Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Eyecatcher » \48./
Eyecatcher
\48./
Life goes on. Traag en saai en pijnlijk eenvoudig, maar it went on. Ik had zoveel te doen. Ik zorgde ervoor dat ik nooit stilstond; ik waste mijn auto, mijn appartement, poetste hun sporen weg. En begon opnieuw.
De dagen vlogen voorbij. Ze moesten wel. We konden ons niet allemaal als een plant door de uren slepen.
Er waren ochtenden dat ik wakker werd, vroeg en donker, en niet meer wist wat ik wanneer gedaan had. Ik vergat veel. Behalve dat wat ik wilde vergeten.
'SOFIE!'
'Wat?' Ik werd me pijnlijk bewust van de situatie. Hoe lang stond Elke al tegen me te roepen?
'Eindelijk, zeg. Ik vroeg of je meegaat.'
'Naar?' Ik glimlachte een beetje beschaamd.
'Een zaal kijken.' Ineens werd het helemaal duidelijk. Ik was blij dat ik kon meepraten.
'Oh, ja! Een zaal, ja ja, tuurlijk ga ik mee.' Mijn hele kennissenkring, van familie tot vroegere klasgenoten over beste vrienden en volslagen vreemden die ik nauwelijks een keer gezien had, zeurde al dagen over mijn 18de verjaardag, over hoe belangrijk die mijlpaal was in mijn leven, over de wishlist die er al dan niet was en ga zo maar door.
En nu willen ze een zaal gaan kijken. Dat was fase 4.
Overleefd:
fase 1 (elke dag het aantal dagen dat nog restte x Happy Birthday, en dat om kwart over zeven 's morgens door mijn gsm geschreeuwd),
fase 2 (uren grasduinen in vergeelde fotoalbums op de huiselijke bank voorzien van beschamende commentaar en irritante en allang vergeten anekdotes)
fase 3 (miljoenen- nee, miljí rden menu's bekijken, wordt het een walking dinner of een snackbar, iets eenvoudig of doen we lekker exclusief; onní²zel werd ik ervan)
en dus nu fase 4: een zaal bekijken.
Help.
Wat een geluk dat een mens maar één enkele keer 18 wordt. Want een tweede keer zou ik niet overleven.
'Sta je nu alwéér te dromen?' Ik forceerde een glimlach en huppelde moeizaam de deur uit, gevolgd door een met een sleutelbos rinkelende Elke.
'Nee.'
'Nee?'
'Nee. Echt niet. No way.'
'Kom op, een roze “Sweet 18”ť-poster! Wat kan je daar nu tegen hebben?'
'Een heleboel maar ik hou het toch bij nee.'
'En de zaal?'
'De zaal zónder poster?'
'Ja.'
'Ja.'
'Verkocht.'
Status na fase 4: alive and kicking.
Voor zover ik nog levend kon zijn nadat mijn hart van zijn levensbron werd losgescheurd.
Fase 5: de jurk en de schoenen. (Als ze zo blijven doorgaan overleef ik de voorbereidingen niet eens, laat staan het feest zélf!)
Fase 6: de muziek.
'I don't care, weet je!'
'Tokio Hotel?'
'Nee. Nee. Néé.'
'NEE?'
'Behalve als het laat genoeg is en je iedereen naar huis wil jagen, dan wel.'
'Sófie!'
'Wat?'
Fase 7: het vervoer.
'VERVOER? Van wie, in godsnaam?!'
'Van jou, ah ja!
'Wat “van mij”ť? Ik kan toch zelf rijden, wat is dit nu? Ik word achttien, ACHT-TIEN. Volwassen, zelfstandig. Remember?'
'Wat loop je weer prikkelbaar, zeg. Dus, wat denk je van een rode cabrio? Mercedes? Of iets duurder, Porche? Hee, Sofie, blijf nu toch eens hier! Waar loop je heen? Wacht, je hebt nog niet beslist! Heee!'
Red me. Iemand.
Snel.
ZOEF! -mep-
Als ik het niet mag zeggen, mag jij het al helemaal niet. PUNT.
Ja, het is een kort stukje. & ja, er staat niet veel in. MAAR. Dat maakt het nu juist zo geniaal, snap je?
Het effect van die fases, alleen maar dialogen en die paar gedachten van Sofie er tussendoor, die maken het stuk juist sterk. Grappig, dat sowieso, & je brengt de Sofie-sfeer over, misschien wel beter dan wanneer je een stuk met lange ingewikkelde zinnen had geschreven.
Dus.
Mamma mia. Wat een heerlijkheid. <3