Hoofdcategorieën
Home » Overige » The Fairies' Tale » Chapter 24
The Fairies' Tale
Chapter 24
Kayley POV
Net als Tom naar de wc wilt gaan, om plaats te ruimen voor nog een exemplaar pizza, staat Dorien recht. Met Rivers portemonnee gaat ze betalen - fikse korting natuurlijk, als beste klanten zouden wij een gouden klantenkaart moeten krijgen, maar Felipe is gierig en daarom is hij van plastic - en keert dan terug. Ze wordt nagekeken door zo'n beetje iedereen, inclusief de obers. Misschien hadden we iets minder enthousiast op de pizza’s moeten aanvallen toen ze die met z'n drieën moesten brengen omdat het er zo veel waren. Niet mijn schuld, ik ben een brave Dekkers. Kuch.
‘Het is tijd om te gaan. Felipe wilt ons hier zo snel mogelijk buiten, omdat we zogenaamd de klanten bang maken. Tss, waar haalt hij het.’
‘Maar-’ begint Tom, maar River trekt hem recht bij zijn shirt en duwt hem naar de deur. ‘You heard the lady.’ Dat laatste levert ons het uitzicht op spokengelebber, Dorien geeft affectie als ze complimentjes krijgt. En dat weet River maar al te goed.
Ik schuif van de bank af, en samen met Dezh en haar schoothondje slenteren we naar Tom toe. Die staat zo goed als tegen de glazen deur gedrukt, kijkt naar buiten.
Dan draait hij zich om, klapt enthousiast in zijn handen. ‘Ik zag een brandweerauto.’
‘Kleuter,’ zucht Elisa, stapt als eerste naar buiten, gevolgd door Shin, Johnny, Yasmine, Suki en Gustav. Dorien koppelt zich eindelijk los van River, en de laatste mensen stappen ook naar buiten. Ik zwaai nog even naar Antonio en Felipe, de eerste springt in de armen van de tweede en dat terwijl ik helemaal niets deed (Je zou je voor minder beledigd voelen.), en dan ga ik ook naar buiten.
Het is heerlijk weer. De zon schijnt, er zijn weinig wolken en maar een beetje frisse lucht. Perfect weer voor een tuinfeest, dat moet ik zo even aan de rest voorstellen. Of misschien een watergevecht. Of we trekken met de hele troep naar een zwembad!
‘Waar denk je aan?’ vraagt Tom, die zijn arm om mijn schouder heen slaat en zachtjes op me leunt. Ik prik plagerig in zijn zij, zodat hij half in elkaar duikt.
‘Aan een brandweerauto, nu goed?’ Ik grijns, druk snel een kus op zijn wang en ga dan tussen Elisa en Nadezhda in lopen. ‘We moeten wat doen vandaag. Of vannacht. Oh, ja! Dat is nog eens een idee.’ De twee anderen kijken alsof ze me totaal niet kunnen volgen. En dat terwijl ik zo logisch aan het uitleggen ben, ik snap het niet hoor.
‘Uh, mensen. Rijdt die ambulance nu net Tessa’s tuin in?’ vraagt Bill, wrijft in zijn ogen en knippert. Ik volg zijn blik. Inderdaad, daar verdwijnt toch echt net een ambulance.
De meesten beginnen te rennen, dus volg ik hun voorbeeld. Elke stap kom ik dichter bij haar huis, bezorgdheid neemt het over van me. Ik hoor sirenes, zie lichten flikkeren. Er wordt gebruld door iemand, waarvan ik de stem niet herken.
In de achtertuin staat een brandweerauto - Tom klapt niet meer enthousiast bij het zien ervan - en een ambulance, Georg en Tessa staan tegen elkaar aan en er lopen overal brandweermannen rond. Het gat waar we door naar Felipe’s zijn gegaan, wordt overstroomd door mannen in uniform.
‘Zeg, een feest zonder ons uit te nodigen? Dat hadden we niet van jou verwacht hoor.’ zeg ik, kijk over mijn schouder achterom. Suki neemt Elvis kom in haar armen en voegt zich weer bij ons, Gustav werpt moordende blikken zijwaarts. Elvis wappert zelfvoldaan met zijn staart. Arrogante vis? Check. Maar dat wisten we natuurlijk al lang.
‘Jullie zijn er eindelijk!’ roept Tessa uit, springt halsoverkop in de groep. Even houdt Yasmine haar adem in, Tessa sprong recht op Johnny af en wierp hem zo tegen te grond. ‘Ugh.’ kreunt hij, probeert zich op zijn ellebogen overeind te duwen.
‘You seem somewhat familiar. Have I threatened you before?’ grijnst Tessa, gaat overeind staan en knuffelt Kol bijna plat, dan gaat ze verder het rijtje af.
Yasmine helpt Johnny overeind. Hij kijkt een beetje sip, zucht en zegt: ‘Dat is mijn tekst.’
‘Ik weet het, lieve schat. Laat haar maar doen, ze is gewoon jaloers.’ En zo subtiel mogelijk trekken ze zich terug het huis in, naar de zolder.
Georg wordt getroost door Daniëlle, hij doorstond - naar eigen zeggen - doodsangsten. Tessa is nu echter opgevrolijkt en vertelt het volledige verhaal van de schutting. Nu is haar tuin en onze tuin dus niet langer strikt gescheiden. Dan mogen we Tessa dus constant over de vloer verwachten. Gedaan rust.
Ik zucht, maar grijns tegelijkertijd. Tom en Shin wilden gaan uitleggen dat de brandweer en ambulance niet meer nodig was, maar er vielen drie mensen flauw. Goed, toegegeven, je ziet niet elke dag twee beroemdheden. Tenzij je in de Dekkers Mansion of ernaast woont, dan wel.
‘Moest dat nou?’ vraagt Suki, voert Elvis de gestolen kaas uit de pizzeria en neemt af en toe zelf een stukje. Ik haal een hand door mijn haar. Het is eigenlijk veel te warm om in de volle zon te staan.
‘Mensen, ik ga afkoelen. Voor wie moet ik nog een ijsje uit de vriezer halen?’ Zo’n beetje iedereen steekt zijn hand op, dus neem ik de moeite niet om te gaan tellen. Ik pak wel gewoon voor iedereen wat mee.
Ik loop om de brandweerauto heen, over de gevallen schutting, via de open schuifdeur het huis in. Ik hoor de geluiden van zolder tot beneden, dus stop snel mijn vingers in mijn oren. Geloof me, dat wil je gewoon echt niet horen.
In de keuken druk ik op het knopje naast de koelkast, de muur splijt open en ik trek de deur open. Ja, wij hebben een verborgen kamer achter de keuken... Dus? Dat heeft toch iedereen?
Ik ga naar binnen en knip het licht aan. Het kamertje is niet echt groot, maar het biedt voldoende plaats voor een diepvriezer en keukenapparaten die we niet constant nodig hebben, zoals een friteuse en een fondueset. Als ik de fondueset zie, bedenk ik me dat we al heel lang geen chocoladefondue hebben gedaan. Dat moeten we binnenkort nog maar eens doen dan. Al liep de vorige wel uit op een chocoladegevecht. (Ook leuk, toch?)
Ik trek de deur van de vriezer omhoog. Een pot vanille-ijs, een halfvolle doos waterraketten en een paar potjes chocolade-ijs haal ik er uit. Dat moet voldoende zijn, en anders komen ze zelf maar terug.
Ik loop de keuken in, sluit de muur goed af, en ga dan uit het raam hangen.
‘Komen jullie? En ja, Tessa, ik had het ook tegen jou.’ In de woonkamer drop ik alles op de tafel, snel de keuken weer in voor lepels, en zie bij terugkomst dat zo’n beetje iedereen er al zit, inclusief Yasmine. Dat is dus ook geen ongewenste geluiden meer. Perfect.
‘Aanvallen.’ grijns ik, deel de lepels uit en neem het goede voorbeeld: Hup met de lepel in de pot. Of wij ooit gehoord hebben van kommetjes? Nope. Wij eten wel gewoon op de makkelijkste manier.
Reacties:
Dorien geeft affectie als ze complimentjes krijgt.
Ik geef ALTIJD affectie. Vraag maar na.
En niemand bij z'n volle verstand is zou van River kunnen afblijven, so HAH to you, my friend.
Ik zwaai nog even naar Antonio en Felipe, de eerste springt in de armen van de tweede en dat terwijl ik helemaal niets deed (Je zou je voor minder beledigd voelen.),
Watjes.
‘You seem somewhat familiar. Have I threatened you before?’ grijnst Tessa, gaat overeind staan en knuffelt Kol bijna plat, dan gaat ze verder het rijtje af.
Yasmine helpt Johnny overeind. Hij kijkt een beetje sip, zucht en zegt: ‘Dat is mijn tekst.’
Ach, arme Johnny. *geeft piratenkoek*
EN IK WIL EEN RAKET!! *slurp*
Volgendeuh! <3
oke ik ben dus aan de buurt :3 !en ik heb ongeveer al een idee ! maar
:3 dit was echt zo leuk ik hou van TFT. allemaal geniale schrijvers in een gepropt