Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Alice Schwarz. » Hoofdstuk 8.
Alice Schwarz.
Hoofdstuk 8.
Pov Alice.
‘Mam, ik ben ziek.’ Ik hoestte om daad bij woord te voegen, maar zoals gewoonlijk trapte mam er niet in. ‘Kom op lieverd, hij was toch aardig tegen je? Mensen ver-’
‘Ik weet het,’ kapte ik haar woorden af. Ik wilde het niet horen, hij veranderde niet. Ik wilde niet dat hij veranderd was.
Met tegenzin stond ik op en troostte mezelf dat Georg er nog was. Met hem kon ik wel bevriend raken, hoopte ik.
‘Veel plezier lieverd, en je mag best eens wat vrienden mee naar huis nemen. Of je blijft bij iemand, dat kan ook natuurlijk.’
‘Ja mam, í¡ls ik vrienden heb gemaakt zal ik dat doen,’ snauwde ik, kwaad om het feit dat mijn moeder weer eens veelte hard van stapel liep. Vrienden maken was niet zo gemakkelijk als zij dacht en kende. Niet iedereen was zo brutaal als haar.
Soms vroeg ik me af of ik wel echt haar dochter was, zoveel verschilden we van elkaar.
‘Nou doeg mam, tot vanmiddag,’ zei ik en gaf haar een zoen op haar wang.
Ik liep naar de deur en pakte mijn fiets. ‘Veel plezier,’ zei mijn moeder en zwaaide me uit.
Ik dumpte mijn fiets in het fietsenrek en liep de school binnen. Toen ik voor mijn kluisje stond bedacht ik me opeens dat ik de sleutel niet mee had genomen. Ik sloeg mezelf voor mijn hoofd, hoe kon ik nou zo dom zijn?
Ik slaakte een geërgerde zucht en trok aan het deurtje, sloeg er op en drukte mijn sleutel tussen de gleuf, maar niks hielp, het deurtje bleef net zo dicht zitten als voorheen.
‘Lukt het?’ vroeg een stem naast me en ik maakte een schrikbeweging.
Naast me stond Tom en hij keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Naast hem stond een andere jongen. ‘Hoi, ik ben Bill,’ zei hij en ik vroeg me af waarom hij zich in vredesnaam voorstelde, toen ik besefte dat hij Toms broer was. Ik glimlachte mierzoet. ‘Hoi Bill, ik ben Alice,’ zei ik en schudde zijn hand.
‘Lukt het allemaal?’ vroeg ook Bill. Ik schudde met een sip gezicht mijn hoofd.
‘Ik ben zo dom geweest om de sleutel van mijn kluisje te vergeten,’ zei ik spijtig en sloeg mijn ogen neer. Toen ik omhoog keek zag ik Bill bedenkelijk kijken, maar voor hij de kans kreeg iets te zeggen, was Tom hem voor. ‘Je mag je spullen wel in mijn kluisje opbergen,’ stelde hij voor en glimlachte gemoedelijk. Mijn vriendelijke gezichtsuitdrukking verstrakte en ik draaide met mijn ogen.
‘Best,’ zuchtte ik. Ik gooide mijn jas over zijn hoofd, volgend door een paar boeken die ik in zijn armen drukte. ‘Als je om drie uur hier maar weer staat, dan ben ik uit. Doeg Bill, leuk je ontmoet te hebben.’ Ik draaide me om en liep in een hoog tempo van hem weg.
Ik keek op mijn rooster. Lokaal veertig.
Waar moest ik in vredesnaam wezen als dit hier nog maar lokaal elf was? Ik beet op mijn lip en draaide een rondje om mijn as. Als ik dit niet gedaan had, was ik waarschijnlijk weer geschrokken, aangezien Tom mijn kant op kwam lopen. Kon hij me dan nooit met rust laten?
‘Wat moet je?’ vroeg ik nors, toen hij tegenover me was komen staan.
‘Je moet in het andere gebouw wezen,’ zei hij vriendelijk, alsof hij de toon in mijn stem niet gehoord had. ‘O,’ zei ik enkel.
‘En hoe weet jij waar ik wezen moet? Bespied je me of zo?’ vervolgde ik en keek hem scherp aan.
‘Ik heb hetzelfde rooster als jou en ik zag dat je de verkeerde kant uitliep. Je spullen liggen trouwens netjes opgeborgen in mijn kluisje,’ zei hij en glimlachte trots.
Ik liep langs hem heen. ‘Wacht, waar ga je heen?’ riep hij me na.
‘Wat denk je? Naar het andere gebouw,’ zei ik zuchtend.
Ik hoorde Toms haastige voetstappen en hij ergerde me opnieuw door naast me te gaan lopen. Ik verhoogde mijn tempo, maar Tom deed hetzelfde en uiteindelijk gaf ik het maar op.
Het volgende hoofdstuk post ik sneller. :3
je kunt (zoals sommige op fanfic) een vaste dag in de week nemen om te posten, dan sla het het eerst steeds op in word en post je het eens per week, werkt best goed, dat doe ik altijd op quizlet en je vergeet het bijna nooit.
maar goed, ik wil heel graag weten hoe alice tom gaat af baksen!