Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Bite [Vamps] » Arrival [45]
Bite [Vamps]
Arrival [45]
We stappen op de bus en gaan zitten op de eerste twee plekken naast elkaar die vrij zijn. Voor ons kijken ze geïrriteerd om, omdat we iets te luidruchtig zijn. Nou en?
Ik dump mijn tas voor mijn voeten, en zij doet hetzelfde. Of toch, dat probeert ze. Na goed mikken, lukt het eindelijk. Zat? Neuh!
Het bleef niet bij dat ene glaasje, maar na de vierde stopte ik toch. Ster pakte nog een vijfde en toen was het ook voor haar genoeg. En nu zijn we een tikkeltje aangeschoten.
We moeten een half uurtje met de bus rijden, dus doe ik mijn schoenen los en zak een beetje onderuit. Rustgevende muziek glijdt uit de boksen, bevestigd tegen het dak van de grote automobiel.
De buschauffeur laat zijn stem door de bus galmen, mede delend wat de volgende halte is.
'Zie jij ook allemaal mini-mensjes?' giechelt Ster en leunt op mijn schouder. Verdedigend sla ik mijn armen om haar heupen en zuig mijn lippen vast in haar nek. Ze rilt, haar haartjes veren overeind en kietelen mijn wangen en voorhoofd. Om ons heen wordt er geërgerd gezucht.
'Stop met zuchten, zo meteen krijgen we het koud.' zegt Ster, en duwt zich dan tegen me aan. Met mijn lieve vriendin half op mijn schoot leun ik tegen het raam. Straten razen voorbij, met hier en daar een punt van herkenning. Lantaarns, heggen, struiken, bomen, grasvelden, huizen, appartementen. Nieuwbouw van beton, roestvrijstalen skeletten. Een uitgebrande kerk, en vlak ernaast de nieuwe kerk. Een plein vol jeugd, luide muziek hangt erboven in de lucht.
'Waar kijk je naar?' vraagt ze, haar lippen tegen mijn oorschelp.
'Naar buiten. Best leuk als je snel vooruit gaat.' antwoord ik en duw mijn hoofd tegen dat van haar. Ik voel voor het eerst hoe zacht haar huid eigenlijk is.
'Ooit al op een motor gezeten?' Ze houdt haar handen alsof ze aan koppelingen draait en maakt vroem-geluidjes. Ik moet zachtjes lachen om het gezicht, maar stel me haar dan voor met leren jasje en motorhelm en slik dan. Dat moet er onwijs machtig uitzien.
'Nee, nog nooit. Jij wel?' Ze knikt en slaat haar arm om mijn nek.
'Bij mijn ooms staan er een paar, die kunnen we wel gebruiken. Dan leer ik het je wel.' Ik stel me mezelf voor, op een rode motor die glanst in de zon, met haar voor me en mijn armen beschermend tegen haar dijen gedrukt.
'Hier moeten we eraf.' zegt ze, trekt me aan mijn hand van mijn zachte stoeltje, door een gangpad van opgeluchte mensen omdat wij eindelijk de bus verlaten.
Ik steek haar voorbij, stap uit en houd mijn armen open. Ze springt vol enthousiasme tegen mijn borst aan.
'Kom, in looppas. En draag jij onze tassen?' Ze laat ze op mijn tenen vallen en leunt dan tegen de glazen wand van het bushokje. Ik hijs de tassen op mijn arme schoudertjes en loop achter haar aan, mijn schoenen vermalen het bevroren gras naast het trottoir.
Met z'n tweeën zwalken we over de tegels, ontwortelen halve struiken en struikelen over boomwortels. Van tijd tot tijd worden we vanachter een raam uitgescholden, wegens nachtelijk lawaai, terwijl het niet eens zo laat is. Het is misschien... Een uur of elf?
'Volgens mij zijn we een beetje luid.' lacht ze als we voor de zoveelste keer nageroepen worden.
'Ik denk het ook.' We stappen een bos in, en meteen hoor ik een uil krassen. Ook andere insecten en vogels laten hun roepje horen, en in de verte klinken honden, die diep blaffen.
Het zand is knoethard van de winterse temperaturen, waardoor onze voetstappen hard weerklinken. Ik zeg nog: 'Sht!', maar veel kunnen wij er nu ook niet aan doen, behalve op onze tenen lopen, maar dat doen we nu ook al en dat werkt niet.
Maar wie woont er nu naast het bos?
'Is het nog ver?' vraag ik op zeurtoontje. Ze legt haar vinger op mijn lippen en knipoogt.
Padje na padje, door verstrengelde struiken en lage bomen. De begroeiing wordt steeds lichter, maar ik vraag me alsnog af hoe Ster de weg in een bos kan weten, en dat dan nog in het donker. Het enige dat ik zie, is mijn eigen neus, en dat ook maar amper. Het is dat Ster me leidt, anders was ik gegarandeerd al ergens verongelukt.
Ik voel de kater ergens hoog in mijn borstkas hangen, maar als ik achter het bos een kast van een huis zie opdoemen, slik ik hem toch wel eventjes weg. Achter slechts enkelen van de ramen brandt licht, waardoor ik niet kan zien hoe het eruit ziet, maar ik zie de contouren door een zwakke lantaarnpaal die aan de andere kant aan het branden is.
'We zijn er. En nu de voordeur nog vinden, dat is meestal het moeilijkste.' We, of eigenlijk zij met ik er stuntelig achter aan, zoeken ons een weg om het huis heen, terwijl ik door de ramen donkere kamers probeer binnen te kijken.
Ik struikel haast over een rododendron, zij botst tegen de muur, maar zo goed als heelhuids bereiken we uiteindelijk de voorkant.
Ster belt aan, ik geef haar haar tas. De alcohol is in sneltempo vervlogen, mijn hoofd is weer zo helder als normaal. Als ik morgen een kater heb, dan ga ik zó boos zijn op mezelf. Maar ik heb het op zijn minst fantastisch gehad met Ster.
De deur gaat open, in het licht verschijnt een lange man in een zwarte kamerjas, met even zwart haar tot ergens op zijn rug. Hij glimlacht, een stel ijsblauwe ogen schittert vriendelijk.
'Ster, mijn lieve schat,' zegt hij, en stapt opzij om haar door te laten. Onwennig stap ik op de drempel en steek mijn hand uit. 'Mitch.'
Zijn ogen glijden over mijn lichaam, even fronst hij zijn ogen, alsof hij me ergens van kent, maar niet herinnert waarvan. Maar dat lijkt me onmogelijk, zo'n persoon ben ik nu nog nooit niet tegengekomen.
'Demitri. Ga maar naar boven, ze zitten allemaal op hun kamer. Ster en Mitch, de oostvleugel is gerenoveerd en volledig tot jullie beschikking.' Hij loopt ons voorbij, een kamer in die vermoedelijk de woonkamer is.
'Kom op.' zegt ze en trekt me aan mijn elleboog mee.
ja zijn maar 4 lezers dus who cares! ben ik chago nee dat lijk maar zo :'$
Reacties:
haha, kater XD
ik ga ff geen lange reactie schrijven , i'm NOT in the mood -,-
snel verdeer !<3
Niet chaggo zijn! <3
Het is niet eerlijk dat dit verhaal maar vier lezers heeft, want het is zo fantastisch. Ik houd hier zo van. :3
Oh Gott, maar wacht. Mitch was - is - toch Julia's broer? O.O
& die zit nu bij Demitri in huis, of niet dan? OhmyGod. Wat gaat dí¡t nog voor knallen geven? o.o
- hier kom ik echt zo laat achter. x)
Hij glimlacht, een stel ijsblauwe ogen schittert vriendelijk.VRIENDELIJK? Demitri en VRIENDELIJK? De wereld op z'n kop, hé.
I love it <3
IK HAAT STER >.<
Maar aan de andere kant, zo komen Mitch en Julia wel weer bij elkaar : D