Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Elementen - De aardleerling - » Hoofdstuk 18: Troyana, Het noorse koninkrijk

De Elementen - De aardleerling -

12 sep 2010 - 19:27

2655

0

302



Hoofdstuk 18: Troyana, Het noorse koninkrijk

-In het paleis van Hofmar, koning van het Troyaanse koninkrijk-

Twee plots verschijnende schoenen lopen de kamer van prinses Jenna, het enigste kind van konging Hofmar en ook zijn oogappel, binnen.
‘Men jonkvrouwe? Bent u al wakker?’
Een koninklijke serveuze van veertig jaar opent de grote zijden gordijnen die voor de open ramen in de kamer van de prinses staan. Langzaam valt er een steep wit licht naar binnen die het gezicht van Jenna uit de duisternis laat verschijnen.
‘Men jonkvrouwe? U moet nu echt opstaan. U wordt verwacht op het ochtendmaal bij u vader en zijn gasten.’
Zegt de serveuze wanneer de de linnen handdoeken in de kast legt. Wanneer ze haar omdraait staat de prinses voor haar. Meteen valt de serieuze wilde haardos op.
‘Men jonkvrouwe! U haar! Laten we hier vlug wat aan doen. Komt u alstublieft mee met mij naar de badkuip zodat ik je in orde kan maken voor het ontbijt.’
‘Ja...ja. Ik kom zo. Laat me eerst even een gebed voor mijn moeder opzeggen.’
De serveerster buigt langzaam en loop dan met een serieuze pas de kamer uit. Zachtjes sluit ze de deur. Wanneer de deurknop een klik maakt loopt Jenna naar het raam aan de oostkant van haar kamer. Vanuit dat raam kan ze neerkijken op het grote rijk die door haar vader bestuurd wordt en later zullen die rechten doorgegeven aan haar. Maar dat is alleen als haar vader sterft. En Jenna wil niet dat haar vader sterft. Ze heeft hem nodig. Wanneer haar moeder zes jaar geleden door een bende barbaren werd misbruikt toen ze die middag buiten in de hoftuin zat heeft een van de soldaten van het hof geprobeerd om die barbaren weg te jagen. Wanneer die man zich bemoeide en vocht met de barbaren sneed hij zonder dat hij het wist de keel van Jenna’s moeder door. De volgende dag werdt die soldaat nog door haar vader opgehangen. En sindsdien heeft jenna alleen nog haar vader.
‘...die soldaad treft geen schuld, moeder.’
Murmelt Jenna.
‘...Hij kon er ook niets aan doen. Die barbaren...Zij moeten gestraft worden! Oh mam, wat mis ik je toch.’
Even rolt er een traan over de donzige linkerwang van Jenna.
‘Ik moet gaan, mam’s, papa heeft bezoekers en hij wil me voorstellen. Ik spreek je vlug weer. Tot zo mam’s.’
Jenna staart nog enkele seconden naar het krachtige rijk die voor haar ligt. Troyana, een welvarende stad vol met handelaars,smidsen en andere ambachtslieden. Het is zeer normaal dat Troyana de hoofdstad van het Noorland is. Nergens anders is er zo’n versterkte burcht. De wachters hebben nog maar eenmaal gefaald en dat heeft het leven van jenna’s moeder gekost. Jenna opent haar deur met dezelfde klik die de deur een paar minuten eerder ook heeft gemaakt. Ze strompelt de grote gang in en loopt met een vluge pas in haar licht nachtgewaad naar de badruimte. Onderweg probeert ze zo weinig mogelijk starende dorpelingen die in het kasteel rondlopen tegen te komen. Jenna is namelijk een prinses maar daarnaast is ze ook heel aantrekkelijk voor een meisje van 18, al meerdere keren is ze door mannelijke dorpelingen gevraagd om hun vrouw te worden. Maar telkens heeft ze dat afgeslaan. En daar heeft ze een reden voor. Jenna is bang. Ze vertrouwt niemand. Daarom wil ze nog geen relatie, nu nog niet. De deur van de badruimte staat al op een kier wanneer ze aankomt. Langzaam gaat Jenna de kamer binnen en sluit daarna de deur achter haar. In het kasteel van Troyana zijn er enkele badruimtes maar wanneer je jenna hoorde spreken over De badruimte wist je wel beter. Er is maar een badruimte in heel Troyana die zo verblindend mooi is. Ze wordt dan ook gebruikt door de koninklijke familie en Jenna is blij dat zij een familielid is. In de badruimte kan je echt tot rust komen zonder het gestaar van oude vieze glurende mannen of jonkheren die alleen maar met je willen trouwen. De badruimte is volledig opgebouwd uit mozaïeken. Voor Jenna staat de serveuze van 40 jaar met de jurk die Jenna moet dragen. Zwijgend legt ze de kleren neer en loopt naar een deur die links van het grote bad staat waarna ze de volgende kamer binnen gaat en de deur weer sluit. De badkamer staat vol met relaxerende voorwerpen. In het midden van de kamer is er een groot bad waar je kan baden en je verfrissen. Achter het bad is er een groot raam die bijna altijd bedekt is door grote stroken bambie die er voor zorgden dat de kamer een frissen geur krijgt. Overal rondom het bad staan kleine kaarsjes die de kamer n samen met een helderblauw kristal die boven het bad hangt en een heldere gloed in de kamer brengt. Ze zorgen ook voor wat sfeer. Zowel aan de linkerkant al de rechterkant van het grote bad zijn er enkele deuren in de muren die naar andere kleinere kamertjes leiden. Die kamertjes zijn voor je om te kleden of voor je gewoon uit te kleden als je in het bad wil. Nog voor Jenna naar het bad kan lopen gaat de deur waar de serveuze zonet nog is weggegaan weer open. Uit de kamer komt de serveuze met alleen een badhanddoek rond haar bovenlijf ,om haar ronde vormen te verbergen, en haar benen. Terwijl Jenna zich uitlkleedt legt de serveuze haar badhanddoek op de met purperen frutseltjes omrande boord van het bad en stapt in het schuimende water. Ook Jenna volgt haar en stapt in haar evakostuum in het water. Nadat Jenna haar glanzend bruin haar nat heeft gemaakt begint Selvi, de serveuze, het haar van Jenna te wassen. Ondertussen gebruikt Jenna een zachte spons die in een vanillegeurende zeep is gedoopt om haar lichaam te wassen.

Na twintig minuten zit Jenna fris en de serveuze de afwerkingen aan jenna’s haardos klaar heeft verlaat Jenna de badruimte gevolgd door de minder kleurrijk geklede serveuze.
‘U ziet er goed uit m’n jonkvrouwe.’ Laat de serveuze met een hijg vallen.
‘Dankje Selvi, ik vind het fijn dat je mij geholpen hebt met mijn haar maar noem me alstublieft Jenna en niet jonkvrouwe. Je kent me namelijk al van mijn geboorte.’
‘Ik weet het meisje maar ik ben alleen maar een serveuze en jij bent de prachtige jonge prinses van Troyana.’
‘Ja maar...’
‘We naderen de ontbijtzaal Jenna. Hier laat ik je alleen. Veel succes!’
‘Oke...Dankje.’
Twee wachters begroeten kort Jenna met een kleine buiging en openen dan de twee grote bronzen deuren die naar de eetzaal van de koning leid. Jenna, achterna gezeten door het getik van haar hakjes op de marmeren vloer, stapt elegant de enorm versierde zaal binnen.





Dus jullie komen van Bah’Kar? Uit het rijk van aarde? En jij bent dus...’
De koning zwijgt abrupt wanneer Jenna naast hem plaatsneemt. Ook Bella en Jako kijken zwijgend naar Jenna. Alleen Kuro kijkt met opgegeven wenkbrauwen naar Jenna. Even kijkt hij haar recht in haar lichthelder blauwe ogen en zij in zijn ogen. Een moment van inwendige vreugde in het hart van Kuro. Maar toen de koning opnieuw begint te spreken wordt het oogcontact en de vreugde van Kuro’s hart verbroken.
‘Hallo meisje,’ Fluistert hij,‘lekker geslapen?’
‘Viel wel mee... Ik had weer een slechte droom.’
‘Nou...eum... Kijk Jenna dit zijn 3 reizigers die onze soldaten deze ochtend aan het uiteinde van de Noordpass gevonden hebben. En moet je horen wat ze allemaal te vertellen hebben.’
Opnieuw kijkt Jenna even naar Kuro. Ze staart naar zijn donker haar die kort voor zijn ogen hangt. Ook de schrammetjes op zijn wangen vallen op. Ze beeindigd haar blink opnieuw bij zijn ogen. En nog voor ze het doorheeft staren zijn ogen in de hare.
‘Het begon allemaal...’
Jako begint met een korte samenvatting van wat ze allemaal al beleefd hebben. Hij vertelt ze alles, beginnend met het geheimzinnige paard die ze vonden tot hun laatste merkwaardige avontuur in de Noordpas. Kuro steekt net zijn uiterste topje van zijn krokante croissant in zijn mond wanneer de koning opstaat en Kuro,Bella,Jako en Jenna een gedag zegt.
‘...Jenna leid jij onze gasten even rond in de stad?’
‘Ik zal mijn best doen vader.’
‘Oke. Jullie zijn natuurlijk allemaal welkom op het galabal die we morgen avond houden. Het is wel aangeraden om in de stad een leuke en passende outfit te kopen. Wij zullen jullie kosten wel betalen.’
‘Dankje, heer. We zullen het geld verstandig gebruiken. En bedankt dat we zo goed zijn ontvangen.’
‘Dan laat ik jullie nu alleen. Jullie krijgen ook allemaal kamers...’
‘Kunnen wij een kamer voor twee krijgen?’ Vraagt Bella wat onbeleefd.
‘Daar kan voor gezorgt worden... Ik zal het aan de serveuzes vragen om een kamer klaar te maken. Dan laat ik jullie nu aan mijn dochter over.’
Met een langzame pas, gevolgd door vier serveuzes en twee hofnarren, loopt de koning met opgegeven hoofd de zaal uit. Even later klinkt het geluid dat de twee bronze deuren zijn gesloten. In alle stilte neemt Jenna enkele sneden brood die op de eiken tafel liggen. Ze smeert er een bruine gelei op en legt de sneden dan op elkaar. Terwijl ze eet zitten Bella en Jako stil te giechelen en aan elkaar te frutselen.
‘Jullie mogen gerust wat gemakkelijkere kledij aantrekken hoor.’
Zegt Jenna wat onbeleefd terwijl ze aan het knabbelen is. Het viel Kuro op dat jenna heel wat verschilde met haar vader. Allereerst lijkt ze ook niet zo op hem maar ze gedraagt zich ook minder adelijk. Ze eet niet volgens de étquette. Ze zit niet klassevol aan tafel. Ze hangt met haar ellebogen op de tafelrand. Ze likt haar mes schoon nadat ze het gebruikt heeft, wat volgens de Bah’Karaanse wet een teken van onbeleeftheid is. Maar dat kan Kuro niets schelen. Er is iets anders wat hij haar moet vragen. Maar alleen als ze geen toeschouwers hebben.
‘Wij gaan maar naar boven... ons gaan verkleden.’ Bella prutst wat aan Jako’s hemdje wanneer hij Jenna die woorden duidelijk maakt met enkele gebaren.
‘Dat is goed... Over een uur moeten jullie klaar staan in de ontvangstzaal. Vraag aan voorbijlopende mensen of ze je de weg tonen als je niet meer weet waar de zaal zich bevindt. Aan elkaar hangend slenteren Jako en Bella Een kleinere deur uit naast de twee kolossale bronzen deuren, die trouwens alleen gebruikt word om koningklijke bloede door te laten of wanneer er een feest is zodat alles nog chiquer oogt.
‘Dus jullie zijn aardlingen?’
‘Nee wij zijn mensen van het rijk van aarde.’,zegt Kuro met een frons,‘ Aardlingen is een naam voor iedereen die hier op de planeet leeft.’
‘Ahzo...’ Jenna zit heel ongeïntresseerd naar het korstje van haar boterham te kijken.
‘Um Jenna?’
Jenna kijk strak omhoog in de ogen van Kuro. Haar blauwe irissen blinken door de weerkaatsing van een straal zonlicht die zich al kruipend een uitweg door de zaal probeert te vinden.
‘Wat is er?’ Vraagt ze streng.
‘Ik... Um... Nou... Waar kan ik hier een badkamer vinden?’
‘Ik ken er maar een hier en dat is de koningklijke badplaats waar ik me net nog heb verfrist. Waarom?’
‘Ik wil me namelijk ook even verfrissen. We hebben nog geen andere kledij kunnen aantrekken en ik voel mij best vuil.’
‘Ga naar boven via de uiterste toren links dan op het tweede verdiep rechts en nadat je zeker tien passen naar voren hebt geplaatst draai je naar links om daar de deur naar de badplaats te openen. Normaal zal het water net ververst zijn want ik heb het eerder gebruikt.’
‘Oke... Bedankt.’
Jenna wend haar ogen af van Kuro en kijkt naar een geel perkament die naast het brood ligt en Kuro nog niet eerder is opgevallen. Het perkament staat vol met zwarte gedrukte letters met bovenaan een grote kop. Het is het voorblad van een plaatselijke krant.
‘Dan ga ik maar. Bedankt voor de gastvrijheid.’
Kuro loopt de zaal uit via dezelfde deur die Jako en Bella een tijd voor hem gebruikt hebben. Hij volgt strikt de woorden van Jenna op. Eerst zoekt hij de uiterste linkse toren van het kasteel. De trap in de toren is stijl en ongemakkelijk om op te lopen. Kuro telt traag de trappen om iets tegen zijn verveling te doen.
‘zestig...eenenzestig...tweeënzestig...’
Wanner Kuro bij nummer tachtig komt merkt hij dat hij het tweede verdiep van het kasteel heeft bereikt. Opnieuw haalt hij de aanwijzingen die Jenna hem gegeven geeft in zijn hoofd.
‘...tien passen naar voren en dan naar links draaien.’
De gang voor Kuro is verlaten. Zowel links als rechts in de gang hangen er oude schilderijen die de voorbijhangers kunnen laten meegenieten van gewonnen veldslagen. Om de twee schilderijen staat er een klein houten staandertje die een kort kaarsje aan de top heeft gevestigd.
‘Waarschijnlijk voor wanneer het donker is.’ ,denkt Kuro,‘...negen...tien.’
Langzaam kijkt Kuro links naast hem. Er staat een grote eiken deur voor hem met een gouden embleem op. Boven het embleem staan twee woorden. ‘Bad Koning’
‘Ze had gelijk.’
Er verschijnt een kleine glimlach op het gezicht van Kuro wanneer hij denkt aan Jenna die zo streng hem heeft vertelt hoe je deze plaats moet bereiken. Zachtjes doet Kuro de deur open. Meteen valt Kuro op hoe groot deze kamer is. Veel groter dan welke badplaats hij ooit gezien heeft. Kuro gooit zijn kledij naast de trap voor het bad. Hij neemt een schuurspons uit een mand en gaat even voor de spiegel staan. Het is een tijd geleden dat Kuro nog zichzelf heeft gezien. Hij ziet er ouder uit. Zelfs wat uitgeput. De schrammen op zijn gezicht zijn nog licht gevoelig. Plots heeft Kuro een grote drang om in het water te springen. Maar hij gedraagt zich. Hij wend zijn zicht af van de spiegel en draait zich om.
Het gloeiende water in het bad doet Kuro goed. Langzaam wrijft Kuro zich schoon met de spons. Hij probeert om de schrammen zo weinig mogelijk te raken.
‘Wat een rare tekens heb je op je handen.’
Kuro kijkt geschrokken op. Hij is de deur vergeten te sluiten.
‘Last van je geweten?’
Jenna staat voor de deuropening met een kleine glimlach te kijken naar Kuro.
‘Gelukkig sta ik alleen met mijn bovenlijf uit het water.’ Denkt Kuro.
‘Nou? Komt er nog iets uit? Of ben je je stem verloren?’
‘Ik weet niet wat ze beteken, die tekens. Ik heb ze al van mijn geboorte.’
Beschamend kijkt Kuro naar Jenna. Hij staat op dit moment naakt in een bad terwijl er een meisje, een prinses nog wel, ongehoord de kamer binnen komt en hem begint te ondervragen.
‘Sorry voor daarnet.’
‘Wat?’
‘Het spijt me dat ik zo rot tegen je deed aan de ontbijttafel. Maar dat komt allemaal door mijn moeder.’
‘Wat is er met je moeder?’
‘Ze is...dood.’
‘Het spijt me, het was onbeleefd om dit te vragen.’
Kuro schaamt hem nu nog meer en verlangt gewoon dat dit alles zo vlug mogelijk voorbij is. Jenna loopt van de deur naar de boord van het bad. Ze trekt traag haar schoenen uit en steekt haar voeten in het water.
‘En jij. Heb jij nog familie? Want het komt niet vaak voor dat drie tieners zich alleen een trip wagen naar het Noorland.’
Rustig gaat Kuro voor Jenna staan. In zichtzelf hoopt hij dat het schuim genoeg zijn edele delen verbergt en begint ongemakkelijk over zijn moeder te praten. Nadat Kuro doorweekt is door het water en uitvertelt is, wil hij Jenna duidelijk maken dat hij uit het bad wil.
‘Prinses Jenna?’
Jenna staart rustig voor zich uit terwijl ze met haar voeten langzaam in het nu al volgens Kuro lauwe water beweegt.
‘Het water wordt warm gehouden door een vulcanische stroom die mensen via kanalen naar hier hebben geleid.’
Kuro kijkt verrast.
‘Is dat niet wat je wilde vragen?’
‘Nee. Ik wil me graag kleden. En voel me er nogal ongemakkelijk bij dat ik dit niet kan doen. Maar ik wil je ook niet abrupt weg sturen of zo...’
Kuro herhaalt de zin even in zijn hoofd en merkt dat die er anders is uitgekomen dan hij gewild heeft.
‘Ik begrijp het.’, zegt Jenna met een wazige blik in haar ogen, ‘Ik zie je straks wel.’
‘Bedankt. Ik ben blij dat we elkaar onze slechte ervaringen hebben kunnen vertellen.’
Zachtjes gaat de deur weer dicht en even denkt Kuro dat hij ‘Ik ook.’ Uit Jenna’s mond heeft gehoord. Kuro’s eerste indruk van het moeilijke meisje is helemaal veranderd.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.