Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » The Eyes of a Stranger » Strange
The Eyes of a Stranger
Strange
We zaten nog steeds in de kamer van de piano, Stranger zat alleen niet meer op de ladekast, maar had zich naast het instrument geplaatst. Zijn hand had hij op de gesloten vleugel gezet. Het wit van zijn hand maakte het wit van het prachtige instrument vies gelig. Ik had nog nooit iemand gezien die zo bleek kon zijn. En ik maar denken dat het niet erger kon dan mijn huid, daar zat ik ver naast.
"Scheisse!" siste ik geschrokken wanneer ik onbedoeld mijn pijnlijke hand tegen mijn been liet knallen. Ik greep naar mijn pols om de pijn op een bepaalde manier rust te geven.
"Het spijt me." Zijn stem was zo laag en verdrietig, dat het mijn hoofd als een vuurpijl omhoog liet schieten. Hij huilde met zijn onzichtbare tranen. Ik zag hoe hij vol liep, hij leek zichzelf erin te willen stikken. Hij strafte zichzelf voor alles wat hij had gedaan en zelfs niet had gedaan.
"Het is niet jouw schuld, ik was blijkbaar te ver voor jou gegaan. En ik weet gewoon dat ik jou ook veel pijn doe. We staan quitte?" Hij keek me fronsend aan.
"Ik vermorzel jouw hand en dan vind je dat we quitte staan?" Voorzichtig knikte ik, hij kon hier alleen maar om zuchten en zeggen: "Het is beter als je gaat." Versteld staarde ik hem aan. Na mijn uitbarsting dat hij mij niet steeds moest wegsturen en dat hij net nog grijnzend zei dat er geen weg meer terug was voor mij, stuurde hij mij als nog weg?
"Hier zijn geen woorden voor!" En zo liet ik hem met grote passen achter. Ik keek niet meer om naar zijn appartement en liep linéa recta door naar buiten. Het was nog steeds donker in de hal en met alleen mijn dunne pyjama aan was het ook wat fris. Maar niets deerde mij meer en besloot zelfs de trap te nemen.
De marmeren trap wentelden met flauwe bochten naar beneden. Een hand had ik op de houtenleuning geplaatst, al zat deze onder een dikke laag stof. Rag versierde elke hoek en behing de muren. Het was overduidelijk dat hier al eeuwen geen ziel meer rondliep.
"Waar ben ik nou weer beland?" Zuchtend stopte ik met lopen en keek rond in de muffe en erg koude ruimte. Naast de uitmonding van de trap stond een lift open. Het enige wat nog in de weg stond was een verroest hekje die nog net niet gesloten was, of nog net niet geopend, ik bleef optimistisch, in welke situatie dan ook. Met een flinke duw naar links gaf het hekje gelukkig al wat mee en kon mij er doorheen wurmen. Van binnen zag de lift er nog vrij intact uit. De knopjes voor de etages zaten er nog aan en spiegels aan de wand waren met een enkele barst gespaard gebleven. Wanneer ik terug naar buiten wilde kijken, zag ik waar ik naar zocht; boven de doorgang hing een systeem die aanwees op welke verdieping ik was belandt. De wijzer wees naar nul; de garage. Zekerheid had ik nooit met een apparaat die het niet deed, maar het verklaarde voor mij wel de muffe geur en kilte die hier hing.
Terug naar buiten bleef ik hangen aan iets wat uit het hekje stak, met een luidde scheur kwam ik vrij.
"Fijn, dat kan er ook nog eens bij," mopperde ik naar de grote scheur in mijn pyjama, nu was mijn slipje gewoon deels zichtbaar! Gíªnant.
Ietwat roder aangelopen schuifelde ik met mijn pyjama wat meer naar beneden getrokken verder door. Er was een gang en een open ruimte, dat tweede was zeker de garage, dat eerste schatte ik op opbergruimtes, en aan de deuren met nummers te zien had ik gelijk.
Om een onlogische reden zocht ik iets om te blijven, een reden om nu niet regelrecht naar huis te gaan, maar ik had geen enkel idee waar ik naar zocht. Of het iets tastbaars was of een brandende vraag die hij níº moest beantwoorden. Het aller liefst wilde ik dat hij mij zonder reden tegenhield van gaan. Eigenlijk wilde ik diep van binnen dat hij wel een reden had om mij te laten blijven. Dat zei hij dan niet, maar dan kon ik het wel aan hem zien. Ik wilde dat hij mij nodig had, dat ik nodig was..
Onbewust kroop er een glimlach op mijn gezicht bij het voelen van zijn koude aanwezigheid. Ik had zijn trigger gevonden.
"Heb je geen manieren geleerd?!" Bozer dan verwacht sprak hij mij aan. Ik had geschrokken de klink van zijn opbergruimte - de nummer van deze deur was hetzelfde als die van het appartement - losgelaten en keek eerst over mijn schouder heen om mij dan om te draaien bij zijn kille blik.
"Sorry?"
"Je hoorde mij."
"Wie loopt hier nou zonder te vragen mijn huis in en achtervolgd mij continu. Privacyschending you know." Ik werd echt steeds brutaler met de minuut in zijn bijzijn, besefte ik mij.
Ik zag zijn verwarde blik, hij zag een keer iets niet aankomen.
"Jouw aanwezigheid is echt niet te missen. Ik weet nog steeds niet hoe het zit met die kou van jou, maar ik voel het van mijlen ver, en Silver helemaal."
"Silver?"
"-Mijn hond."
"Oh, die wolf," sprak hij vrij minachtend. Aangevallen balde ik mijn vuisten.
"Silver is slimmer dan de meeste van ons, dus kom niet aanzetten met 'Oh, die wolf!'" Het werd echt tijd dat ik hier van weg liep, want anders komt het niet meer goed met mij. Maar voor dat ik nog kon weggelopen schoot ik in de lach.
"Wat?" Zijn diepe frons overheerste zijn gezicht.
"Er zit toch nog iets menselijks in je." De frons trok weg door een opgetrokken wenkbrauw. "Je rolde met je ogen." Hij wilde zijn mond openen maar sloot hem weer snel en draaide van mij weg. Ik was weer over die onzichtbare lijn gelopen.
Met mijn tanden in mijn onderlip keek ik hem na. Wanneer hij de eerste drie trees had gehad, kon ik mijn mond niet meer gesloten houden en vroeg: "Wat zei ik verkeerd?" Hij keek om naar mij om mij een moment te bestuderen.
"Er zit niets menselijks in mij." En daar was terug Stranger. Van Bill heb ik maar even kunnen genieten. Hij was, zo bleek maar weer, nog te zwak om tegen de kokende woede te vechten van Stranger.
Ik trok een sprint, negeerde de gedachte dat ik deels in mijn ondergoed rende, en gooide mij op zijn rug. Mijn vingers weefde ik in elkaar wanneer ze zijn borst bereikten, de pijn in mijn linkerhand was niet uit te houden, maar dat wist hij niet.
Naar mijn idee was ik een ijssculptuur aan het omhelzen. Zijn kou beet door mijn lichaam heen. Mijn wang, die ik tegen zijn smalle rug had gedrukt, was gevoelloos geworden.
"Laat het los," fluisterde ik klappertandend. Mijn, of zijn, emoties voelde ik weer omhoog kruipen bij het voelen van de weerstand die hij omhoog gooide.
"Je raakt onderkoeld," zei hij terug met geklemde kaken. Hij had zich geen vin verroerd sinds ik mij aan hem vast had gemaakt.
"Niet als jij het niet wil. Ik weet dat je er bent Bill, ik heb je net nog gezien. Je denkt dat je te zwak bent voor al die duisternis, maar ik weet gewoon dat je er nog bent." Tranen gleden over mijn wang zijn rug op. Ik kon horen hoe ze in kleine kristallen veranderden. "Ik weet het gewoon."
You’ll die slowly
in my arms
Forever you’ll be
Strange
Strange like me
Reacties:
Yasmine ö
Hoe kun je daar niet tevreden mee zijn ?
SERIEUS ?!
Dit is *vindt het geschikte woord niet*
<3
Em, je bent er niet 100% tevreden mee?
En het is nog wel zo prachtig!
Hoe kan jij echt zo geweldig schrijven?
Ik ben serieus jaloers D:
En hij zo heel droogjes "Je raakt onderkoeld" daar moest ik stiekem wel lachen x]
Ich liebe es <3
Echt gwn dikke liefde als het op dit verhaal aankomt!!
Snel verder!!!! ^^
x
Het wit van zijn hand maakte het wit van het prachtige instrument vies gelig.Die is mooi. Treft precies de juiste toon.
En dat einde bezorgde me gewoon tranen en kippenvel tegelijkertijd. Ik snap niet waarom je hier niet 100% tevreden mee bent, ik mag wel bidden om zoiets te kunnen schrijven.
Je krijgt me hier helemaal stil mee. Het is echt - echt - écht fantastisch. <3
Dit is de eerste reactie die ik geef, omdat ik de rest zo adembenemend vond dat ik liever doorklikte naar een volgend stukje, dan dat ik de tijd nam om te reageren. Mijn drang om meer van dit te lezen, was groter dan mijn goesting om jou te laten weten dat dit fantastisch is.
Maar nu moet ik toch even reageren, want dit stuk is WAUW. Echt waar. Ik begrijp dat sommige stukken voor jou niet zijn wat ze moeten zijn, omdat ze in je hoofd mooier waren - maar geloof me: als lezer lees je dit met open mond en scroll je terug omhoog om het stuk opnieuw te lezen, omdat je te snel las in al je gretigheid en daardoor zinnen oversloeg en denk je na het stuk: o.o meer #zombiestem.