niet zoals hij het vaak tegen Tom zei. Hij zei het spottend, alsof hij duidelijk wilde maken dat het niet zijn schuld was dat zijn ouders losse handjes hadden.
‘Sorry dat jij nu eenmaal problemen aantrekt, maar mijn leven verliep prima tot jij binnendrong.’ Onwillekeurig stond Tom op en verplaatste hij zijn lichaam richting de woonkamer, de bron van het geschreeuw.
‘Ik heb dit nooit gewild, dat weet jij zelf ook wel,’ protesteerde Andreas luid.
‘Waarom deed je het dan?’
‘Omdat jij het beloofd hebt.’
‘Ja,’ gaf Bill hem gelijk. ‘Ja, ik heb beloofd dat ik voor je zou zorgen zolang je het zelf niet kon. Dat heb ik ook gedaan. Maar nu ben je achttien, dus je kunt ophoepelen.’
‘Maar ik kan nergens heen.’
‘Dat is dan jouw probleem.’ Er klonk een hard bonk en Tom rende de laatste paar meters door de gang, sloeg de deur met een klap open en kon nog net zien hoe Bill Andreas een flinke trap in zijn zij gaf. De blonde jongen bevond zich op de grond, zijn bovenlichaam steunde tegen de muur en zijn rode wang begon een lichte zwelling te vertonen. Had Bill hem zo hard geslagen?
‘Hij verdwijnt, Tom,’ sprak Bill ijzig, wijzend op de jongen aan zijn voeten. Tom klemde zijn kaken op elkaar en perste er een ‘nee’ uit.
‘Waarom niet?’ Bills stem klonk nog even kil.
‘Omdat ik van hem hou.’ Tom besloot open kaart te spelen.
‘Dus? Dat kan ook als hij weg is.’
‘Maar ik wil dat hij bij me blijft.’
‘Man, jullie zijn niet getrouwd of zo.’
‘Nee, nog niet.’
‘Hè, Tom, je was toch niet van plan te zeggen dat je homo bent?’
‘Ik was het inderdaad niet van plan. Maar ik ben al helemaal niet van plan om te liegen.’
‘Dan zou ik hem maar snel ten huwelijk vragen, broertje. Dan weet ik ook waar het voor staat. Bedenk je wel dat hij er sowieso uitvliegt. Maar voel je vooral vrij om mee te gaan.’
Bij Tom sloegen alle stoppen door. Hij voelde zich schuldig voor wat hij had aangericht, was ziedend op Bill om wat hij had gedaan, voelde mee met Andreas die ineengedoken op de grond zat, werd gek van de voortdurende stilte, zenuwachtig van de onzekerheid en, heel diep van binnen, immens warm van het idee om voor altijd met Andreas samen te zijn. Hij zag de jongen naar hem kijken. Zijn ogen smeekten om verlost te woorden van de pijn. Het maakte niet uit hoe, als ze maar verlost werden.
‘Oké, ik ben er klaar voor.’ Tom haalde diep adem, waarna hij zich tot Andreas richtte. ‘Trouw met me, alsjeblieft.’ Andreas schudde zijn hoofd. ‘Nee, ik wil niet dat je jezelf voor mij opoffert.’
‘Ik offer mezelf niet op. Ik weet dat ik geen ring heb, en dat dit waarschijnlijk het slechtst denkbare aanzoek ooit is, maar alsjeblieft, Andreas, ik hou van je.’ Vanbinnen schreeuwde Tom het uit. Hij had zich erbij neergelegd dat hij inderdaad bij Andreas wilde zijn, dat hij van hem hield en dat waarschijnlijk zou blijven doen. Ondoordacht. Zo ondoordacht dat hij afgewezen werd. Niet dat het gek was, want hij had überhaupt geen relatie met Andreas gehad. Hij had geen enkele reden om te denken dat de jongen hem ook maar aardig vond. Hij wist niet eens of Andreas ook op jongens viel. Toch was hij teleurgesteld. Die paar zenuwslopende seconden had hij toch hoop gehad. Hij liet zijn ogen over de gebroken jongen op de grond glijden en voelde de tranen achter zijn ogen prikken. Hij knielde voor Andreas neer en wist met moeite ‘alsjeblieft’ te fluisteren. Er volgde een stilte, die voortduurde tot Bill zijn keel schraapte om opnieuw uit te vallen. Hij kreeg de kans niet om iets te zeggen, want Andreas was hem voor. ‘Ja,’ zei de jongen. ‘Ja, ik wil. Ook zonder ring.’ Tom vloog Andreas om de hals en liet zijn tranen in vrije loop. Geen verdrietige tranen, geen wanhopige, geen smekende. Gelukkige tranen. Niets meer en niet minder. Tom was nog nooit zo gelukkig geweest.
Reacties:
Jij houd van hun homo te maken he ! ik heb je door Bo XD! grapje.
dit was heel ergh schattig. en lief en mooi en erg orginieel! JAP.
love love love love you and your stories.
Ooh God<333
Echt super mooi joh!
Als jij niet doorgaat dan dan dan dan eet ik een stel bladzijdes van m'n geschiedenisschrift op :3
Ik kreeg fucking kippenvel bij het lezen vn , dit ontzettend mooie stukje <3.
HÉÉL MOOI GEDAAN ZUSJE :'D.
xxx.