Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Humanoid » Scream
Humanoid
Scream
Toen ze vertrokken, had Ven helemaal geen stress.
Het leek opeens zo doodnormaal dat ze op een missie ging om iets uit te voeren, alsof ze het al jaren deed.
Natuurlijk had de zelfverzekerde Bill naast haar er iets mee te maken. De rustige uitstraling die van zijn gezicht kwam had haar al duidelijk gemaakt dat hij wist wat hij deed. Hij was voorbereid op Dell - hij die duidelijk op wraak uit was. Tom ging zich op Kristopf richten, waardoor Ven het simpel had. Ven was wel blij dat Kristopf de oudste broer was, en daarmee diegene met het ongehavend gezicht. Ze kon zich herinneren dat Daniël er zodanig uitzag dat hij wel graag gevechten begonnen was in zijn puberteit. Kristopf was eerder het type dat zijn handen niet wilde vuil maken.
Gustav bleef thuis, werkend aan zijn project. Hij had echter toch nog de extra taak als babysitter op zich gekregen. Voor Tommie en Willie was het geen probleem, ze waren acht, en toch al oud genoeg om te weten wat mocht en niet mocht in een vreemde zijn huis. Maar Billie moest toch nog aandacht krijgen.
Tom reed op zijn eigen brommer - hij was ze gaan halen. Ven reed ook op degene die Bill haar gegeven had. Alle drie droegen ze een zwart pak, waardoor ze niet echt opvielen in het donker. Ze hadden een zware helm aan vanwege hun snelheid. Bill had Ven een wapen gegeven, maar had haar gesmeekt het enkel in uiterste nood te gebruiken. Ven had geen probleem om dat te beloven. Ze verafschuwde het ding dat nu aan haar riem rond haar heup hing. Het deed haar denken aan Georg, die twee jaar geleden gestorven was aan hetzelfde wapen.
Tom en Ven volgden Bill - hij wist waar ze naartoe moesten. Niemand zei iets, niemand haalde zijn ogen van de weg. Ven voelde zich vreemd tussen deze twee mannen, wetend dat ze allebei broers waren. En dat ze allebei verliefd op haar waren, moest ze er nog bij zeggen. Zo speciaal was ze nou toch ook niet? Zou het niet normaal zijn dat Tom langzamerhand over haar heen ging raken?
Ven ontdekte dat ze weer was beginnen dromen. Ze schudde geërgerd haar hoofd, en vloekte in zichzelf vanwege haar gebrek aan aandacht. Tom leek geen probleem te hebben met zijn concentratie, en Ven vroeg zich af of Bill zichzelf ooit eens ging toelaten om te dromen.
Ze kwamen steeds dichterbij, en langzamerhand begon Ven toch versnellende hartkloppingen te krijgen. Het idee dat Dell waarschijnlijk straks weer tegenover haar stond deed haar huiveren. Ze was nog banger van hem dan alle robots. Die hadden nog een zwakke plek zoals Tom al getoond had bij Willies wedstrijd. Dell was waarschijnlijk ook al meer cyborg dan mens, daarmee levensgevaarlijk. Ven wilde dat Bill hem niet zo toegetakeld had. Nu de man nog gevaarlijker was geworden, was het niet te vermijden dat er iemand gewond ging raken.
Het was donker, en Ven had eerst niet door dat Bill vaart minderde. Toen hij opeens rechts afsloeg, nog meer in het donker, wist Ven dat ze er waren. Ze deed hem na, en stapte van haar brommer. Toen rekte ze zich langzaam uit. Tom nam tegelijk de ruimte in zich op. Ze stonden aan de rand van een bos - bestonden die dingen wel nog? - en waren ver van de bewoonde wereld. Bill had hier ergens veel activiteit gezien wat betreft Frans-robots.
Dat was uiteindelijk wat Ven te horen had gekregen gisteren avond. Nu kon ze zich niet inbeelden dat hier een verschrikkelijk monster verborgen zat. Hoewel, ze kon wel begrijpen dat hij uitgerekend een bos had gekozen. Bossen waren onschuldig, en zodanig zeldzaam dat mensen erbij uit de buurt bleven om geen schade toe te richten. Mensen reden meestal voorbij, trokken fotos, en vertrokken. Als ze er al gingen wandelen, was het gewoon aan de rand om niet verdwaald te raken. Ven trok haar helm uit.
Bill? Zijn we verdwaald? vroeg Ven toch nog voor de zekerheid. Bill draaide zich in één ruk om, en drukte zijn hand tegen haar mond.
Stil! beet hij haar fluisterend toe, waarna hij zijn hand van haar mond haalde om ze gewoon op haar wang te leggen. Ze moeten nog niet weten dat we hier zijn, voegde hij er, een beetje vriendelijker, aan toe.
Ven knikte, richtte haar blik op Tom, die net zijn helm naar boven trok. Hij hield zijn mond dicht, en keek doelbewust niet naar het koppel tegenover hem.
Bill gebaarde de twee om hem te volgen. Ze gehoorzaamden natuurlijk - grappig dat Tom zijn jongere broer volgde. Toen Ven niets meer kon zien, begon ze weer stress te krijgen. Ze greep naar Bills hand, en tot haar grote opluchting vond ze die ook. Het zag ernaar uit dat Bill dat wel verwachtte. Hij kneep zachtjes in haar vingers om haar gerust te stellen.
Tom leek geen probleem te hebben met ze bij te houden, maar Ven was de enige zonder cyborgoog. Zij waren in het voordeel.
Vlak voordat Bill stil bleef staan, kneep hij een beetje harder in Vens hand, waardoor ze het begreep. Ze stopten allebei op hetzelfde moment met stappen, en ook Tom was niet tegen Vens rug aangelopen.
Hier zijn die oorapparaatjes van vorige keer, fluisterde Bill. Ven snapte niet hoe ze dat kon zien. Het enige dat ze zag waren de twee blauwe gloeden van Bill en Tom hun ogen. Die waren niet sterk genoeg om de boel te verlichten.
Toen Ven opeens Bill zijn hand aan haar oor voelde, begreep ze dat hij haar daarmee ging helpen. Ven zette het ding zelf goed terwijl Bill het bij zichzelf aandeed. Tom had het al lang in gedaan. Ven was jaloers op zijn mogelijkheid om in de nacht te kijken.
Oké, Ven, jij weet al hoe dit werkt. Tom, niet overal tegenaan botsen. Dit zei hij terwijl hij Toms arm vastgreep en iets tegen zijn mouw plakte. En mocht het nodig zijn om dit te zeggen, ook niet in je mond zetten.
Hoe in godsnaam kan ik dit in mijn mond zetten, Bill? vroeg om lachend, maar daarna was hij weer serieus. Hij fluisterde een keer tegen zijn microfoon, en Ven hoorde zijn stem duidelijk in zijn oor. Ze schrok weer toen Bill haar een ketting omdeed, maar kalmeerde meteen door zijn warme aanraking. Ze zuchtte even.
Ik ga voorop om te zien of er bewakers - of Dell, wat erger zal zijn - rondlopen, en laat jullie wat weten, zei Bill, waarna hij weg stapte. Ven voelde hoe haar hart pijn deed toen hij verdween. Ze deed een stap naar achteren, en botste tegen Tom aan.
Sorry, fluisterde ze. Tom grinnikte enkel, en gaf haar een por, waardoor Ven ook moest lachen. Maar meteen waren ze stil toen Bill een afkeurend geluid maakte door zijn microfoontje.
Spelen helpt de missie niet echt, jongens, mompelde hij. Ven zuchtte, en greep naar de ketting. Maar toen wist ze weer dat ze het niet tegen haar mond moest houden. Ze liet het weer vallen.
Ja baas, antwoordde ze geïrriteerd. Daarna was het weer stil. Ven en Tom wachtten op Bills goedkeuring, en iets vertelde Ven dat ze daar nog lang op mocht wachten.
Er zijn wel enkele bewakers, maar door gewoon dat signaal te verzenden lukt het wel om ze uit te schakelen. Dell heb ik nog niet gezien.
Ven luisterde aandachtig, zich afvragend of dat het signaal was. Ook Tom naast haar was stil.
Oké, vertrek maar! beval Bill, luider dan voordien. Tom was de eerste die reageerde. Hij greep Vens arm vast, en trok haar het duisternis in. Samen renden ze verder, tot er langzaam een klein lichtje begon te verschijnen. Ven begon terug vormen te zien in het donker, en liet haar mond openvallen toen ze zag wat er zich gevestigd had in het bos.
Een groot deel van de bomen waren duidelijk hierdoor afgekapt. Ze waren in een soort van kamp terecht geraakt. Ven voelde meteen dat ze rouwde voor het bos. Het had duidelijk een deel opgegeven voor dit kamp. Ze kon niet schatten hoe groot het was, maar dacht wel meteen aan haar eerste keer in het kantoor van Frans & Söhne. Die enorme kamer waarvan het onmogelijk leek dat die in het gebouw kon passen. Ven zag die kamer voor zich, maar dan dubbel zo groot. Het was rampzalig, een schande. Deze mensen hadden iets tegen de natuur!
Ven, stop met dromen, we moeten verder gaan, fluisterde Tom, en hij trok weer aan Vens arm, dit keer om haar aandacht te winnen. Ven reageerde meteen. Ze rende verder naar het kamp toe, haar hand klaar om de afstandsbediening te pakken rond haar heup. Als ze op die knop drukte, zond ze het signaal uit om robots binnen een straal van tien meter uit te schakelen, hoe groot ze ook waren.
Maar er kwamen geen bewakers, en al snel hadden ze zich terug bij Bill gevoegd. Ven kon Bill zijn uitdrukking zien toen hij haar zag. Opgelucht, blij, en doodongerust. Ven kon enkel terug zijn hand pakken, en er in knijpen. Daarna glimlachte ze.
We kunnen denk ik wel naar binnen gaan. Probeer zo stil mogelijk te zijn, zei hij. Ven en Tom knikten, en met hun drieën stapten ze naar binnen.
Het eerste gebouw waar ze voorbij liepen was de eetruimte. Niemand keek daar van op, niemand wilde aandacht trekken. Ze slopen langzaam vooruit, hopend niemand tegen te komen. Bill leek echter nog steeds op zijn dooie gemak. Ven wist niet hoe hij het deed, maar ze wilde dat ze zijn beheersing had. Zonder het te beseffen kneep ze Bill zijn hand fijn, maar Bill liet niets merken van ergernis.
Weer kwamen ze voorbij een gebouwtje. Deze was het ontspanningslokaal voor de medewerkers met de kleedkamers en douches inbegrepen. Ook daar lieten ze niets van interesse aan zien.
Tom zuchtte zachtjes, maar duidelijk hoorbaar. Bill draaide zich met een ruk om, staarde zijn broer dodelijk aan.
Maar hij zei niets, en dat was maar goed ook. Het kleinste geluid kon hun waarschijnlijk wel al veraden. Ze gingen gewoon verder.
Vens hart bleef tussentijds steeds sneller en sneller kloppen, en ze wist niet hoe lang ze dit wel nog ging kunnen volhouden. Met elke stap die ze zette klopte hij wel twee keer harder dan voordien, en Ven kon niet verzekeren wanneer hij uit haar borstkas ging springen. Nog een stap, weer een versnelling omhoog. Ze zuchtte, maar geluidloos, hoewel Bill en Tom het waarschijnlijk wel gehoord hadden.
Ze kwamen aan bij het gebouw waar ze moesten zijn. Bill liet Vens hand los, greep naar iets in zijn zak en drukte wat het ook was tegen de deur. Een klein tijdje lang volgde er niets, maar toen knipperde er drie keer snel een groen lichtje, en ontstond er een zachte klik in de deur. Bill had het slot gekraakt zonder enig geluid te maken. Waarschijnlijk had Gustav weer eens iets gecreëerd. Die man maakte toch wel de beste dingen in de wereld!
Een lichtstraaltje ontsnapte uit de deuropening, waardoor Bill, Ven en Tom alle drie zichtbaar werden. Zo snel ze konden glipte, ze binnen in het gebouw, hopend dat er niemand ging komen opdagen.
Toen Tom de deur achter zich sloot, zuchtte hij weer eens, maar nu opgelucht. Hij had zijn rug nog steeds tegen de deur gehouden, en hield zijn ogen dicht. Bill keek nog altijd in het rond, op zoek naar gezelschap.
Ik denk niet dat er iemand is, laten we maar naar die computer zoeken, fluisterde hij, waarna de anderen knikten. Tom duwde zichzelf van de deur, en stapte dieper in de kamer, en Ven volgde hem gewoon.
Tot zover ging alles goed. Bill liep nog steeds voorop. Hij ontweek duidelijk de gangen waar er bewakers liepen, en koos tegelijkertijd de gangen uit die het minst weergalmden op geluiden die ze eventueel konden maken. Ven stapte nog altijd achter hem, bang hem kwijt te raken. Ze had alle vertrouwen in hem, en hoopte dat hij werkelijk wist wat hij aan het doen was.
Tom volgden de andere twee, hield wacht langs achteren. Af en toe draaide hij zich om en stapte hij achteruit om te kijken wat er zich aan de andere kant afspeelde.
Maar dit gebouw leek niet zo goed bewaakt als ze hadden gedacht. De meeste gangen waren onbewaakt, er hingen geen cameras, en er waren geenbewegingssensoren. Het drong maar niet tot Ven door hoe onvoorzichtig die Kristopf wel niet was. Het was alsof hij helemaal niet op een aanval rekende. Of misschien zat er toch nog iets achter? Dit ging allemaal veel te gemakkelijk. De vorige keren moesten ze nu al lang gevangen genomen zijn, of waarshijnlijk vermoord. Ze zouden het niet eens tot aan de cafetaria gered hebben.
Bill? fluisterde Ven, waardoor de man zich meteen omdraaide. Hij keek haar bezorgd aan.
Ja? vroeg zijn stem met dezelfde emoties. Ven haalde diep adem.
Is dit wel normaal? Het hoort toch niet zo simpel te zijn?
Bill antwoordde daar enkel op door verward voor zich uit te staren. Zijn mond was lichtjes open gevallen, en hij knipperde dubbel zo veel met zijn ogen dan normaal was. Er kwam enkel een zucht uit zijn mond.
Toen Bill weer wilde verder stappen, binnen de donkere gang, werd hij verblind door het licht dat plotseling aan ging. Ook Ven en Tom reageerden erop. Ze sloten hun ogen, keken weg, en kreunden van de pijn. Bill was als eerste terug bij zijn positieven. Hij opende zijn ogen lichtjes, en probeerde te kijken wie die donkere schim tegenover hem was. Hij herkende hem natuurlijk niet voordat hij zijn stem liet horen.
Nou, nou, ik moet duizenden robots zien te programmeren zoals ik het wil om haar te krijgen, en nu komen jullie haar gewoon bij me afleveren? Hoe vriendelijk van jullie, hoewel, als het vroeger was hadden jullie me heel wat werk bespaard.
Dell. Die hatelijke, verschrikkelijke Sam Dell. Ven hoorde hoe er een grom uit haar mond rolde, en ze balde haar vuisten. Tom naast haar ook reageerde boos op zijn plotselinge aanwezigheid.
Weet je, zelfs al is ze nu hier, zie ik geen reden om op te houden met het project schreeuw der robots. Ik denk dat het woord macht me gewoon zo hard toespreekt
Dell stapte dichterbij, en Bill deed hetzelfde. Ven bleef echter staan.
Je krijgt haar niet, zei Bill vol haat in zijn stem. Hij greep naar het geweer in de holster.
Goed dan, ik zal eerst jou vernietigen, en dí¡n pak ik haar wel mee, zei Dell ietwat verveeld. Hij zakte een beetje door zijn knieën tot een gevechtshouding, en ook Bill maakte zich klaar. Zonder zich om te draaien, begon hij Ven toe te spreken.
Ik leid hem af, proberen jullie die computer te vernietigen, nu! beval hij fluisterend. Ven wist dat tegenspreken geen zin had. Ze knikte enkel, greep Tom zijn hand vast, en begon te rennen. De gedachte dat ze Bill achter liet, scheurde haar hart bijna in twee. Toch bleef ze redden. Die Dell was gestoord, en hoogstwaarschijnlijk zat Kristopf vooral achter dit complot. Ze moesten hem nu zo snel mogelijk tegenhouden.
Hierheen! riep Tom, waarna ze een gang in renden. Toen ze de twee robotbewakers tegenover hun ontdekten, remden ze abrupt. Tom greep naar zijn geweer, schoot twee rake kogels af op de monsters, en trok Ven toen weer mee. De lichamen lieten ze voor wat ze waren.
Tom, weet je wel of we de goede kant uit gaan? vroeg Ven, maar Tom antwoordde niet. Hij rende gewoon verder, hopend ergens juist uit te komen.
Tom, we worden gevolgd! riep Ven hem toe toen ze de bewakers achter zich opmerkten. Ze schoten allebei de robots neer, en gingen weer verder met lopen. Ven voelde een steek in haar longen, en hoopte dat ze snel konden stoppen met rennen. Ze stak haar geweer terug in het holster, drukte haar hand tegen haar ribben, en wachtte tot de pijn wegebde.
Ven botste tegen Tom aan toen hij abrupt stopte. Vloekend duwde ze zich van hem weg, trok ze haar hand uit de zijne, en zocht ze naar enige reden voor zijn getwijfel.
Toen zag ze hem natuurlijk.
Kristopf Frans.
De man die haar nu al bijna drie jaar lang lastig viel.
Ven voelde de haat in haar lichaam opborrelen, en balde haar vuisten. Toen ze op hem af wilde rennen om hem in elkaar te kunnen slaan, hield Tom haar tegen. Kristopf rende door haar actie weg. Al snel was hij niet meer zichtbaar voor de twee.
Wat doe je nou? Je hebt hem afgeschrokken! beet hij haar toe. Ven trok de arm die hij vast had gegrepen los, en keek hem boos aan.
Wat doe ík? Waarom hield je me tegen? Ik had hem wel kunnen tegenhouden, ik heb een robot-voet waarmee ik hem makkelijk kan inhalen! Wat is jóuw excuus!
Tom zuchtte, keek weg, en beet op zijn lip.
Ik ga achter hem aan, jij moet die computer zoeken. Dit is waarschijnlijk de enige kans dat we deze man tegenkomen, en die kans ga ik grijpen.
Ven antwoordde niet, waardoor hij haar in de ogen aanstaarde. Ven keek terug, niet begrijpend wat hij bezig was.
Ik hou van je, Ven. Dat heb ik altijd gedaan, en dat zal ik ook waarschijnlijk altijd doen, zei hij. Daarna drukte hij zijn lippen op de hare, en streek hij met zijn hand over haar wang. Ven was te geschrokken om hem tegen te houden. Toen Tom haar los liet, en begon te rennen, trilde haar onderlip een beetje, en ze begon het koud te krijgen. Tochtte het binnen?
Ven draaide zich om, en ging verder op zoek naar de computer.
Reacties:
Muh. Dezh zegt eigenlijk al wat ik wilde zeggen.
Ik snap alleen niet waarom Kristopf weg rent? Ik bedoel... uh, ik weet niet meer wat ik wilde zeggen.
Kee.
Nou ja, ga maar gewoon verder. <33
ohmygod.
Ik heb nu zo vreselijke hartkloppingen, dat wil je niet weten o.o
Dit is zo ontzettend spannend, met Kristof & Dell en tegelijkertijd ook nog de verhaallijn Tom-Ven-Bill die zich ertussendoor slingert. Echt prachtig gedaan, Emma. <3
En nu hoop ik ontzettend dat ze er alledrie levend en zo ongeschonden mogelijk uitkomen, dat Ven de computer uitgeschakeld krijgt, dat alles góédkomt gewoon - want deze spanning is echt niet goed voor mijn hart.
Muh, Humanoid zal ook nooit eens lekker rustigjes worden hé?
Steeds volle actie.
En woooh o.o
Tom kuste Ven?
Dat was laijk... HEEL CUTE! O.O
Maar Ven hoort bij Bill, dat zie je bij alles dat ze doet en voelt, ze geeft zielsveel om Bill, en niet om Tom, hoe graag die dat ook zou willen.