Hoofdcategorieën
Home » Overige » De Elementen - De aardleerling - » Hoofdstuk 25: Het begin
De Elementen - De aardleerling -
Hoofdstuk 25: Het begin
Kuro kijkt roerloos en starend uit het raampje van zijn kamer naar de binnenkoer die de huisjes die rondom het huis van Kuro staan verbindt met elkaar toen er plots hevig op de deur wordt geklopt. Kuro doet de deur open en Jenna staat voor hem. Roerloos kijken ze elkaar in de ogen. Kuro beseft opnieuw wat een geluk hij heeft om met Jenna samen te zijn. Haar zeeblauwe ogen kijken hem aan. Even is het stil en heeft Kuro de neiging om in Jenna’s armen te vallen en het uit te schreeuwen van verdriet. Kuro weet dat haar tedere huid en het aanhoren van haar fluweelzachte stem Kuro zal kalmeren. Maar dan hoort Kuro de zoete stem van Jenna.
‘Gaat het met je? Ik weet dat het pijn moet doen om je pleegmoeder te verliezen. Kan ik iets voor je doen? ...Je helpen met inpakken?’ Vraagt ze behulpzaam.
Het duurde enkele seconden voor de woorden to Kuro doordringden.
‘Het gaat, maar...’ Kuro werd abrupt onderbroken door Jenna, die nu in zijn armen valt en met een zacht gesnik de volgende woorden uitspreekt:
‘Ik wil jou ook niet verliezen Kuro! Ik hou te veel van je!’
Nu begrijpt Kuro het, daarom is Jenna de laatste dagen na de dood van zijn pleegmoeder afstandelijker. Ze is bang dat, als hij verder zal gaan met de zware queeste die hem te wachten staat, hij ook zal sterven net zoals zijn pleegmoeder. Kuro grijpt Jenna vast en met zachte passen, terwijl Jenna nog altijd met haar armen om hem heen en met haar hoofd staat te snikken, gaat kuro naar het bed in zijn kamer. Samen vallen ze op het bed.
Kuro streelt door het haar van Jenna terwijl hij haar nog stevig vast houdt. Jenna kijkt met haar gezwollen ogen naar Kuro’s nek. Even verschijnt er een glimlach op haar gezicht. Jenna beseft niet hoe Kuro van haar kleine glimlach genoot. Opnieuw streelt Kuro door het haar van Jenna en langzaam brengt hij zijn lippen naar het rechteroor van Jenna. Hij fluistert langzaam enkele bemoedigende en oppeppende woorden in haar oor:
‘Jenna, ik hou van je... en dat weet je. Maar je weet ook dat het mijn taak is om deze tocht te volbrengen. Ik wil de smerige rotzak die verantwoordelijk is voor de dood van mijn moeder opsporen en zelf afmaken. En daarna zien we wel. Ook denk ik dat ik naar het land van de luchtstuurders ga. Maar je gaat toch met mij mee?’
Jenna stopt abrupt met snikken. Ze is gekalmeerd en dat merkt Kuro. Even lost Jenna even haar greep ze mompelde iets en gaat dan tegen Kuro’s borst liggen.
‘Oke... Laten we het doen. Ik weet dat je het moet doen en ik weet ook dat ik bij je blijf tot de dood. Dus hoef ik niet bang te zijn dat je eerder gaat sterven dan ik. Ik denk... Kuro. Ik denk dat we best eerst nog eens slapen vandaag en het huis wat beter beveiligen tegen inbraak. Zodat wij dan morgen kunnen vertrekken.’ Kuro kijkt in de ogen van Jenna. Hij toont een glimlach, Jenna glimlacht ook. Samen staan ze op en grijpen alles wat ze kunnen vinden en bruikbaar is op en steken het in de rugzak van Kuro. Maar hoe ze de rugzak ook vulden hij geraakte niet voller of zwaarder. Kuro heeft hem magisch behekst zodat hij vederlicht en dun blijft. Ook al zit hij tot op de rand vol. Samen met een grote glimlach beginnen ze eindelijk hen klaar te maken voor de lange tocht.
De volgende morgen komt Kuro wakker met Jenna dicht tegen hem aan. Hij snuift even de zoete geuren van Jenna’s haar in. Kuro kijkt door zijn kamer. Plots valt hem iets op. Voor hem op de bureautafel ligt het boek over mystieke paarden. Met dat boek is het allemaal begonnen. Door dat boek weet hij nu dat hij een belangrijke taak op deze wereld heeft. Hij is belangrijk.
Kuro staat op uit zijn bed. Hij schuift een kussen tegen Jenna, zodat ze niet merkt dat hij er niet meer is. Hij opent de deur van zijn kamer. Zachtjes loopt hij naar de trap. Met elke stap die Kuro zet naar beneden wordt het gevolgd door het gekraak van de trede op de trap. Kuro loopt door de keuken zonder iets een blik waardig te geven. Hij loopt naar zijn stal. Liria staat gelukkig te grazen van haar gras. Kuro die zijn rugzak en de rugzak van Jenna bij zich heeft meegenomen toen hij naar beneden kwam bind ze stevig vast aan Liria’s zadel. Hij kijkt even of alles correct zit en of Liria gezond is. Dan spreekt hij Liria even aan:
‘Hey meisje, we hebben samen al heel wat meegemaakt. Maar opnieuw moet ik te veel van je vragen. We gaan samen met Jenna op een lange tocht, naar plaatsen waar niemand nog is geweest. Denk je dat je het aankunt?’ Even is het stil maar toch knikt Liria even zacht en duwt ze haar snuit in de hand van Kuro. Kuro wil Liria net een verse wortel geven die hij van de bovenste voederplank neemt toen Jenna voor de deur staat van de schuur. Ze heeft haar kleren al aan, opnieuw ziet ze er beeldschoon uit.
‘Goedemorgen’ zegt ze zacht.
‘Goedemorgen Jen.’ Zegt Kuro lief.
Wanneer hij Jenna wil kussen ziet hij Jako achter haar staan.
‘Hoi Kuro. Ik... Ik wilde je zeker succes wensen voor je verder gaat met je tocht. Ik weet zeker dat ik niet met je mee ga. Bella en ik zitten hier momenteel veilig bij mijn ouders. Ze kan het goed met hen vinden.’
‘Ik ben blij voor je Jako. Ik moet doen wat ik moet doen. Ik hoop je ooit nog voor mijn grote strijd terug te zien. Tot ziens.’
Terwijl Kuro terug in het huis loopt om zijn kleren aan te doen praten Jenna en Jako wat bij. Even later staan ze allemaal op het pleintje. Jenna zit voorin op Liria. Kuro heeft Jako nog voor de laatste keer een hand.
‘Doe je best op school, vriend! Misschien ga ik je later nodig hebben.’ Zegt Kuro vrolijk.
‘Is je geraden!’
Nu kruipt ook Kuro op Liria hij houdt zich vast aan Jenna die de teugels van Liria strak trekt. En met een korte snok begint Liria op een draf te lopen. Kuro blijft naar Jako kijken tot hij nog maar een hele kleine stip is op het plein die hij nauwelijks nog kan zien. Kuro draait zich om met zijn gezicht over de schouder van Jenna al kijkend naar de horizon voor hen.
Kuro weet dat het nu zijn beurt is om de mensheid te redden.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.